

Informatie zoeken per regio
De bewijslast ligt bij de persoon die een beschuldiging uit, zoals blijkt uit afdeling 562 van het wetboek van organisatie en burgerlijke rechtsvordering: "De last moet namelijk in alle gevallen liggen bij de partij die deze beschuldiging uit".
Ja, deze regels bestaan en zijn te vinden in afdelingen 627 en volgende van het wetboek van organisatie en burgerlijke rechtsvordering. In afdeling 627 worden de documenten genoemd waarvoor geen ander bewijs van authenticiteit vereist is dan wat wordt vermeld op de voorzijde van deze documenten, zoals:
Er zijn ook andere documenten die kunnen worden overgelegd en waarvan de inhoud is uitgezonderd van de bewijslast, ofschoon wel hun authenticiteit moet worden aangetoond. Daaronder vallen:
Er kan bewijsmateriaal worden overgelegd dat indruist tegen de inhoud van dit soort documenten.
Afgezien van deze documenten is er een andere veronderstelling die is geregeld bij hoofdstuk 16 van de Maltese wetgeving, het burgerlijk wetboek, namelijk dat een in een huwelijk geboren kind het kind van de echtgenoot van de vrouw is. Indien kan worden bewezen dat deze wettelijke veronderstelling niet langer geldig is, moet dit gebeuren door middel van een beëdigd verzoekschrift bij de burgerlijke rechtbank (sector familierecht) en door het overleggen van bewijsmateriaal waaruit blijkt dat het vermoeden niet geldig is.
Om een uitspraak te kunnen doen in een civielrechtelijke zaak moet een rechtbank hebben vastgesteld dat er sprake is van voldoende bewijs ten aanzien van de mate van waarschijnlijkheid.
Elke partij in een rechtszaak kan ongeacht haar belangen getuigenis afleggen, ofwel op eigen verzoek, ofwel op verzoek van een andere partij in de zaak, ofwel wanneer zij daartoe ambtshalve wordt opgeroepen door de rechtbank. Wanneer de procedure wordt geïnitieerd door middel van een beëdigd verzoekschrift, moet een lijst van getuigen worden opgesteld. Hetzelfde geldt voor het beëdigde antwoord, dat eveneens een lijst van getuigen moet omvatten. Indien een partij een getuige wil produceren die niet op de lijst staat, moet daartoe een verzoekschrift worden ingediend.
Indien een verzoekschrift voor het verkrijgen van bewijs is aanvaard, worden de getuigen opgeroepen te verschijnen door middel van een dwangbevel dat is uitgevaardigd nadat de partij die deze personen wil laten getuigen hiertoe een verzoekschrift heeft ingediend. De uitvaardiging van dwangbevelen kan mondeling worden aangevraagd bij de vredesrechter (Court of Magistrates, Qorti tal-Maġistrati) (Malta) en de vredesrechter in zijn lagere bevoegdheid (Gozo).
Een rechtbank kan een verzoekschrift van een partij met betrekking tot het verkrijgen van bewijs verwerpen wanneer de opgeroepen persoon een advocaat, een procureur of een priester is. Bovendien is het in de regel niet mogelijk dat iemand die aanwezig is bij een zitting in diezelfde zaak als getuige optreedt. De rechtbank kan echter in bijzondere gevallen naar eigen goeddunken van deze regel afwijken indien daarvoor goede redenen zijn. Ook zijn er speciale wetten inzake officiële geheimhouding op grond waarvan openbaarmaking van geheime en vertrouwelijke informatie niet is toegestaan. Bovendien kan de vordering terzijde worden geschoven indien de rechtbank van mening is dat de getuigenis niet ter zake doet.
Er kunnen drie bewijsmiddelen worden geleverd: documenten, viva voce en affidavits.
Volgens de algemene regel worden getuigen tijdens de behandeling van zaken in het openbaar en viva voce gehoord. De wet voorziet echter ook in andere methoden die kunnen worden toegepast om bewijs te verkrijgen:
Wanneer een scheidsrechter wordt ingeschakeld om bewijs te verkrijgen, heeft deze dezelfde middelen ter beschikking als een rechtbank.
Alle bewijsmiddelen worden geacht van hetzelfde belang te zijn.
Nee, maar altijd moet het beste bewijs worden geleverd.
Ja, de wet verplicht alle gedagvaarde getuigen om een getuigenverklaring af te leggen. Een getuige kan echter niet gedwongen worden om vragen te beantwoorden die ertoe kunnen leiden dat hij of zij strafrechtelijk wordt vervolgd.
De echtgenoot of echtgenote van een partij in een rechtszaak is een bekwame getuige en kan op verzoek van een van de partijen gedwongen worden een getuigenverklaring af te leggen in een rechtszaak. De echtgenoot kan echter niet gedwongen worden iets openbaar te maken dat hem tijdens het huwelijk door zijn vrouw is toevertrouwd, en omgekeerd. Evenmin kan een echtgenoot gedwongen worden te antwoorden op vragen die ertoe kunnen leiden dat de andere echtgenoot strafrechtelijk wordt vervolgd.
Andere uitzonderingen worden gevormd door feiten die zijn toevertrouwd aan advocaten, procureurs of priesters. Indien echter een advocaat of procureur toestemming verkrijgt van zijn cliënt, of indien de priester toestemming verkrijgt van degene die bij hem heeft gebiecht, kunnen hun vragen worden gesteld over te hunner kennis gekomen zaken (mits daarvoor toestemming is verleend): de advocaat en de procureur antwoorden met betrekking tot hetgeen hun door de cliënt is toevertrouwd en de priester antwoordt met betrekking tot de feiten waarvan hij kennis heeft gekregen onder het zegel van de biecht of door een bekentenis.
Tenzij de rechtbank anders beschikt, kunnen accountants, artsen, maatschappelijke werkers, psychologen en huwelijksadviseurs niet gevraagd worden informatie prijs te geven die hun onder beroepsgeheim door hun klanten is gegeven, of indien zij in hun beroepshoedanigheid van die informatie kennis hebben gekregen. Ook tolken die zijn ingezet om dergelijke geheime informatie door te geven genieten dit voorrecht.
Een door het beroepsgeheim gebonden getuige mag geen geheime en vertrouwelijke informatie onthullen, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen, zoals bepaald in de op de zaak van toepassing zijnde wetgeving.
Indien een rechtmatig opgeroepen getuige niet verschijnt, maakt deze zich schuldig aan minachting van de rechtbank en wordt hij of zij onmiddellijk veroordeeld en beboet. De rechtbank kan deze getuige eveneens door middel van een bevel tot begeleiding of aanhouding dwingen om te verschijnen en een getuigenverklaring af te leggen op een volgende zitting. De rechtbank kan de opgelegde boete echter intrekken indien er goede redenen zijn waarom de getuige niet is verschenen.
Elke persoon die gezond van geest is, kan, indien er geen uitzonderingen zijn wat betreft zijn of haar bekwaamheid, als getuige optreden. Eenieder kan getuigen, ongeacht zijn of haar leeftijd, mits hij of zij zich bewust is van het feit dat het afleggen van vals bewijs verkeerd is.
Tijdens het horen of ondervragen kan de rechtbank de getuige elke vraag stellen die zij nodig of nuttig acht. Anderzijds kan elke partij in de zaak, ongeacht haar belang, op eigen verzoek, op verzoek van een andere partij in de zaak of wanneer zij daartoe van ambtswege wordt opgeroepen door de rechtbank, een getuigenverklaring afleggen.
In zaken waarbij minderjarigen zijn betrokken hoort de rechter de minderjarige achter gesloten deuren of wordt er een kinderadvocaat benoemd om de minderjarige te horen.
Buiten Malta woonachtige getuigen kunnen via een videoconferentie worden gehoord.
Indien bewijs niet met onrechtmatige middelen is verkregen, kan de rechtbank zonder enige belemmering uitspraak te doen. De enige uitzondering is dat de rechtbank in de regel geen kennis neemt van bewijsmateriaal met betrekking tot feiten waarvan de getuige kennis heeft gekregen via anderen, of met betrekking tot feiten die zijn genoemd door andere partijen, die bijgevolg gevraagd kunnen worden daarvan zelf getuigenis af te leggen.
Ja, door een partij in de zaak afgelegde verklaringen zijn ontvankelijk.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.