

Informatie zoeken per regio
In het Groothertogdom Luxemburg is de gewone rechtbank in burgerlijke en handelszaken de arrondissementsrechtbank (Tribunal d'arrondissement). Er zijn twee arrondissementen, Luxemburg en Diekirch.
De arrondissementsrechtbank neemt kennis van alle burgerlijke en handelszaken, tenzij krachtens de wet een andere rechtbank bevoegd is.
Anders dan in andere landen zijn er in het Groothertogdom Luxemburg geen specifieke handelsrechtbanken; de handelszaken worden behandeld door gespecialiseerde kamers van de arrondissementsrechtbank. Voor zulke zaken geldt er echter wel een vereenvoudigde procedure.
De gespecialiseerde rechtbanken zijn vooral bevoegd voor:
De vrederechters nemen kennis van burgerlijke en handelszaken, als de waarde van de vordering (exclusief rente en kosten) niet hoger is dan 15 000 EUR. Voor vorderingen van meer dan 15 000 EUR is de arrondissementsrechtbank bevoegd.
De arrondissementsrechtbank is hoe dan ook bevoegd voor alle rechtsvorderingen die niet in geld kunnen worden uitgedrukt (bv. in familiezaken).
In principe is de rechtbank van de woonplaats van de verweerder bevoegd. Deze regel is ingegeven door de wens de verweerder te beschermen, omdat deze zich wellicht gemakkelijker zal kunnen verdedigen voor de rechtbank die het dichtst bij zijn woonplaats is gelegen.
Is de verweerder een natuurlijke persoon, dan is de rechtbank van zijn woon- of verblijfplaats bevoegd.
Wanneer een burgerlijke of handelsvennootschap verweerster is, kan zij niet alleen voor de rechtbank van de plaats van haar hoofdkantoor worden gedaagd, maar ook voor de rechtbank van de plaats waar zij een filiaal of agentschap heeft, mits zij in beide gevallen een vertegenwoordiger heeft die gemachtigd is om met derden te onderhandelen en het geschil verband houdt met de activiteiten van dit filiaal of agentschap.
1. verzoeken tot goedkeuring van huwelijken van minderjarigen, verzoeken tot nietigverklaring van huwelijken, verzoeken om het uitstel van een huwelijk ongedaan te maken of te verlengen, verzoeken in verband met bezwaren tegen een huwelijk (de zogenaamde stuiting van het huwelijk) en verzoeken om zulke bezwaren ongedaan te maken;
2. verzoeken in verband met huwelijkse voorwaarden en huwelijksvermogensregimes, en verzoeken tot scheiding van goederen;
3. verzoeken in verband met de rechten en plichten van echtgenoten en bijdragen in de kosten van het huwelijk of geregistreerd partnerschap;
4. beëindiging van geregistreerde partnerschappen;
5. alimentatieverzoeken;
6. verzoeken in verband met de uitoefening van het omgangsrecht, huisvesting en de bijdrage voor het levensonderhoud en de opvoeding van kinderen;
7. verzoeken in verband met de uitoefening van het ouderlijk gezag, met uitsluiting van verzoeken in verband met het intrekken van het ouderlijk gezag;
8. beslissingen over het wettelijk bewind over de eigendommen van minderjarigen en over de voogdij over minderjarigen;
9. verzoeken om te verbieden dat personen die op grond van artikel 1, lid 1, van de gewijzigde Wet van 8 september 2003 inzake huishoudelijk geweld (loi modifiée du 8 septembre 2003 sur la violence domestique) uit hun huis zijn verwijderd, naar huis mogen terugkeren, verzoeken om een dergelijk verbod op grond van artikel 1, lid 2, van dezelfde wet te verlengen, en beroep dat tegen zulke maatregelen wordt ingesteld;
de volgende arrondissementsrechtbank heeft territoriale bevoegdheid, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald:
1. de rechtbank van de plaats waar het gezin woont (echtelijke verblijfplaats);
2. als de ouders apart wonen, de rechtbank van de woonplaats van de ouder bij wie het minderjarige kind gewoonlijk verblijft, wanneer het ouderlijk gezag gezamenlijk wordt uitgeoefend, of de rechtbank van de woonplaats van de ouder die dit gezag alleen uitoefent;
3. in andere gevallen, de rechtbank van de verblijfplaats van de persoon die de procedure niet heeft aangespannen.
Bij gezamenlijke verzoeken kiezen de partijen de rechtbank van de plaats waar een van beide partijen woont.
Het is mogelijk dat het geschil uitsluitend gaat over partneralimentatie, de bijdrage voor het levensonderhoud en de opvoeding van kinderen, de bijdrage in de kosten van het huwelijk, of urgente en voorlopige maatregelen bij beëindiging van een geregistreerd partnerschap. In dat geval kan de bevoegdheid liggen bij de rechtbank van de woonplaats van de echtgenoot of voormalige partner die alimentatie ontvangt, of van de ouder die in eerste instantie belast is met de zorg voor de kinderen, zelfs wanneer deze volwassen zijn.
De territoriale bevoegdheid wordt bepaald aan de hand van de woonplaats op de datum dat het verzoek werd ingediend, of in echtscheidingszaken, de datum dat het oorspronkelijke verzoekschrift werd ingediend.
Het Luxemburgse recht erkent de geldigheid van een "forumkeuzebeding", waarbij de contractpartijen voor de behandeling van hun eventuele geschillen een bepaalde rechter aanwijzen.
Dergelijke forumkeuzebedingen zijn met name van belang bij geschillen tussen partijen die elk hun verblijfplaats in een ander land hebben. Met behulp van een zo'n beding kan immers vooraf worden bepaald aan welke rechter eventuele geschillen zullen worden voorgelegd. De geldigheid van zulke bedingen tussen de lidstaten van de Europese Unie wordt geregeld in Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012.
De partijen kunnen ook afspreken welke rechtbank bevoegd is in zuiver interne geschillen. In dat geval kunnen de partijen aan de vrederechter een geschil voorleggen waarvoor deze, gezien de waarde van de vordering of de regels inzake territoriale bevoegdheid, normaal gezien niet bevoegd zou zijn. De overeenkomst tussen de partijen kan uitdrukkelijk zijn of kan blijken uit het feit dat de verweerder ter terechtzitting verschijnt, en zijn zaak bepleit zonder eerst, vóór het voeren van verweer, een exceptie van onbevoegdheid op te werpen tegen de rechtbank die de zaak behandelt (een exceptie van onbevoegdheid opwerpen houdt in dat de verweerder een vordering instelt om de betrokken rechtbank onbevoegd te verklaren). De partijen kunnen echter niet zelf kiezen welke arrondissementsrechtbank hun zaak gaat behandelen, omdat de bevoegdheidsregels die op het bedrag van de vordering zijn gebaseerd, de openbare orde raken.
Een forumkeuzebeding is alleen geldig als beide partijen daar daadwerkelijk mee hebben ingestemd. Het bewijs van deze overeenkomst moet volgens de regels van het gemene recht worden overgelegd.
De vrijheid van de partijen om een rechtbank te kiezen is in bepaalde gevallen aan wettelijke beperkingen onderworpen. Zo bepaalt de Wet inzake consumentenbescherming (loi sur la protection juridique du consommateur) dat forumkeuzebedingen die tot doel hebben de consument het recht te ontzeggen zich tot de gewone rechter te wenden, nietig zijn.
De bij de Luxemburgse wet ingestelde gespecialiseerde rechtbanken (arbeidsrechtbank, vrederechter voor huurovereenkomsten, de administratieve rechtbank (Tribunal administratif) en de Arbitrageraad voor Sociale Zekerheid) nemen in eerste aanleg kennis van alle aan hen toegewezen zaken, ongeacht de hoogte van de vordering.
Zo is de vrederechter, die normaal gezien op grond van het gemene recht alleen bevoegd is wanneer de waarde van de vordering niet hoger is dan 15 000 EUR, niet aan dit grensbedrag gebonden, wanneer het gaat om huurovereenkomsten.
Territoriale bevoegdheid:
In principe is de rechtbank van de woonplaats van de verweerder bevoegd, maar voor de gespecialiseerde rechtbanken gelden er uitzonderingen.
Zo is doorgaans de arbeidsrechtbank van de plaats waar de arbeid wordt verricht, bevoegd en niet de arbeidsrechtbank van de woonplaats van een van de partijen. Evenzo moet een geschil over een huurovereenkomst worden voorgelegd aan de rechtbank van de plaats waar de verhuurde woning is gelegen.
De administratieve rechtbank en de Arbitrageraad voor Sociale Zekerheid zijn echter voor het gehele grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg bevoegd.
Aangezien de bevoegdheden van de gespecialiseerde rechtbanken toegewezen bevoegdheden zijn, kunnen de partijen in principe niet kiezen voor een andere rechtbank dan de door de wet aangewezen rechtbank.
Omdat het meestal gaat om bevoegdheden die de openbare orde raken (bv. op het gebied van het arbeidsrecht), moet de rechter zich ambtshalve onbevoegd verklaren, zelfs als de partijen geen exceptie van onbevoegdheid hebben opgeworpen. Zoals hierboven uitgelegd, wordt bij de vrederechter een uitzondering op dit beginsel gemaakt wanneer het bedrag van de vordering hoger is dan waarvoor deze rechter bevoegdheid is, en er uitdrukkelijke of stilzwijgende overeenstemming tussen de partijen bestaat. In dat geval kan de vrederechter zichzelf niet onbevoegd verklaren.
https://justice.public.lu/fr.html
De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.