Geringe vorderingen

Netherlands
Content provided by:
European Judicial Network
European Judicial Network (in civil and commercial matters)

1 Het bestaan van een specifieke procedure voor geringe vorderingen

De dagvaardingsprocedure bij de sector kanton van de rechtbank is de gebruikelijke procedure voor geringe vorderingen. Dit is een gewone dagvaardingsprocedure met procedurele vereenvoudigingen. Als de procedure bij de sector kanton loopt, bent u niet verplicht om een advocaat in te schakelen. U kunt er namelijk voor kiezen om zelf te procederen.

In grensoverschrijdende zaken binnen de EU kan tevens gebruik worden gemaakt van de Europese procedure voor geringe vorderingen. U kunt de Europese procedure voor geringe vorderingen gebruiken als u nog geld te goed heeft van:

  • een ander bedrijf
  • een organisatie
  • een klant

Het Nederlandse recht kent een Uitvoeringswet verordening Europese procedure voor geringe vorderingen (Wet van 29 mei 2009 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 juli 2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen).

1.1 Toepassingsgebied van de procedure, grensbedrag

De kantonrechter neemt kennis van:

  • zaken betreffende vorderingen tot maximaal € 25.000,-
  • zaken betreffende vorderingen van onbepaalde waarde, indien aannemelijk is dat de waarde niet hoger is dan € 25.000,-

Daarnaast beslist de kantonrechter in arbeidsrechtzaken, huurzaken, zaken betreffende consumentenkoopzaken, consumentenkredietzaken, beroep tegen verkeersboetes en overtredingen. Ook gaat de kantonrechter over bewind, curatele, mentorschap en het verwerpen of aanvaarden van een erfenis. Voor meer informatie over de dagvaardingsprocedure bij de kantonrechter kunt u hier terecht.

Zaken betreffende Europese geringe vorderingen worden ook behandeld door de kantonrechter. De drempelwaarde voor de Europese procedure voor geringe vorderingen is door de Verordening (EG) nr. 861/2007 vastgesteld op maximaal € 5.000,-.

1.2 Toepassing van de procedure

Een bijzondere procedure voor de kantonrechter bestaat niet. In beginsel geldt de regeling van de dagvaardingsprocedure zowel voor de rechtbank als voor de sector kanton. Een belangrijk verschil is dat in kantonzaken partijen zelf de procedure kunnen voeren, terwijl in andere zaken (die bij de rechtbank dienen) partijen zich moeten laten vertegenwoordigen door een advocaat. Zie verder vraag 1.4. Daarnaast worden in de sector kanton de zaken behandeld door een enkelvoudige kamer, dat wil zeggen door één (1) rechter.

Op de Europese geringe vordering zijn de regels inzake de verzoekschriftprocedure van toepassing.

1.3 Formulieren

De procedure bij de kantonrechter wordt meestal ingeleid met een dagvaarding. De belangrijkste vermelding in de dagvaarding zijn de eis (de vordering zelf) en de gronden (feiten en rechten, waarop de eis is gebaseerd) daarvoor.

Enige bijzonderheden voor de kantonprocedure zijn:

  1. de gedaagde wordt gedaagd voor rechtbank A, maar om te verschijnen voor de kantonrechter die zitting heeft in de hoofdplaats A of in een opgegeven nevenvestigingsplaats van die rechtbank A.
  2. als eiser bij gemachtigde procedeert, moet de naam en de woonplaats van de gemachtigde in de dagvaarding worden vermeld

Een vordering in het kader van de Europese procedure voor geringe vorderingen wordt aanhangig gemaakt met formulier A. Het verzoek moet worden ingediend bij het gerecht dat voor de behandeling bevoegd is.

1.4 Rechtsbijstand

In zaken voor de kantonrechter kunnen partijen in persoon procederen. Hier geldt dus niet de verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat. Bijstand door een gemachtigde, die geen advocaat hoeft te zijn, is ook toegestaan. Zie verder voor de vergoeding van kosten van rechtsbijstand voor een advocaat ook vraag 1.8.

Ook in de Europese procedure zijn de partijen niet verplicht zich door een advocaat of een andere rechtsbijstandverlener te laten vertegenwoordigen.

1.5 Regels betreffende het bewijs

De gebruikelijke regels van het bewijsrecht zijn van toepassing. Naar Nederlands bewijsrecht is de rechter in beginsel vrij in de waardering van de bewijsmiddelen. De eerdergenoemde Verordening (EG) nr. 861/2007 regelt in artikel 9 de bewijsverkrijging in de Europese procedure.

1.6 Schriftelijke procedure

Er is een Landelijk Procesreglement voor rolzaken kanton. Schriftelijke stukken kunnen worden ingediend bij de griffie van de rechtbank vóór de roldatum, maar ook ter zitting. Conclusies en akten kunnen in de procedure bij de sector kanton mondeling worden genomen. De Europese procedure is een schriftelijke procedure, waarbij een mondelinge behandeling kan worden gehouden indien de rechter dit nodig acht of indien een partij hierom verzoekt.

1.7 Inhoud van het vonnis

Het vonnis moet inhouden:

  • namen en woonplaats van de partijen en van hun gemachtigden of advocaten;
  • de standpunten die partijen hadden;
  • het verloop van de procedure;
  • de slotsom van de dagvaarding en de conclusies van partijen;
  • de gronden van de beslissing met vermelding van de feiten en de overwegingen van de rechter;
  • de uiteindelijke beslissing van de rechter;
  • de naam van de rechter;
  • de kostenverdeling;
  • de dag van de uitspraak.

Het vonnis wordt door de rechter ondertekend.

1.8 Vergoeding van de kosten

Wanneer een zaak bij de kantonrechter aanhangig wordt, kan dat de volgende kosten met zich meebrengen; griffierecht, kostenveroordeling en kosten voor rechtsbijstand.

Griffierecht is verschuldigd bij het aanhangig maken van een zaak. De hoogte daarvan is afhankelijk van het geschil. In de praktijk zal uw advocaat dit bedrag voorschieten en u vervolgens in rekening brengen. De rechter kan de partij die in het ongelijk is gesteld veroordelen tot het betalen van de kosten van de tegenpartij. Als geen van beide partijen volledig gelijk heeft gekregen, betaalt ieder zijn eigen kosten. Onder kostenveroordeling kunnen ook kosten voor rechtsbijstand vallen, maar ook de kosten van getuigen, deskundigen, reis- en verblijfskosten, kosten van uittreksels en verdere buitengerechtelijke kosten.

De Nederlandse wetgeving biedt minder draagkrachtigen soms de mogelijkheid een bijdrage in de kosten van rechtsbijstand te verkrijgen. Niet voor alle kantonzaken is gesubsidieerde rechtsbijstand mogelijk. Indien gesubsidieerde rechtsbijstand wel mogelijk is, betaalt de rechtzoekende afhankelijk van zijn financiële situatie ook een eigen bijdrage in de kosten van rechtsbijstand. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van rechtsbijstand wordt door de advocaat aangevraagd bij de Raad voor Rechtsbijstand. Dit is geregeld in de Wet op de rechtsbijstand. Deze wet bevat in hoofdstuk III A de regeling met betrekking tot de verlening van rechtsbijstand in grensoverschrijdende geschillen binnen de EU.

1.9 Mogelijkheid van hoger beroep

Hoger beroep van uitspraken van de sector kanton van de rechtbank, kan worden ingesteld bij het gerechtshof. Hoger beroep is alleen mogelijk als de vordering hoger is dan € 1.750,-. Hoger beroep kan binnen 3 maanden na de uitspraak van de rechter worden ingesteld. In de Europese procedure voor geringe vorderingen staat hoger beroep open tegen een beslissing van de kantonrechter.

Laatste update: 17/11/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.