Soorten juridische beroepen

Frankreich

U vindt hier een overzicht van de verschillende juridische beroepen.

Inhalt bereitgestellt von
Frankreich

Rechters

Organisatie

Er zijn twee soorten beroepsmagistraten, namelijk de zittende en de staande magistratuur. Rechters worden vaak aangeduid als „zittende magistratuur”, terwijl het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door de „staande magistratuur”.

De zittende magistraten doen uitspraak in geschillen die hun zijn voorgelegd, de staande magistraten vertegenwoordigen de samenleving en zien toe op naleving van de wet. De status van vrederechter wordt geregeld bij besluit nr. 58-1270 van 22 december 1958 tot vaststelling van een organieke wet inzake de status van de rechterlijke macht. Op grond van artikel 1 van deze ordonnantie kunnen rechters in verschillende stadia van hun loopbaan worden benoemd als rechtsprekende rechter of als lid van het openbaar ministerie. het beginsel van eenheid van de rechterlijke macht (artikel 1) is opnieuw bevestigd door de Constitutionele Raad, met name in zijn besluit van 11 augustus 1993. De magistraten zijn lid van de gerechtelijke instantie die de individuele vrijheden door toepassing van artikel 66 van de Grondwet bewaakt. Niettemin verschilt hun status in meerdere opzichten. De zittende magistraten vallen niet onder de hiërarchie van een hogere autoriteit en kunnen niet gedwongen worden een andere aanstelling te aanvaarden. Bovendien zijn de voorwaarden voor hun benoeming verschillend, aangezien de rechters van de zetel worden benoemd op basis van de instemming van de Hoge Raad voor de magistratuur, de rechters van de zetel van het Hof van Cassatie, de eerste presidenten van het hof van beroep en de presidenten van de rechterlijke instanties, die uiteindelijk tuchtrechtelijke bevoegdheden uitoefenen ten aanzien van alle magistraten in de zetel. De staande magistraten worden benoemd op gewoon advies van de hoge raad voor de magistratuur, terwijl de minister van Justitie de voordrachten voor alle benoemingen doet en het tuchtrechtelijke toezicht op deze magistraten uitoefent.

De meeste magistraten worden via een vergelijkend examen geworven. Om te slagen voor het „eerste vergelijkend onderzoek”, dat openstaat voor studenten, moeten de kandidaten in het bezit zijn van een diploma ter afsluiting van een opleiding van ten minste vier jaar na het baccalaureaat (= master). Geslaagde kandidaten worden benoemd tot rechter-stagiair (auditeurs de justice) en krijgen dan allemaal dezelfde opleiding, die wordt gegeven door het Franse nationale rechtscollege (École nationale de la magistrature — ENM). Er zijn ook mogelijkheden om rechtstreeks toe te treden tot de rechterlijke macht. Na hun opleiding aan de nationale school voor de magistratuur worden de gerechtsauditeurs bij decreet verbonden aan een rechtbank.

De hoofden van een rechtbank (president en procureur van de Republiek) en van een hof (eerste president en procureur-generaal) verrichten niet alleen gerechtelijke maar ook administratieve taken (bv. indeling van de rechtszittingen).

Op 1 januari 9126 waren er 2023 actieve magistraten, waarvan 8524 verbonden aan een rechtbank.

De hoge raad voor de magistratuur

Artikel 65 van de grondwet voorziet in de Hoge Raad voor de rechtspraak (Conseil supérieur de la magistrature — CSM). Dit artikel is gewijzigd bij de constitutionele wet van 23 juli 2008, met als gevolg dat samenstelling en bevoegdheden (wat betreft benoemingen) van deze raad zijn veranderd en dat zaken aan hem kunnen worden voorgelegd. De president van de Republiek is niet langer lid van de hoge raad voor de magistratuur.

De formatie die bevoegd is ten aanzien van de zittende magistratuur, wordt voorgezeten door de eerste president van het hof van cassatie. Daarnaast bestaat zij uit vijf zittende magistraten en één staande magistraat, een lid van de raad van state (Conseil d’État) die door deze raad zelf is aangewezen, een advocaat en zes gekwalificeerde personen die geen deel uitmaken van de wetgevende macht, de rechterlijke macht en de uitvoerende macht. De president van de Republiek, de voorzitter van de Franse Nationale Vergadering en de voorzitter van de Franse Senaat wijzen elk twee gekwalificeerde personen aan.

De formatie die bevoegd is ten aanzien van de staande magistratuur, wordt voorgezeten door de procureur-generaal bij het hof van cassatie. Daarnaast bestaat zij uit vijf staande magistraten en één zittende magistraat, alsmede het/de eerder genoemde lid van de raad van state, advocaat en zes gekwalificeerde personen.

De formatie van de hoge raad voor de magistratuur die bevoegd is ten aanzien van de zittende magistratuur, doet voorstellen voor benoemingen van zittende magistraten bij het hof van cassatie, van de eerste president van een hof van beroep en van de president van een arrondissementsrechtbank (tribunal de grande instance). De overige zittende magistraten worden op basis van haar eensluidend advies benoemd.

Deze afdeling fungeert als tuchtraad voor rechters. In die hoedanigheid omvat het de rechtsprekende rechter die zitting heeft in de afdeling van de Raad die bevoegd is voor de advocatenkantoren van de staat.

De afdeling van de Raad die bevoegd is voor de advocatenkantoren van de staatsraadsman, geeft advies over de benoeming van deze ambtenaren. Het brengt ook advies uit over tuchtmaatregelen ten aanzien van ambtenaren. In dit geval bestaat deze formatie uit de in artikel 65, derde alinea, genoemde leden en de staande magistraat die deel uitmaakt van de formatie die bevoegd is ten aanzien van de zittende magistratuur.

Het Openbaar Ministerie

Organisatie

De advocatsambtenaren van het openbaarministerie moeten handelen in het belang van de samenleving, dat zij vertegenwoordigen bij de toepassing van de wet.

Met uitzondering van het openbaar ministerie van het Hof van Cassatie, dat een afzonderlijke plaats heeft, is het openbaar ministerie in Frankrijk een hiërarchische piramide „onder het gezag van de minister van Justitie van de Seals”. Zo wordt in artikel 30 van het wetboek van strafvordering (Code de procédure pénale) bepaald dat de minister van Justitie vorm geeft aan het beleid van de regering inzake strafvordering. Hij ziet erop toe dat het op het gehele grondgebied van de [Franse] Republiek consequent wordt toegepast. Hiertoe geeft hij de magistraten van het openbaar ministerie algemene instructies omtrent strafvordering.

Bij elke rechterlijke instantie leidt de officier van justitie een openbaar ministerie, bestaande uit meerdere magistraten, die ondergeschikt zijn aan hen. Hij verdeelt de taken en diensten binnen zijn parket tussen de plaatsvervangend procureurs, de viceprocureurs en de substituten. De officier van justitie handelt zelf onder toezicht en leiding van de procureur-generaal.

Behalve hiërarchisch van structuur is het parket ondeelbaar: de substituut heeft geen toestemming van zijn leidinggevende nodig om te handelen en alles wat hij doet, is bindend voor het gehele parket.

Rol en functies

Het parket heeft voornamelijk strafrechtelijke bevoegdheden. Het leidt de onderzoeken en neemt alle nodige stappen om strafbare feiten te vervolgen of ziet erop toe dat die stappen worden genomen. Zij beoordeelt ook de maatregelen die in strafzaken moeten worden genomen op basis van het beginsel van de opportuniteit van vervolging (bv.: inleiding van een gerechtelijk onderzoek, verwijzing naar een rechtbank of ontslag). Het treedt altijd op tijdens rechtszittingen en levert daar de vrije mondelinge bijdrage (over de feiten, de persoonlijkheid van de aangeklaagde en de straf) die het nodig acht met het oog op een goede rechtsgang. Bovendien is het parket belast met de uitvoering van de straffen.

Het is ook verantwoordelijk voor de bescherming van minderjarigen in gevaar en heeft bepaalde civiele bevoegdheden, zoals de status van personen (bv.: wijziging van de burgerlijke staat van een persoon), administratief (bv. in het geval van drankgelegenheden, tijdschriften, huiswerving enz.) en bedrijfsruimten (bv.: in het geval van een collectieve procedure).

De rol en taken van de zittende magistratuur (rechters) worden uitgebreid beschreven op de pagina over de gewone rechtbanken.

Lekenrechters (juges non professionnel)

Tijdelijke magistraten

Om de rechtspleging dichter bij de burger te brengen, kan een persoon uit het maatschappelijk middenveld worden aangeworven als tijdelijk werkende rechter (MTT) om tijdelijk deel te nemen aan de werking van de gerechtelijke instelling overeenkomstig de artikelen 41-10 en volgende van besluit nr. 58-1270 van 22 december 1958 tot vaststelling van een organieke wet inzake de status van de rechterlijke macht, zoals gewijzigd.

Deze functie als tijdelijk magistraat heeft als bijzonder kenmerk dat de uitoefening van de taken van rechter voor geschillen en bescherming, politie of rechter die verantwoordelijk is voor de validering van strafrechtelijke samenstellingen, en/of beoordelaar in collegiale formaties van de rechterlijke instanties, in de rechtbanken voor assisaties en in strafrechtbanken in districtsrechtbanken op tijdelijke basis, en in het kader van een beroepsactiviteit die verenigbaar is met de rechtsprekende functie, mogelijk is.

Organieke wet nr. 2016-1090 van 8 augustus 2016, die op 1 juli 2017 in werking is getreden, heeft de statuten van de lokale rechter en MTT samengevoegd.

De werving van deze leken-deeltijdrechters vindt doorlopend plaats op basis van dossiers.

Voorwaarden om de functie van leken-deeltijdrechter te kunnen uitoefenen

Onderdaan zijn van de Franse nationaliteit, tussen 35 en 75 jaar oud zijn, volledige burgerrechten genieten, goede zeden hebben, hebben voldaan aan de eisen van de nationale dienstencode en lichamelijk geschikt zijn om de taken uit te voeren met het oog op de mogelijkheid om de handicap te compenseren.

Voorts moet de kandidaat voldoen aan een van de volgende voorwaarden:

  • in het bezit zijn van een diploma ter afsluiting van een opleiding van ten minste vier jaar na het baccalaureaat (of een titel die ten minste gelijkwaardig is erkend) en beschikken over ten minste zeven (7) jaar beroepservaring, die met name voor de uitoefening van gerechtelijke taken vereist is;
  • wees directeur van de diensten van de gerechtelijke griffie en levert het bewijs van zeven (7) dienstjaren in dit corps.
  • een ambtenaar van de rang A van het ministerie van Justitie zijn en ten minste 7 jaar daadwerkelijk in dienst zijn in die hoedanigheid;
  • een wettelijk gereguleerd of over een beschermde titel beschikkend juridisch of gerechtelijk vrij beroep uitoefenen of uitgeoefend hebben, en aantoonbaar beschikken over ten minste vijf (5) jaar beroepservaring.

Status van tijdelijk benoemde lekenrechters

De afdeling van de hoge raad voor de rechtspraak, die bevoegd is voor rechtsprekende rechters, geeft advies over de door de minister van Justitie voorgestelde kandidaten.

Tijdelijk benoemde lekenrechters, die bij besluit (décret) van de president van de Republiek worden benoemd, zijn onderworpen aan de regels voor loopbaanrechters.

Hij wordt benoemd voor een termijn van 5 jaar, die eenmaal kan worden verlengd, en mag zijn functie pas na de leeftijd van 75 jaar uitoefenen.

De leken-deeltijdrechter kan, naast zijn rechterlijk ambt, een beroepsactiviteit uitoefenen, onder voorbehoud van de in het sollicitatiedossier genoemde gevallen van onverenigbaarheid.

Opleiding van de leken-deeltijdrechter

Het MTT volgt een theoretische opleiding van 10 dagen aan de Nationale School voor de rechterlijke macht.

Naar keuze van de Hoge Raad voor de Magistratuur is de betrokkene onderworpen aan een proeftijd van 40 tot 80 dagen binnen een periode van 6 maanden voor het gerecht of aan een opleiding van 40 dagen voor de rechtbank, waaruit zij in zeer uitzonderlijke gevallen kan worden gegeven of waarvan de duur kan worden verkort in het licht van de beroepservaring van de kandidaat.

Vergoeding voor tijdelijke magistraten

De leken-deeltijdrechter wordt beloond naar geleverde dienst en vacatie.

Het vacaturepercentage per eenheid bedraagt 111,02 EUR bruto (verwijzing naar de waarde van het ambtenarenindexpunt op 01/08/2022) en het aantal vakanties mag niet meer bedragen dan 300 per jaar.

De verdeling van het aantal betaalde vakantietarieven op basis van de door de vrederechters op tijdelijke basis uitgeoefende taken is vastgesteld bij het besluit van 28 juni 2017, zoals gewijzigd.

Het MTT ontvangt geen reiskosten tussen zijn gezinswoning en de arbeidsrechtbank.

Honoraire advocaten die gerechtelijke functies uitoefenen (AHFJ)

Honoraire advocaten kunnen worden aangesteld om rechtsprekende functies uit te oefenen als beoordelaar in de strafrechtbanken van de provincie.

Deze mogelijkheid maakt deel uit van een experiment dat voor een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari 2023, is uitgevoerd in het arrondissement van 20 strafrechtbanken.

Voorwaarden om honorair jurist te worden

Om deze functie te kunnen vervullen, moet hij de Franse nationaliteit hebben, jonger zijn dan 75 jaar, over alle rechten als staatsburger beschikken en van goed gedrag zijn, en moet hij in Bulletin nr. 2 van het strafregister niet worden vermeld. Bewijs dat hij de door de raad van de orde van advocaten verleende titel van honorair advocaat heeft verkregen en gedurende ten minste vijf jaar niet als advocaat werkzaam is geweest in het rechtsgebied van het hof van beroep waaraan hij is toegewezen.

Een honorair advocaat mag naast de uitoefening van de functie van beoordelaar een beroepsactiviteit uitoefenen, mits deze activiteit de waardigheid van zijn functie en zijn onafhankelijkheid niet in het gedrang brengt.

Het is evenwel niet toegestaan;

  • alle handelingen van een vrij juridisch en rechterlijk beroep verrichten die aan een wettelijke status onderworpen zijn of waarvan de titel beschermd is;
  • werknemer zijn van een lid van een dergelijk beroep
  • de taak van rechter, arbitrage, deskundigheid, verzoening of bemiddeling uit te voeren binnen het rechtsgebied van het hof van beroep waaraan u bent toegewezen.

Bovendien is de uitoefening van de functie van honorair advocaat die rechtsprekende functies uitoefent, eveneens onverenigbaar met de uitoefening van de volgende functies: Lid van de regering, de Constitutionele Raad of de Hoge Raad voor de Magistratuur; Lid van de Raad van State of de Rekenkamer, magistraat van administratieve rechtbanken; Secretaris-generaal van de regering of van een ministerie, directeur van de centrale administratie, lid van de prefectuur (artikel 3 IV van de organieke wet van 22 december 2021 betreffende het vertrouwen in de gerechtelijke instelling)

Hoedanigheid van honorair advocaat in de rechtsprekende functie

De afdeling van de hoge raad voor de rechtspraak, die bevoegd is voor rechtsprekende rechters, geeft advies over de door de minister van Justitie voorgestelde kandidaten.

De AHFJ wordt bij decreet van de president van de Republiek benoemd voor de duur van het experiment met een leeftijdsgrens van 75 jaar.

Opleiding van honorair jurist die rechtsprekende functies uitoefent

Vóór zijn indiensttreding wordt de AHFJ onderworpen aan een verplichte opleiding van twee dagen, die wordt georganiseerd door de Nationale School voor de rechterlijke macht.

De vergoeding van de honorair advocaat die rechtsprekende functies uitoefent

Hij ontvangt een forfaitaire vergoeding op het tijdstip van de vakantie. De vakantievergoeding is gelijk aan drie eenheidstarieven per publiek.

Het vacaturepercentage per eenheid bedraagt 111,02 EUR bruto (verwijzing naar de waarde van het ambtenarenindexpunt op 01/08/2022) en het aantal vakanties mag niet meer bedragen dan 300 per jaar.

Honoraire magistraten die gerechtelijke functies uitoefenen (MHFJ)

De honorair magistraat die rechterlijke functies uitoefent, is een magistraat van de rechterlijke macht die aanspraak heeft gemaakt op zijn pensioenrechten en zijn werkzaamheden wenst voort te zetten door zijn ervaring en deskundigheid ter beschikking te stellen van het ministerie van Justitie.

Organieke wet nr. 2016-1090 van 8 augustus 2016 betreffende de wettelijke waarborgen, de ethische verplichtingen en de aanwerving van rechters en de Hoge Raad voor de rechtspraak heeft de artikelen 41-25 e.v. van besluit nr. 58-1270 van 22 december 1958 betreffende het statuut van de rechterlijke macht ingevoerd, dat voorziet in de aanwerving van honorair magistraten voor de uitoefening van rechterlijke functies (MHFJ).

Functies.

Aangezien organieke wet nr. 2021-1729 van 22 december 2021 betreffende het vertrouwen in de rechterlijke instelling, kan de vrederechter worden benoemd tot MHFJ om, na benoeming van het hoofd van de rechtbank, de volgende taken uit te oefenen:

  • De rol vanbeoordelaar in de collegiale formaties van de rechtbanken en hoven van beroep (civiele en strafrechtelijke procedures). Hij kan dossiers terugsturen naar de hoorzitting;
  • De rol van rechter in beschermingsgeschillen;
  • De taken van een rechter van de politierechtbank;
  • De taken van een rechter die belast is met de validering van strafrechtelijke samenstellingen;
  • een beperkt deel van de materiële bevoegdheden uit te oefenen die bij verordening aan plaatselijke kamers kunnen worden gedelegeerd;
  • De functie van plaatsvervangend openbaar aanklager bij de rechterlijke rechtbanken of van adjunct-procureur-generaal bij de hoven van beroep.

Sinds 1 januari 2019 kanhij door de eerste president van het hof van beroep worden benoemd als voorzitter van het panel dat uitspraak doet in sociale geschillen van de rechtbanken en hoven van beroep die specifiek zijn aangewezen om kennis te nemen van dat geschil.

Sinds 1 juni2019 kan hij ook door de eerste president van de Court of Appeal worden benoemd als beoordelaar tijdens de zitting, maar ook bij de strafrechter, in het kader van een experiment tot 2022.

Elke magistraat die jonger is dan 72 jaar kan zich kandidaat stellen voor het ambt van MHFJ.

De aanwerving van HFJ’s vindt in dossier plaats tegen twee bewegingen per jaar.

De rechtsplegers onderzoeken de zaak en voeren een gesprek met de kandidaat. Vervolgens zenden zij hun met redenen omkleed verslag toe aan de directie van de gerechtelijke dienst.

Het directoraat Juridische Diensten — Subdirectoraat Personeelszaken van de rechterlijke macht — onderzoekt het verzoek alvorens het voordrachtvoorstel voor advies aan de Hoge Raad voor de magistratuur toe te zenden.

Na een gunstig of goedgekeurd advies wordt de MFHJ benoemd bij decreet van de president van de Republiek. De ambtstermijn, voor een periode van maximaal 5 jaar, kan niet worden verlengd en eindigt in elk geval op de dag vóór de 72-jarige verjaardag van de honorair magistraat.

De ambtstermijn kan ook eindigen op verzoek van de honorair magistraat (ontslag) of indien hem een sanctie is opgelegd (artikel 41-30 van de ordonnantie).

Honorair magistraten die niet-gerechtelijke functies uitoefenen (MHFNJ)

Organieke wet nr. 2016-1090 van 8 augustus 2016 betreffende de wettelijke waarborgen, de ethische verplichtingen en de aanwerving van rechters en de Hoge Raad voor de rechtspraak heeft de artikelen 41-25 e.v. van besluit nr. 58-1270 van 22 december 1958 betreffende de status van de rechterlijke macht ingevoerd, waarbij de uitoefening van rechterlijke functies en de niet-gerechtelijke activiteiten van honorair magistraten worden geregeld.

De ordonnantie van 22 december 958 voorziet in artikel 41-32 in de mogelijkheid voor een honorair magistraat om niet-gerechtelijke activiteiten van administratieve aard te verrichten of om bij te dragen aan de beslissing.

Het doel is altijd om gepensioneerde honorair magistraten die het ambt van rechter willen blijven bekleden, in staat te stellen hun kennis en ervaring ter beschikking te stellen van de rechter, administratieve activiteiten uit te voeren of bijstand te verlenen bij de besluitvorming.

De betrokkenen zijn magistraten van de rechterlijke macht in de zin van artikel 1van voornoemde beschikking, die met pensioen zijn, jonger dan 75 jaar zijn, recht hebben op de honoraire taak en bereid zijn het ambt van rechter te blijven bekleden.

Hun taken mogen uitsluitend betrekking hebben op activiteiten van administratieve aard of bijstand bij de besluitvorming.

Op de hoofdzetel kunnen de missies het volgende omvatten:

  • analyse en synthese van dossiers, onderzoek naar jurisprudentie en uitvoering van juridische studies;
  • helpen bij de follow-up van de voorbereiding van complexe civiele zaken;
  • bijstand verlenen aan de coördinerende magistraten of afdelingshoofd;
  • voorbereiding van de behandeling van verzoeken van gerechtelijke deskundigen;
  • reorganisatie van diensten, assisteren van rechtbankhoofden bij niet-gerechtelijke taken, deelnemen aan communicatie- of coördinatieactiviteiten;
  • nieuwe magistraten op te leiden in het kader van door de rechtbank georganiseerde opleidingen.

Bij het openbaar ministerie kunnen de taken als volgt zijn:

  • zorgen voor juridisch toezicht in het strafrecht en de strafprocedure
  • statistisch toezicht op de werkzaamheden van het openbaar ministerie
  • deelnemen aan de organisatie van het strafrechtelijk beleid van het hoofd van de rechtbank
  • het opstellen van analysebladen over straf- of misdaaddossiers (samenvatting van de notulen);
  • bijstand verlenen aan het openbaar ministerie dat verantwoordelijk is voor de vertegenwoordigers van het openbaar ministerie;
  • co-hoorzitting voorbereiden.

De honorair magistraat die niet-gerechtelijke activiteiten verricht, kan niet rechtstreeks deelnemen aan de realtimeafhandeling van de procedures.

Leden van de arbeidsrechtbanken

De in 1806 in het leven geroepen arbeidsrechtbank is een rechtbank van het eerste niveau die gespecialiseerd is in de oplossing van individuele geschillen die zich in het kader van een arbeids- of leerovereenkomst voordoen tussen werknemers/leerlingen en hun werkgevers. Arbeidsrechters komen uit de arbeidswereld.

Dit instituut vindt zijn oorsprong in de idee dat het, gezien de specifieke en complexe aard van arbeidsverhoudingen, nodig is die te laten beoordelen door een rechter die bewezen ervaring heeft met deze verhoudingen, aan zowel werknemers- als werkgeverszijde.

Arbeidsrechtbanken zijn dan ook van nature paritaire rechtbanken. De rechters die deze rechtbanken vormen, zijn verdeeld over twee colleges (werknemers en werkgevers) en vijf sectoren (industrie, handel, landbouw, diverse activiteiten en kader).

De instelling Prud’homale heeft 14 512 lokale zetels van adviseurs voor mannen, op basis van 211 districtsraden (203 in grootstedelijk Frankrijk, ten minste één per departement en 8 in overzeese departementen en gemeenschappen, waaronder de op 1 januari 2022 opgerichte CPH van Mamoudzou). Het Tribunal prud’homale behandelt ongeveer 100 000 zaken per jaar.

Hun voornaamste taak bestaat erin de partijen te verzoenen en, bij gebreke daarvan, uitspraak te doen over de geschillen tussen hen.

Op 1januari 2023:

12 960 mannelijke raadslieden in functie: 6 404 vrouwen en 6 556 mannen

6 785 adviseur voor mannen in loondienst

6 175 raadsman van mannelijke werkgevers

Benoemingsprocedure

Sinds de hervorming die voortvloeit uit het besluit van 31 maart 2016 en het decreet van 11 oktober 2016, zijn de adviseurs van de Prud’hommes op voordracht van de vakbonden en beroepsorganisaties, afhankelijk van de omvang van de vakbond en het publiek van de werkgever, benoemd voor een ambtstermijn van 4 jaar.

Het mandaat van voorzichtige mannelijke adviseurs:

Op verzoek van het ministerie van Arbeid (DGT) werd de huidige ambtstermijn van 4 jaar van voorzichtige mannelijke adviseurs verlengd tot 5 jaar tot en met 31 december 2022, zodat laatstgenoemden de representativiteit in VSE’s (zeer kleine ondernemingen) kunnen meten. In ruil daarvoor wordt het huidige mandaat teruggebracht van één jaar tot 3 jaar (2023-2025).

Deze aanwijzingsprocedure bestaat uit 2 fasen:

Verdeling van de zetels tussen vakbonden en werkgeversorganisaties om de 4 jaar. Deze fase valt onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het ministerie van Arbeid en het ministerie van Justitie.

— Indiening van en toezicht op sollicitaties voor de functie van menselijk voorzichtig adviseur door het ministerie van Justitie, waarvan het resultaat de benoeming van voorzichtige huisrechters is.

Deze fase mondt uit in de publicatie van een decreet tot benoeming van de twee ministers in de functies van voorzichtige mannelijke adviseurs.

Extra benoemingen (één tot twee per jaar) worden verricht door het directoraat juridische diensten om de vacante zetels te vervullen en de adviseurs te vervangen die hun ambtstermijn beëindigen.

Hun opleiding

Bij de wet van 6 augustus 2015 inzake groei, activiteit en gelijke economische kansen is een basisopleiding voor voorzichtige mannelijke adviseurs ingevoerd. De opleiding is nu als volgt onderverdeeld:

Een initiële opleiding van 5 dagen, gefinancierd door het ministerie van Justitie. Het wordt uitgevoerd door de N.M. en bestaat uit twee fasen: 3 dagen afstandsonderwijs, gevolgd door 2 opeenvolgende dagen persoonlijke opleiding per groep.

Een dergelijke opleiding is verplicht, op straffe van ontslag, voor leden die nooit een mandaat hebben vervuld. Hiervoor geldt een termijn van 15 maanden. Sinds de oprichting ervan zijn bijna 10 000 adviseurs aan de nieuwe basisopleidingseis onderworpen en minder dan 2 % van de nieuwe adviseurs voldoet niet aan deze verplichting en wordt geacht te zijn afgetreden door de eerste president van het Hof van beroep, die vooraf door het directoraat voor justitiële diensten is geïnformeerd.

Permanente opleiding van 6 weken per mandaat. Het is niet verplicht, maar wordt momenteel verstrekt door vakbonden, werkgeversorganisaties en arbeidsbureaus die zijn geaccrediteerd en gefinancierd door het directoraat-generaal Arbeid. Decreet nr. 2021-562 van 6 mei 2021 bepaalt dat adviseurs hun bij- en nascholing kunnen aanvangen, ook al zijn zij nog niet begonnen met hun initiële opleiding.

Hun ethiek en discipline

Om de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit van voorzichtige mannelijke adviseurs te versterken, heeft de wet van 6 augustus 2015 de regels inzake beroepsethiek en -discipline voor voorzichtige mannelijke adviseurs hervormd en een definitie van de ethische verplichtingen van de CPH ingevoerd, die is vertaald in een gids voor ethiek die is ontwikkeld in het kader van de Conseil supérieur de la prud’homie (Conseil supérieur de la prud’homie), die op 7 augustus 2018 is uitgevaardigd na de vaststelling ervan door de Conseil supérieur de la prud’homie (Conseil supérieur de la prud’homie).

Naar aanleiding van de wet van 6 augustus 2015 heeft het decreet van 28 december 2016 de tuchtprocedure voor voorzichtige mannelijke adviseurs hervormd. Er is een nationale tuchtcommissie van Prud Men Advisers (CNDCPH) opgericht.

Hun status

Professionele adviseurs vallen onder decreet nr. 2015-1869 van 30 december 2015 betreffende de aansluiting bij het algemene stelsel van sociale zekerheid voor personen die incidenteel deelnemen aan overheidstaken. Zij ontvangen een vergoeding voor de uitoefening van hun taken.

Bovendien genieten in actieve dienst werkzame adviseurs de beschermde status van werknemer, door hun ontslag zonder voorafgaande toestemming van de arbeidsinspectie en toestemming voor afwezigheid tijdens hun werktijd te verbieden.

Omdat die afwezigheid wordt gelijkgesteld met normale werktijd, worden de uren in kwestie door de werkgever doorbetaald en vallen zij onder de sociale bescherming. De uren die onder werktijd aan de activiteiten als arbeidsrechter worden besteed, brengen dan ook geen enkel verlies van loon of aan de baan verbonden voordeel met zich mee. Het loon wordt door de staat aan de werkgever terugbetaald.

Voor arbeidsrechters van werkgeverszijde en arbeidsrechters van werknemerszijde die niet onder de hierboven beschreven categorie vallen (werkzoekenden, gepensioneerden, arbeidsrechters die een activiteit in dit verband verrichten buiten hun werktijd om) geldt een regeling voor een vergoeding per uur waarvan de hoogte bij decreet is bepaald.

Ook hun reiskosten kunnen voor vergoeding in aanmerking komen.

Rechters van de handelsrechtbanken

De handelsrechtspleging op 1e niveau bestaat uit 134 handelsrechtbanken in het Franse moederland, met uitzondering van de Alsace-Moselle (waar de procedure bij uitzondering onder de bevoegdheid van een kamer van de rechterlijke instantie valt, met een aantal van 7 rechtbanken met handelskamers in de jurisdictie van het hof van beroep van Colmar en Metz) en de 9 gemengde handelsrechtbanken in de overzeese gebieden.

Handelsrechtbanken zijn verantwoordelijk voor:

  • geschillen over verbintenissen tussen handelaren, ambachtslieden, kredietinstellingen, financieringsmaatschappijen of tussen hen onderling;
  • die welke betrekking hebben op handelsvennootschappen;
  • de handelsakten tussen alle personen.

Handelsrechtbanken bestaan uit rechters uit het maatschappelijk middenveld, die door hun collega’s worden gekozen, en een register dat wordt verzorgd door een griffier van een handelsrechtbank met een openbaar en ministerieel kantoor.

De rechters van deze rechtbanken, ook wel consulaire rechters genoemd, zijn handelaren of vertegenwoordigers van handelsvennootschappen die zijn ingeschreven in het handels- en handelsregister en ambachtslieden die in het handelsregister zijn ingeschreven. Zij zijn afkomstig uit alle sectoren, ongeacht de omvang van de onderneming (personen, kleine en middelgrote ondernemingen, kleine en middelgrote ondernemingen of groepen).

De leden van de handelsrechtbank vervullen hun taken op vrijwillige basis.

Op 1januari 2023 waren er 3343 consulaire rechters op een totaal van 3 513 zetels.

Hun verkiezing

Bij wet PACTE nr. 2019-486 van 22 mei 2019 is de verkiezing van rechters van handelsrechtbanken hervormd.

Zij heeft artikel 94 van de wet van 18 november 2016 betreffende de modernisering van justitie in de 21e eeuw, dat voorzag in de integratie van ambachtslieden in het kiescollege van consulaire rechters, doeltreffend toegepast. Het uitvoeringsdecreet is op 12 februari 2021 bekendgemaakt (decreet nr. 2021-144 van 11 februari 2021).

De hervorming van de verkiezingen werd aangevuld met wetten nr. 2021-1317 van 11 oktober 2021 en nr. 2022-1348 van 31 oktober 2022, met name door de autonome kiesgerechtigdheid van de leidinggevenden voor de verkiezingen te herstellen.

Sinds 1 januari 2022, de datum van inwerkingtreding van de bepalingen inzake consulaire rechters van de wet van 22 mei 2019 betreffende de groei en de transformatie van ondernemingen (PACTE), worden de rechters van de handelsrechtbanken gekozen door een college bestaande uit rechters en voormalige consulaire rechters en verkozen leden van de kamers van koophandel en industrie en de kamers van koophandel en ambachten die onder de bevoegdheid van de rechtbank vallen (artikel L.723-1 van het wetboek van koophandel).

De samenstelling van het kiescollege wordt vastgesteld in de eerste twee maanden van het jaar volgend op de verkiezing van de leden van de kamers van koophandel en industrie en de kamers van ambachten en ambacht, en wordt jaarlijks uiterlijk op 15 juli geactualiseerd.

De jaarlijkse verkiezingen vinden elk jaar plaats, in de eerste helft van oktober, in alle rechtbanken waar er zetels moeten worden vervuld.

De prefecturen van de kanselarij zijn verantwoordelijk voor de verkiezingen. Daartoe wordt een praktische gids opgesteld die jaarlijks door de directie van de justitiële diensten aan hen wordt toegezonden;

De uitoefening van hun mandaat

Het aantal bevelen in dezelfde rechtbank is beperkt tot 5 en de leeftijdsgrens is vastgesteld op 75 jaar.

De eerste ambtstermijn van een rechter van de handelsrechtbank bedraagt twee jaar (L. 722-6 van het wetboek van koophandel). De volgende ambtstermijnen zijn vier jaar, voor dezelfde rechtbank of voor een andere handelsrechtbank (L. 722-6 van het wetboek van koophandel). Deze voorwaarde wordt beoordeeld op de datum van de verkiezing.

Overeenkomstig het gewijzigde artikel R. 722-7 van het wetboek van koophandel vangt de ambtstermijn van consulaire rechters aan op 1 januari van het kalenderjaar volgend op hun verkiezing en eindigt zij op 31 december van het kalenderjaar volgend op de verkiezing van hun opvolger.

Zij leggen een eed af en hebben op het vlak van beroepsethiek dezelfde verplichtingen als magistraten.

De rechters van de handelsrechtbanken zijn vertegenwoordigd in de nationale raad voor handelsrechtbanken, waarvan het secretariaat wordt verzorgd door het directoraat Juridische Diensten.

Hun initiële en voortgezette opleiding

Sinds 1 november 2018 is een verplichte basisopleiding van 8 dagen verplicht voor nieuw verkozen rechters, die binnen 20 maanden na de verkiezing moeten worden voltooid, op straffe van ontslag.

De beoordelaars van de collegiale opleidingen die bevoegd zijn voor geschillen op het gebied van sociale zekerheid en sociale bijstand

Het wetboek van de rechterlijke organisatie voorziet in de deelname van beoordelaars die zijn benoemd in de in de artikelen L.218-1 en L. 311-16 van het wetboek van gerechtelijke organisatie bedoelde panels.

De beoordelaars van de sociale centra oefenen hun taak uit in het kader van de collegiale formatie van de rechterlijke instantie die is ingesteld bij wet nr. 2016-1547 van 18 november 2016, die thans bevoegd is voor geschillen die tot dusver zijn beslecht door de rechtbanken voor sociale zekerheid (TASS), de rechtbanken voor ongeschiktheidsgeschillen (TCI) en een deel van die van de departementale comités voor sociale bijstand (CDAS). Naast een beroepsmagistraat zijn er twee beoordelaars, één die de werknemers vertegenwoordigt en de andere de werkgevers en de zelfstandigen.

De beoordelaars van de sociale centra beslechten aldus geschillen over de sociale zekerheid en een deel van de geschillen over de toelating tot de sociale bijstand.

De leden van de rechtsprekende formatie nemen deel aan hoorzittingen en beraadslagingen. Aan de andere kant stellen zij geen ontwerpbesluiten op.

Deze beoordelaars worden voor een periode van drie jaar benoemd door de eerste president van het Hof van beroep, na raadpleging van de president van het Gerecht, op basis van een lijst die binnen de bevoegdheid van elke rechterlijke instantie op voordracht van de meest representatieve beroepsorganisaties door de administratieve autoriteit wordt opgesteld.

Per 1 januari 2023 waren er 3 013 beoordelaars aangewezen.

Wet nr. 2016-1547 van 18 november 2016 betreffende de modernisering van justitie in de eenentwintigste eeuw schrijft voor dat nieuw benoemde beoordelaars van de sociale centra van de rechterlijke instanties en de rechtsprekende formatie van de Cour d’appel d’Amiens, die bevoegd is om kennis te nemen van geschillen over de aanrekening van arbeidsongevallen, een initiële eendaagse opleiding moeten volgen die wordt verzorgd door de Ecole Nationale de la Magistrature (nationale school voor de magistratuur). Een beoordelaar die nooit een mandaat heeft vervuld, mag alleen zitting nemen als hij bewijst dat hij de verplichte basisopleiding heeft voltooid.

De beoordelaars ontvangen overeenkomstig artikel R. 218-1 van het Wetboek van de Rechtsorganisatie een gehoorschadevergoeding en een vergoeding voor loon- of loonverlies.

Voordat zij kunnen deelnemen, leggen de beoordelaars de eed af. Zij zijn onderworpen aan de bepalingen van artikel L. 218-5 van het wetboek van gerechtelijke organisatie, dat bepaalt dat „beoordelaars hun taken in volledige onafhankelijkheid, onpartijdigheid, waardigheid en eerlijkheid [vervullen] en zich aldus gedragen dat elke legitieme twijfel dienaangaande is uitgesloten. Zij onthouden zich met name van elke openbare handeling of gedraging die onverenigbaar is met hun taken. Zij zijn gebonden aan het geheim van de procedure.”

Zij kunnen worden afgewezen onder de voorwaarden van hoofdstuk II van titel X van boek 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (artikel R. 218-10).

Beoordelaars bij de jeugdrechtbanken

In het wetboek van de justitiële organisatie is bepaald dat kinderrechtbanken (TPE) worden voorgezeten door een magistraat uit het gerechtelijk apparaat, vergezeld van niet-professionele beoordelaars. Het aantal beoordelaars per rechtbank is evenredig aan het aantal rechters van de kinderen, elk met twee volledige beoordelaars en vier plaatsvervangende beoordelaars.

De kandidaten moeten de Franse nationaliteit hebben, ten minste 30 jaar oud zijn en in welke hoedanigheid dan ook een bijzonder belang hebben bij jongerenkwesties.

De president van de rechterlijke instantie stelt een lijst op van personen die beoordelaars willen worden die blijk hebben gegeven van belangstelling voor kinderaangelegenheden en hun bevoegdheden. Voor elke kandidaat wordt het advies ingewonnen van de bevoegde personen op het gebied (gerechtscoördinerend magistraat, kinderrechter, kinderbeschermingsadviseur, enz.). De lijst wordt vervolgens door het hoofd van de rechtbank doorgestuurd naar de houder van de zegels, die hen aanwijst voor een termijn van vier jaar.

De beoordelaars van de kinderrechtbanken ontvangen een vergoeding voor elke dag van de terechtzitting, waarvan het bedrag is vastgesteld in het wetboek van de rechterlijke organisatie.

Bijzitters van de pachtkamers

Zij worden voor een periode van zes jaar benoemd door de eerste president van het Hof van beroep, na raadpleging van de voorzitter van het Gezamenlijk Gerecht, op basis van een lijst die door de prefect binnen de jurisdictie van elk paritair hof wordt opgesteld op basis van een voordracht van de meest representatieve beroepsorganisaties of, in voorkomend geval, organisaties van plattelandseigenaren.

Bijzitters zijn verpachters die zelf geen pachter zijn en andersom, die eventueel verdeeld zijn over twee secties van een pachtkamer; de ene bestaat uit verpachters en pachters „à ferme”, de andere uit verpachters en pachters in deelpacht.

Kandidaten voor deze functie van bijzitter moeten de Franse nationaliteit bezitten, ten minste 26 jaar oud zijn, hun burgerrechten, burgerschapsrechten en professionele rechten genieten en minstens vijf jaar verpachter of pachter „à ferme” of in deelpacht zijn.

Het team rond de magistraat

Justitiële assistenten

Bij artikel 24 van wet nr. 2016-1547 van 18 november 2016 betreffende de modernisering van justitiein de 21e eeuw is in titel IIvan boek 1 van het wetboek van justitiële organisatie (COJ) een hoofdstuk III bis over juridische assistenten ingevoegd.

Dit is een nieuwe personeelscategorie bij de rechtbanken. Zij worden benoemd tot rechter bij de rechterlijke instanties en de hoven van beroep, alsook bij het Hof van Cassatie, en zij assisteren bij de voorbereidende werkzaamheden van de magistraten.

Hun status

Zij is neergelegd in deze wet, waarbij artikel L.123-4 van het Hof is ingevoerd, en is omgezet in decreet nr. 2017-1618 van 28 november 2017, dat tot doel heeft de wijze van toepassing van voornoemd artikel L.123-4 vast te stellen.

Juridische assistenten zijn arbeidscontractanten van categorie A die op het moment van aanwerving over een hoge juridische kwalificatie moeten beschikken: beschikken over een beroepservaring van één jaar (vóór wet nr. 2021-1729 van 22 december 2021 betreffende het vertrouwen in de gerechtelijke instelling, was de vereiste beroepservaring twee jaar), op voorwaarde dat zij in het bezit zijn van een diploma van een juridische opleiding van ten minste vijf jaar hoger onderwijs na het baccalaureaat; of zonder beroepservaring als zij houder zijn van een doctoraat in de rechten. Zij leggen de eed af voordat zij in functie treden.

Artikel L. 123-4 van het Hof van Justitie voorziet in hun aanwerving voor een periode van drie jaar, die eenmaal kan worden verlengd.

Bovendien hebben deze advocaten, zodra zij recht hebben op een anciënniteit van 3 jaar, op grond van artikel 5 van organieke wet nr. 2016-1090 van 8 augustus 2016 inzake de hervorming van het statuut van de rechterlijke macht het recht om hun integratie in de rechterlijke macht aan te vragen.

Hun verantwoordelijkheden

Juridische assistenten dragen via hun deskundigheid bij aan de analyse van technische of complexe dossiers die hun door magistraten in strafzaken en burgerlijke zaken worden voorgelegd. Zij stellen hen dus in staat zich op hun kantoor te heroriënteren: besluitvorming en sturing van de procedure. Daartoe zijn de juridische assistenten gebonden aan de geheimhoudingsplicht en kunnen zij toegang hebben tot de proceduredossiers voor de vervulling van de hun toevertrouwde taken.

Hun beroepservaring op juridisch gebied is een belangrijke troef, hetzij als advocaat, hetzij als advocaat, voor een goede rechtsbedeling.

Per 1 januari 2023 worden 935 juridische assistenten beheerd door het subdirectoraat Personeel van de rechterlijke macht.

Beambten

Als specialist op het gebied van de gerechtelijke procedure assisteert de griffier magistraten bij het opstellen van de gerechtelijke stukken en waarmerkt hij deze documenten in gevallen waarin de wetten en regelingen dat voorzien.

Als rechterhand van de magistraat assisteert de griffier deze bij de voorbereiding en behandeling van dossiers en bij juridisch onderzoek. Volgens de richtlijnen van de magistraat in kwestie stelt de griffier tevens ontwerpen van beslissingen en requisitoirs op. In het kader van de dienstverlening aan het publiek — burgers ontvangen en informeren — heeft de griffier ook als taak om gebruikers voor te lichten over en te begeleiden bij het vervullen van gerechtelijke formaliteiten of procedures. Een andere taak is het lesgeven aan de griffiersopleiding.

De griffier vervult zijn taken hoofdzakelijk binnen de diverse afdelingen van de rechtbanken. Afhankelijk van het belang van de rechtbank en de organisatie ervan kunnen registrators middenkaderfuncties vervullen, met name als afdelingshoofd, hoofd van één receptiedienst voor rechtzoekenden of zelfs adjunct van het hoofd van de griffie.

Op 1 januari 2023 waren er 11 978 griffiers werkzaam onder de hoede van de onderdirectie personele middelen van de griffies, waarvan 10 416 bij een rechtbank.

Rechtsgeleerden

Advocaten zijn justitiële medewerkers en het beroep van advocaat is een vrij en onafhankelijk beroep. De status van advocaat vloeit hoofdzakelijk voort uit wet nr. 71-1130 van 31 december 1971 tot hervorming van bepaalde gerechtelijke en juridische beroepen en decreet nr. 91-1197 van 27 november 1991 tot organisatie van het beroep van advocaat.

Tot de dagelijkse werkzaamheden van de advocaat behoren twee taken: enerzijds bijstand en vertegenwoordiging in rechte (gerechtelijke activiteit) en anderzijds juridische advisering en opstelling van stukken (juridische activiteit).

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, lid 1, van de wet van 31 december 1971 kregen advocaten een quasi-monopolie op het gebied van bijstand en vertegenwoordiging van partijen, standpuntbepaling en belangenbehartiging voor de rechter en gerechtelijke of tuchtrechtelijke instanties van welke aard ook. Zij kunnen ook concurrerende activiteiten verrichten, zoals trustee in onroerendgoedtransacties of verzekeringstussenpersonen.

Het beroep wordt gekenmerkt door de afwezigheid van een nationale orde van advocaten; de advocaten willen een evenwichtige vertegenwoordiging van alle ordes behouden. Advocaten behoren tot de 165 verenigingen van grootstedelijke en overzeese balies die zijn opgericht bij de rechterlijke instanties, waarbij elke orde van advocaten wordt „voorgezeten” door een voorzitter en wordt bestuurd door een raad van de orde van advocaten. Deze heeft tot taak alle kwesties in verband met de uitoefening van het beroep te behandelen en toe te zien op de naleving van de verplichtingen van advocaten en de bescherming van hun rechten.

De nationale raad van de balies (CNB) is een instelling van openbaar belang met rechtspersoonlijkheid die tot taak heeft het beroep van advocaat bij de overheid te vertegenwoordigen en te zorgen voor harmonisatie en eenmaking van de regels en praktijken van het beroep.

De CNB beschikt over een website die iedereen gratis toegang geeft tot informatie over de organisatie van het beroep, tot actuele kwesties die hem aangaan en tot een lijst van alle advocaten die zijn ingeschreven bij de Franse orde van advocaten. De meeste grote ordes van advocaten hebben hun eigen vrij en kosteloos toegankelijke website waarvan de adressen te vinden zijn in de gids met de regionale ordes op de site van de nationale raad van advocatenordes.

De CNB stelt een nationaal reglement voor de procesvoering vast door middel van besluiten met een normatief karakter die in het Publicatieblad worden bekendgemaakt en rechtstreeks van toepassing zijn op advocaten.

Advocaten voor de hoogste administratieve en rechterlijke instanties (Conseil d’Etat en Cour de cassation)

De advocaten bij de raad van state en het hof van cassatie vormen een aparte beroepsgroep: zij zijn gerechtsdeurwaarders die bij besluit van de minister van Justitie in hun functie worden benoemd. Zij hebben een monopolie op vertegenwoordiging bij de hoogste rechterlijke instanties waar dit verplicht is. Hun status vloeit in wezen voort uit het besluit van 10 september 1817 tot oprichting van de orde van advocaten van de Raad van State en het Hof van Cassatie en decreet nr. 91-1125 van 28 oktober 1991 betreffende de voorwaarden voor toegang tot dit beroep.

De advocaten van de hoogste rechterlijke instanties vormen een aparte orde, onder leiding van een voorzitter, die wordt bijgestaan door een raad van advocaten van 14 leden. Deze gewone instantie is verantwoordelijk voor de vertegenwoordiging van het beroep.

Al deze informatie is te vinden op de website van de orde van advocaten bij de raad van state en het hof van cassatie (Ordre des avocats au Conseil d’Etat et à la Cour de cassation).

Notarissen

Organisatie

De notaris (notaris) is een bij besluit (arrêté) van de minister van Justitie benoemde openbaar ambtenaar. Zij zijn echter een vrij beroep. Hun status vloeit hoofdzakelijk voort uit de wet van 25 Ventôse An XI, verordening nr. 45-2590 van 2 november 1945 en decreet nr. 45-0117 van 19 december 1945 betreffende de organisatie van de notarissen, decreet nr. 73-609 van 5 juli 1973 betreffende de beroepsopleiding en de voorwaarden voor toegang tot notarissen en decreet nr. 78-262 van 8 maart 1978 tot vaststelling van het tarief voor notarissen.

Het beroep wordt vertegenwoordigd door:

  • kamers van notarissen op afdelingsniveau,
  • de regionale notarisraden op het niveau van de hoven van beroep;
  • de Hoge Raad van notarissen (CSN) op nationaal niveau.

In afwijking van deze organisatiestructuur van het beroep kunnen interdepartementale kamers worden opgericht bij decreet dat meerdere afdelingen of interregionale raden van notarissen omvat die onder de bevoegdheid van meerdere hoven van beroep vallen. De Hoge Raad van notarissen is de enige instantie die bevoegd is om het beroep in zijn geheel bij de overheid te vertegenwoordigen. Als hoeksteen van de notariële instelling bepaalt zij het algemene beleid van het beroep, draagt zij bij tot de ontwikkeling van notarissen en verleent zij gemeenschapsdiensten aan notarissen.

In haar betrekkingen met de overheid draagt zij bij tot de reflectie over de juridische ontwikkelingen en brengt zij advies uit over wetsontwerpen of -teksten die in voorbereiding zijn. Zij voert werkzaamheden uit om de wet te beoordelen. Dehoge raad voor het notariaat heeft een gratis website met daarop de belangrijkste kenmerken van het beroep en een gids van de notarissen en departementale en regionale kamers.

Rol en functies

Notarissen zijn ambtenaren en ambtenaren.

  • Als openbaar ambtsdrager heeft de notaris tot taak de door hem opgestelde documenten authenticiteit te verlenen en deze te bewaren. De authenticatie van een document geeft het een hoge mate van rechtszekerheid, waarvan de precieze datum, de bewijskracht en de uitvoerbaarheid als attribuut worden aangemerkt. De authentieke akte is volledig authentiek wat de datum en de inhoud ervan betreft, wat de door de notaris vastgestelde en vastgestelde aangelegenheden betreft, en is van rechtswege uitvoerbaar op dezelfde wijze als een rechterlijke beslissing.
  • Als ambtenaar bekleden notarissen een door de staat toegewezen ambt en hebben zij een monopolie voor de uitvoering van hun taken, die een taak van openbare dienst is. De authenticiteit die een notaris toekent aan de documenten die hij ontvangt, vloeit voort uit de delegatie van openbaar gezag die hem door de staat is verleend.

Tot de taken van notarissen behoren onder meer activiteiten die zij verrichten in de vorm van een monopolie (contracten die betrekking hebben op grondreclame, delen, authentieke testamenten, enz.), terwijl andere worden uitgeoefend als een monopolie dat wordt gedeeld met of concurreert met andere juridische of vastgoedprofessionals (onderhandeling, taxatie en vastgoedbeheer, juridisch advies, enz.).

Andere juridische beroepen

Commissarissen voor justitie

Het beroep van commissaris voor Justitie kwam op 1 juli 2022 voort uit de samenvoeging van de beroepen van deurwaarder en veiler. Zij is opgericht bij wet nr. 2015-990 van 6 augustus 2015 inzake groei, activiteit en gelijke economische kansen. Met ingang van 1 juli2026 zullen deurwaarders en gerechtelijke veilers die niet de specifieke opleiding hebben gevolgd die vereist is om de functie van commissaris van Justitie te bekleden, hun beroep stopzetten.

De status van commissaris van Justitie wordt geregeld bij besluit nr. 2016-728 van 2 juni 2016. De commissaris voor Justitie oefent een beroep uit dat in een liberale hoedanigheid gereglementeerd is en heeft de status van ambtenaar en minister van Justitie zodra hij is benoemd door de Seals Guard, minister van Justitie. In die hoedanigheid kan hij:

  • monopolistische activiteiten: dat wil zeggen het tot tenuitvoerlegging brengen van rechterlijke beslissingen en uitvoerbare akten of akten, het opmaken van inventarissen, dagvaardingen en openbare veilingen van roerende lichamelijke of onlichamelijke zaken waarin de wet of het gerechtelijk bevel voorziet, de betekening of kennisgeving van stukken en de exploitatie ervan, het doen van de in de wet- en regelgeving voorgeschreven kennisgevingen wanneer de wijze van betekening niet is gespecificeerd, het treffen van conservatoire maatregelen na de opening van de nalatenschap, het verlenen van rechtszittingen;
  • concurrerende activiteiten: dat wil zeggen over te gaan tot de minnelijke of gerechtelijke invordering van alle schuldvorderingen, wanneer deze worden ingediend door de rechter of op verzoek van particulieren, om zuiver inhoudelijke vaststellingen te doen of om in bepaalde faillissementsprocedures tot curator te worden benoemd;
  • nevenactiviteiten, zoals die van vastgoedbeheerder, verzekeringsagent of door de rechter aangestelde bemiddelaar of bij overeenkomst;
  • ten slotte kan de Justice Commissioner onder bepaalde voorwaarden vrijwillige verkoopactiviteiten ontplooien.

Om als commissaris voor Justitie te kunnen werken, moet de beroepsbeoefenaar voldoen aan bepaalde voorwaarden, zoals nationaliteit (Frans of Europees), betrouwbaarheid en kwalificaties (master in de rechten, toegangsexamen, stage en proeve van bekwaamheid).

De beroepsbeoefenaar die aan de algemene geschiktheidsvoorwaarden voldoet, wordt bij besluit van de Seal Guard, minister van Justitie, benoemd tot commissaris voor Justitie.

De Justice Commissioner kan zijn beroep hetzij individueel, hetzij als onderdeel van een entiteit met rechtspersoonlijkheid uitoefenen, met uitzondering van rechtsvormen die hun partners de status van ondernemer verlenen.

De organisatie van het beroep is opgebouwd rond twee niveaus:

  • op nationaal niveau vertegenwoordigt de nationale kamer van commissarissen het beroep tegenover de overheid. Het beschikt over een gratis website met een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van het beroep en met inbegrip van een lijst van beroepsbeoefenaars.
  • binnen de bevoegdheid van elk hof van beroep, een regionale kamer. Het vertegenwoordigt alle commissarissen voor justitie in de regio en waarborgt hun gemeenschappelijke rechten en belangen. In het kader van de bevoegdheid van meer dan één hof van beroep kunnen interregionale kamers worden opgericht.

Andere gerechtsdeurwaarders

Griffiers van handelsrechtbanken

De griffiers van de handelsrechtbanken zijn ambtenaren en ministeriële ambtenaren, in tegenstelling tot andere ambtenaren. Hun status is vastgelegd in het wetboek van koophandel (artikelen L.741-1 e.v. en R.741-1 e.v.).

De griffier van de Rechtbank van Koophandel vervult alle taken die normaliter aan de griffie van een gerecht zijn opgedragen. Hij assisteert rechters tijdens de terechtzitting en in alle bij wet voorziene gevallen assisteert hij de president van de handelsrechtbank bij al zijn administratieve taken. Zij stelt rechterlijke beslissingen op en formaliseert deze, bewaart notulen, verzendt en kopieën, stelt griffiers op en ontvangt het publiek.

Zij zorgt ook voor het bijhouden van registers die essentieel zijn voor het bestaan van ondernemingen, met inbegrip van het handels- en handelsregister, als bedoeld in artikel L. 123-1 van het wetboek van koophandel. De bij haar ingediende handelingen en verklaringen worden aan een grondig onderzoek onderworpen. Dit waarborgt een hoge mate van betrouwbaarheid van de informatie in dat register en dus van de uittreksels van Kbis die de griffier aan eenieder die daarom verzoekt, verstrekt.

De griffier van de handelsrechtbank voert ook bredere wettelijke informatietaken uit. Het EIG Infogreffe-webportaal moet ervoor zorgen dat deze missies volledig zichtbaar en toegankelijk zijn voor de gebruiker.

De National Council of Registrars of Commercial Courts (CNGTC), die rechtspersoonlijkheid bezit en het beroep voor de overheid vertegenwoordigt, is verantwoordelijk voor de behartiging van de collectieve belangen van griffiers van handelsrechtbanken. Als zodanig is het verantwoordelijk voor vier hoofdtaken: vertegenwoordiging van de leden van het beroep, voorlichting voor het publiek en het beroep, opleiding van administratief personeel, toezicht en discipline. Op de website van de nationale raad van handelsrechtbankgriffiers is al deze informatie terug te vinden.

Griffiers van de handelsrechtbanken  PDF (366 Kb) NL

Griffiers van de handelsrechtbanken met een arbeidsovereenkomst  PDF (366 Kb) NL

Rechtskundig adviseurs/bedrijfsjuristen

Het beroep van juridisch adviseur is bij wet nr. 90-1259 van 31 december 1990 samengevoegd met dat van advocaat.

Advocaten (juristen) die niet werkzaam zijn als onafhankelijke advocaat (avocats), maar in plaats daarvan intern voor bedrijven werken, zijn niet onderworpen aan een specifieke beroepsreglementering. Zij zijn werkzaam overeenkomstig artikel 58 van wet nr. 71-1130 van 31 december 1971.

Laatste update: 13/07/2023

Deze tekst is automatisch vertaald. De beheerder van deze website kan niet instaan voor de kwaliteit van de vertaling.