De rol van het slachtoffer in de strafprocedure en de desbetreffende wetgeving van de lidstaten verschillen aanzienlijk van lidstaat tot lidstaat. Om voor de rechten van slachtoffers in alle lidstaten in een minimumniveau te voorzien, heeft de EU verschillende rechtsinstrumenten vastgesteld waarin gemeenschappelijke regels worden vastgesteld om slachtoffers van strafbare feiten te beschermen en bij te staan: horizontale instrumenten die betrekking hebben op de rechten van slachtoffers in het algemeen, meer specifieke instrumenten over beschermende maatregelen en financiële schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven van strafbare feiten, en materieelrechtelijke instrumenten betreffende de bestrijding van mensenhandel en seksuele uitbuiting van kinderen.
Betere rechtspositie van slachtoffers in de EU
- Richtlijn 2012/29/EU tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten zorgt ervoor dat personen die het slachtoffer zijn geworden van misdrijven, worden erkend, met respect worden behandeld en de aangewezen bescherming, ondersteuning en toegang tot de rechter krijgen. De richtlijn vervangt het Kaderbesluit van 2001 over de status van slachtoffers in strafzaken en versterkt aanzienlijk de rechten van slachtoffers en hun familieleden op informatie, ondersteuning en bescherming en de procedurele rechten van slachtoffers in strafrechtelijke procedures. De richtlijn bepaalt ook dat de lidstaten moeten zorgen voor een passende opleiding over de behoeften van slachtoffers voor ambtenaren die in contact kunnen komen met slachtoffers, en de samenwerking tussen de lidstaten en de coördinatie van acties van nationale diensten op het gebied van de rechten van slachtoffers moeten aanmoedigen.
De EU-lidstaten moeten de bepalingen van de richtlijn in hun nationale recht omzetten vóór 16 november 2015. DG Justitie heeft een document met richtsnoeren (273 Kb) vastgesteld om de lidstaten in dit proces bij te staan. Dit document verduidelijkt elke bepaling van de richtlijn en stelt mogelijke manieren voor om deze uit te voeren. Het helpt nationale overheden, beroepsbeoefenaars en betrokken dienstverleners te begrijpen wat nodig is om van de in de richtlijn vastgestelde rechten van slachtoffers overal in de EU een realiteit te maken.
- Wat specifieke groepen slachtoffers betreft, voorziet de EU-wetgeving voorts in bescherming en ondersteuning van slachtoffers van mensenhandel en kinderen die het slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting en kinderpornografie.
- Met betrekking tot de versterking van de bescherming van slachtoffers van misdrijven, heeft de EU haar goedkeuring gehecht aan twee instrumenten die zorgen voor de erkenning van beschermingsmaatregelen die in andere EU-landen zijn genomen: de Richtlijn van 2011 betreffende het Europees beschermingsbevel en de Verordening van 2013 betreffende de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken. Dankzij deze instrumenten kunnen slachtoffers of potentiële slachtoffers een beroep doen op een contactverbod of beschermingsbevel dat in één EU-land is opgelegd als zij naar een ander EU-land reizen of verhuizen. Beide instrumenten zijn in de EU van toepassing zijn sinds 11 januari 2015.
Deze pagina wordt beheerd door de Europese Commissie. De informatie op deze pagina geeft niet noodzakelijk het officiële standpunt van de Europese Commissie weer. De Commissie aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens waarnaar in dit document wordt verwezen. Gelieve de juridische mededeling te raadplegen voor de auteursrechtelijke regeling voor Europese pagina's.