Nationale rechtbanken en relevante niet-justitiële instanties

Griekenland

Inhoud aangereikt door
Griekenland

Nationale rechtbanken

Er is in Griekenland geen speciaal bevoegde rechtbank waar verhaal kan worden gezocht in geval van een schending van grondrechten. Afhankelijk van de aard van het strafbare feit dat of de handeling die de schending oplevert, kan verhaal worden gezocht bij een civiele, straf- of administratieve rechtbank.

Of er sprake is van schending van een grondrecht, wordt bepaald op basis van nationaal materieel recht. De te volgen procedure voor de bevoegde (civiele, straf- of administratieve) rechtbank is neergelegd in nationaal formeel recht (civiel, straf- of administratief).

De desbetreffende procedure leidt tot een vonnis waarbij de vordering wordt afgewezen of dat, indien het definitief is, direct uitvoerbaar is.

Gespecialiseerde mensenrechteninstellingen

Nationale mensenrechtencommissie

Neofitou Vamva 6
10674 Athene, Griekenland

De Nationale mensenrechtencommissie is in het kader van de regels van de Verenigde Naties en de Beginselen van Parijs recent ingesteld als adviesorgaan voor de overheid op het gebied van mensenrechten. De leden ervan werden aangewezen door 32 instanties (onafhankelijke autoriteiten, universitaire faculteiten rechtsgeleerdheid en wetenschappen, vakbonden, ngo’s, politieke partijen en ministeries).

Deze commissie heeft tot taak alle overheidsorganen voortdurend te wijzen op de noodzaak om de mensenrechten van alle personen die op Grieks grondgebied verblijven, te garanderen.

Volgens de wet tot instelling van de Nationale mensenrechtencommissie (Wet nr. 2667/1998, zoals gewijzigd en momenteel van kracht) is deze commissie belast met de volgende essentiële taken:

  1. vragen op het vlak van mensenrechten behandelen die worden gesteld door de regering of de vergadering van fractievoorzitters in het parlement, of die worden voorgelegd door parlementsleden of ngo’s;
  2. aanbevelingen en voorstellen doen, studies opstellen en verslagen en adviezen indienen met het oog op wetgeving of ander overheidsoptreden, ter bevordering van de mensenrechten;
  3. initiatieven ontplooien om het grote publiek en de media bewuster te maken van het thema mensenrechten;
  4. initiatieven nemen om aandacht voor de mensenrechten beter te verankeren in het onderwijs;
  5. voortdurende contacten en samenwerking onderhouden met internationale organisaties, vergelijkbare instellingen in andere landen en nationale en internationale ngo’s;
  6. adviezen geven over landenverslagen die bij internationale organisaties moeten worden ingediend over mensenrechtenvraagstukken;
  7. de standpunten van de commissie langs alle mogelijke wegen kenbaar maken;
  8. jaarlijks een mensenrechtenverslag opstellen;
  9. een documentatiecentrum voor de rechten van de mens opzetten, en
  10. de (mate van) overeenstemming onderzoeken tussen de Griekse en de internationale wet- en regelgeving op mensenrechtengebied, en ter zake dienende adviezen verstrekken aan de bevoegde overheidsorganen.

Ombudsman

De ombudsman is een in de Grondwet verankerde, onafhankelijke autoriteit. De instelling ombudsman is tot stand gebracht bij Wet nr. 2477/97, die op 1 oktober 1998 in werking is getreden. Het rechtskader voor het optreden van de ombudsman is neergelegd in Wet nr. 3094/03. De dienstverlening door de ombudsman is kosteloos.

De ombudsman onderzoekt afzonderlijke bestuurlijke besluiten, of gevallen van verzuim om dergelijke besluiten te nemen dan wel tot ander optreden over te gaan, van organen met een openbaredienstverleningstaak, in gevallen waarin die besluiten of dat verzuim een schending oplever(t)(en) van de rechten of de rechtmatige belangen van natuurlijke of rechtspersonen.

Alvorens zich tot de ombudsman te richten, moet de burger eerst contact hebben opgenomen met de betrokken openbare dienst. De burger kan zich pas tot de ombudsman wenden als dat contact niets heeft opgeleverd.

De ombudsman heeft als taak te bemiddelen tussen burgers en openbare diensten met het oog op de bescherming van burgerrechten, de bestrijding van wanbeheer en de verdediging van de rechtsstaat.

Als bemiddelaar geeft de ombudsman advies en doet hij/zij aanbevelingen aan overheidsinstanties. De ombudsman kan geen sancties opleggen of onwettige bestuurlijke besluiten vernietigen.

Hadziyanni Mexi 5
11528 Athene, Griekenland

Gespecialiseerde mensenrechteninstellingen

Ombudsman voor de kinderrechten

De ombudsman (zie hierboven) is ook belast met het onderzoeken van handelingen, of het nalaten daarvan, van overheidsinstanties en particulieren waarbij er sprake is van schending van kinderrechten.

Om deze rechten te beschermen, buigt de ombudsman zich ook over handelingen van particulieren, rechts- of natuurlijke personen die een schending van kinderrechten opleveren.

Organen voor gelijkheid

I. Wet nr. 3304/2005 tot omzetting van de Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 en Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 verleent, waar het gaat om de bevordering van het gelijkheidsbeginsel, officiële bevoegdheden aan de ombudsman, het orgaan voor gelijke behandeling en de arbeidsinspectie (SEPE), waarbij de respectievelijke taken nader worden omschreven.

Meer bepaald:

  1. is de ombudsman verantwoordelijk voor het waarborgen van het gelijkheidsbeginsel wanneer dit beginsel werd geschonden door overheidsinstanties. Met “overheidsinstanties” worden hier de autoriteiten bedoeld die zijn vermeld in artikel 3, lid 1, van Wet nr. 3094/2003 (Grieks staatsblad, reeks I, nr. 10), “Ombudsman en overige bepalingen”;
  2. is het orgaan voor gelijke behandeling verantwoordelijk voor het waarborgen van het gelijkheidsbeginsel wanneer dit beginsel werd geschonden door andere natuurlijke of rechtspersonen dan de hierboven bedoelde natuurlijke of rechtspersonen, met uitzondering van aangelegenheden betreffende werkgelegenheids- en arbeidszaken;
  3. is de arbeidsinspectie (SEPE) in werkgelegenheids- en arbeidszaken verantwoordelijk voor het waarborgen van het gelijkheidsbeginsel wanneer dit beginsel werd geschonden door andere natuurlijke of rechtspersonen dan de in punt 1 bedoelde natuurlijke of rechtspersonen.

II. Bij Wet nr. 3896/2010 (Grieks staatsblad, reeks I, nr. 207, 8.12.2010) betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep – Afstemming van de huidige wetgeving op Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 en andere relevante bepalingen, wordt een absoluut verbod ingevoerd op alle vormen van directe of indirecte discriminatie op grond van geslacht.

Deze wet heeft tot doel het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep toe te passen op het gebied van:

  1. de toegang tot het arbeidsproces, met inbegrip van promotie, en tot beroepsopleiding;
  2. arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van beloning; en
  3. ondernemings- en sectorale regelingen inzake sociale zekerheid, conform het bepaalde in Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad.

De ombudsman is binnen de werkingssfeer van de bovengenoemde wet (artikel 25 van Wet nr. 3896/2010) belast met het toezicht op en de bevordering van de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen.

Gegevensbeschermingsorgaan

Het gegevensbeschermingsorgaan is een onafhankelijke autoriteit die is ingesteld bij Wet nr. 2472/1997, waarbij Richtlijn 95/46/EG werd omgezet.

Het gegevensbeschermingsorgaan is in Griekenland verantwoordelijk voor het waarborgen en handhaven van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, conform het bepaalde in Wet nr. 2472/1997 en Wet nr. 3471/2006.

De belangrijkste doelstelling van het gegevensbeschermingsorgaan is het beschermen van burgers tegen onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens en het verlenen van bijstand aan die burgers wanneer hun privacy op enigerlei wijze is geschonden.

Daarnaast heeft het gegevensbeschermingsorgaan tot taak gegevensverwerkers te ondersteunen en te begeleiden bij het vervullen van hun wettelijke verplichtingen, gelet op de behoefte aan nieuwe, moderne diensten in Griekenland en de invoering van nieuwe digitale communicatie en netwerken.

Het gegevensbeschermingsorgaan verricht, ambtshalve of naar aanleiding van een klacht, administratieve onderzoeken betreffende gegevens die zijn opgeslagen door zowel de publieke als de private sector. Deze onderzoeken worden uitgevoerd door medewerkers van de auditafdeling, die bij omvangrijkere zaken worden bijgestaan door leden van het orgaan. Als speciale onderzoekers hebben deze controleurs toegang tot alle archieven; tegen hen kan geen geheimhoudingsverplichting worden aangevoerd.

Bij de onderzoeken wordt onder meer nagegaan of de onderzochte instellingen voldoen aan de eisen van Wet nr. 2472/97 en Wet nr. 3471/2006 (inzake kennisgeving, informatie, andere verplichtingen, voor zover van toepassing, en bewijs). Vervolgens wordt het IT-systeem onderzocht, met inbegrip van de basiskenmerken van het systeem, de aard van de gegevens en de mate van beveiliging die wordt geboden door de organisatorische en technische gegevensbeschermingsmaatregelen die zijn getroffen door de gegevensverwerker, zoals bepaald in de artikelen 6 en 10 van Wet nr. 2472/1997. De conclusies van het onderzoek worden gepresenteerd in een verslag, dat wordt ingediend bij het gegevensbeschermingsorgaan.

Het gegevensbeschermingsorgaan verricht tevens een onafhankelijke evaluatie van het nationale deel van het Schengeninformatiesysteem krachtens artikel 114, lid 1, van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen (Wet nr. 2514/1997, Grieks staatsblad, reeks I, nr. 140). Het gegevensbeschermingsorgaan fungeert tevens als nationale toezichthoudende autoriteit in de zin van artikel 23 van de EUROPOL-overeenkomst (Wet nr. 2605/1998, Grieks staatsblad, reeks I, nr. 88) en als nationaal toezichthoudende autoriteit in de zin van artikel 17 van de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied (Wet nr. 2706/1999, Grieks staatsblad, reeks I, nr. 77), en is voorts verantwoordelijk voor de uitvoering van verplichtingen die voortvloeien uit internationale overeenkomsten.

Het gegevensbeschermingsorgaan onderzoekt klachten en vragen met betrekking tot de juridische handhaving en de bescherming van de rechten van verzoekers wanneer die rechten in het kader van gegevensverwerking werden geschonden en neemt besluiten over deze kwesties. Het orgaan legt ook administratieve sancties op aan gegevensverwerkers of aan hun eventuele vertegenwoordigers in geval van niet-nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van Wet nr. 2472/97 of andere regelingen betreffende de bescherming van particulieren in verband met de verwerking van persoonsgegevens. Tot slot kan het gegevensbeschermingsorgaan bij de bevoegde bestuurlijke en gerechtelijke autoriteiten melding maken van inbreuken op de gegevensbeschermingswetgeving.

Κifissias 1-3
11523 Athene, Griekenland

Nuttige links

Nationale mensenrechtencommissie

Gegevensbeschermingsorgaan

Griekse ombudsman

Laatste update: 12/03/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.