Informatie zoeken per regio
- Belgiëbe
- Bulgarijebg
- Tsjechiëcz
- Denemarkendk
- Duitslandde
- Estlandee
- Ierlandie
- Griekenlandel
- Spanjees
- Frankrijkfr
- Kroatiëhr
- Italiëit
- Cypruscy
- Letlandlv
- Litouwenlt
- Luxemburglu
- Hongarijehu
- Maltamt
- Nederlandnl
- Oostenrijkat
- Polenpl
- Portugalpt
- Roemeniëro
- Sloveniësi
- Slowakijesk
- Finlandfi
- Zwedense
- Verenigd Koninkrijkuk
1 De verschillende soorten maatregelen
Het nationale Slowaakse recht kent de begrippen spoedeisende voorlopige maatregel, conservatoire maatregel en bewaring van bewijselementen. Deze maatregelen vallen onder de bepalingen van artikel 324 e.v. van wet nr. 160/2015 inzake contentieuze procedures in burgerrechtelijke zaken, en wat betreft specifieke procedures onder de bepalingen van artikel 360 e.v. van wet nr. 161/2015 inzake niet-contentieuze procedures in burgerrechtelijke zaken.
Door een conservatoire maatregel te bevelen, kan de rechter een zekerheidsrecht op de goederen, rechten of andere activa van de schuldenaar vastleggen, waarmee de geldelijke vordering van de schuldeiser wordt gewaarborgd wanneer het gevaar bestaat dat de tenuitvoerlegging niet kan doorgaan.
De rechter beveelt tot een spoedeisende voorlopige maatregel wanneer een situatie onverwijld moet worden opgelost, wanneer het gevaar bestaat dat de tenuitvoerlegging niet kan doorgaan of wanneer het beoogde doel niet met een conservatoire maatregel kan worden bereikt. Een dergelijke beslissing biedt ook een garantie voor de doeltreffendheid van de gedwongen tenuitvoerlegging van de aanstaande gerechtelijke beslissing.
In het kader van de bewaring van bewijselementen kan bewijs vóór het begin van de procedure worden bewaard (in welke vorm dan ook: of het nu afkomstig is van een getuige, een deskundige e.d.), en wel enkel op verzoek, en niet op initiatief van de rechter. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat degene die een dergelijk verzoek mag indienen, degene is die het verzoek tot inleiding van de procedure mocht indienen waarin de resultaten van de bewaring van de bewijselementen zouden kunnen worden gebruikt.
2 De voorwaarden om maatregelen te kunnen treffen
2.1 De procedure
De districtsrechtbank is bevoegd voor de behandeling ten gronde en voor het bevelen van een spoedeisende voorlopige maatregel of een conservatoire maatregel.
De rechter geeft op verzoek bevel tot een spoedeisende voorlopige maatregel of een conservatoire maatregel. Er hoeft geen verzoek te worden ingediend wanneer het gaat om een spoedeisende voorlopige maatregel of een conservatoire maatregel die wordt aangenomen in het kader van een procedure die ambtshalve door de rechter kan worden ingesteld.
Wettelijk is het niet verplicht om zich door een advocaat te laten bijstaan.
In de specifieke wet is vastgelegd dat er gerechtelijke kosten van 33 EUR in rekening worden gebracht voor verzoeken die moeten leiden tot de aanneming of nietigverklaring van een maatregel.
Voor de bewaring van bewijselementen worden geen kosten in rekening gebracht. Kosten voor bewijsgaring die niet door een voorschot worden gedekt, worden gedragen door de staat. De rechtbank kan de partij bij de procedure die niet voldoet aan de desbetreffende vrijstellingsvoorwaarden, wel de betaling van een voorschot voor de kosten voor bewijsgaring opleggen. Dit laat de mogelijkheid van latere terugbetaling echter onverlet.
Wettelijk is het evenmin verplicht om zich door een advocaat te laten bijstaan.
Een bewijselement kan worden bewaard in het kader van een contentieuze of een niet‑contentieuze procedures.
2.2 De basisvereisten
De rechter kan vóór het begin van de procedure, tijdens de procedure en na afloop ervan bevel geven tot een spoedeisende voorlopige maatregel. Voor conservatoire maatregelen wordt het zekerheidsrecht vastgelegd door aanneming van het bevel waarin de conservatoire maatregel wordt ingesteld.
Vóór het begin van de procedure, tijdens de procedure en na afloop ervan kan een bewijselement op verzoek worden bewaard wanneer het gevaar bestaat dat het op een later tijdstip niet mogelijk of zeer problematisch zal zijn om bewijs te vergaren. Voor bewaring van een bewijselement is het gerecht bevoegd dat kennis moet nemen van de zaak ten gronde of het gerecht in het rechtsgebied waar het bewijselement zich bevindt dat in gevaar is. Naast de algemene bepalingen gelden voor contentieuze procedures in burgerrechtelijke zaken specifieke bepalingen inzake de bewaring van bewijselementen die betrekking hebben op intellectuele eigendom.
3 Het doel en de aard van dergelijke maatregelen
3.1 Welke goederen kunnen het voorwerp uitmaken van dergelijke maatregelen?
Met een spoedeisende voorlopige maatregel kan een gerecht een partij bij de procedure in het bijzonder bevelen tot het volgende:
a. voor zover noodzakelijk, betaling van een alimentatiebedrag,
b. de zorg voor het kind aan de andere ouder of aan de door de rechter aangewezen persoon toevertrouwen,
c. betaling van ten minste een deel van de beloning als het gaat om de duur van de arbeidsrelatie en als de indiener om ernstige redenen is gestopt met werken,
d. storting van een geldbedrag aan of depot van een goed bij de rechtbank,
e. ontheffing van de beschikking over bepaalde goederen of rechten,
f. het verrichten van een bepaalde handeling, het nalaten van een bepaalde handeling of tolereren van een bepaalde handeling/gebeurtenis,
g. tijdelijk wegblijven uit een woning waar een naaste woont of een persoon die door de desbetreffende partij wordt verzorgd, opgevangen of opgevoed, wanneer er sterke vermoedens bestaan dat de partij geweld jegens deze persoon heeft gebruikt,
h. onthouding van elke handeling waarmee intellectuele-eigendomsrechten worden geschonden of in gevaar komen.
3.2 Wat zijn de gevolgen van dergelijke maatregelen?
De soorten spoedeisende voorlopige maatregelen worden aan de hand van voorbeelden omschreven. Dit houdt in dat de rechter ook andere spoedeisende voorlopige maatregelen kan bevelen.
Een spoedeisende voorlopige maatregel of een conservatoire maatregel inzake de niet‑beschikking over goederen of rechten bestaat uit een verbod op de beschikking over bepaalde goederen of rechten, bijvoorbeeld omdat het gevaar bestaat dat de verweerder zich zou ontdoen van deze goederen of rechten (door ze over te dragen aan een andere persoon, te vernietigen, te beschadigen e.d.).
De rechter kan een spoedeisende voorlopige maatregel of een conservatoire maatregel gelasten zonder de partijen te horen. De partijen worden vóór de aanneming van het bevel dus niet noodzakelijkerwijs door de rechter gehoord. De reden hiervoor is dat het doel van de spoedeisende voorlopige maatregel of de conservatoire maatregel door een hoorzitting mogelijk teniet wordt gedaan en dat er met dit optreden van de rechter in principe geen bewijzen worden verkregen. Niettemin kan de rechter het bevel geven de partijen te horen: in dat geval moet hij alle procedureregels inzake bewijsverkrijging in acht nemen. Wanneer het bij de bewijsgaring uitsluitend gaat om documenten, vindt er geen openbare hoorzitting plaats, maar beslist de rechter zonder interactie met de partijen.
Een spoedeisende voorlopige maatregel is direct na kennisgeving uitvoerbaar, behalve wanneer in speciale wetgeving anders is bepaald.
3.3 Is de geldigheid van de maatregelen beperkt in de tijd?
Een spoedeisende voorlopige maatregel of een conservatoire maatregel komt in de volgende gevallen te vervallen:
a. de in het bevel vastgestelde periode is verstreken;
b. de maatregel is bevolen na de indiening van het verzoek ten gronde en het gerecht van eerste aanleg of het hof van beroep heeft dit verzoek afgewezen of de procedure opgeschort;
c. de rechter had in zijn beslissing een termijn vastgesteld voor de indiening van het verzoek ten gronde en er is binnen deze termijn is geen dergelijk verzoek ingediend;
d. de rechtbank heeft het verzoek ten gronde toegewezen;
e. gelet op de stand van de tenuitvoerlegging is de maatregel niet meer noodzakelijk.
4 Rechtsmiddelen tegen de maatregelen
Er kan beroep worden ingesteld tegen een bevel waarbij een spoedeisende voorlopige maatregel of een conservatoire maatregel wordt opgelegd. Het bevoegde gerecht dat dergelijke beroepen behandelt, is het hof van beroep (dus het gerecht van tweede aanleg) waaraan het gerecht van eerste aanleg dat de spoedeisende voorlopige maatregel of de conservatoire maatregel heeft bevolen, ondergeschikt is.
Het beroep moet binnen 15 dagen na de datum van kennisgeving van de bestreden beslissing worden ingesteld bij het gerecht dat die beslissing heeft gegeven. Het beroep heeft geen schorsende werking.
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.