Informatie zoeken per regio
Rechtsbronnen
Soorten rechtsinstrumenten – beschrijving
De Grondwet levert het raamwerk voor de Nederlandse staatkundige organisatie en vormt de basis voor de wetgeving. Verdragen tussen Nederland en andere staten vormen een belangrijke bron van recht. Artikel 93 van de Grondwet bepaalt dat bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties rechtstreekse werking kunnen hebben in de Nederlandse rechtsorde. In dat geval gaan deze bepalingen boven Nederlandse wetten. Geldende wettelijke voorschriften binnen het Koninkrijk vinden geen toepassing als deze niet verenigbaar zijn met die bepalingen. De regelgeving van de Europese Unie in verdragen, verordeningen en richtlijnen is daarmee een belangrijke bron van recht in Nederland.
Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelt de staatkundige verhoudingen tussen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
De wetten worden gemaakt op landelijk niveau. Via delegatie bij wet kan de centrale overheid in algemene maatregelen van bestuur en in ministeriële regelingen (nadere) regels stellen. Zelfstandige algemene maatregelen van bestuur (die niet aan een wet zijn ontleend) zijn ook mogelijk. Via de Grondwet hebben de lagere publiekrechtelijke organen (provincies, gemeenten en waterschappen) een regelgevende bevoegdheid.
Jurisprudentie geldt als rechtsbron, omdat de betekenis van rechterlijke uitspraken verder reikt dan het concrete geval waarvoor die uitspraak is gegeven. De uitspraken van hogere rechterlijke colleges zijn richtinggevend. De uitspraken van de Hoge Raad zijn in het bijzonder gezaghebbend, omdat dit rechterlijk college tot taak heeft de eenheid in het recht te bevorderen. Dus in nieuwe gevallen zal de lagere rechter een uitspraak van de Hoge Raad bij zijn oordeelsvorming betrekken.
Algemene rechtsbeginselen hebben betekenis voor bestuur en rechtspraak. Soms verwijst de wet naar algemene rechtsbeginselen, zoals het Burgerlijk Wetboek (de redelijkheid en billijkheid). Ook de rechter kan in zijn oordeelsvorming zich laten inspireren door algemene rechtsbeginselen.
Het gewoonterecht, ook het ongeschreven recht genoemd, is een aanvullende bron van recht. In beginsel geldt de gewoonte alleen als de wet ernaar verwijst, maar ook hier geldt dat de rechter de gewoonte in het geval van conflicten mee kan wegen in zijn oordeel. Bij de vaststelling van strafbare feiten kan het gewoonterecht geen rechtsbron zijn (artikel 16 Grondwet).
Normenhiërarchie
De Grondwet geeft met artikel 94 aan dat sommige internationale rechtsregels het hoogst in hiërarchie staan: wettelijke bepalingen die niet verenigbaar zijn met deze internationale rechtsregels vinden geen toepassing. Uit het Europees recht zelf volgt de voorrang op het nationale recht. Daarop volgen het Statuut, de Grondwet en de formele wetten. Deze gaan boven andere regelingen. De vaststelling van formele wetten geschiedt door de regering en Staten-Generaal (volksvertegenwoordiging) gezamenlijk.
Voorts is geregeld dat een wet alleen door een latere wet geheel of gedeeltelijk haar kracht kan verliezen. Ook is er een algemene interpretatieregel dat bijzondere wetten boven algemene wetten gaan. Tevens geldt de wet in de continentale traditie als een hogere rechtsbron dan de jurisprudentie.
Institutioneel kader
Instellingen belast met de vaststelling van rechtsvoorschriften
Proces van wetgeving
Wetten worden door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk vastgesteld. Wetsvoorstellen kunnen worden ingediend door de regering dan wel door de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Over wetsvoorstellen (en over algemene maatregelen van bestuur) adviseert de Raad van State. Bij de voorbereiding van een wetsvoorstel worden in het algemeen andere betrokkenen geconsulteerd.
Veelal stelt de ministerraad een wetsvoorstel vast en zendt dit naar de Afdeling advisering van de Raad van State. De regering reageert op dit advies met een nader rapport. Vervolgens zendt de regering bij Koninklijke boodschap het -eventueel gewijzigde- wetsvoorstel naar de Tweede Kamer. Gedurende de behandeling in de Tweede Kamer kan het wetsvoorstel gewijzigd worden. De Tweede Kamer heeft namelijk het recht van amendement. Na aanvaarding door de Tweede Kamer behandelt de Eerste Kamer het wetsvoorstel. De Eerste Kamer mag het wetsvoorstel alleen aannemen of verwerpen. Wijzigingen zijn niet meer mogelijk. Na aanvaarding door de Eerste Kamer ondertekenen de Koning en de minister de wettekst, waarna de wet van kracht wordt.
Juridische databanken
Overheid.nl is het centrale toegangspunt voor alle officiële informatie van Nederlandse overheidsorganisaties. U krijgt hier onder meer toegang tot nationale en lokale wet- en regelgeving. De volgende databanken maken onderdeel uit van deze portaalsite.
Op officielebekendmakingen.nl kunt u het Staatsblad, de Staatscourant, het Tractatenblad en de vier publicatiebladen voor regionale overheden vinden. Ook kunt u hier de vergaderdocumenten van het Nederlandse parlement vinden (waaronder de parlementaire behandeling van wetsvoorstellen).
Wetten.overheid.nl bevat de geconsolideerde teksten van nationale wetgeving en verdragen.
Lokaleregelgeving.overheid.nl bevat de geconsolideerde regelgeving van alle regionale overheden (provincies, gemeenten, waterschappen en samenwerkingsorganisaties).
Er is ook een databank met informatie over hoe Europese richtlijnen in Nederland zijn geïmplementeerd.
Kan de databank gratis worden geraadpleegd?
Al deze databanken zijn kosteloos raadpleegbaar.
In welke taal is de databank beschikbaar?
Alle databanken zijn uitsluitend beschikbaar in de Nederlandse taal.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.