Nationale wetgeving

Finland

Op deze pagina vindt u informatie over het rechtsstelsel in Finland.

Inhoud aangereikt door
Finland

Rechtsbronnen

Onder "rechtsbronnen" wordt verstaan: de bronnen waar de rechtsvoorschriften te vinden zijn. In Finland bestaan zowel nationale als internationale rechtsbronnen. Er is geschreven en ongeschreven recht. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende rechtsbronnen.

Soorten rechtsinstrumenten – beschrijving

Nationale rechtsbronnen

De voornaamste nationale rechtsbronnen zijn geschreven wetten. Het begrip ‘wetten’ moet in deze context ruim worden opgevat en omvat de grondwet, de gewone wetten (ook formele wetten genoemd), de verordeningen van de president, de raad van ministers of een ministerie en de rechtsvoorschriften van lagere instanties. Voorschriften van lagere instanties en verordeningen mogen alleen worden uitgevaardigd uit hoofde van de grondwet of de gewone wetten, waarin normaliter is aangegeven welk orgaan of welke instantie bevoegd is om dergelijke voorschriften vast te stellen.

Wanneer er geen geschreven recht is, geldt volgens hoofdstuk 1, artikel 11, van het Wetboek van Rechtsvordering het gewoonterecht als rechtsbron. Dit is evenwel slechts bindend wanneer het voldoet aan het billijkheidsbeginsel. Het gewoonterecht is een zeer oude rechtsbron en de huidige betekenis ervan staat niet helemaal vast. Het gaat thans vooral om een reeks gevestigde praktijken die bijvoorbeeld nog in de handel voorkomen. Ten gevolge van de uitbreiding van het toepassingsgebied van het geschreven recht wordt het gewoonterecht tegenwoordig nog maar zelden als rechtsbron toegepast. Op sommige gebieden, zoals het verbintenissenrecht, bekleedt het gewoonterecht echter ook nu nog een sterke positie.

Tot de rechtsbronnen behoren ook de voorbereidende wetgevende werkzaamheden en de rechterlijke uitspraken of jurisprudentie. Omdat de voorbereidende werkzaamheden inzicht verschaffen in de bedoelingen van de wetgever, wordt van deze documenten gebruik gemaakt bij de wetsuitlegging. Van alle rechterlijke uitspraken zijn de vonnissen van het hoogste gerechtshof en het hoogste administratieve gerechtshof de belangrijkste rechtsbronnen. Deze uitspraken worden precedenten genoemd. Hoewel zij niet wettelijk bindend zijn, zijn zij in de praktijk van enorm belang. Ook uitspraken van andere gerechten kunnen belangrijke rechtsbronnen vormen. Wanneer de uitspraak van een lagere rechtbank in kracht van gewijsde gaat, kan die uitspraak grote betekenis krijgen.

Ook de rechtsleer, de algemene rechtsbeginselen en de feitelijke argumenten vallen onder de nationale rechtsbronnen. Het is de uitdrukkelijke taak van de rechtsleer om onderzoek te doen naar de inhoud van het rechtsstelsel – uitlegging en classificatie van de rechtsvoorschriften –, zodat ook zij is uitgegroeid tot een rechtsbron van betekenis. De algemene rechtsbeginselen en de praktische argumenten kunnen evenzeer een rol spelen. Hieronder zal evenwel duidelijk worden dat deze bronnen in de hiërarchie een lagere positie innemen dan de eerder genoemde rechtsbronnen.

Internationale rechtsbronnen en EU-recht

Internationale verdragen en andere internationale verplichtingen die Finland is aangegaan, zijn juridisch bindende rechtsbronnen. Ook vormt de praktijk van de internationale instanties die deze verdragen toepassen een belangrijke rechtsbron. Tot de rechtsbronnen in deze categorie behoort bijvoorbeeld het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van de Raad van Europa; voor de uitlegging van dit verdrag is de praktijk van het Europees Hof voor de rechten van de mens van groot belang.

Als lid van de Europese Unie is Finland uiteraard ook gebonden aan de Europese wetgeving, verordeningen en richtlijnen. Die behoren tot de belangrijkste wetgeving van de Europese Unie. Verordeningen gelden rechtstreeks in alle lidstaten, terwijl richtlijnen eerst in nationaal recht moeten worden omgezet. De voorbereidende werkzaamheden voor de tenuitvoerlegging van de wetgeving kunnen dus ook beïnvloed zijn door de uitlegging van het EU‑recht, zij het in veel geringere mate dan door de nationale wetgeving.

Andere in de EU toegepaste regelgevingsinstrumenten zijn bindend voor alle lidstaten, dus ook voor Finland. Als onderdeel van het Europese recht vormen ook de arresten van het Europese Hof van Justitie een belangrijke rechtsbron.

Normenhiërarchie

Van oudsher worden de Finse rechtsbronnen ingedeeld in rechtsbronnen met een sterk bindend karakter, rechtsbronnen met een zwak bindend karakter en rechtsbronnen zonder bindend karakter. Tot de eerste categorie behoren de wetten en het gewoonterecht. Deze rechtsbronnen staan bovenaan in de hiërarchie. De rechtshandhavingsinstanties zijn verplicht deze bronnen toe te passen; anders is er sprake van ernstig plichtsverzuim. De hiërarchie binnen de nationale wetgeving is als volgt:

  1. grondwet,
  2. gewone wetten (formele wetten),
  3. verordeningen van de president, de raad van ministers of een ministerie,
  4. voorschriften van lagere instanties.

Rechtsbronnen met een zwak bindend karakter, die in de hiërarchie een trede lager staan, zijn de voorbereidende wetgevende werkzaamheden en de jurisprudentie. Rechtshandhavers die deze bronnen niet toepassen, begaan geen plichtsverzuim en krijgen derhalve geen sanctie opgelegd, maar de kans dat het besluit op hoger niveau wordt aangevochten, neemt toe. De rechtsleer, de algemene rechtsbeginselen en de feitelijke argumenten hebben geen bindend karakter. Hoewel deze rechtsbronnen niet bindend zijn, kunnen zij worden gebruikt om de argumentatie en de motivering van een besluit kracht bij te zetten.

Internationale verdragen hebben in Finland evenveel gewicht als het besluit waarmee zij in nationaal recht zijn omgezet. Wanneer een verdrag bij wet wordt omgezet, staan de bepalingen van het internationale verdrag op gelijke voet met de bepalingen van de wet, en wanneer dit bij verordening gebeurt, staan ze op gelijke voet met de bepalingen van de verordening. Omgezette bepalingen bekleden dezelfde positie als nationale bepalingen van hetzelfde niveau.

Institutioneel kader

Instellingen belast met de vaststelling van rechtsvoorschriften

Volgens de Finse grondwet berust de wetgevende macht in Finland bij het parlement. Het parlement keurt de wetten goed en beslist ook over wijzigingen van de grondwet. In de wetten, en ook in de grondwet, kan aan andere instanties de bevoegdheid worden verleend over bepaalde kwesties rechtsvoorschriften uit te vaardigen. Op grond van een dergelijke machtiging kunnen de president, de regering of een ministerie verordeningen vaststellen. Wanneer niet wordt aangegeven wie gemachtigd is om dergelijke verordeningen uit te vaardigen, komt die bevoegdheid toe aan de regering. Onder bepaalde voorwaarden kunnen ook lagere instanties gemachtigd worden om voor specifieke kwesties rechtsvoorschriften vast te stellen. In dat geval moeten daarvoor wel bijzondere redenen bestaan die betrekking hebben op het onderwerp van de regeling en mag de betekenis van de regeling niet zodanig zijn dat een wet of verordening vereist is. Bovendien moet het toepassingsgebied van de machtiging duidelijk worden afgebakend. Alleen bovengenoemde instanties kunnen algemeen bindende rechtsvoorschriften uitvaardigen.

Proces van wetgeving

Goedkeuring en inwerkingtreding van rechtsvoorschriften

Het wetgevingsproces in het parlement begint met de indiening van een wetsvoorstel door de regering of met een initiatief van een lid van het parlement. Het wetsvoorstel van de regering wordt uitgewerkt door de ministeries en vervolgens behandeld in de raad van ministers. Ten slotte wordt tijdens een vergadering met de president beslist of het al dan niet aan het parlement zal worden voorgelegd.

In het parlement vindt eerst een inleidend debat over het voorstel van de regering plaats, waarna het voor behandeling wordt toegewezen aan een van de parlementaire commissies. Daar worden deskundigen gehoord en wordt een verslag over het voorstel opgesteld. Vervolgens wordt het aan de voltallige vergadering voorgelegd, waarbij het verslag van de commissie het uitgangspunt voor het debat vormt. Daarna volgt een tweede lezing, ook weer in de voltallige vergadering, waarbij het parlement het wetsvoorstel kan wijzigen, verwerpen of ongewijzigd kan goedkeuren. De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid ligt dus bij het parlement. Gewone wetten worden in het parlement met een eenvoudige meerderheid van stemmen aangenomen, maar voor een wijziging van de grondwet is een gekwalificeerde meerderheid noodzakelijk.

Na goedkeuring door het parlement wordt de wet ter bekrachtiging aan de president voorgelegd. De wet treedt in werking op de in de wet genoemde datum, maar niet vóór de bekendmaking in het Finse staatsblad.

Verordeningen van de president, de regering of een ministerie worden uitgewerkt door het ministerie dat voor de aangelegenheid bevoegd is. Verordeningen van de president worden door deze op initiatief van de regering vastgesteld. Over verordeningen van de regering wordt besloten in de raad van ministers, terwijl de beslissing over ministeriële verordeningen bij de bevoegde minister ligt. Alle verordeningen worden in het Finse staatsblad bekendgemaakt. Een verordening wordt van kracht op de in de verordening genoemde datum, maar niet vóór de bekendmaking in het Finse staatsblad.

Rechtsvoorschriften van lagere instanties, die in de praktijk gewoonlijk besluiten of statuten en reglementen worden genoemd, worden door de bevoegde instantie uitgewerkt en aangenomen. Zij treden in werking op de in de voorschriften genoemde datum en worden gepubliceerd in het repertorium van statuten en reglementen van de desbetreffende instantie.

Juridische gegevensbanken

Finlex

Finlex is een juridische gegevensbank waarin ruim dertig databases vervat zijn. De via Finlex beschikbare wetgevingsinformatie is georganiseerd in zes databases en omvat onder meer de volgende bestanden en documenten:

  • database met vertalingen van Finse wetten en verordeningen, inclusief vertalingen van wetten van het Finse parlement (voornamelijk in het Engels),
  • geconsolideerde teksten van wetten en verordeningen (in het Fins en het Zweeds),
  • referentiedatabase met een lijst van wijzigingen van wetten en verordeningen,
  • wetten en verordeningen in het Samisch.

De vertalingen van de Finse wetten en verordeningen (voornamelijk in het Engels) zijn ondergebracht in één database. De originele teksten van deze wetten en verordeningen maken deel uit van afzonderlijke databases. De meest recente wetten zijn te vinden in de elektronische statuten van Finland.

De in Finlex vervatte jurisprudentie bestaat uit meer dan tien databases met precedenten die geschapen zijn door het hoogste gerechtshof en zaken van het hoogste administratieve gerechtshof, hoven van beroep, administratieve rechterlijke instanties en gespecialiseerde rechtbanken.

Andere databases van Finlex bevatten internationale verdragen, afgeleid recht en door de regering ingediende wetsvoorstellen.

De toegang tot de gegevensbank is gratis.

Andere gegevensbanken

Behalve Finlex zijn er in Finland op het gebied van wetgeving, jurisprudentie, wetsvoorstellen en rechtsleer nog andere databanken beschikbaar. Edilex en Suomen laki geven alomvattende online-informatie over wetgeving. Beide gegevensbanken bevatten databases met nationale wetgeving, jurisprudentie en ander materiaal. Voor toegang tot de meeste diensten is een abonnement vereist. WSOYPro is de derde commerciële dienstverlener op het gebied van juridische informatie in Finland. Het merendeel hiervan is uitsluitend toegankelijk voor abonnees.

Laatste update: 02/02/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.