Vermogen veiligstellen bij een vordering in EU-landen

Portugal
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 De verschillende soorten maatregelen

Voorlopige en conservatoire maatregelen zijn bedoeld om in bepaalde juridische situaties bescherming te bieden, bijvoorbeeld: a) voorlopige maatregelen in het kader van de wettelijke regeling voor begeleide volwassenen als vastgesteld in Wet nr. 49/2018 van 14 augustus 2018; b) voorlopige bewindvoering over het vermogen van iemand die afwezig is (artikel 1021 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering); c) aanstelling van een bewindvoerder ad litem (artikel 17 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering); d) maatregelen die nodig zijn voor het beschermen van goederen die deel uitmaken van een onbeheerde nalatenschap (artikel 938 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Het doel van beschermende maatregelen (zoals bijvoorbeeld vermeld in de artikelen 362 e.v. van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering) is het risico op een niet-tijdige beslissing wegnemen en zeker stellen dat de eindbeslissing ten uitvoer zal kunnen worden gelegd (zie artikel 2 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Beschermende maatregelen hebben tot doel de praktische resultaten van de procedure zeker te stellen, ernstige schade te voorkomen of te anticiperen op het verwezenlijken van het recht, en daarmee een zo goed mogelijk evenwicht te vinden tussen de belangen van snelheid en rechtszekerheid.

Het Portugese wetboek van burgerlijke rechtsvordering voorziet in twee soorten beschermende maatregelen:

a) gewone beschermende maatregelen (artikelen 362 tot en met 376 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);

b) gespecificeerde beschermende maatregelen (artikelen 377 tot en met 409 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Bijvoorbeeld:

a) voorlopig herstel van eigendom (artikel 377 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);

b) opschorting van beslissingen van ondernemingen (artikel 380 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);

c) voorlopige onderhoudsbijdrage (artikel 384 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);

a) voorlopige schadeloosstelling (artikel 388 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);

e) beslaglegging (artikel 391 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);

f) verbod op nieuwe werkzaamheden (artikel 397 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);

g) het in bewaring nemen van zaken (artikel 403 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

2 De voorwaarden om maatregelen te kunnen treffen

Iemand die aantoont dat er sprake is van terechte vrees dat een ander zijn of haar rechten ernstig en onherstelbaar kan schaden, kan verzoeken om de passende conservatoire of anticiperende maatregel om het bedreigde recht zeker te stellen (artikel 362, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Het subsidiaire gebruik van gewone beschermende maatregelen is ook afhankelijk van het ontbreken van een gespecificeerde beschermende maatregel die passend is voor de betrokken situatie (artikel 362, lid 3, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Zo gelden de volgende wettelijke vereisten voor de niet-gespecificeerde preventieve maatregelen als bedoeld in artikel 362 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering:

a) het duidelijke bestaan van een recht;

b) de gegronde vrees dat een ander iemands recht ernstig en onherstelbaar kan beschadigen (periculum in mora);

c) de praktische geschiktheid van de conservatoire of anticiperende maatregel om de doeltreffendheid van het bedreigde recht zeker te stellen;

d) de maatregel waarom wordt verzocht mag niet het voorwerp uitmaken van andere beschermingsprocedures.

Om maatregelen te kunnen gelasten, moet er summier bewijs zijn van de ernstige waarschijnlijkheid dat het aangevoerde recht een reëel recht is en van de gerechtvaardigde vrees dat de tijd die nog nodig is om tot een definitieve uitspraak over het geschil te komen, tot onherstelbare of moeilijk herstelbare schade kan leiden. De rechter moet geneigd zijn te geloven dat het hoofdgeding gunstig zal uitvallen voor de verzoeker, aangezien beschermende maatregelen duidelijk tot inmenging in de rechtssfeer van de verweerder zullen leiden (artikel 368, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

2.1 De procedure

Met uitzondering van het verbod op nieuwe werkzaamheden, waarvoor het mogelijk is eerst buitengerechtelijke maatregelen te treffen, gevolgd door een verzoekschrift tot bekrachtiging door het gerecht (artikel 397, leden 2 en 3, van het wetboek van strafvordering), zijn alle andere beschermende maatregelen gebaseerd op een inleidend verzoekschrift bij het gerecht waarin de verzoeker summier bewijs aandraagt van het bedreigde recht en de vrees van schade rechtvaardigt. In het kader van dit verzoek wordt een lijst verstrekt van getuigen en wordt om ander bewijs verzocht, met een maximum van vijf getuigen, conform artikel 365 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

Wat de territoriale bevoegdheid betreft, wordt in artikel 78 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering bepaald dat:

a) verzoekschriften tot beslaglegging en het in bewaring nemen van goederen kunnen worden ingediend bij het gerecht waar de verwante procedures moeten worden ingeleid, of bij het gerecht van de plaats waar de activa zich bevinden, of, indien er zich in meerdere districten activa bevinden, in één van die districten (artikel 78, lid 1, punt a), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);

b) de bevoegdheid voor een verbod op nieuwe werkzaamheden bij het gerecht berust dat bevoegd is voor de plaats waar de werkzaamheden moeten worden verricht (artikel 78, lid 1, punt b), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);

c) wat de andere beschermende maatregelen betreft, het gerecht bevoegd is waar het verwante geding moet worden ingeleid (artikel 78, lid 1, punt c), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Vertegenwoordiging door een advocaat is verplicht indien de waarde van de maatregel hoger is dan 5 000,00 EUR of als er beroep kan worden aangetekend, conform de artikelen 58 en 1090 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering juncto artikel 44, lid 1, van de wet op de rechterlijke organisatie (Lei da Organização do Sistema Judiciário).

2.2 De basisvereisten

Bij het beoordelen van de criteria voor het bevelen van een beschermende maatregel moet het gerecht altijd onderzoeken of de aangevoerde vrees gegrond is, hoe ernstig de mogelijke schending van het betrokken recht is en hoe moeilijk dit te herstellen zal zijn. Ook beoordeelt het gerecht of de conservatoire of anticiperende maatregel passend is in de specifieke zaak, wat betreft het veiligstellen van het vermeend bedreigde recht. Het gerecht moet vaststellen dat verder uitstel een risico met zich zou meebrengen.

Ook onderzoekt het gerecht of de procedure daadwerkelijk of mogelijk afhangt van een ingestelde of in te stellen nieuwe procedure op basis van het te beschermen recht.

In deze vorm van procedure moet voor het gerecht summier (d.w.z. minder nauwgezet dan in de hoofdprocedure) worden aangetoond dat het echt aannemelijk is dat het te beschermen recht bestaat en moet de vrees dat dit recht wordt geschaad voldoende wordt gerechtvaardigd.

Alle beschermende maatregelen worden als urgent beschouwd en gaan voor op andere, niet‑urgente rechtshandelingen (artikel 363, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Hierover moet in eerste aanleg binnen maximaal twee maanden worden beslist of, indien de verweerder niet hoeft te worden gedagvaard, binnen vijftien dagen (artikel 363, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

3 Het doel en de aard van dergelijke maatregelen

3.1 Welke goederen kunnen het voorwerp uitmaken van dergelijke maatregelen?

Rechten en onroerende en roerende zaken die niet geheel of gedeeltelijk bij wet zijn uitgesloten, kunnen het voorwerp zijn van beschermende maatregelen.

3.2 Wat zijn de gevolgen van dergelijke maatregelen?

Aangezien beschermende maatregelen door de gerechten worden gelast, zijn zij bindend voor alle publieke en particuliere entiteiten en hebben zij voorrang op door een andere instantie vastgestelde maatregelen (artikel 205, lid 2, van de grondwet van de Portugese Republiek). Eenieder die de vastgestelde beschermende maatregel schendt, krijgt de sanctie opgelegd voor gekwalificeerde niet-naleving, onverminderd de maatregelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging ervan (artikel 375 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

3.3 Is de geldigheid van de maatregelen beperkt in de tijd?

Ongeacht of de verzoeker wordt ontslagen van de verplichting tot het inleiden van het hoofdgeding, wordt in artikel 373 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering bepaald dat de bewaringsprocedure wordt beëindigd en dat de beschermende maatregel, wanneer deze is uitgevaardigd, vervalt:

a) indien de verzoeker de procedure waarvan de maatregel afhankelijk is niet inleidt binnen dertig dagen na de datum waarop aan de verzoeker kennisgeving is gedaan van het feit dat de beslissing waarin de maatregel werd gelast kracht van gewijsde heeft gekregen (artikel 373, lid 1, punt a), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);

b) indien, nadat de procedure is ingeleid, de procedure langer dan dertig dagen wordt gestaakt als gevolg van nalatigheid vanwege de verzoeker (artikel 373, lid 1, punt b), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);

c) indien de procedure bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing niet ontvankelijk wordt verklaard (artikel 373, lid 1, punt c), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);

d) indien de verweerder in het gelijk wordt gesteld en de verzoeker niet tijdig een nieuwe procedure heeft ingeleid waarmee hij of zij de gevolgen van de eerdere procedure kan benutten (artikel 373, lid 1, punt d), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);

e) indien het recht dat de verzoeker wil beschermen, is vervallen (artikel 373, lid 1, punt e), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

4 Rechtsmiddelen tegen de maatregelen

Ja. Er kan een gewone beroepsprocedure worden ingesteld indien de waarde van de gelaste maatregelen de grens voor de bevoegdheid van het desbetreffende gerecht overschrijdt en indien de aangevochten beslissing voor meer dan de helft van dit bedrag nadelig is voor de partij die het beroep instelt (artikel 629, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Er kan ook altijd een beroep worden ingesteld tegen beslissingen over de waarde van beschermende maatregelen op grond van het feit dat de waarde de grens voor de bevoegdheid van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft genomen, overschrijdt (artikel 629, lid 3, punt b), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering) en tegen beslissingen tot voorlopige afwijzing van het oorspronkelijke verzoek om beschermende maatregelen (artikel 629, lid 3, punt c), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Tegen beslissingen tot omkering van de verantwoordelijkheid voor de inleiding van het geding kan alleen beroep worden ingesteld in combinatie met een beroep tegen een beslissing over de gevraagde maatregel; beslissingen tot afwijzing van de omkering hebben kracht van gewijsde (artikel 370, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Er kan geen beroep bij het hooggerechtshof (Supremo Tribunal de Justiça) worden ingesteld tegen beslissingen waarin beschermende maatregelen worden gelast, waaronder beslissingen houdende omkering van de verantwoordelijkheid voor de inleiding van het geding; zulks onverminderd de gevallen waarin er altijd beroep mogelijk is (artikel 370, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Een beslissing kan worden aangevochten door:

  • een partij in de procedure die in het ongelijk wordt gesteld (artikel 631, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering);
  • eenieder die geen partij is in de procedure maar die als gevolg daarvan een direct en reëel verlies lijdt (artikel 631, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Het voor het beroep bevoegde gerecht is een gerecht van tweede aanleg in het district waar het gerecht is gevestigd dat de aangevochten beslissing heeft gegeven.

De termijn voor het instellen van beroep is vijftien dagen gerekend vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing (artikel 638, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Indien het beroep ook het opnieuw beoordelen van geregistreerd bewijs betreft, wordt de termijn met tien dagen verlengd (artikel 638, lid 7, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Een beroep dat wordt ingesteld tegen een beslissing waarbij de maatregel geheel wordt afgewezen of waarbij de maatregel niet wordt gelast, heeft schorsende werking (artikel 647, lid 3, punt d), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). In andere gevallen heeft het een zuiver devolutieve werking.

Toepasselijke wetgeving

Wet nr. 41/2013 van 26 juni 2013 – Wetboek van burgerlijke rechtsvordering

Wet nr. 62/2013 van 26 augustus 2013 - Wet op de rechterlijke organisatie

Gerelateerde links

Nadere informatie is te vinden op de volgende websites:

Justitieportaal (Portal da Justiça)

Directoraat-generaal voor justitieel beleid (Direcção-Geral da Política de Justiça)

Portaal Citius (Portal CITIUS)

Database van juridische documenten (Bases Jurídico-Documentais)

Portugees staatsblad (Diário da República)

Opmerking:

Het contactpunt van EJN-civiel, de rechtbanken of andere entiteiten en instanties zijn niet gebonden door de in dit informatieblad opgenomen gegevens. Hoewel dit informatieblad regelmatig worden bijgewerkt, blijft het nodig om de geldende wetgeving te raadplegen en is de interpretatie hiervan in de jurisprudentie aan wijzigingen onderhevig.

Laatste update: 01/08/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.