Een deskundige zoeken

Čekija

Turinį pateikė
Čekija

I. Lijsten en registers van deskundigen

Er is een officiële lijst van deskundigen in Tsjechië.

Overeenkomstig artikel 15 van de wet inzake deskundigen, expertisebureaus en expertise-instituten (Wet nr. 254/2019 Coll., hierna de “deskundigenwet” genoemd), ten uitvoer gelegd bij Uitvoeringsdecreet van het ministerie van Justitie van 26 november 2020 (nr. 503/2020 Coll.), is de lijst van deskundigen openbaar gemaakt.

De lijst van deskundigen is hier te vinden. De lijst bevat ook expertisebureaus en gekwalificeerde expertise-instituten voor expertiseactiviteiten.

Het ministerie van Justitie zorgt ervoor dat de lijst van deskundigen wordt bijgewerkt.

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van de deskundigenwet (Wet nr. 254/2019 Coll.), ten uitvoer gelegd bij Uitvoeringsdecreet nr. 503/2020 Coll., moet een deskundige aan de volgende criteria voldoen om op deze lijst te worden opgenomen:

  • zijn statutaire zetel, zijn vaste verblijfplaats, zijn contactadres of zijn woonplaats in het geval van een vreemdeling moet zich op het grondgebied van Tsjechië bevinden;
  • hij moet een relevant opleidingsniveau hebben behaald (indien mogelijk universitair diploma, anders het hoogst mogelijke onderwijsniveau);
  • hij moet ten minste vijf jaar actieve beroepservaring op het betrokken gebied en in de betrokken sector hebben opgedaan;
  • hij moet een aanvullende gespecialiseerde opleiding of een getuigschrift van vakbekwaamheid hebben behaald (voor de in bijlage 2 bij Uitvoeringsdecreet nr. 505/2020 Coll. vermelde vakgebieden en sectoren);
  • hij moet juridisch bekwaam zijn (volledig handelingsbevoegd zijn);
  • hij is niet door de rechter veroordeeld (de deskundige is een persoon die niet is veroordeeld voor een strafbaar feit dat opzettelijk of uit onachtzaamheid is gepleegd in het kader van de uitoefening van deskundige of zakelijke activiteiten, tenzij die veroordeling niet in het strafregister is opgenomen en hij derhalve wordt geacht niet te zijn veroordeeld);
  • hij beschikt over de nodige materialen en technische uitrusting;
  • hij moet geslaagd zijn voor een door het ministerie van Justitie georganiseerd entree-examen;
  • hij is niet failliet verklaard;
  • in de afgelopen vijf jaar is zijn vergunning voor de uitoefening van het beroep van deskundige niet ingetrokken wegens ernstige of herhaalde niet-nakoming van zijn verplichtingen; en
  • in de afgelopen drie jaar heeft hij geen boete van ten minste 100 000 CZK gekregen voor een van de in de deskundigenwet genoemde strafbare feiten.

Voor de uitoefening van de werkzaamheden van een expertisebureau of expertise-instituut moeten de specifieke voorwaarden van de artikelen 6 en 7 van de deskundigenwet in acht worden genomen.

Om in de lijst van deskundigen te worden opgenomen, moeten de deskundigen een eed afleggen. Deze eed luidt als volgt: “Ik verbind mij ertoe alle wettelijke bepalingen tijdens de uitoefening van mijn werkzaamheden als deskundige in acht te nemen, mijn taken als deskundige naar eer en geweten en volledig onafhankelijk en onpartijdig uit te voeren, al mijn kennis ten volle in te zetten en deze te vergroten en vertrouwelijk om te gaan met de feiten waarvan ik tijdens mijn werk als deskundige heb kennisgenomen”.

Om in de lijst te worden opgenomen, moeten deskundigen een aanvraag indienen bij het ministerie van Justitie.

Om in de lijst te worden ingeschreven, hoeft de deskundige geen gedragscode of ethische code te onderschrijven.

Deskundigen kunnen om de volgende redenen van de lijst worden geschrapt:

  • na het overlijden van de deskundige of de beëindiging van het expertisebureau of het expertise-instituut;
  • op grond van een verklaring van staking van de activiteiten van de deskundige; en
  • de inwerkingtreding van een besluit tot intrekking van de bevoegdheid om als deskundige werkzaam te zijn.

Het vervallen van het recht om als deskundige werkzaam te zijn na intrekking van de bevoegdheid door het ministerie wordt geregeld in artikel 14, lid 1, van de deskundigenwet. Deze bepaling is van toepassing in gevallen waarin de deskundige niet langer voldoet aan de voorwaarden voor zijn benoeming, indien hij geen bewijs heeft verstrekt in het bezit te zijn van een verplichte verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid, indien hij zijn werkzaamheden om gezondheids-, beroeps- of andere ernstige redenen gedurende lange tijd niet heeft kunnen uitoefenen, indien hij om een andere reden inactief is (d.w.z. in de afgelopen vijf jaar niet meer dan drie deskundigenrapporten heeft afgegeven) of indien hij in ernstige mate of herhaaldelijk zijn verplichtingen uit hoofde van de deskundigenwet niet is nagekomen.

De lijst van deskundigen wordt regelmatig bijgewerkt door het ministerie van Justitie.

Een deskundige kan worden gevonden met behulp van een zoekinstrument. Dit zoekinstrument bevat alle deskundigen, expertisebureaus en expertise-instituten.

Deskundigen worden op de lijst gerangschikt op basis van hun vakgebied, hun sector of eventueel hun specialiteit. Momenteel zijn in de deskundigenwet 52 belangrijke expertisegebieden opgenomen. De lijst van deskundigheidssectoren van de verschillende disciplines is opgenomen in bijlage 1 bij Uitvoeringsdecreet nr. 505/2020 Coll.

De deskundige moet de gegevens met betrekking tot zijn werkzaamheden elektronisch registreren in een register van deskundigenverslagen dat op afstand toegankelijk is en wordt beheerd door het ministerie van Justitie.

II. Kwalificaties van deskundigen

Alleen personen die het vereiste opleidingsniveau en een actuele beroepservaring van een bepaalde minimale tijdsduur binnen hun specialisatie en sector hebben verworven, kunnen als deskundige worden benoemd. Deskundigen hoeven niet noodzakelijkerwijs lid te zijn van een beroepsorganisatie van deskundigen om als deskundige te kunnen optreden.

Voor bepaalde disciplines en sectoren is echter vereist dat zij een getuigschrift van vakbekwaamheid hebben verkregen dat is afgegeven door een op grond van een wet opgerichte beroepsvereniging met verplichte aansluiting, om bepaalde werkzaamheden als deskundige te kunnen verrichten, bijvoorbeeld voor de bouwsector (overeenkomstig bijlage 2 bij Uitvoeringsdecreet nr. 505/2020 Coll.).

Deskundigen moeten hun kennis op peil houden of uitbreiden. Het ministerie van Justitie neemt deel aan de opleiding en professionele ondersteuning van deskundigen.

III. Beloning van deskundigen

De beloning van deskundigen wordt geregeld door hetzij een overeenkomst tussen de deskundige en diens opdrachtgever, hetzij de deskundigenwet en het bijbehorende besluit nr. 504/2020 Coll. inzake de honoraria van deskundigen.

Er bestaan beperkingen met betrekking tot de wijze waarop deskundigen kunnen worden beloond. Indien de opdrachtgever van de deskundige een overheidsinstantie is (een rechtbank, een administratieve instantie enz.), is een contractuele beloning uitgesloten.

Naast de beloning heeft de deskundige recht op vergoeding van zijn beroepskosten en een urenvergoeding, ook voor de reistijd naar andere plaatsen dan waar diens vestiging is.

Door een rechtbank aangewezen deskundigen mogen voorschotten op honoraria aanvaarden.

Voor de verplichting tot betaling van een beloning aan deskundigen gelden de volgende regels:

Civiele procedures

De procedurekosten zijn inclusief de honorariums van de deskundige. Elke partij draagt de kosten en die van haar gemachtigde. Indien een partij in een zaak volledig in het gelijk wordt gesteld, voorziet de rechtbank in de vergoeding van de kosten die nodig zijn voor de uitoefening of de verdediging van een recht tegen de in het ongelijk gestelde partij. Indien de partij slechts gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, deelt de rechter de vergoeding van de kosten eerlijk of verklaart hij dat geen van beide partijen recht heeft op terugbetaling. Afhankelijk van de uitkomst van de procedure kan de staat recht hebben om terugbetaling te verlangen van de procespartijen van door de staat gemaakte kosten, indien deze kosten niet zijn vrijgesteld.

Strafprocedures

De kosten voor het voeren van een strafprocedure, met inbegrip van tenuitvoerleggingsprocedures, komen voor rekening van de staat. Indien een verweerder definitief schuldig is bevonden, is hij verplicht deze kosten aan de staat terug te betalen in de vorm van een forfaitair bedrag, ook in gevallen waarin in het kader van de procedure om een deskundigenonderzoek is verzocht. De kosten die dit forfaitaire plafond overschrijden, komen volledig ten laste van de staat. Behalve in uitzonderlijke gevallen draagt de staat niet de kosten van een deskundigenonderzoek waarom hij niet heeft verzocht.

IV. Aansprakelijkheid van deskundigen

Overeenkomstig de deskundigenwet is een deskundige aansprakelijk voor strafbare feiten die hij heeft gepleegd (artikel 39) of voor eventuele valse getuigenissen en valse deskundigheidsverklaringen, in de zin dat een deskundigenverslag onjuist, kennelijk verdraaid of onvolledig is (artikel 346 van Wet nr. 40/2009 Coll., wetboek van strafrecht).

In de deskundigenwet wordt aan de deskundige ook een bijzondere wettelijke aansprakelijkheid toegedicht. De deskundige is gehouden eventuele schade te vergoeden die hij in het kader van zijn werkzaamheden heeft veroorzaakt. De deskundige wordt evenwel van zijn aansprakelijkheid ontheven indien hij bewijst dat de schade niet kon worden voorkomen, ook als hij alles zou hebben gedaan wat redelijkerwijs van hem had mogen worden verwacht om de schade te voorkomen.

De aansprakelijkheid van deskundigen is niet aan wettelijke beperkingen onderworpen.

De verplichte beroepsverzekering dekt de aansprakelijkheid van deskundigen voor schade die kan voortvloeien uit de uitoefening van hun werkzaamheden.

V. Aanvullende informatie over de deskundigenprocedure

De belangrijkste wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de activiteiten van gerechtelijke deskundigen in Tsjechië zijn Wet nr. 254/2019 Coll. inzake deskundigen, expertisebureaus en expertise-instituten, Wet nr. 99/1963 Coll., wetboek van burgerlijke rechtsvordering, Wet nr. 141/1961 Coll. betreffende het wetboek van strafvordering (wetboek van strafvordering) en Wet nr. 500/2004 Coll., wetboek van bestuursprocesrecht.

De algemene regels voor de benoeming van een deskundige door overheidsinstanties in procedures voor civiele, strafrechtelijke of administratieve rechtbanken zijn vergelijkbaar.

Alleen daartoe gemachtigde personen zijn gerechtigd gebruik te maken van de benoeming van een deskundige, een deskundigenbureau of een expertise-instituut.

In het Tsjechische rechtsstelsel wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerechtelijke deskundigen, technische deskundigen, juridische deskundigen of andere soorten deskundigen.

Er zijn in totaal ongeveer 6 000 deskundigen geregistreerd.

1. Benoeming van deskundigen

Een deskundige kan door een rechtbank, een andere overheidsinstantie of door de partijen bij de procedure worden benoemd.

In civiele en administratiefrechtelijke procedures is het niet mogelijk om vóór het begin van de procedure een deskundige te benoemen.

In strafprocedures bepaalt artikel 105, lid 1, van het wetboek van strafvordering: indien voor de opheldering van de voor de strafprocedure relevante feiten deskundigheid vereist is, vraagt de bij de strafprocedure betrokken autoriteit een deskundige om advies. Indien dat advies vanwege de complexiteit van de kwestie niet voldoende is, benoemt de bij de strafprocedure betrokken autoriteit een deskundige. In het kader van een inleidende procedure wijst de autoriteit die betrokken is bij de strafprocedure (politieambtenaar, openbaar aanklager) een deskundige aan indien zij van oordeel is dat het advies van een deskundige noodzakelijk is om over het vervolg van de zaak te kunnen beslissen, of anders de openbaar aanklager indien de zaak voor nader onderzoek is doorverwezen of de president van de rechtbank wanneer de zaak bij een rechtbank aanhangig wordt gemaakt. De benoeming van een deskundige wordt meegedeeld aan de persoon tegen wie het onderzoek loopt en, in het kader van een proces, aan de openbare aanklager. Andere personen worden in kennis gesteld van de benoeming van een deskundige indien zij de deskundige toegang moeten verlenen tot een bepaalde locatie of hem anderszins in de gelegenheid moeten stellen het deskundigenonderzoek goed uit te voeren.

1.a Benoeming door een rechtbank

Een rechtbank kan een deskundige aanwijzen wanneer zij in een bepaalde zaak niet over de nodige specialistische kennis beschikt. Er zijn ook civielrechtelijke en strafrechtelijke situaties waarin de benoeming van een deskundige verplicht is (sommige van deze situaties vloeien ook voort uit de jurisprudentie). Voor vooronderzoeken of inleidende onderzoeken kunnen deskundigen worden aangewezen.

Wet nr. 141/1961 Coll. betreffende het wetboek van strafvordering – artikel 105, lid 1, van het wetboek van strafvordering bepaalt: indien voor de opheldering van de voor de strafprocedure relevante feiten deskundigheid vereist is, vraagt de bij de strafprocedure betrokken autoriteit een deskundige om advies. Indien dat advies vanwege de complexiteit van de kwestie niet voldoende is, benoemt de bij de strafprocedure betrokken autoriteit een deskundige.

Er bestaat geen fundamenteel verschil tussen de aanwijzing van een deskundige in het kader van een procedure voor een civiele, strafrechtelijke of administratieve rechtbank.

Gerechtelijke deskundigen zijn wettelijk verplicht elk belangenconflict te melden.

Wanneer deskundigen door een rechtbank worden aangewezen, moet zij deze uit de lijst van deskundigen selecteren. Tenzij daartegen bezwaren bestaan, wijst de rechtbank een deskundige aan die gevestigd is of een contactadres heeft in het arrondissement van de regionale rechtbank waar de betrokken rechtbank haar zetel of kantoor heeft. Indien er geen deskundigen op de lijst van gerechtelijke deskundigen staan of indien geen van de op de lijst aanwezige deskundigen het onderzoek kan uitvoeren, kan de rechtbank bij wijze van uitzondering een persoon die niet op de lijst van deskundigen staat, aanwijzen als ad hoc deskundige (artikel 26 van de deskundigenwet) om een advies uit te brengen.

1.b Benoeming door de partijen

De partijen bij de procedure kunnen desgewenst een deskundige aanwijzen. Het deskundigenrapport dat is opgesteld door een door een partij aangewezen gerechtelijke deskundige (ingeschreven in het nationale openbare register), heeft dezelfde waarde als een rapport dat is opgesteld door een door een rechter aangewezen deskundige. Een dergelijk deskundigenrapport moet echter een clausule van de deskundige bevatten waarin wordt verklaard dat hij op de hoogte is van de gevolgen van welbewust onjuiste deskundigenrapporten (artikel 127a van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, artikel 110a van het wetboek van strafvordering).

Partijen zijn niet verplicht een specifieke procedure voor de benoeming van een deskundige te volgen. In het deskundigenrapport moet echter worden aangegeven of de deskundige een contractuele beloning ontvangt en deze beloning mag niet afhangen van de uitkomst van het werk van de deskundige.

Eenzelfde deskundige mag niet tegelijkertijd door beide partijen bij het geschil worden aangewezen in dezelfde procedure voor een rechterlijke instantie.

De rechtbank kan beide partijen niet gelasten dezelfde deskundige aan te wijzen (bv. in zaken met betrekking tot vorderingen van geringe waarde of versnelde procedures) in plaats van ieder een eigen deskundige.

De partijen bij het geschil moeten de deskundige precieze instructies geven en vragen voorleggen waarop hij een antwoord moet geven.

2. Procedure

2.a Civiele procedure

Indien de rechter twijfels heeft over de juistheid van het deskundigenrapport of indien het rapport onduidelijk of onvolledig is, moet de deskundige worden gelast zijn rapport te verduidelijken of aan te vullen. Bij gebreke van het verwachte resultaat zal de rechtbank het deskundigenrapport laten beoordelen door een andere deskundige. Deskundigen worden tijdens het proces gewoonlijk bevraagd.

De rechtbank is niet gebonden aan het advies van de deskundige. Het deskundigenrapport is even belangrijk als elk ander bewijs. De rechter moet het objectief bekijken ten opzichte van andere bewijzen. Er bestaan geen aannames ten aanzien van de juistheid van het advies van de deskundige die door de rechtbank is benoemd. Het deskundigenrapport dat is opgesteld door een door een partij in de procedure aangewezen deskundige, heeft dezelfde waarde als het rapport van een door de rechter aangewezen deskundige.

De partijen in de procedure kunnen bezwaar maken tegen het deskundigenrapport.

Er bestaat geen procedure om deskundigen vóór de zitting te ontmoeten of om hen vóór de terechtzitting aan een contradictoir verhoor te onderwerpen, teneinde de reikwijdte van de vragen te beperken en de rechter te helpen om meningsverschillen te begrijpen. De deskundigen kunnen tijdens de procedure contact opnemen met de partijen, maar mogen geen advies uitbrengen als hun onpartijdigheid daardoor in twijfel kan worden getrokken.

Zodra de deskundige kennis krijgt van feiten op grond waarvan zijn positie als deskundige onhoudbaar wordt, stelt hij de opdrachtgever hiervan onverwijld in kennis; voor de partijen geldt dezelfde verplichting. Het besluit om een deskundige uit te sluiten wordt genomen door de autoriteit die hem heeft benoemd om advies te geven.

De partijen zijn verplicht met de deskundigen samen te werken. In sommige gevallen wordt de partijen in de procedure verzocht zich door een deskundige te laten onderzoeken of vragen van een deskundige te beantwoorden.

De deskundige hoeft geen bijeenkomsten met de partijen te beleggen om hun opmerkingen te verzamelen.

1. Deskundigenrapport

Alle deskundigenrapporten moeten volledig, waarheidsgetrouw en verifieerbaar zijn. De formele vereisten voor een deskundigenrapport zijn vastgelegd in de artikelen 27 en 28 van de deskundigenwet (nr. 254/2019 Coll.) en Uitvoeringsdecreet nr. 503/2020 Coll.

Onderdelen van een deskundigenrapport:

  • voorpagina
  • uiteenzetting van de feiten
  • lijst van gebruikte documenten
  • restitutie van de expertise
  • advies van de deskundige
  • motivering die een latere toetsing mogelijk maakt
  • conclusie
  • bijlagen
  • deskundigenclausule
  • stempel van de deskundige
  • handtekening (gekwalificeerde elektronische handtekening in het geval van een in elektronische vorm ingediend deskundigenrapport)

Deskundigen hoeven geen voorlopig rapport in te dienen.

Deskundigen zijn niet verplicht om in hun verslag de argumenten van de partijen te behandelen die buiten de instructies van de rechtbank vallen.

Deskundigen zijn verplicht hun werkzaamheden persoonlijk en uitsluitend op hun eigen gebied, sector en, in voorkomend geval, binnen hun specialisatie uit te voeren en wel toegewijd, onafhankelijk en onpartijdig en binnen de overeengekomen of vastgestelde termijnen. Deskundigen kunnen met toestemming van de opdrachtgever een adviseur inschakelen om secundaire kwesties te beoordelen.

De deskundige is bij de uitvoering van zijn werkzaamheden gebonden aan vertrouwelijkheid.

Een deskundige kan de levering van een deskundigenrapport alleen weigeren op de bij wet genoemde gronden (artikel 19 van de deskundigenwet).

In de regel brengen deskundigen hun advies schriftelijk uit. Het is wettelijk toegestaan om met instemming van de opdrachtgever het deskundigenrapport elektronisch of mondeling in te dienen.

De deskundige kan worden verzocht zijn advies voor de rechtbank te bevestigen, aan te vullen of nader toe te lichten.

2. Hoorzitting

De deskundige moet de voorbereidende zitting bijwonen indien hij daartoe door de rechter wordt opgeroepen.

Hij moet ook ter zitting verschijnen om de vragen van de rechter en de partijen te beantwoorden indien hij daartoe wordt opgeroepen.

Deskundigen worden tijdens het proces gewoonlijk bevraagd.

 

Bovenstaande informatie is verzameld in het kader van het project “Een deskundige zoeken” via contactpersonen voor elk land die zijn geselecteerd door het European Expertise and Expert Institute.

Laatste update: 08/09/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.