Hof van Cassatie van Belgie
Arrest
Nr. C.15.0234.N L. M.,
eiser,
vertegenwoordigd door mr. Beatrix Vanlerberghe, advocaat bij het Hof van Cas-satie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei 187/302, waar de eiser woon-plaats kiest,
tegen P. B., verweerster.
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Het cassatieberoep is gericht tegen het vonnis in hoger beroep van de vrederechter te Tielt van 25 maart 2015.
II. Cassatiemiddelen
De eiser voert in zijn verzoekschrift dat aan dit arrest gehecht is, twee middelen aan.
III. Beslissing van het Hof
Beoordeling
Eerste middel
1. Krachtens artikel 1649quater, §1 van het Burgerlijk Wetboek is de verkoper jegens de consument aansprakelijk voor elk gebrek aan overeenstemming dat bestaat bij de levering van de goederen en dat zich manifesteert binnen een termijn van twee jaar vanaf de levering.
Artikel 1649quater, §4 bepaalt dat wanneer zich een gebrek aan overeenstemming binnen een termijn van zes maanden vanaf de levering van het goed amnifesteert, tot bewijs van het tegendeel het vermoeden geldt dat dit gebrek bestond op het tijdstip van levering, tenzij dit vermoeden onverenigbaar is met de aard van het goed of met de aard van het gebrek aan overeenstemming, door onder andere rekening te houden met het feit of het goed nieuw dan wel tweedehands is.
Het vermoeden van gebrek aan overeenstemming is in beginsel, bij een verkoop van dieren, niet onverenigbaar met de aard van het verkochte goed.
2. Door te weigeren toepassing te maken van het in artikel 1649quater, §4 Burgerlijk Wetboek neergelegde vermoeden om de enkele reden dat de verkoop een dier tot voorwerp heeft, schendt de vrederechter deze bepaling.
Het middel is in zoverre gegrond.
Tweede middel
3. Door te oordelen dat het weglaten van artikel van het garantiecertificaat niet relevant is aangezien dit betrekking heeft op aangeboren afwijkingen en de door de eiser vermelde gebreken geen dergelijke afwijking betreffen, verwerpt en beantwoordt de vrederechter het in het middel bedoelde verweer.
Het middel mist feitelijke grondslag.
Dictum
Het Hof,
Vernietigt het bestreden vonnis behalve in zoverre het de vordering tot betaling van een morele schadevergoeding wegens onrechtmatige daad afwijst als ongegrond.
Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeeltelijk vernietigde vonnis.
(…)