Op civielrechtelijk vlak blijven lopende procedures en procedures die voor het eind van de overgangsperiode zijn ingeleid, onder het EU-recht vallen. Zoals overeengekomen met het VK, wordt alle informatie op dat gebied in verband met het Verenigd Koninkrijk tot eind 2024 op het e-justitieportaal bijgehouden.

Vermogen veiligstellen bij een vordering in EU-landen

Engeland en Wales
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 De verschillende soorten maatregelen

In Engeland en Wales hebben de rechtbanken zowel volgens regel 25.1(1) van de Civil Procedure Rules (regels voor burgerlijk procesrecht) als volgens de inherente jurisdictie daarvan de bevoegdheid voorlopige en conservatoir maatregelen te treffen die de belangen van een partij in een goed of in de grond van de zaak moeten beschermen. Deze rechtsmiddelen zijn in elke fase of voor aanvang van het proces beschikbaar. Het gaat hierbij om billijke rechtsmiddelen, in die zin dat de rechter de discretionaire bevoegdheid heeft om als naar recht te beslissen. De beginselen voor het toestaan van deze middelen zijn vastgelegd in het fundamentele arrest American Cyanamid Co/Ethicon[1] Volgens regel 25.1(1) kan de rechtbank het volgende opleggen:

voorlopige voorzieningen;

voorlopige verklaringen;

bevelen over eigendom voor de verkoop, het behoud, de inspectie of de overdracht van bewaring van eigendom of betaling in verband met eigendom;

bevelen voor het verlenen van toegang tot grond of gebouwen;

bevelen om afstand te doen van goederen;

bevriezingsbevelen of bevelen aan een partij om informatie te verstrekken over de locatie van eigendom of activa waarvoor het bevriezingsbevel is uitgevaardigd;

huiszoekingsbevelen;

bevelen voor de openbaarmaking van documenten of inspectie van eigendom voorafgaand aan de indiening van een vordering – zowel gericht aan de wederpartij als aan een tot dusver niet-verbonden partij;

bevelen voor tussentijdse betaling als voorschot voor een nog door de rechter toe te kennen schadevergoeding;

bevelen betreffende gerechtelijk beslag, afhankelijk van de uitkomst van de procedure;

bevelen om de herkomst van geld te verantwoorden;

bevelen in verband met procedures betreffende intellectuele-eigendomsrechten.

Ook in de jurisprudentie zijn onder de inherente jurisdictie van de rechtbanken een aantal voorlopige maatregelen ontstaan, waaronder met name het Norwich Pharmacal-bevel en het procesverbod bij rechterlijk bevel. Bij Norwich Pharmacal-bevelen wordt een derde gedwongen de gegevens van een overtreder bekend te maken zodat de eiser een vordering op naam tegen deze overtreder kan instellen – deze bevelen worden veelal toegepast in zaken betreffende illegale praktijken van bedrijven. Het procesverbod bij rechterlijk bevel moet voorkomen dat een partij een vordering instelt in een ander land waar dit met boze opzet zou gebeuren, waar dit een onredelijk inbreuk op rechten zou maken of waar geen sprake zou zijn van een eerlijke rechtsgang. Daarnaast kan de rechtbank een verklaring afgeven over de interpretatie van het recht, of over een contractbepaling die zelf onderwerp van een juridische strijd is.

Een voorziening (injunction) is een rechterlijke beschikking waarbij een partij wordt opgedragen bepaalde acties te ondernemen, dan wel daarmee op te houden. Er is sprake van een voorlopige voorziening (interim injunction) wanneer deze beschikking al wordt gegeven voordat de vordering is onderzocht. Ter verdediging van zijn positie kan de eiser tijdens, of zelfs vóór, het proces om een voorlopige voorziening vragen, om te voorkomen dat de gedaagde zodanig handelt dat hij de eiser schade toebrengt.

Verder staan de eiser twee specifieke voorzieningen ter beschikking wanneer het gevaar bestaat dat de gedaagde stappen zal ondernemen om bewijsmateriaal te vernietigen of een vonnis ten gunste van de eiser te dwarsbomen. De eerste is een huiszoekingsbevel, de tweede is een conservatoir beslag, waardoor wordt verhinderd dat de gedaagde activa verhandelt of ze buiten het rechtsgebied van het gerecht brengt.

Wanneer de eiser betaling van een geldsom (bv. een schuld of een schadevergoeding) wenst, kan de rechter de gedaagde verplichten tot een voorlopige betaling (interim payment) als voorschot op het bedrag dat hij uiteindelijk zal moeten betalen, om te vermijden dat de eiser schade lijdt als gevolg van vertragingen bij het verkrijgen van een vonnis.

Een gedaagde kan het risico lopen dat, zelfs wanneer de eis wordt afgewezen en de eiser wordt veroordeeld tot betaling van de kosten, het niet mogelijk zal zijn deze veroordeling af te dwingen. Ter bescherming van de gedaagde kan de rechter de eiser in bepaalde omstandigheden opdragen zekerheid voor de kosten te stellen, gewoonlijk door een bedrag bij het gerecht te deponeren.

Het High Court kan in voorkomend geval een voorlopige voorziening treffen ter ondersteuning van een proces in een ander rechtsgebied. Ook kan het een “wereldwijd conservatoir beslag” opleggen dat ook van kracht is voor activa in andere rechtsgebieden.

[1] [1975] 1.504

2 De voorwaarden om maatregelen te kunnen treffen

2.1 De procedure

Voorzieningen (waaronder huiszoekingsbevelen en conservatoire beslagen)

Krachtens regel 25 moet een verzoek tot een voorlopige maatregel worden ingediend bij de rechtbank die de zaak behandelt of zal behandelen zodra de zaak aanhangig is gemaakt. Sommige soorten voorzieningen, met name die met een internationale component, kunnen alleen worden opgelegd door het High Court, andere door het County Court. Het High Court kan deze opleggen langs de gewone weg of via de verschillende divisional courts die verzoeken om een voorlopige voorziening behandelen of via hun dienstverlening buiten kantooruren – dit is vaak van belang bij voorzieningen om publicatie van een verhaal in de pers of uitzettingen door het ministerie van Binnenlandse Zaken tegen te houden.

De algemene vereisten voor verzoeken zijn dat hiervoor gebruik moet worden gemaakt van een verzoekschrift (N244), dat vergezeld moet gaan van het gedinginleidende stuk, een getuigenverklaring die het verzoek ondersteunt, beëdigde verklaringen en een ontwerpvonnis. Het ontwerpvonnis moet een garantie bevatten dat eventuele schade die de tegenpartij ten gevolge van de voorziening lijdt[2], zal worden vergoed, alsmede een toezegging dat het verzoekschrift aan de respondenten zal worden betekend, bewijs en alle gegeven beschikkingen. Dit is essentieel als het een niet-contradictoire procedure betreft. In het geval van noodvoorzieningen moet worden toegezegd de betreffende vergoedingen zo spoedig mogelijk te betalen; daarnaast kan de toezegging worden verlangd dat zo spoedig mogelijk een formele procedure wordt ingeleid.

Na indiening wordt het verzoekschrift behandeld door een rechter die vervolgens de voorziening afgeeft, laat verzegelen en aan de indiener van het verzoek laat retourneren. De verzoekende partij is verantwoordelijk voor de betekening aan de wederpartij.

Huiszoekingsbevelen zijn zeer ingrijpend en moeten dan ook aan bijzondere vereisten voldoen. Gewoonlijk moet het desbetreffende exploot worden betekend door een toezichthoudend advocaat (supervising solicitor) die met huiszoekingsbevelen bekend is en die geen banden heeft met de advocaten van de eiser. De toezichthoudende advocaat moet het huiszoekingsbevel aan de gedaagde toelichten en hem ook op de hoogte brengen van zijn recht juridisch advies te vragen. De toezichthoudende advocaat zal de huiszoeking uitvoeren of hierbij toezicht uitoefenen en verslag over de huiszoeking uitbrengen aan de advocaten van de eiser. Huiszoekingsbevelen gelden vanaf het moment van betekening en na afloop van een redelijke termijn voor het inwinnen van juridisch advies.

Bevriezingsbevelen zijn beschikkingen die voorkomen dat een partij activa die zich in het rechtsgebied bevinden verwijdert of haar verbieden activa ergens ter wereld te verhandelen. Bevriezingsbevelen zijn de enige beschikkingen die werking hebben vanaf het moment dat ze worden uitgevaardigd, waardoor de betekening ervan van cruciaal belang is.

Wie een huiszoekingsbevel of een bevriezingsbevel naast zich neerlegt, geeft aanleiding tot vervolging wegens minachting van het gerecht.

Voorlopige betalingen en zekerheid voor de kosten

Wanneer de partijen het erover eens zijn, bestaat de mogelijkheid van een voorlopige betaling of voor het stellen van zekerheid voor de kosten, maar wanneer zij het er niet over eens zijn, moet een verzoek aan de rechtbank worden gericht. Hiertoe moet een verzoekschrift worden ingediend, dat moet worden gestaafd met schriftelijk bewijsmateriaal. Het verzoek moet aan de tegenpartij worden betekend, die dan op haar beurt bewijsmateriaal kan indienen. Indien het gerecht gevolg geeft aan het verzoek, zal het de vorm en het bedrag van de zekerheid of de betaling vaststellen.

Kosten van het verkrijgen van bevelschriften

Er zijn geen vaste tarieven voor het verkrijgen van een van bovengenoemde beschikkingen. Wel zijn er specifieke gerechtskosten voor het opmaken van een verzoek om een beschikking, afhankelijk van het feit of dit verzoek al dan niet aan de tegenpartij wordt betekend. Zie voor de volledige informatie over deze kosten de website van het ministerie van Justitie.

De verzoeker moet de kosten van zijn advocaten betalen (en bij een huiszoeking ook die van de toezichthoudende advocaat), maar uiteindelijk kan de tegenpartij worden veroordeeld tot betaling van deze kosten.

[2] Garanties zijn toezeggingen aan de rechtbank. Op niet-nakoming van een garantie kunnen zware sancties staan.

2.2 De basisvereisten

Zoals hierboven al is aangegeven, worden alle in dit punt beschreven rechtsmiddelen alleen door het gerecht toegestaan wanneer het van mening is dat ze in de gegeven omstandigheden zinvol of evenredig zijn. In het algemeen is de rechter voorzichtiger bij een huiszoeking of bij conservatoir beslag omdat dat bijzonder zware maatregelen zijn.

Voorlopige voorziening

Voordat het gerecht een voorlopige voorziening toekent[3], zal het nagaan of het om een serieuze rechtsvordering gaat (en niet om een lichtvaardig genomen besluit, en er ook geen boos opzet in het spel is). Zo niet, dan wordt een voorlopige voorziening geweigerd.

Indien het bij de rechtsvordering om een serieuze zaak gaat, zal het gerecht de proportionaliteit afwegen. Het gaat na of het erger is van de eiser te verlangen dat hij zonder voorziening de rechtszaak afwacht of dat er ten koste van de gedaagde een voorziening wordt getroffen. In zijn afwegingen zal het gerecht de volgende vragen in onderstaande volgorde overwegen:

  • Is toekenning van een schadevergoeding een afdoende rechtsmiddel voor de eiser indien hij het proces wint? Indien een schadevergoeding volstaat, zal de voorziening worden geweigerd. Zo niet (bv. omdat de schade voor de eiser onherstelbaar is of niet in geld is uit te drukken), dan komen de volgende vragen aan de orde.
  • Is de garantie van de eiser dat hij voor eventuele schade van de gedaagde opkomt, voor deze voldoende bescherming als hij het proces wint? Zo ja, dan is dit een argument voor een voorziening.
  • Wanneer de andere factoren in evenwicht lijken, zal het gerecht de status quo handhaven. Er kan rekening worden gehouden met andere sociale en economische factoren, zoals de gevolgen van het toekennen of weigeren van de voorziening voor de werkgelegenheid of voor de beschikbaarheid van geneesmiddelen.
  • Ten slotte kan het gerecht de argumenten van de partijen tegen elkaar afwegen, maar alleen als duidelijk is dat de ene partij een veel sterkere zaak heeft dan de andere.

Huiszoekingsbevel

Er kan een bevel tot huiszoeking worden gegeven wanneer hierdoor kan worden gewaarborgd dat bewijzen of goederen die voor het proces van belang zijn, in stand blijven. De voorwaarden voor een huiszoekingsbevel zijn stringenter dan die voor andere soorten voorzieningen en het gerecht zal er pas toe overgaan wanneer de verzoeker aantoont dat aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:

  • Op het eerste gezicht zijn er uiterst sterke aanwijzingen tegen de gedaagde.
  • De activiteiten van de gedaagde die aanleiding tot het proces zijn, leiden tot ernstige feitelijke of potentiële schade van de eiser.
  • Er is duidelijk bewijs dat de gedaagde belastende documenten of belastend materiaal bezit.
  • Het is goed mogelijk of waarschijnlijk dat die documenten of dat materiaal zal verdwijnen wanneer geen bevel tot huiszoeking wordt gegeven.

Conservatoir beslag

Het gerecht kan een conservatoir beslag toestaan wanneer dat terecht en passend is. Het wordt alleen toegestaan wanneer de eiser kan aantonen dat aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:

  • De eiser voert een wezenlijke grond aan voor een zaak waarvoor de gerechten van Engeland en Wales bevoegd zijn.
  • De eiser heeft een goed verdedigbare zaak tegen de gedaagde.
  • Er zijn gronden om aan te nemen dat de gedaagde activa binnen de jurisdictie van het gerecht heeft.
  • Er bestaat een reëel risico dat de gedaagde zodanig met de activa zal omgaan dat een vonnis niet ten uitvoer kan worden gelegd (bv. door de activa van de hand te doen of door ze buiten de jurisdictie van het gerecht te brengen).

Het gerecht zal vooral voorzichtig zijn met het toestaan van een conservatoir beslag ter ondersteuning van een proces in het buitenland, met name wanneer dit beslag een door het buitenlandse gerecht waar de bodemprocedure plaatsvindt, opgelegd conservatoir beslag overlapt of hiermee in strijd is, of wanneer het buitenlandse gerecht een conservatoir beslag heeft afgewezen.

Het gerecht zal geen wereldwijd conservatoir beslag toestaan indien de gedaagde voldoende activa binnen de jurisdictie van het gerecht heeft, en ook moet het nagaan of een wereldwijd beslag ten uitvoer kan worden gelegd in de landen waar de tegenpartij activa bezit.

Norwich Pharmacal-bevel

Dit bevel, waarin een gedaagde wordt opgedragen bepaalde documenten of informatie aan de eiser bekend te maken, is ontstaan in de jurisprudentie. Dit lijkt op precontentieuze bekendmaking of bekendmaking aan derde partijen, maar is breder van opzet omdat het naast documenten ook om informatie gaat. Deze bevelen kunnen op elk moment tijdens het proces worden uitgevaardigd of zelfs na het arrest worden toegepast. Naast de algemene billijke beginselen moet er sprake zijn van een onrecht en van een overtreder die, als zijn identiteit bekend wordt, door de verzoekende partij voor de rechter zal worden gedaagd. Het bevel is nodig om recht te kunnen halen; dit kan niet op een andere manier worden bereikt. De verweerder is ofwel de overtreder, ofwel met hem verbonden of gelieerd en heeft informatie over de overtreder. Deze bevelen kunnen voor het High Court worden gevorderd en zijn internationaal van toepassing; de inhoud van de bekendmaking kan zonder toestemming van de rechter worden gebruikt in een buitenlands proces, waarmee wordt afgeweken van de algemene beginselen van behoorlijke procesvoering.

Procesverbod bij rechterlijk bevel

Dit is een rechterlijk bevel dat de verweerder verbiedt een proces te voeren in het buitenland. Naast de algemene beginselen van billijke schadeloosstelling zijn er nog andere criteria. Het procesverbod moet met name in het justitieel belang zijn, over het algemeen omdat het vexatoir is en in strijd zou zijn met een contractuele bepaling, zoals schending van een bepaling van exclusieve bevoegdheid om gebruik te maken van de rechtbanken van Engeland en Wales. Bovendien moet het proces worden gevoerd voor een rechtbank die buiten de verordening Brussel I valt. Als de rechtbank een einde zou maken aan de procesvoering voor deze rechtbanken, zou het beginsel van wederzijds vertrouwen tussen rechtssystemen worden ondermijnd. Voor particuliere arbitragezaken – waarbij deze vrees niet bestaat – wordt een uitzondering op deze regel gemaakt.

Voorlopige betalingen

Het gerecht mag de gedaagde alleen dan een voorlopige betaling opleggen als deze heeft toegegeven dat hij de eiser geld schuldig is, als er al een uitspraak ten gunste van de eiser is maar het desbetreffende bedrag later zal worden vastgesteld, of als het gerecht ervan overtuigd is dat de eiser bij het proces een aanzienlijk geldbedrag zal krijgen (of bij een vordering over grondbezit een betaling voor het gebruik van de grond door de gedaagde). Wanneer het in een zaak om letselschade gaat, kan alleen een betaling worden opgelegd wanneer de aansprakelijkheid van de gedaagde wordt overgenomen door een verzekeraar of indien de gedaagde een overheidsinstantie is.

Zekerheid voor de kosten

De meest voorkomende gevallen waarin het gerecht de eiser kan opdragen zekerheid te stellen zijn:

  • De eiser woont buiten de Europese Unie en het Europese Vrijhandelsgebied (IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland) en het is moeilijk de kosten in het land van vestiging van de eiser te innen.
  • De eiser is een onderneming of een andere rechtspersoon en er bestaat reden om aan te nemen dat deze niet in staat is de kosten van de gedaagde te betalen indien hij daartoe veroordeeld wordt. (Bij zijn beslissing zekerheid te verlangen zal het gerecht in aanmerking nemen of het gebrek aan geld of middelen van de eiser door het gedrag van de gedaagde is veroorzaakt.)
  • De eiser is verhuisd om de gevolgen van het geschil te ontlopen of heeft in het exploot van dagvaarding zijn adres niet correct aangegeven.
  • De eiser heeft ten aanzien van zijn activa stappen ondernomen waardoor het moeilijk zal zijn de kosten op hem te verhalen.

Het gerecht zal alleen zekerheid verlangen indien het ervan overtuigd is dat dit in alle omstandigheden de juiste beslissing is. Het overweegt hierbij of het verzoek terzake wordt gebruikt om een reële vordering de kop in te drukken en of de vordering een redelijke kans van slagen heeft.

Het gerecht kan ook een zekerheid verlangen van:

  • een derde partij die de vordering financiert in ruil voor een aandeel in de opbrengst van het proces of die het recht tot indiening van de vordering aan de eiser heeft overgedragen ter vermijding van het risico de kosten te moeten dragen;
  • een procespartij die zonder goede grond de regels van het gerecht niet in acht heeft genomen.

[3] Dit is een destillatie en verfijning van de American Cyanamid-beginselen.

3 Het doel en de aard van dergelijke maatregelen

3.1 Welke goederen kunnen het voorwerp uitmaken van dergelijke maatregelen?

Voorlopige voorziening

Een voorlopige voorziening kan een partij ertoe verplichten ten aanzien van bepaalde activa iets te doen of na te laten.

Huiszoekingsbevel

Ingeval van een huiszoekingsbevel moet de gedaagde degenen die dit bevel ten uitvoer moeten leggen, de toegang tot zijn pand toestaan, maar dit betekent niet dat de verzoeker zich toegang mag verschaffen. In het huiszoekingsbevel moet worden gespecificeerd welk pand mag worden doorzocht en welke goederen daarbij mogen worden geïnspecteerd, gekopieerd en verwijderd. Het huiszoekingsbevel mag alleen betrekking hebben op bewijs dat in het proces van belang kan zijn of op eigendom waarop het proces betrekking heeft of waarover in het proces vragen kunnen rijzen.

In het standaardformulier voor een huiszoekingsbevel staat dat de gedaagde alle goederen moet overhandigen die in het bevel worden genoemd. Wanneer belangrijk bewijsmateriaal op een computer kan staan, moet toegang worden verleend tot alle computers in het pand, zodat ze kunnen worden onderzocht, en moeten van alle aangetroffen belangrijke documenten kopieën worden gegeven.

Conservatoir beslag

Het gerecht mag een conservatoir beslag leggen op de eigendommen van de gedaagde, wat betekent dat de gedaagde zijn activa binnen het rechtsgebied niet tot onder een bepaalde waarde mag verminderen, of het beslag beperken tot bepaalde activa. De gedaagde mag nog wel bepaalde bedragen besteden aan levensonderhoud, juridisch advies en juridische vertegenwoordiging, terwijl ook kan worden toegestaan dat hij binnen de normale bedrijfsuitoefening met de activa handelt.

Het standaardformulier voor een conservatoir beslag betreft een beslag tot een maximumbedrag. Hierin wordt vermeld dat het beslag betrekking heeft op alle activa van de gedaagde, en wel op alle activa waarover hij zelf kan beschikken, met inbegrip van activa die in handen zijn van een derde, die er overeenkomstig de aanwijzingen van de gedaagde mee handelt.

Een algeheel beslag of een beslag op een maximumbedrag heeft betrekking op alle roerende en onroerende goederen, voertuigen, contanten en aandelen. Het beslag strekt zich ook uit tot activa die na het vonnis zijn verworven. Het kan betrekking hebben op specifieke eigendommen, zakelijke activa en bankrekeningen, maar niet op een gemeenschappelijke bankrekening tenzij dit specifiek in de beschikking is vermeld.

3.2 Wat zijn de gevolgen van dergelijke maatregelen?

De verweerder wordt gewaarschuwd dat wie een voorlopige voorziening naast zich neerlegt, zich schuldig maakt aan minachting van het gerecht (contempt of court). Hiervoor kan de betrokkene een gevangenisstraf of een boete krijgen en ook kunnen zijn activa in beslag worden genomen.

Wanneer een derde het mogelijk maakt dat de gedaagde zich in strijd met een conservatoir beslag van zijn activa ontdoet, hoeft er geen sprake te zijn van minachting van het gerecht. Wanneer deze derde evenwel van het beslag in kennis is gesteld en de gedaagde vervolgens bewust helpt zich van zijn activa te ontdoen, maakt hij zich wel schuldig aan minachting voor het gerecht. Degene die een conservatoir beslag verlangt, moet daarom aan derden, zoals de banken, accountants en advocaten van de gedaagde, kopieën van de beschikking verstrekken. (In het standaardformulier wordt ervan uitgegaan dat dit wordt gedaan en worden derden voor de mogelijke straffen gewaarschuwd. Het formulier bevat ook de belofte van de verzoeker dat hij de redelijke kosten die derden moeten maken om aan het bevel te voldoen, zal vergoeden en dat hij hen schadeloos zal stellen voor vorderingen in verband hiermee.) Ook wanneer banken en andere derden van de beschikking in kennis zijn gesteld, mogen ze nog steeds zekerheids- en compensatierechten uitoefenen die vóór het conservatoir beslag tot stand zijn gekomen.

Een conservatoir beslag geeft de eiser geen eigendomsrechten op de activa onder het beslag. Het enige rechtsmiddel dat de eiser in het algemeen heeft, is het recht een procedure wegens minachting voor het gerecht te starten. Een overeenkomst die in strijd met een voorziening gesloten is, is onwettig, zodat de partij die weet dat zij in strijd met de beschikking handelt, geen nakoming van de overeenkomst kan afdwingen. Bovendien kan het gerecht soms een tweede voorziening treffen om de gedaagde te verbieden een overeenkomst met een derde te sluiten. Toch kan de eigendom nog steeds worden overgedragen met een onrechtmatige overeenkomst, en wanneer deze eenmaal ten uitvoer is gelegd, is het gewoonlijk onmogelijk de overgedragen activa terug te krijgen.

3.3 Is de geldigheid van de maatregelen beperkt in de tijd?

Wanneer in aanwezigheid van de partijen een voorlopige voorziening is getroffen, kan in de desbetreffende beschikking zijn bepaald dat deze van kracht is tot het procesbegin, tot het vonnis of een nadere beschikking van het gerecht of tot een bepaalde datum. (Wanneer een voorziening van kracht is tot een nadere beschikking, vervalt de voorziening niet wanneer het gerecht zijn vonnis uitspreekt, maar pas wanneer het een instructie geeft waarmee de voorziening uitdrukkelijk of impliciet ongedaan wordt gemaakt.)

Wanneer een voorlopige voorziening getroffen is zonder dat dit aan de tegenpartij bekend is gemaakt, zal deze gewoonlijk slechts korte tijd, zelden langer dan zeven dagen, van kracht zijn, waarna er opnieuw een rechterlijke beschikking nodig is om een verlenging te bewerkstelligen. Wanneer het gerecht een voorziening treft zonder kennisgeving, stelt het gewoonlijk een datum vast voor een nieuwe hoorzitting (“terugkeerdatum”), die de tegenpartij dan kan bijwonen zodat hij de verlenging van de beschikking kan aanvechten. Op het standaardformulier voor een conservatoir beslag staat dat dit van toepassing is tot de “terugkeerdatum” of totdat een nieuwe beschikking wordt gegeven.

4 Rechtsmiddelen tegen de maatregelen

De gedaagde of iedere derde die direct betrokken is bij een voorlopige voorziening, kan het gerecht te allen tijde verzoeken de beschikking te wijzigen of nietig te verklaren (hoewel een verzoek in verband met een huiszoekingsbevel dat al ten uitvoer is gelegd, gewoonlijk moet wachten tot het eigenlijke proces). Voor het aanvechten van een beschikking zonder betekening hoeft de terugkeerdatum niet te worden afgewacht. De gedaagde moet zijn verzoek vooraf betekenen aan de advocaten van de eiser. Het verzoek geschiedt gewoonlijk bij het gerecht dat de beschikking heeft gegeven en wordt vaak behandeld door dezelfde rechter.

De gedaagde kan zich voor zijn verzoek om de beschikking te wijzigen of in te trekken op een van de volgende redenen beroepen: het niet voldoen aan een van de voorwaarden van de beschikking, een materiële wijziging in de omstandigheden waardoor de beschikking niet langer gerechtvaardigd is, de bezwaarlijkheid van de beschikking, een onredelijke inbreuk op de rechten van onschuldige derden en traagheid van de eiser bij de indiening van zijn vordering. Wanneer de voorziening werd getroffen zonder dat deze aan de gedaagde werd bekendgemaakt, kunnen ook het feit dat de beschikking werd verkregen door belangrijke feiten te verzwijgen en onvoldoende bewijs om zonder kennisgeving een voorlopige maatregel te nemen, grond zijn om de beschikking te wijzigen of in te trekken.

Indien het gerecht de beschikking intrekt, kan de gedaagde een beroep doen op de garantie van de eiser en schadevergoeding eisen. Het gerecht zal opdragen de schade te onderzoeken teneinde de verliezen van de gedaagde vast te stellen, maar dit kan worden uitgesteld tot het proces of daarna.

Ook is het gerecht bevoegd beschikkingen betreffende voorlopige betalingen of een zekerheidstelling voor de kosten op te heffen of te wijzigen, en kan het opdragen al het geld of een deel daarvan terug te betalen.

Links

Ministerie van Justitie

Laatste update: 30/09/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.