Verjaringstermijnen

Hongarije
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Welke termijnen worden gehanteerd in het burgerlijk procesrecht?

De algemene regel is dat proceshandelingen alleen het gewenste rechtsgevolg hebben als ze binnen de wettelijk voorgeschreven termijn worden verricht. Bepalingen met die strekking zijn zowel in het materieel als het formeel recht te vinden.

In het materieel recht zijn de relevante voorwaarden deels in de voorschriften inzake rechtsmiddelen en deels in de voorschriften inzake verjaringstermijnen vastgelegd. Ze geven aan binnen welke termijn een civiele procedure aanhangig moet worden gemaakt. De wet staat uitzonderingen op deze restricties uitsluitend toe als het gaat om de onvoorwaardelijke tenuitvoerlegging van vorderingen (bijvoorbeeld eigendomsvorderingen). Sommige proceshandelingen zijn alleen rechtsgeldig als ze binnen een bepaalde termijn worden verricht. De duur van die termijn is in bepaalde gevallen duidelijk in de wet vastgelegd (wettelijke termijn), zoals in het geval van rechtsmiddelen, terwijl in andere gevallen, zoals het verhelpen van tekortkomingen, de duur van de termijn wordt bepaald door de rechter (rechterlijke termijn).

In het materieel recht wordt een andere methode voor het berekenen van de procestermijnen gebruikt dan in het formeel recht. Ook de rechtsgevolgen van het niet in acht nemen van een termijn verschillen. Niet-inachtneming van een materieelrechtelijke termijn heeft het verlies van rechten tot gevolg en de partij kan vervolgens niet in haar rechten worden hersteld door het aanvoeren van een rechtvaardigingsgrond. Een rechtvaardigingsgrond kan door de rechter alleen in het geval van verjaringstermijnen en volgens de toepasselijke regels van het materieel recht worden aanvaard. Procestermijnen worden onderscheiden in subjectieve en objectieve termijnen. Subjectieve termijnen zijn onder meer termijnen die beginnen te lopen zodra de betrokken partij is kennisgegeven en waarvoor in het algemeen een verzoek tot verlenging (restitutio in integrum) kan worden ingediend. Bij objectieve termijnen, daarentegen speelt kennisneming geen rol en kan de niet-inachtneming niet worden hersteld met een verzoek tot restitutio in integrum.

2 Lijst van feestdagen die worden aangemerkt als niet-werkdag zoals voorgeschreven in Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van 3 juni 1971.

Krachtens artikel 102, lid 1, van wet I van 2012 betreffende het wetboek van arbeid gelden de volgende dagen als vrije dagen: 1 januari, 15 maart, paasmaandag, 1 mei, pinkstermaandag, 20 augustus, 23 oktober, 1 november en 25 en 26 december.

3 Welke algemene regels gelden er voor de termijnen in de verschillende civiele procedures?

Termijnen worden uitgedrukt in dagen, maanden of jaren. Bij termijnen die in dagen zijn uitgedrukt, telt de dag van de ingangsdatum niet mee. De dag van de ingangsdatum is de dag waarop de handeling of gebeurtenis plaatsvindt (bijv. betekening, publicatie) waardoor de termijn begint te lopen. Termijnen die in maanden of jaren zijn uitgedrukt, verstrijken op de dag van de laatste maand van de termijn waarvan het nummer overeenkomt met dat van de dag van de ingangsdatum of, indien de laatste maand geen dag met dat nummer heeft, op de laatste dag van die maand. Wanneer de laatste dag van de termijn een vrije dag is, wordt deze verlengd tot de eerstvolgende werkdag. Termijnen verstrijken aan het einde van de laatste dag. Termijnen voor het indienen van verzoekschriften of voor het verrichten van handelingen ter zitting, verstrijken echter al aan het einde van de kantooruren. De algemene regels die van toepassing zijn op de termijnen in alle overige civiele procedures zijn neergelegd in de artikelen 103 tot en met 112 van wet III van 1952 betreffende het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (“WvBR”).

4 Indien een handeling of formaliteit binnen een bepaalde termijn moet worden verricht, wat is dan het moment van aanvang?

De dag van de ingangsdatum is de dag waarop de handeling of gebeurtenis plaatsvindt (bijv. betekening, publicatie) waardoor de termijn begint te lopen. Bij termijnen die in dagen zijn uitgedrukt, telt de dag van de ingangsdatum niet mee.

5 Is het moment waarop een termijn begint te lopen afhankelijk van de manier waarop het document wordt bezorgd of betekend (betekening door een deurwaarder of per post)?

Wat de berekening van termijnen betreft, maakt het WvBR geen onderscheid tussen de verschillende manieren waarop stukken kunnen worden betekend. Wel gelden speciale bepalingen voor de elektronische uitwisseling van stukken. Van sommige stukken wordt een versie op papier naar de deskundige gestuurd, zelfs als de deskundige langs elektronische weg met het gerecht communiceert: het gerecht verstrekt de deskundige de bijlagen bij gerechtelijke stukken op papier of op een andere gegevensdrager als digitalisering door het grote volume van de bijlagen of de aard van de gegevensdrager een onevenredig grote belasting of een onoverkomelijk probleem vormt of als de authenticiteit van de stukken twijfelachtig is. Indien elektronische stukken die door het gerecht worden verzonden om bovengenoemde redenen vergezeld gaan van bijlagen op papier, gaat de termijn in op de datum van ontvangst van de bijlagen. Het indienen van verzoekschriften en betekenen van gerechtelijke stukken gebeurt in bepaalde in het WvBR omschreven gevallen al langs elektronische weg. Dagen waarop het transmissiesysteem voor ten minste vier uur niet voor dit doel beschikbaar is, worden niet in de door de wet of rechter voorgeschreven termijn meegeteld.

Indien de communicatie in het kader van de procedure langs elektronische weg plaatsvindt, kunnen de gevolgen van het niet in acht nemen van de termijn niet intreden als een verzoekschrift uiterlijk op de laatste dag van die termijn langs elektronische weg is ingediend, in overeenstemming met de IT-vereisten. Wat de berekening van termijn betreft, wordt een verzoekschrift geacht te zijn ingediend nadat het IT-systeem van de rechtbank een ontvangstbevestiging heeft verzonden, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving. De voorzitter van de nationale gerechtelijke autoriteit voorziet in een formulier voor de indiening van documenten op opslagmedia. Het opslagmedium dient aan de rechtbank te worden overgelegd in persoon of per post, uiterlijk drie werkdagen nadat de voor de elektronische indiening van stukken bevoegde persoon van de rechtbank een bevestiging van ontvangst van het formulier heeft ontvangen. Door middel van het systeem voor betekening en kennisgeving stuurt de rechtbank de contactpersoon voor elektronische indiening van stukken automatisch een bevestiging van ontvangst van het opslagmedium. De kennisgeving van het verzoekschrift aan de rechtbank wordt geacht te hebben plaatsgevonden op de datum die de rechtbank heeft vermeld in de bevestiging van ontvangst van het formulier.

6 Als de termijn ingaat vanaf een gebeurtenis, wordt de dag van deze gebeurtenis dan meegerekend in de berekening van de termijn?

Bij termijnen die in dagen zijn uitgedrukt, telt de dag van de ingangsdatum niet mee. De dag van de ingangsdatum is de dag waarop de handeling of gebeurtenis plaatsvindt (bijv. betekening, publicatie) waardoor de termijn begint te lopen.

7 Indien de looptijd van een termijn in dagen is vastgesteld, geldt het aantal dagen dan in kalenderdagen of alleen in werkdagen?

Wanneer een termijn is uitgedrukt in dagen, gaat het om kalenderdagen. Wanneer de laatste dag van de termijn echter een vrije dag is, wordt deze verlengd tot de eerstvolgende werkdag.

8 En als die termijn in weken, maanden of jaren is vastgesteld?

Termijnen die in maanden of jaren zijn uitgedrukt, verstrijken op de dag van de laatste maand van de termijn waarvan het nummer overeenkomt met dat van de dag van de ingangsdatum of, indien de laatste maand geen dag met dat nummer heeft, op de laatste dag van die maand.

9 Wanneer verstrijken dergelijke termijnen?

Termijnen die in maanden of jaren zijn uitgedrukt, verstrijken op de dag van de laatste maand van de termijn waarvan het nummer overeenkomt met dat van de dag van de ingangsdatum of, indien de laatste maand geen dag met dat nummer heeft, op de laatste dag van die maand.

10 Indien de termijn afloopt op een zaterdag, een zondag, een feestdag of een niet-werkdag, wordt deze dan verlengd tot de volgende werkdag?

Ja.

11 Zijn er omstandigheden waarin termijnen worden verlengd? Wat zijn de voorwaarden voor dergelijke verlengingen?

Naast de bovengenoemde gevallen kan de rechter een door hem gestelde termijn om zwaarwegende redenen één keer verlengen. Een rechterlijke termijn, inclusief verlenging, mag de vijfenveertig dagen niet overschrijden, tenzij een langere termijn nodig is voor de overlegging van een deskundigenadvies. Wettelijke termijnen kunnen alleen worden verlengd in de gevallen waarin de wet voorziet. In termijnen die in dagen zijn uitgedrukt, wordt de periode van 15 juli tot en met 20 augustus (gerechtelijke vakantie) niet meegeteld. Wanneer de laatste dag van een termijn die in maanden of jaren is uitgedrukt, in de periode van de gerechtelijke vakantie valt, dan wordt die termijn verlengd tot de dag van de volgende maand waarvan het nummer overeenkomt met dat van de dag van de ingangsdatum of, als die dag ook in de periode van de gerechtelijke vakantie valt, de eerste dag na de gerechtelijke vakantie. De wet bevat uitzonderingen op deze bepalingen inzake gerechtelijke vakanties. De rechter moet de partijen uitdrukkelijk op deze uitzonderingen wijzen. In buitengerechtelijke procedures die niet in het WvBR zijn geregeld, kunnen de bepalingen inzake gerechtelijke vakanties alleen worden toegepast als een afzonderlijke wet hierin voorziet.

12 Welke termijnen gelden voor het instellen van een beroep?

De algemene regel is dat een eventueel beroep binnen vijftien dagen na kennisgeving van de beslissing moet worden ingesteld, en binnen 3 dagen als het om vorderingen betreffende wisselbrieven gaat.

13 Kunnen rechtbanken termijnen veranderen, met name de termijnen waarbinnen een partij moet verschijnen, of een bijzondere datum vaststellen waarop een partij moet verschijnen?

De rechter kan de door hem gestelde termijn slechts één keer verlengen en alleen om zwaarwegende redenen. Een rechterlijke termijn, inclusief verlenging, mag de vijfenveertig dagen niet overschrijden, tenzij een langere termijn nodig is voor de overlegging van een deskundigenadvies. Wettelijke termijnen kunnen alleen worden verlengd in de gevallen waarin de wet voorziet.

14 Indien een partij die verblijft op een plaats waar hij voor een termijnverlenging in aanmerking komt, van een tot hem gerichte beslissing in kennis wordt gesteld op een plaats waar degenen die daar verblijven niet voor een termijnverlenging in aanmerking komen, verliest die partij dan het recht op termijnverlenging?

Het WvBR voorziet niet in de mogelijkheid van verlenging op grond van de woonplaats van een partij. Wat wel als rechtvaardigingsgrond voor niet-naleving van een termijn wordt aanvaard, is de situatie waarin een partij niet bereikbaar was op het in het register van persoonsgegevens vermelde adres, mits naar behoren gemotiveerd.

15 Welke sancties staan op de niet-naleving van een termijn?

Tenzij de wet anders bepaalt, kan een verzuimde proceshandeling niet meer rechtsgeldig worden verricht. De gevolgen van het verzuim – met uitzondering van de gevallen waarin de wet voorziet – treden zonder voorafgaande kennisgeving van rechtswege in. Wanneer de gevolgen van een verzuim volgens de wet uitsluitend intreden na voorafgaande kennisgeving of op verzoek van de wederpartij, kan de verzuimde handeling worden verricht tijdens de in de kennisgeving vermelde periode dan wel tot de indiening van het verzoek of, wanneer het verzoek tijdens de zitting wordt gedaan, tot het moment waarop de rechter over het verzoek beslist. Wanneer een partij door een natuurverschijnsel van algemene bekendheid of enige andere vorm van overmacht wordt belemmerd in de verrichting van een handeling, wordt dit niet als verzuim beschouwd. De gevolgen van het niet in acht nemen van een termijn treden niet in als een verzoekschrift uiterlijk op de laatste dag van die termijn als aangetekende post aan het gerecht is verzonden.

16 Als de termijn is verstreken, welke rechtsmiddelen hebben dan de partijen die deze hebben laten verstrijken, d.w.z. de niet verschenen partijen?

De partijen kunnen hun verzuim rechtvaardigen met een verzoek tot restitutio in integrum. De rechter moet een billijke beslissing over het verzoek nemen.

Indien een partij of haar vertegenwoordiger door overmacht niet op de zitting verschijnt of een termijn overschrijdt, kunnen de gevolgen daarvan door het aanvoeren van een rechtvaardigingsgrond worden hersteld, behalve in de hieronder genoemde gevallen. Er kan geen rechtvaardigingsgrond worden aangevoerd als de wet dit uitsluit, als de gevolgen van het verzuim kunnen worden voorkomen zonder het aanvoeren van een rechtvaardigingsgrond, als het verzuim geen enkel nadeel met zich meebrengt dat in een vonnis tot uitdrukking komt of als de partij ook de nieuwe termijn overschrijdt die op grond van een verzoek tot restitutio in integrum is gesteld.

Een verzoek tot restitutio in integrum moet binnen vijftien dagen worden ingediend. Deze termijn begint te lopen op de dag van de gemiste sluitingsdatum of de laatste dag van de verzuimde termijn. Indien een partij of haar vertegenwoordiger zich echter pas later bewust wordt van het verzuim, of de overmacht pas op een latere datum eindigt, begint de termijn voor indiening van het verzoek tot restitutio in integrum op het moment dat de partij kennis neemt van het verzuim c.q. de overmacht eindigt. Een verzoek tot restitutio in integrum moet binnen drie maanden na het verzuim worden ingediend.

In het verzoek tot restitutio in integrum moeten de oorzaak en omstandigheden van het verzuim worden vermeld. De verstrekte gegevens moeten het aannemelijk maken dat het verzuim niet opzettelijk was. In geval van niet-naleving van een termijn moet tegelijkertijd met het indienen van het verzoekschrift tot restitutio in integrum ook de verzuimde handeling worden verricht.

Indien het aanvoeren van rechtvaardigingsgronden bij wet is uitgesloten of een verzoek tot restitutio in integrum niet op tijd is ingediend, wordt het verzoek van rechtswege afgewezen zonder dat de rechter zich uitspreekt over de gegrondheid ervan. Hetzelfde gebeurt wanneer – in geval van niet-naleving van een termijn – de partij die het verzoek tot restitutio in integrum heeft ingediend, niet tegelijkertijd ook de verzuimde handeling heeft verricht.

Tegen een beslissing tot afwijzing van een verzoek tot restitutio in integrum kan beroep worden ingesteld.

Laatste update: 15/01/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.