Geringe vorderingen

Duitsland

Inhoud aangereikt door
Duitsland

Artikel 25, lid 1, onder a), Bevoegde gerechten

In de Duitse deelstaten (Länder) zijn alle gerechten waaraan op grond van de regels inzake internationale, territoriale en materiële bevoegdheid zaken kunnen worden voorgelegd, bevoegd voor de Europese procedure voor geringe vorderingen in de zin van Verordening (EG) nr. 861/2007 (zie https://e-justice.europa.eu/content_jurisdiction-85-de-de.do?member=1). In het algemeen zijn de kantongerechten (Amtsgerichte) materieel bevoegd.

Voor de deelstaten Baden-Württemberg, Hessen, Noordrijn-Westfalen, Saksen-Anhalt en Sleeswijk-Holstein zijn de hieronder vermelde gerechten bevoegd.

In Baden-Württemberg:

voor zaken voor de kantongerechten

1. het kantongerecht Heidelberg

voor het arrondissement van de hogere arrondissementsrechtbank Karlsruhe (Bezirk des Oberlandesgerichts);

2. het kantongerecht Heilbronn

voor het arrondissement van de hogere arrondissementsrechtbank Stuttgart.

In Hessen:

1. het kantongerecht Frankfurt am Main voor de districten van de kantongerechten van Hessen,

2. de arrondissementsrechtbank Frankfurt am Main (Landgericht) voor de districten van de arrondissementsrechtbanken van Hessen.

In Noordrijn-Westfalen:

het kantongerecht Essen voor alle districten van de kantongerechten van Noordrijn-Westfalen.

In Saksen-Anhalt:

het kantongerecht Halle (Saale).

In Sleeswijk-Holstein:

voor zaken waarvoor de kantongerechten materieel bevoegd zijn

1. het kantongerecht Flensburg voor de districten van de arrondissementsrechtbank Flensburg (kantongerechten Flensburg, Husum, Niebüll en Sleeswijk),

2. het kantongerecht Itzehoe voor de districten van de arrondissementsrechtbank Itzehoe (kantongerechten Elmshorn, Itzehoe, Meldorf en Pinneberg),

3. het kantongerecht Kiel voor de districten van de arrondissementsrechtbank Kiel (kantongerechten Bad Segeberg, Eckernförde, Kiel, Neumünster, Norderstedt, Plön en Rendsburg) en

4. het kantongerecht Lübeck voor de districten van de arrondissementsrechtbank Lübeck (kantongerechten Ahrensburg, Eutin, Lübeck, Oldenburg, Ratzeburg, Reinbek en Schwarzenbek).

Artikel 25, lid 1, onder b), Communicatiemiddelen

De volgende communicatiemiddelen zijn overal beschikbaar: post inclusief private koeriersdiensten, fax, persoonlijke afgifte of de indiening van een verzoek bij de registratiedienst van het gerecht (Rechtsantragstelle).

Bovendien kunnen schriftelijke vorderingen ook in elektronische vorm worden ingediend bij bepaalde gerechten in alle deelstaten (Länder) en bij alle federale gerechten; in dat geval moet de persoon die verantwoordelijk is voor het verzenden van het elektronische stuk een geautoriseerde elektronische handtekening toevoegen. Hiervoor zijn handtekeningensoftware en een handtekeningenkaart en/of de bijbehorende kaartlezer vereist. Met de deelnemende gerechten kan ook vanuit andere lidstaten contact worden opgenomen via de e‑CODEX‑interface. Informatie over welke gerechten elektronische toegang bieden, is beschikbaar op http://www.justiz.de/ en http://www.egvp.de/ of op de websites van de betrokken gerechten.

Vanaf 1 januari 2018 zal het mogelijk zijn om elektronische stukken te verzenden naar alle gerechten in de deelstaten en de federale gerechten, krachtens § 130a van het herziene wetboek van burgerlijke rechtsvordering, mits het elektronische stuk voorzien is van de geautoriseerde elektronische handtekening van de persoon die verantwoordelijk is voor de verzending of door hem is ondertekend en verzonden op beveiligde wijze. Onder "op beveiligde wijze" wordt verstaan:

1. de Duitse e‑governmentdienst "De‑Mail" met authenticatie van de verzender (absenderbestätigt);

2. de speciale elektronische mailbox voor advocaten ("beA");

3. de speciale elektronische mailbox voor overheidsdiensten ("beBPo").

De technische parameters voor de verzending van elektronische stukken moeten worden vastgesteld in een verordening van de federale regering die op 1 januari 2018 in werking zal treden.

Artikel 25, lid 1, onder c), Autoriteiten of organisaties die praktische bijstand verlenen

De kantongerechten zijn bevoegd om praktische bijstand te verlenen overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 861/2007, zoals gewijzigd. Praktische bijstand wordt verleend door de desbetreffende medewerkers (conform het organogram); het gaat vooral om medewerkers van de registratiediensten of van de informatiebalies. Informatie over de bevoegde kantongerechten en de communicatiemiddelen is beschikbaar in de Europese justitiële atlas (zie punt a) hierboven).

Artikel 25, lid 1, onder d), Middelen voor elektronische betekening en kennisgeving en elektronische communicatie, en middelen om aanvaarding van het gebruik ervan kenbaar te maken

Krachtens § 174, leden 1 en 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering kunnen processtukken per fax, met ontvangstbevestiging, worden verstuurd naar een advocaat, een notaris, een gerechtsdeurwaarder (Gerichtsvollzieher), een belastingconsulent of naar iedere andere persoon die op grond van zijn beroep als zeer betrouwbaar kan worden beschouwd, een overheidsdienst en een publiekrechtelijk lichaam.

Krachtens § 174, lid 3, kunnen ook elektronische stukken worden verstuurd naar de bovenvermelde personen en entiteiten. Hetzelfde geldt voor andere procespartijen, mits zij uitdrukkelijk hebben ingestemd met de verzending van stukken in elektronische vorm. Het betrokken stuk moet voorzien zijn van een elektronische handtekening en moet worden beveiligd tegen ongeoorloofde inzage door derden. Stukken kunnen ook worden verzonden via De-Mail.

Met ingang van 1 januari 2018 zal het mogelijk zijn om elektronische stukken te verzenden via een beveiligd communicatiesysteem zoals bedoeld in § 130a van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, in plaats van met behulp van een elektronische handtekening. De bovenvermelde personen en entiteiten zullen een beveiligd communicatiesysteem voor de toezending van elektronische stukken moeten ter beschikking stellen. De elektronische toezending zal worden aangetoond via een elektronische ontvangstbevestiging die in gestructureerde, machineleesbare vorm wordt verzonden. Daartoe moet gebruik worden gemaakt van een gegevensbestand dat door het gerecht wordt verstrekt op het moment van de toezending.

Aanvaarding krachtens artikel 13 van de verordening en § 174, lid 3, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan kenbaar worden gemaakt op de in punt b) beschreven wijze.

Nadere informatie is vinden onder punt b).

Artikel 25, lid 1, onder e), Personen of beroepscategorieën die verplicht zijn betekening en kennisgeving van documenten en andere schriftelijke communicatie met elektronische middelen te aanvaarden

Als gevolg van de invoering van § 31a, lid 1, eerste zin, van het federale wetboek betreffende juridisch beroepen ("BRAO") moet de federale balie een speciale elektronische mailbox aanmaken voor iedere advocaat in Duitsland. Een van de doelstellingen van § 31a is ervoor te zorgen dat iedere advocaat in Duitsland langs elektronische weg kan worden bereikt. De speciale elektronische mailbox voor iedere advocaat werd aangemaakt op 28 november 2016.

Momenteel is het echter nog niet verplicht om deze mailbox te gebruiken. § 31 van de verordening betreffende het register en de mailbox van advocaten (Rechtsanwaltsverzeichnis- und -postfachverordnung) bepaalt immers dat informatie die tot en met 31 december 2017 via de speciale elektronische mailbox voor advocaten wordt ontvangen, alleen in aanmerking moet worden genomen wanneer de eigenaar van de mailbox vooraf met het gebruik ervan heeft ingestemd. Het doel van deze periode van vrijwillig gebruik is advocaten de kans te geven deze nieuwe technologie geleidelijk te introduceren en te garanderen dat de mailbox probleemloos functioneert voordat het gebruik ervan verplicht wordt. Er zal een nieuw lid 6 worden toegevoegd aan § 31a BRAO, dat op 1 januari 2018 in werking zal treden en op grond waarvan alle advocaten zullen worden verplicht kennis te nemen van de informatie die wordt verstuurd naar hun speciale elektronische mailbox. Het wetsontwerp inzake de tenuitvoerlegging van de richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en inzake de wijziging van andere bepalingen op het gebied van juridische beroepen voorziet in een overeenkomstige wijziging van de wet (Bundestagsdrucksdrucksache 18/9521, blz. 9 en 107 e.v.).

Voorts geldt op dat gebied ook Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken).

Artikel 25, lid 1, onder f), Gerechtskosten en betaalwijzen

De regeling voor de gerechtskosten voor de Europese procedure voor geringe vorderingen is neergelegd in de wet betreffende de gerechtskosten ("GKG").

De gerechtskosten worden door het gerecht in rekening gebracht middels een factuur voor gerechtskosten (Gerichtskostenrechnung). De kosten zijn verschuldigd wanneer het gedinginleidende verzoekschrift wordt ingediend, maar de voortzetting van de procedure is niet afhankelijk van de betaling van deze kosten.

Naast de verzoeker, moet ook degene die daartoe door het gerecht wordt verplicht gerechtskosten betalen alsook degene die zich daartoe verbindt in het kader van een schikking.

De specifieke kosten zijn vermeld in een kostenbijlage bij de wet betreffende de gerechtskosten ("KV-GKG"). In nummer 1210 KV-GKG wordt een kostentarief van 3,0 tariefeenheden vastgesteld voor de Europese procedure voor geringe vorderingen. In het geval van vroegtijdige stopzetting van de procedure wordt het kostentarief verlaagd tot 1,0 tariefeenheid (nummer 1211 KV-GKG).

De kosten worden berekend op basis van het in het geding zijnde bedrag (meestal is dit het bedrag van de vordering). Indien er naast de hoofdvordering ook aanvullende vorderingen (interesten of kosten) worden ingediend, wordt het bedrag van deze aanvullende vorderingen niet in aanmerking genomen.

De volgende kosten zijn van toepassing:

Bedragen tot

EUR

tarief 3,0

EUR

tarief 1,0

EUR

500,00

105,00

35,00

1 000,00

159,00

53,00

1 500,00

213,00

71,00

2 000,00

267,00

89,00

3 000,00

324,00

108,00

4 000,00

381,00

127,00

5 000,00

438,00

146,00

Naast deze kosten worden er o.a. ook kosten aangerekend voor getuigen, deskundigen of tolken.

De betaling kan gebeuren via bankoverschrijving. De bankgegevens staan vermeld op het betalingsverzoek van de ontvanger van het gerecht.

Artikel 25, lid 1, onder g), Beroepsprocedure en voor beroep bevoegde gerechten

Rechtsmiddelen, zoals een gewoon beroep (Berufung), kunnen worden ingesteld tegen rechterlijke beslissingen in eerste aanleg conform het bepaalde in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (ZPO), meer bepaald §§ 511 en volgende. Een dergelijk beroep moet binnen één maand worden ingesteld; de termijn gaat in op de datum van de betekening of kennisgeving van de volledige beslissing. Het gerecht dat bevoegd is voor de behandeling van een beroep tegen een beslissing van een kantongerecht (Amtsgericht) in een Europese procedure voor geringe vorderingen is de arrondissementsrechtbank (Landgericht) in het district waar het kantongerecht is gevestigd.

Tegen een beslissing in beroep van een arrondissementsrechtbank kan - na een specifieke toestemming - een beroep over rechtsvragen (Revision) worden ingesteld bij de hogere arrondissementsrechtbank (Oberlandesgericht) van het district waar de arrondissementsrechtbank is gevestigd.

Artikel 25, lid 1, onder h), Procedure voor heroverweging van de beslissing en voor heroverweging bevoegde gerechten

Krachtens § 1104, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering wordt de procedure, indien is voldaan aan de vereisten van artikel 18, op verzoek voortgezet en wordt zij hervat in de fase waarin zij zich bevond vóór de uitspraak van de beslissing. Het bevoegde gerecht is het gerecht waar de oorspronkelijke procedure werd gevoerd.

Artikel 25, lid 1, onder i), Aanvaarde talen

Alleen het Duits mag worden gebruikt. In de regio's waarvan de Sorbische bevolking afkomstig is, hebben de Sorben het recht om voor het gerecht het Sorbisch te gebruiken.

Artikel 25, lid 1, onder j), Voor tenuitvoerlegging bevoegde instanties

Informatie over de instanties die bevoegd zijn voor de tenuitvoerlegging is beschikbaar in de samenvatting op "Procedures voor de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen". Het gerecht dat bevoegd is voor beslissingen krachtens artikel 23 is het gerecht waar het hoofdgeding aanhangig is.

Laatste update: 18/01/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.