Hoe breng ik een zaak voor de rechter?

Tsjechië
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Moet ik naar de rechter gaan of is er een alternatief?

Eenieder heeft het recht zich tot de rechter te wenden ter bescherming van een recht dat is bedreigd of geschonden. Het is altijd raadzaam om eerst te proberen het geschil in der minne te schikken. Er kan ook gebruik worden gemaakt van alternatieve methoden voor geschillenbeslechting. Op bepaalde gebieden van het burgerlijk recht maakt de staat het de partijen bij de rechtsbetrekking in kwestie mogelijk een rechtsgeschil aan een andere particuliere instantie voor te leggen. In Tsjechië gebeurt dit via arbitrage, geregeld bij Wet nr. 216/1994, inzake arbitrageprocedures en de tenuitvoerlegging van arbitrale uitspraken, zoals gewijzigd. Een arbitrageprocedure leidt tot een arbitrale uitspraak, die bindend is voor beide partijen bij het geschil en die de rechtskracht van een uitvoerbare beslissing heeft. Bemiddeling in niet-strafzaken is geregeld bij Wet nr. 202/2012, inzake bemiddeling en tot wijziging van bepaalde wetten (bemiddelingswet). Voor meer details, zie "Alternatieve geschillenbeslechting – Tsjechië".

Zelfs nadat u zich tot de rechtbank hebt gewend, is het mogelijk om, afhankelijk van de aard van de zaak, voor te stellen dat de rechtbank een minnelijke schikking zoekt (zie de artikelen 67 tot en met 69 en artikel 99 van Wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd). Een goedgekeurde gerechtelijke schikking heeft dezelfde rechtskracht als een definitieve beslissing. Het is ook een titel voor de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing. Een goedgekeurde gerechtelijke schikking schort een door een rechtbank gegeven beslissing in een zaak op.

2 Geldt er een termijn voor het aanhangig maken van een zaak bij de rechter?

De termijnen verschillen per geval. Daarom verdient het de voorkeur om zo vroeg mogelijk juridisch advies in te winnen. Een rechtsvordering moet bij de bevoegde rechtbank worden ingesteld voordat de verjaringstermijn is verstreken (de rechtsvordering moet binnen de verjaringstermijn aan de rechtbank worden betekend).

In geval van verjaring als gevolg van het verstrijken van de wettelijke termijn wordt de verplichting van de schuldenaar niet geschrapt, maar verzwakt. Dit betekent dat de verplichting niet kan worden afgedwongen als de schuldenaar de verjaring inroept. De verjaring is in het algemeen geregeld in de artikelen 609 tot en met 653 van Wet nr. 89/2012, burgerlijk wetboek. De algemene verjaringstermijn bedraagt drie jaar en gaat in op de dag waarop het recht voor het eerst kon worden uitgeoefend. De duur van de individuele bijzondere verjaringstermijnen is afhankelijk van de aard van het uitgeoefende recht.

3 Moet ik in deze lidstaat naar de rechter gaan?

Zie "Rechterlijke bevoegdheid – Tsjechië".

4 Zo ja, bij welke rechtbank moet ik mijn zaak aanhangig maken in deze lidstaat, gelet op mijn woonplaats en de woonplaats van de andere partij, dan wel op andere aspecten van mijn zaak?

De bevoegdheid van de rechtbanken wordt bepaald door de regels inzake territoriale, materiële en functionele bevoegdheid.

Territoriale bevoegdheid definieert de reikwijdte van de bevoegdheid van individuele rechtbanken van hetzelfde type. Zij bepaalt welke specifieke rechtbank van eerste aanleg een specifieke zaak dient te behandelen en te beslechten. De basisregels inzake territoriale bevoegdheid zijn uiteengezet in de artikelen 84 tot en met 89a van Wet nr. 99/1963, het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd. Er zij echter op gewezen dat de territoriale bevoegdheid in bepaalde gevallen kan worden geregeld door een direct toepasselijke EU-wet die voorrang heeft boven nationale wetgeving (zie sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, die niet alleen de internationale maar ook de territoriale bevoegdheid regelt), wat betekent dat de in het Tsjechische recht opgenomen regels inzake territoriale bevoegdheid niet altijd van toepassing zijn.

De rechtbank met territoriale bevoegdheid is de algemene rechtbank van de partij tegen wie de vordering is ingesteld (de verweerder), tenzij de wet anders bepaalt. De algemene rechtbank is altijd een districtsrechtbank. Indien een regionale rechtbank in eerste aanleg bevoegd is (zie vraag 2.1), is de regionale rechtbank van het district waarin de algemene (districts)rechtbank van de partij is gevestigd, territoriaal bevoegd. Als een vordering tegen meerdere verweerders wordt ingesteld, is de bevoegde rechtbank de algemene rechtbank die voor één van hen territoriaal bevoegd is.

  • De algemene rechtbank van een natuurlijke persoon is de districtsrechtbank van het district waarin hij zijn woonplaats heeft of, indien die persoon geen woonplaats heeft, de rechtbank van het district waarin hij verblijft. Onder woonplaats wordt verstaan de plaats waar een persoon woont met de bedoeling er permanent te verblijven (het is mogelijk dat er meerdere dergelijke plaatsen zijn, in welk geval al deze rechtbanken de algemene rechtbank zijn).
  • De algemene rechtbank van een natuurlijke persoon die betrokken is bij een zakelijke activiteit is, voor zaken die voortkomen uit zakelijke activiteiten, de districtsrechtbank van het district waarin hij zijn vestigingsplaats heeft (de vestigingsplaats is het adres dat in het openbaar register is ingeschreven) of, indien hij geen vestigingsplaats heeft, de districtsrechtbank van het district waarin hij zijn woonplaats heeft of, indien hij geen woonplaats heeft, de districtsrechtbank van het district waarin hij verblijft.
  • Het criterium voor het bepalen van de algemene rechtbank van een rechtspersoon is zijn statutaire zetel (zie de artikelen 136 en -137 van Wet nr. 89/2012, burgerlijk wetboek).
  • De algemene rechtbank van een curator tijdens de uitoefening van zijn functie is de districtsrechtbank van het district waarin hij zijn statutaire zetel heeft.
  • Er gelden bijzondere regels voor de algemene rechtbank van de staat (de rechtbank van het district waarin de organisatorische eenheid van de staat die volgens een bijzondere wettelijke regeling bevoegd is haar statutaire zetel heeft of, indien de rechtbank met territoriale bevoegdheid niet op deze wijze kan worden vastgesteld, de rechtbank van het district waarin de omstandigheden die aanleiding hebben gegeven tot het recht waarop aanspraak wordt gemaakt zich hebben voorgedaan), een gemeente/stad (de rechtbank van het district waarin de gemeente/stad is gelegen) en een hogere territoriale zelfbesturende eenheid (de rechtbank van het district waarin de bestuursorganen hun statutaire zetel hebben).

Als de verweerder, die Tsjechisch staatsburger is, geen algemene rechtbank heeft, of geen algemene rechtbank in Tsjechië heeft, is de rechtbank van het district waarin hij zijn laatst bekende woonplaats in Tsjechië had, bevoegd. Tegen iemand die geen andere bevoegde rechtbank in Tsjechië heeft, kunnen eigendomsrechten worden uitgeoefend bij de rechtbank van het district waarin de bezittingen van die persoon zich bevinden.

Een rechtsvordering (verzoek tot inleiding van een procedure) tegen een buitenlandse persoon kan ook worden ingesteld bij een rechtbank van het Tsjechische district waarin zijn fabriek, of een organisatorische eenheid van zijn fabriek, is gevestigd.

Materiële bevoegdheid definieert de reikwijdte van de bevoegdheid tussen verschillende soorten rechtbanken door te bepalen welke rechtbank de zaak in eerste aanleg zal behandelen. In burgerlijke gerechtelijke procedures houdt materiële bevoegdheid van rechtbanken in dat districtsrechtbanken bevoegd zijn voor procedures in eerste aanleg, tenzij in de wet uitdrukkelijk is bepaald dat een regionale rechtbank of het hooggerechtshof van Tsjechië bevoegd is.

Functionele bevoegdheid definieert de reikwijdte van de bevoegdheid van verschillende soorten rechtbanken die betrokken zijn bij de opeenvolgende behandelingen van dezelfde zaak in situaties waarin gewone en buitengewone beroepen worden ingesteld (met andere woorden, het bepaalt welke rechtbank zal beslissen over gewone en buitengewone beroepen).

5 Bij welke rechtbank moet ik mijn zaak aanhangig maken in deze lidstaat, gelet op de aard van mijn zaak en het bedrag van de vordering?

Zoals hierboven reeds is opgemerkt (zie het antwoord op vraag 4), houdt de materiële bevoegdheid van rechtbanken in burgerlijke gerechtelijke procedures in dat procedures in eerste aanleg in wezen onder de bevoegdheid van districtsrechtbanken vallen.

Op dit beginsel zijn uitzonderingen gemaakt ten gunste van de regionale rechtbanken, die zaken behandelen en beslechten die opgesomd zijn in artikel 9, lid 2, van Wet nr. 99/196, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd. Het gaat hierbij in de eerste plaats om beslissingen over zaken die vanwege hun aard een zekere mate van specialisatie vereisen en over zaken die feitelijk en juridisch complexer zijn. Regionale rechtbanken beslissen als rechtbanken van eerste aanleg in de volgende geschillen en zaken:

  1. geschillen tussen de werkgever en de ontvanger over de onderlinge afwikkeling van te hoge uitkeringen door een pensioenverzekering, een ziektekostenverzekering, een overheidsdienst voor sociale bijstand en een dienst voor materiële hulp aan behoeftigen, en in geschillen over de onderlinge afwikkeling van afnemende vergoedingen die worden betaald als gevolg van het recht op ziekteverzekeringsuitkeringen,
  2. geschillen die betrekking hebben op de onwettigheid van een staking of uitsluiting,
  3. geschillen die betrekking hebben op een vreemde staat of een buitenlandse persoon die diplomatieke immuniteiten en voorrechten geniet indien deze geschillen onder de bevoegdheid van de Tsjechische rechtbanken vallen,
  4. geschillen die betrekking hebben op de nietigverklaring van een arbitrale beslissing betreffende de tenuitvoerlegging van verplichtingen die voortvloeien uit een collectieve arbeidsovereenkomst,
  5. zaken die voortvloeien uit rechtsbetrekkingen in verband met de oprichting van handelsvennootschappen, goededoelenstichtingen, schenkingen en schenkingsfondsen en in geschillen tussen handelsvennootschappen, hun partners of vennoten, alsmede in geschillen tussen de partners en vennoten, die voortvloeien uit hun participatie in de handelsvennootschap,
  6. geschillen tussen handelsvennootschappen, hun partners of vennoten alsmede leden van de wettelijke organen daarvan of vereffenaars, indien de geschillen betrekking hebben op de uitoefening van het mandaat van leden van de statutaire organen of op een vereffening,
  7. auteursrechtelijke geschillen,
  8. geschillen die betrekking hebben op de bescherming van rechten die worden of dreigen te worden geschonden door oneerlijke concurrentie of onrechtmatige mededingingsbeperkingen,
  9. zaken die betrekking hebben op de bescherming van de naam en reputatie van een rechtspersoon,
  10. geschillen die betrekking hebben op een financiële zekerheid en geschillen die verband houden met wissels, promessen en beleggingsinstrumenten,
  11. geschillen die voortvloeien uit transacties op een grondstoffenbeurs,
  12. zaken die verband houden met algemene vergaderingen van verenigingen van eigenaren en daaruit voortvloeiende geschillen, met uitzondering van geschillen over bijdragen door leden van de vereniging voor het beheer van de woning en de gronden, geschillen over aanbetalingen voor diensten en geschillen over de methode voor de verdeling van de kosten van diensten,
  13. zaken die verband houden met de transformatie van vennootschappen en coöperaties, met inbegrip van schadevergoedingsprocedures, op grond van een bijzondere wettelijke regeling,
  14. geschillen die betrekking hebben op de aankoop van een fabriek, de lease van een fabriek of een deel daarvan,
  15. geschillen die betrekking hebben op opdrachten voor bouwwerkzaamheden die overheidsopdrachten boven de drempelwaarde zijn, met inbegrip van de zaken die nodig zijn voor de uitvoering van die opdrachten,
  16. zaken die verband houden met wettelijke aansprakelijkheid wanneer een partij heeft nagelaten de nodige zorgvuldigheid aan de dag te leggen,
  17. geschillen over wijzigingen binnen groepen van ondernemingen,
  18. geschillen over de bescherming van vorderingen van crediteuren wanneer het maatschappelijk kapitaal van een onderneming is verminderd of wanneer de basisinvestering van de leden van een coöperatie is verminderd.

Het Tsjechische hooggerechtshof is in eerste en laatste instantie bevoegd voor procedures tot erkenning van buitenlandse beslissingen in huwelijkszaken (dit geldt niet voor de erkenning van beslissingen van andere EU-lidstaten indien Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000 van toepassing is) en voor zaken betreffende de vaststelling en ontzegging van het ouderschap op grond van artikel 51 en artikel 55, lid 1, van Wet nr. 91/2012 inzake internationaal privaatrecht.

6 Kan ik mijn zaak zelf bij de rechtbank aanhangig maken of moet dat via een tussenpersoon, zoals een advocaat?

In Tsjechische civielrechtelijke procedures bestaat geen algemene verplichting om zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen.

Bevoegdheid om als eiser of verweerder in rechte op te treden

Eenieder kan zelfstandig in rechte optreden binnen het kader van zijn handelingsbekwaamheid (artikel 20, lid 1, van Wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd). Een natuurlijke persoon is volledig bevoegd om als eiser in rechte op te treden zodra hij meerderjarig is. Meerderjarigheid wordt bereikt wanneer men achttien jaar wordt. Iemand die jonger dan 18 jaar is, kan meerderjarig worden wanneer zijn verzoek om handelingsbekwaam te worden verklaard, wordt ingewilligd (zie artikel 37 van Wet nr. 89/2012, burgerlijk wetboek) of wanneer hij huwt. Een partij in een procedure die niet volledig bevoegd is om als eiser in rechte op te treden, kan zich in de procedure laten vertegenwoordigen. Een meerderjarig persoon met beperkte handelingsbekwaamheid is mogelijk niet bevoegd om als eiser of verweerder in rechte op te treden.

Vertegenwoordiging vindt plaats op grond van de wet of een besluit van een overheidsinstantie (wettelijke vertegenwoordiging) of op grond van een volmacht. Eenieder die als vertegenwoordiger van een partij de procedure bijwoont, moet het bewijs van die vertegenwoordiging leveren.

Een natuurlijke persoon die niet zelfstandig in rechte kan optreden, moet door zijn wettelijke voogd of bewindvoerder worden vertegenwoordigd (artikelen 22 en -23 en artikel 29an van Wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd).

(Handelingsbekwame) partijen in de procedure kunnen zich ook laten vertegenwoordigen door een persoon van hun keuze op basis van een volmacht (artikelen 24 tot en met -28 a van Wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd).

7 Tot wie moet ik mij richten om de zaak aanhangig te maken: tot de receptie of tot de griffie van de rechtbank, of een andere dienst?

Een rechtsvordering (verzoek tot inleiding van een procedure) wordt ingesteld bij de rechtbank met materiële, territoriale en functionele bevoegdheid. De adressen van de Tsjechische rechtbanken zijn te vinden op de volgende webpagina van het Tsjechische ministerie van Justitie.

8 In welke taal kan ik mijn eis indienen? Kan het mondeling of moet het schriftelijk? Kan het per fax of e-mail?

Alle partijen hebben dezelfde status in burgerlijke gerechtelijke procedures en hebben recht op een zitting in hun moedertaal (zie artikel 18 van Wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd). Het op een zitting in de moedertaal is beperkt tot de mondelinge behandeling van de zaak en is niet van toepassing op schriftelijke communicatie tussen de rechter en de partijen (en omgekeerd) – daarom moet een verzoek in het Tsjechisch worden ingediend.

Een verzoek tot inleiding van een procedure kan schriftelijk worden ingediend (zie artikel 42 van Wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd). Een schriftelijk indiening gebeurt op papier of in elektronische vorm via een openbaar datanetwerk of per fax. Een per fax of in elektronische vorm ingediend verzoek over de gegrondheid moet binnen drie dagen worden gevolgd door de indiening van het origineel of een schriftelijke indiening van de identieke tekst. Een document dat wordt ingediend in elektronische vorm met een gecertificeerde elektronische handtekening (overeenkomstig Wet nr. 227/2000, inzake de elektronische handtekening, zoals gewijzigd) of in elektronische vorm overeenkomstig een bijzondere wettelijke regeling (Wet nr. 300/2008, inzake elektronische akten en toegestane documentconversie) hoeft niet te worden gevolgd door indiening van de originele documenten.

Alleen in het geval van een procedure die ook zonder een verzoek kan worden ingeleid of een procedure tot het verkrijgen van toestemming om te huwen, een procedure tot het verkrijgen van bescherming tegen huiselijk geweld, een procedure tot vaststelling of ontzegging van ouderschap en een adoptieprocedure kan een verzoek tot inleiding van een procedure en een verzoek om een tenuitvoerleggingsbevel mondeling worden gedaan en geregistreerd (zie artikel 14 van Wet nr. 292/2013, betreffende bijzondere gerechtelijke procedures, zoals gewijzigd). Elke districtsrechtbank is verplicht om ingediende documenten te registreren en onverwijld naar de bevoegde rechtbank door te sturen. Dit type indiening heeft dezelfde rechtskracht als een indiening bij de bevoegde rechtbank.

9 Zijn er speciale formulieren voor de aanhangig making van zaken en zo niet, hoe moet ik mijn zaak aanhangig maken? Zijn er elementen die een dossier zeker moet bevatten?

Er bestaan geen voorgeschreven formulieren voor het instellen van een rechtsvordering (verzoek tot inleiding van een procedure). Een rechtsvordering (verzoek tot inleiding van een procedure) moet algemene gegevens (zie artikel 42, lid 4, van Wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd) en nadere gegevens (zie artikel 79, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering) bevatten.

Tot de algemene gegevens behoren de identificatie van de rechtbank waaraan het verzoek is gericht en de identificatie van de persoon die de rechtsvordering instelt. Uit de rechtsvordering moet ook duidelijk blijken om welke zaak het gaat en wat er wordt gevorderd. De rechtsvordering moet worden ondertekend en gedateerd.

De nadere gegevens omvatten de voornaam, de achternaam en het adres van de partijen, of de geboortenummers of identificatienummers van de partijen (de bedrijfsnaam of de naam en statutaire zetel van een rechtspersoon, het identificatienummer, de naam van het land en de desbetreffende organisatorische eenheid van de staat die namens de staat voor de rechter verschijnt), en zo nodig ook haar vertegenwoordigers, een beschrijving van de belangrijkste feiten en een beschrijving van het door de rekwirant aangevoerde bewijsmateriaal, en er moet duidelijk worden aangegeven wat de rekwirant precies vordert.

Als het voorstel niet de vereiste gegevens bevat of als deze onbegrijpelijk of onduidelijk zijn, zal de rechtbank de partij verzoeken dit euvel binnen een bepaalde termijn te verhelpen. Als dit niet gebeurt en de procedure daardoor niet kan worden voortgezet, zal de rechtbank het verzoek tot inleiding van een procedure afwijzen. De rechtbank zal geen rekening houden met andere ingediende documenten totdat deze naar behoren zijn gecorrigeerd of vervolledigd (zie artikel 43 van Wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd). Het verzoekschrift moet in het vereiste aantal exemplaren worden ingediend: de rechtbank ontvangt en bewaart één exemplaar en elke partij ontvangt één exemplaar, indien nodig (zie artikel 42, lid 4, van Wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd).

10 Moet ik gerechtelijke kosten betalen? Zo ja, wanneer? Moet ik direct bij het indienen van mijn eis de kosten voor een advocaat betalen?

Er worden gerechtskosten in rekening gebracht voor gerechtelijke procedures in Tsjechië, voor handelingen die vermeld zijn in het tarievenoverzicht, voor individuele handelingen van rechtbanken en voor handelingen van griffies. De bedragen van deze kosten zijn vastgesteld in Wet nr. 549/1991, betreffende de gerechtskosten, zoals gewijzigd. De gerechtskosten worden vastgesteld als een vast bedrag of als een percentage dat is gebaseerd op de waarde van het onderwerp van de gerechtelijke procedure.

Een aantal zaken (voornamelijk die welke niet worden betwist) zijn vrijgesteld van deze kosten. Zaken die "materieel vrijgesteld" zijn, zijn onder meer procedures die betrekking hebben op voogdij, adoptie, onderhoudsverplichtingen tussen ouders en kinderen, enz. Deze procedures zijn volledig vrijgesteld van kosten.

In een procedure tot vaststelling van alimentatiebetalingen, vergoedingen voor gezondheidsschade, arbeidsletsels, beroepsziekten enz. zijn rekwiranten persoonlijk vrijgesteld van kosten. Als de eiser in een bepaalde procedure persoonlijk is vrijgesteld van kosten en de rechtbank zijn vordering gegrond verklaart, is de verweerder aansprakelijk voor de vergoeding.

Het is ook mogelijk om zogenaamde individuele vrijstellingen toe te staan die verband houden met de financiële en sociale situatie van de partijen in de procedure en de specifieke omstandigheden van de behandelde zaak. Als de eiser het financieel moeilijk heeft als gevolg van langdurige werkloosheid, een ernstige ziekte enz., kan hij de rechtbank om gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de kosten verzoeken. Het desbetreffende verzoek dient bij voorkeur bij de oorspronkelijke rechtsvordering te worden gevoegd. Bij zijn beslissing over vrijstelling van kosten houdt de rechtbank rekening met het geheel van de materiële, financiële en sociale omstandigheden, het bedrag van de gerechtskosten, de aard van de ingediende vordering enz. Dit mag echter geen willekeurige of duidelijk uitzichtloze uitoefening of belemmering van rechten zijn. Zie ook "Rechtsbijstand – Tsjechië".

De gerechtskosten zijn verschuldigd bij indiening van het verzoek tot inleiding van een procedure. Als de gerechtskosten niet bij indiening van het verzoek worden betaald, zal de rechtbank de partij verzoeken om de kosten te betalen en haar informeren dat de procedure zal worden opgeschort indien de kosten niet binnen de gestelde termijn worden betaald.

11 Kan ik rechtsbijstand aanvragen?

Zie "Rechtsbijstand – Tsjechië".

12 Wanneer is mijn zaak officieel aanhangig gemaakt? Ontvang ik een bevestiging van de autoriteiten dat mijn zaak correct aanhangig is gemaakt?

De gerechtelijke procedure vangt aan op de dag waarop het verzoekschrift bij de rechtbank wordt afgeleverd (zie artikel 82 van Wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd) of op de dag waarop de rechtbank uitspraak doet over de aanvang van de procedure zonder verzoekschrift (zie artikel 13, lid 2, van Wet nr. 292/2013, inzake bijzondere gerechtelijke procedures, zoals gewijzigd). De aflevering van de rechtsvordering (verzoek tot inleiding van een procedure) bij de rechtbank zet de procedure in gang. De rechtbank bevestigt niet expliciet dat de procedure is aangevangen. Als een rechtsvordering (verzoek tot inleiding van een procedure) persoonlijk bij de griffie wordt afgegeven, kan de griffie dit bevestigen door een afschrift van de vordering af te stempelen.

Als het verzoek niet aan de voorschriften voldoet (bevat niet de voorgeschreven gegevens of is onduidelijk of onbegrijpelijk), zal de rechtbank de partij verzoeken om dit probleem te verhelpen. Gebeurt dit niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn en kan de procedure om die reden niet worden voortgezet, wijst de rechtbank het voorstel tot inleiding van een procedure af en schort zij de procedure op.

13 Ontvang ik gedetailleerde informatie over de tijdsplanning van diverse zittingen (zoals het tijdstip waarop ik in de rechtszaal mag verschijnen)?

Zodra de procedure is aangevangen, zal de rechtbank zonder verder verzoek de zaak zo spoedig mogelijk behandelen en beslechten (zie artikel 100, lid 1, van Wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd). De rechtbank is verplicht de rechtsvordering (verzoek tot inleiding van een procedure) persoonlijk aan de andere partijen in de procedure te laten afleveren (zie artikel 79, lid 3, wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Tijdens de procedure zal de rechter de partijen inlichten over hun verschillende rechten en plichten. Indien een bepaalde procedurehandeling moet worden uitgevoerd, stelt de rechtbank een termijn vast waarbinnen die handeling moet worden verricht.

De partijen en hun vertegenwoordigers hebben recht op inzage in het gerechtelijk dossier, met uitzondering van het proces-verbaal van de stemming, en hebben het recht om er uittreksels uit te nemen en kopieën van te maken. De voorzittende rechter zal eenieder die daar een rechtmatig belang bij heeft of daar geldige redenen toe heeft, toelaten het dossier in te zien en er uittreksels uit te nemen en kopieën van te maken, tenzij het een dossier betreft waarvan de inhoud wettelijk vertrouwelijk moet worden gehouden (zie artikel 44 van Wet nr. 99/1963, wetboek van burgerlijke rechtsvordering, zoals gewijzigd).

Laatste update: 27/09/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.