Vermogen veiligstellen bij een vordering in EU-landen

Estland
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 De verschillende soorten maatregelen

Een vordering kan middels de volgende maatregelen zeker worden gesteld:

  1. de vaststelling van een gerechtelijke hypotheek op onroerend goed, een schip of een luchtvaartuig dat eigendom is van de verweerder;
  2. de beslaglegging op eigendommen van de verweerder, die in het bezit zijn van de verweerder of van iemand anders, en, op basis daarvan, de invoering van een verbodsaantekening in het kadaster waarmee het verkoopverbod zichtbaar wordt gemaakt, of de verrichting van een inschrijving in een ander kadaster waarmee het verkoopverbod zichtbaar wordt gemaakt;
  3. voorkomen dat de verweerder bepaalde transacties of handelingen kan verrichten, onder meer door een beperking op te leggen;
  4. voorkomen dat anderen eigendommen overdragen aan of andere verplichtingen nakomen ten aanzien van de verweerder, met inbegrip van de verplichting om eigendommen over te dragen aan een deurwaarder of om geld over te maken naar een daarvoor vastgestelde bankrekening;
  5. de verweerder verplichten om een voorwerp te deponeren bij de deurwaarder;
  6. het opschorten van de uitvoeringsprocedure, die alleen tegen een onderpand kan worden voortgezet, of het herroepen van de handhavingsmaatregel indien het handhavingsinstrument wordt aangevochten bij een vordering, of indien een derde een vordering heeft ingesteld om de vrijgave van eigendommen waar beslag op is gelegd of de verplichte handhaving om een andere reden niet ontvankelijk te verklaren;
  7. verbieden dat de verweerder zijn woonplaats verlaat, de verweerder arresteren en in hechtenis nemen;
  8. de verweerder en bovenal een verzekeraar verplichten om betalingen te verrichten ter grootte van het minimumbedrag dat waarschijnlijk in de loop van de procedure moet worden betaald in verband met vernielingen of een verzekeringscontract;
  9. de verweerder verplichten om te stoppen met de toepassing van een oneerlijk standaardbeding of de persoon die de toepassing van het beding aanbeveelt verplichten om de aanbeveling van het beding te beëindigen of in te trekken via een vordering tot beëindiging van de toepassing van een oneerlijk standaardbeding of een vordering tot beëindiging en terugtrekking van de aanbeveling van het beding;
  10. enige andere maatregel die de rechter nodig acht.

Om een vordering in verband met inbreuken op het auteursrecht of naburige rechten of op industriële eigendomsrechten zeker te stellen, kan de rechter onder meer goederen in beslag nemen bij vermoedelijke inbreuken op auteursrechten of de verplichting opleggen om de goederen in kwestie over te dragen om te voorkomen dat ze in de handel worden gebracht of worden verspreid. Wanneer op de bankrekening of op andere activa van de verweerder beslag wordt gelegd om een vordering in verband met inbreuken op het auteursrecht of naburige rechten of op industriële eigendomsrechten zeker te stellen, kan de rechter bepalen dat bancaire, financiële of handelsdocumenten moeten worden overgedragen en geïnspecteerd.

Om een vordering in verband met onrechtmatige verkrijging, gebruik of openbaarmaking van bedrijfsgeheimen zeker te stellen, kan de rechter onder meer goederen in beslag nemen wanneer er vermoedens bestaan dat het ontwerp, de eigenschappen, de werking, de productie of de marketing van de goederen in aanzienlijke mate zijn gebaseerd op bedrijfsgeheimen die onrechtmatig zijn verkregen, gebruikt of openbaar gemaakt, of de verplichting opleggen om de goederen in kwestie over te dragen om te voorkomen dat ze in de handel worden gebracht of worden verspreid.

In huwelijks-, alimentatie- en andere familiezaken kan de rechter voor de duur van de procedure ook de volgende zaken reguleren:

  1. de rechten van de ouders ten aanzien van een gemeenschappelijk kind;
  2. de communicatie tussen een ouder en een kind;
  3. de toewijzing van een kind aan de andere ouder;
  4. de naleving van de wettelijke alimentatieverplichtingen en, onder andere, de verplichting dat de verweerder tijdens de procedure financiële steun verleent of zekerheid stelt;
  5. het gebruik van voorwerpen uit de gemeenschappelijke huishouding en van de gemeenschappelijke woning van de echtgenoten;
  6. de overdracht of het gebruik van voorwerpen die bestemd zijn voor persoonlijk gebruik door een echtgenoot of kind;
  7. andere huwelijks- en familieaangelegenheden die gezien de omstandigheden snel moeten worden opgelost.

2 De voorwaarden om maatregelen te kunnen treffen

2.1 De procedure

De rechter neemt niet later dan één werkdag na indiening een besluit over verzoekschriften inzake de zekerheidstelling van een vordering. De rechter kan later beslissen over het verzoekschrift inzake de zekerheidstelling van een vordering wanneer hij eerst de verweerder wil horen.

De verweerder en de andere deelnemers aan de procedure worden niet in kennis gesteld van de hoorzitting inzake een verzoekschrift voor de zekerheidstelling van een vordering. De rechter kan eerst de verweerder horen wanneer dat kennelijk redelijk is en met name wanneer het verzoekschrift vraagt om de voorlopige regulering van de betwiste rechtsbetrekkingen.

Voorts kan de rechter een vordering op basis van een verzoekschrift zeker stellen voordat de vordering is ingesteld. In het verzoekschrift moet worden aangegeven waarom de vordering niet onmiddellijk wordt ingesteld. Het verzoekschrift moet overeenkomstig de bevoegdheidsbepalingen worden ingediend bij de juiste rechter . Indien de rechter een vordering zeker stelt voordat deze is ingesteld, bepaalt de rechter een termijn waarbinnen de indiener de vordering moet instellen. Deze termijn bedraagt maximaal een maand. Wanneer de vordering niet op tijd wordt ingesteld, herroept de rechter de zekerstelling ervan.

In voorkomend geval kan de rechter een maatregel opleggen om een vordering zeker te stellen, indien het eigendom in kwestie binnen zijn rechtsgebied ligt, ook wanneer de vordering is of zou moeten zijn ingesteld bij een andere Estse rechter, een buitenlandse rechter of een geschillencommissie. De rechter die bevoegd is voor de locatie van het kadaster kan een maatregel nemen om een vordering met betrekking tot in een kadaster ingeschreven eigendommen zeker te stellen. In het geval van een schip kan dit worden gedaan door de rechter die bevoegd is voor de locatie van de thuishaven van het schip.

De rechter kan het zeker stellen van een vordering of de voortzetting van de zekerstelling afhankelijk maken van een zekerheidstelling ter vergoeding van de mogelijke schade die de tegenpartij of een derde wordt toegebracht.

De rechter stelt een geldvordering alleen zeker wanneer voor ten minste 5% van het gevorderde bedrag zekerheid wordt gesteld, voor een bedrag van minstens 32 EUR en ten hoogste 32 000 EUR. Wanneer de verweerder in hechtenis wordt genomen of een verbod krijgt opgelegd om zijn woonplaats te verlaten teneinde een vordering zeker te stellen, bedraagt de zekerheidstelling ten minste 3 200 EUR en ten hoogste 32 000 EUR.

Wanneer is voldaan aan de voorwaarden voor zekerheidstelling kan de rechter nog steeds besluiten geheel of gedeeltelijk af te zien van de zekerheidstelling of bepalen dat deze in termijnen wordt voldaan indien om economische of andere redenen niet redelijkerwijs van de eiser kan worden verwacht dat hij zekerheid stelt en indien niet-zekerstelling van de vordering ernstige gevolgen kan hebben voor de eiser of het om enige andere reden onbillijk is om van de eiser een zekerheidstelling te verlangen.

2.2 De basisvereisten

De rechter kan op verzoek van de eiser een vordering zeker stellen wanneer er redenen zijn om aan te nemen dat het zonder zekerstelling moeilijk of onmogelijk wordt om een rechterlijke uitspraak uit te voeren. Wanneer duidelijk is dat een rechterlijke uitspraak buiten de Europese Unie zal worden uitgevoerd en dat de uitvoering niet gegarandeerd wordt door een internationale overeenkomst, wordt verondersteld dat het niet zeker stellen van de vordering de uitvoering van de rechterlijke uitspraak moeilijk of onmogelijk kan maken.

Om een vordering zeker te stellen die geen geldvordering tegen de verweerder betreft, kan de rechter een voorlopige regeling treffen voor betwiste rechtsbetrekkingen en met name voor de toepassingswijze van een voorwerp, indien dit nodig is om ernstige schade of willekeur te voorkomen of om een andere reden. Dit is mogelijk ongeacht of er redenen zijn om aan te nemen dat niet-zekerstelling van de vordering de uitvoering van de rechterlijke uitspraak moeilijk of onmogelijk kan maken. In huwelijks-, alimentatie- en andere familiezaken kan de rechter ook op eigen initiatief maatregelen nemen.

Toekomstige of voorwaardelijke vorderingen of vorderingen tot instelling kunnen ook zeker worden gesteld. Een voorwaardelijke vordering wordt niet zeker gesteld wanneer wordt verondersteld dat de voorwaarde zich tijdens de procedure niet zal voordoen.

Een rechter kan ook een maatregel tot zekerstelling van een vordering toepassen in verband met in het buitenland gevoerde gerechtelijke of arbitrageprocedures.

Een maatregel tot zekerstelling van een vordering kan ook worden genomen wanneer een eiser meerdere tegen dezelfde verweerder ingestelde vorderingen zeker wil stellen.

Een maatregel voor het zeker stellen van een vordering moet zo worden gekozen dat de verweerder bij toepassing ervan alleen wordt belast voor zover dat redelijk wordt geacht, rekening houdend met de legitieme belangen van de eiser en de omstandigheden. Bij de zekerstelling van een geldvordering moet rekening worden gehouden met de waarde ervan. De rechter kan meerdere maatregelen tegelijk nemen om een vordering zeker te stellen.

Om een vordering zeker te stellen mag een persoon mag alleen in hechtenis worden genomen en mag het hem alleen worden verboden zijn woonplaats te verlaten wanneer dat nodig is om te voldoen aan de rechterlijke uitspraak en wanneer andere maatregelen tot zekerstelling van een vordering duidelijk ontoereikend zijn, met name wanneer er reden is om aan te namen dat de persoon naar het buitenland zal vertrekken of zijn activa in het buitenland zal onderbrengen. De politie neemt een persoon in hechtenis op basis van een rechterlijke uitspraak.

Om een vordering zeker te stellen mag een persoon alleen in hechtenis worden genomen en mag het hem alleen worden verboden zijn woonplaats te verlaten wanneer de vordering meer dan 32 000 EUR bedraagt.

Indien de rechter bij een uitspraak inzake de zekerstelling van een geldvordering of vordering hechtenis oplegt of een persoon verbiedt om zijn woonplaats te verlaten, stelt hij de geldsom vast die moet worden gestort op de daarvoor bestemde bankrekening of waarvoor een bankgarantie moet worden afgegeven. Zodra het geld is gestort of de garantie is afgegeven, wordt de uitvoering van de uitspraak inzake de zekerstelling van de vordering beëindigd. In dergelijke gevallen schrapt de rechter, op verzoek van de verweerder, de maatregel voor het zeker stellen van de vordering en vervangt deze door een geldsom of bankgarantie.

Op basis van een verzoekschrift kan voorlopige rechtsbescherming worden geboden, maar alleen wanneer de wet hierin voorziet. Wanneer de wet het mogelijk maakt om voorlopige rechtsbescherming te bieden naar aanleiding van een verzoekschrift, kan dat alleen wanneer dat nodig is om de bestaande situatie of status in stand te houden of tijdelijk te reguleren, tenzij de wet anderszins bepaalt. Tenzij de wet anderszins bepaalt, zijn de bepalingen met betrekking tot het zeker stellen van een vordering van toepassing op voorlopige rechtsbescherming. Indien de procedure alleen op basis van een verzoekschrift kan worden ingeleid, kan de rechter alleen voorlopige rechtsbescherming bieden en de uitspraak inzake voorlopige rechtsbescherming alleen wijzigen of nietig verklaren op basis van een verzoekschrift, tenzij de wet anderszins bepaalt.

3 Het doel en de aard van dergelijke maatregelen

3.1 Welke goederen kunnen het voorwerp uitmaken van dergelijke maatregelen?

Afhankelijk van de aard en het doel van de maatregelen kunnen deze zowel op roerend als op onroerend goed worden toegepast, met inbegrip van geld, schepen en luchtvaartuigen.

3.2 Wat zijn de gevolgen van dergelijke maatregelen?

  • Beslaglegging op eigendommen

Wanneer eigendommen in beslag worden genomen, mag de verweerder daar niet over beschikken. Naast de beslaglegging op andere roerende goederen, met uitzondering van in het scheepsregister ingeschreven schepen en in het luchtvaartuigenregister ingeschreven luchtvaartuigen, wordt het recht op zekerstelling bij beslaglegging gecreëerd.

Bij beslaglegging op onroerend goed of op geregistreerde roerende goederen moet in het kadaster of in een ander register worden aangetekend dat de eigendommen niet mogen worden verkocht, dit ten behoeve van de eiser en op basis van diens verzoekschrift en de uitspraak inzake de zekerstelling van de vordering. Op verzoek van de verweerder stuurt de rechter de uitspraak door om de verbodsaantekening onafhankelijk in te voeren in het register.

De rechter kan op verzoek van de eiser of de verweerder bepalen dat een in beslag genomen voorwerp wordt verkocht en dat de opbrengsten van de verkoop worden gestort op de daarvoor vastgestelde bankrekening wanneer de waarde van het voorwerp sterk kan afnemen of de opslag van het voorwerp onredelijke kosten met zich meebrengt.

Een deurwaarder zorgt voor de inbeslagname van eigendommen. Op verzoek van de persoon die om zekerstelling van de vordering heeft verzocht, houdt de deurwaarder toezicht op het in beslag genomen voorwerp. In dergelijke gevallen verbiedt de deurwaarder het gedeeltelijke of volledige gebruik van het voorwerp en kan hij orders geven met betrekking tot het voorwerp, die onder meer betrekking kunnen hebben op de opslag ervan.

  • Gerechtelijke hypotheek

Tenzij de wet anderszins bepaalt, geniet de persoon die om zekerstelling van de vordering heeft verzocht bij een gerechtelijke hypotheek op een onroerend goed, een in het scheepsregister ingeschreven schip of een in het luchtvaartuigenregister ingeschreven luchtvaartuig, dezelfde rechten ten aanzien van de andere rechten die het voorwerp bezwaren als de rechten die een hypotheekhouder geniet uit hoofde van een hypotheek of maritieme hypotheek, of als de rechten die een pandhouder geniet uit hoofde van een effect op naam.

De som van de hypotheek is het bedrag van de zeker gestelde vordering die in het kadaster, het scheepsregister of het luchtvaartuigenregister is ingeschreven. Indien de hoofdvordering minder bedraagt dan 640 EUR, wordt er geen gerechtelijke hypotheek ingesteld, mits de vordering zeker kan worden gesteld via andere maatregelen, die minder nadelig zijn voor de verweerder.

Een gerechtelijke hypotheek wordt ingeschreven in het kadaster, het scheepsregister of het luchtvaartuigenregister, en wel ten behoeve van de eiser en op basis van diens verzoekschrift en de uitspraak inzake de zekerstelling van de vordering. Op verzoek van de eiser stuurt de rechter de uitspraak door om de gerechtelijke hypotheek onafhankelijk in te schrijven in het register. De hypotheek wordt gecreëerd wanneer deze in het register wordt ingeschreven.

Zodra een gerechtelijke hypotheek is vastgesteld op een schip of luchtvaartuig houdt de deurwaarder er toezicht op, en wel op aanvraag van de persoon die om de zekerstelling van de vordering heeft verzocht. In dergelijke gevallen verbiedt de deurwaarder het gedeeltelijke of volledige gebruik van het schip en kan hij andere orders geven met betrekking tot het schip.

  • Verbod op het verlaten van de woonplaats

Een persoon aan wie een verbod op het verlaten van de woonplaats is opgelegd mag zijn of haar woonplaats zonder toestemming van de rechter niet langer dan 24 uur verlaten. Om een verbod op het verlaten van de woonplaats op te leggen, dagvaardt hij de verweerder (wanneer die een natuurlijke persoon is) of een lid van de beheersinstantie van de verweerder (wanneer die een rechtspersoon is), en verkrijgt hij daartoe zijn of haar handtekening.

3.3 Is de geldigheid van de maatregelen beperkt in de tijd?

Indien de rechter bij een uitspraak inzake het zeker stellen van een geldvordering of andere vordering hechtenis oplegt of een persoon verbiedt zijn woonplaats te verlaten, stelt hij de geldsom vast die moet worden gestort op de daarvoor vastgestelde bankrekening of waarvoor een bankgarantie moet worden afgegeven. Zodra het geld is gestort of de garantie is afgegeven, wordt de uitvoering van de uitspraak inzake de zekerstelling van de vordering beëindigd.

Op verzoek van een partij kan de rechter bij een uitspraak een maatregel tot zekerstelling van een vordering verwisselen voor een andere.

Wanneer er een gerechtelijke hypotheek is gecreëerd op meerdere onroerende goederen, schepen of luchtvaartuigen, stelt de rechter in de uitspraak inzake de zekerstelling van de vordering voor elk bezwaard voorwerp een geldsom vast die moet worden overgemaakt naar de daarvoor vastgestelde bankrekening of waarvoor een bankgarantie moet worden afgegeven. Zodra het geld is overgemaakt of de garantie is afgegeven, wordt de zekerstelling van de vordering herroepen. Indien de zekerstelling van een vordering wordt herroepen of een maatregel tot zekerstelling van de vordering wordt vervangen, wordt de eigenaar van het onroerend goed, het schip of het luchtvaartuig de eigenaar van de hypotheek. Op verzoek van de eigenaar wordt de gerechtelijke hypotheek uit het kadaster, het scheeps- of het luchtvaartuigenregister geschrapt, en wel op basis van een uitspraak waarmee de zekerstelling van de vordering wordt herroepen.

De rechter kan op verzoek van een van de partijen de zekerstelling van een vordering herroepen, en wel bij veranderende omstandigheden – met name wanneer er niet langer reden is om een vordering zeker te stellen of wanneer zekerheid wordt gesteld – of op basis een andere rechtsgrond. De niet-geldelijke zekerstelling van een vordering kan alleen worden herroepen of vervangen door een betaling in contanten wanneer de eiser toestemming heeft verleend of wanneer daar een goede reden voor is.

De rechter herroept de zekerstelling van een vordering bij een rechterlijke uitspraak indien geen gevolg is gegeven aan de vordering, of bij een uitspraak indien de vordering niet is toegelaten of de betreffende procedure is afgerond. De rechter herroept de zekerstelling van een vordering ook wanneer het besluit om de vordering zeker te stellen door een ander gerecht werd genomen, tenzij de wet anderszins bepaalt.

In huwelijks-, alimentatie- en andere familiezaken kan de rechter op eigen initiatief een uitspraak inzake de zekerstelling van een vordering wijzigen of nietig verklaren.

4 Rechtsmiddelen tegen de maatregelen

Een partij kan beroep instellen tegen een uitspraak waarmee een kanton- of kringrechter een vordering zeker stelt, een maatregel tot zekerstelling van een vordering vervangt door een andere of de zekerstelling van een vordering herroept. Tegen een uitspraak van een kringrechter in een beroep tegen een uitspraak van een kantonrechter kan alleen beroep worden aangetekend bij het Hooggerechtshof (Riigikohus) wanneer de zeker gestelde vordering een waarde vertegenwoordigt van meer dan 100 000 EUR of wanneer, bij wijze van zekerstelling, een persoon in hechtenis is genomen of het hem verboden is zijn woonplaats te verlaten.

Tegen uitspraken over voorlopige rechtsbescherming kan beroep worden ingesteld. Tegen uitspraken van kringrechters over dergelijke beroepen is geen beroep bij het Hooggerechtshof mogelijk, tenzij in de wet anders is bepaald.

Laatste update: 22/02/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.