Bewijsverkrijging

Ierland
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 De bewijslast

1.1 Wat zijn de rechtsregels betreffende de bewijslast?

De bewijslast betreffende een bepaalde vordering rust in het algemeen op de partij die de desbetreffende stelling of vordering aanvoert. Zo rust in een zaak met betrekking tot nalatigheid de bewijslast inzake de nalatigheid op de eiser en de bewijslast voor medeaansprakelijke nalatigheid op de verweerder. In het algemeen draagt de eiser de bewijslast betreffende de feiten die noodzakelijk zijn tot staving van zijn vordering, terwijl de verweerder in het algemeen zijn verweer tegen de vordering moet staven. Indien de verweerder een tegenvordering instelt, rust de bewijslast betreffende die tegenvordering op de verweerder. In de wetgeving wordt echter soms voorgeschreven dat de bewijslast op de verweerder rust. In zaken over onterecht ontslag rust de bewijslast op de verwerende werkgever, d.w.z. de werkgever moet aantonen dat er gegronde redenen waren voor het ontslag (zie de Unfair Dismissals Act 1977, als gewijzigd).

1.2 Bestaan er rechtsregels krachtens welke bepaalde feiten niet hoeven te worden bewezen? In welke gevallen? Kan bij deze vermoedens een tegenbewijs worden geleverd?

Erkende feiten hoeven niet te worden bewezen. Rechters kunnen zich ook baseren op algemene bekendheid of 'juridisch kennisnemen' van feiten die duidelijk vaststaan of algemeen bekend zijn; dergelijke feiten hoeven niet te worden bewezen. Er zijn ook verschillende wettelijke vermoedens die door tegenbewijs kunnen worden weerlegd. Het gaat onder meer om vermoedens inzake de wettigheid van kinderen, de geldigheid van huwelijken, de geestelijke gezondheid van volwassen personen en de dood van vermisten waarvan al meer dan zeven jaar niets is vernomen ondanks dat alle desbetreffende onderzoeken zijn gedaan. Het beginsel res ipsa loquitur ('de feiten spreken voor zich') is van toepassing indien er wordt uitgegaan van een vermoeden van nalatigheid in omstandigheden waarin is aangetoond dat de oorzaak van het ongeval op het moment van het ongeval onder de controle van de verweerder of diens personeelsleden of vertegenwoordigers stond en het ongeval van dien aard was dat het zich normaliter niet zou hebben voorgedaan als degenen die de controle hadden, voldoende zorgvuldig hadden gehandeld. Indien een beroep wordt gedaan op res ipsa loquitur, komt de bewijslast daardoor op de verweerder te rusten en moet hij vervolgens aantonen dat hij niet nalatig is geweest. De bewijslast inzake het aantonen van het oorzakelijke verband blijft echter op de eiser rusten. Van belang is het feit dat indien uit de feiten blijkt dat het beginsel res ipsa loquitur duidelijk van toepassing is, de eiser zich hierop tijdens de terechtzitting kan beroepen zelfs wanneer deze regel niet is aangevoerd of niet is opgenomen in de vordering van de eiser.

1.3 In welke mate moet de rechtbank overtuigd zijn van een feit om zijn oordeel erop te mogen baseren?

In een burgerlijke zaak wordt een partij op een bepaald punt in het gelijk gesteld indien hij het gerecht op basis van een balance of probabilities ('afweging van waarschijnlijkheid') van dat punt weet te overtuigen. Dit betekent dat indien een partij er niet in slaagt het gerecht ervan te overtuigen dat zijn versie van de gebeurtenissen waarschijnlijker is dan de versie van de tegenpartij, eerstbedoelde partij in het ongelijk zal worden gesteld. Dit is een flexibele maatstaf en rechters eisen in het algemeen meer bewijzen in bepaalde zaken, zoals fraudezaken, vanwege de ernst van de betrokken beschuldiging.

2 Het verkrijgen van bewijs

2.1 Kan bewijsverkrijging enkel op verzoek van een partij plaatsvinden of kan de rechter in bepaalde gevallen eigener beweging bewijs verkrijgen?

In burgerlijke procedures worden bewijzen verkregen door discovery (overlegging van informatie op verzoek van de andere partij), disclosure (overlegging van relevante documenten en informatie door de partijen) en verklaringen van getuigen en deskundigen.

Discovery: in procedures voor het High Court kan de ene partij de andere partij schriftelijk verzoeken om vrijwillig informatie over te leggen. Het gerecht zal alleen maar een bevel tot dergelijke overlegging van informatie (discovery) uitvaardigen indien de andere partij nalaat of weigert de informatie vrijwillig over te leggen of het verzoek om overlegging van informatie negeert (zie die Rules of the Superior Courts, Ord. 31, r. 12, als gewijzigd). De informatie waar op deze wijze om wordt verzocht, moet relevant en noodzakelijk zijn voor de feiten die in het geding zijn. Het is ook mogelijk te verzoeken om overlegging van documenten van een derde die geen partij is in de procedure.

Disclosure: partijen in een procedure met betrekking tot een vordering wegens persoonlijk letsel moeten aan de andere partij, zonder dat daartoe een verzoek hoeft te worden ingediend bij het gerecht, alle medische dossiers ter inzage geven die zijn opgesteld door deskundigen die als getuigen zullen worden opgeroepen om ter terechtzitting een verklaring af te leggen (zie die Rules of the Superior Courts, Ord. 39, r. 46, als gewijzigd). Beide partijen moeten ook lijsten uitwisselen met de namen en adressen van alle getuigen die zij willen oproepen. Bovendien moet de eiser een volledige staat overleggen van alle vergoedingen van bijzondere schade of directe contante uitgaven in verband met de schade die of het letsel dat het voorwerp is van de vordering.

Getuigen: het gebruik door partijen van getuigenbewijs in hun voordeel is niet afhankelijk van de toestemming van de rechter, met uitzondering van procedures van de Commercial List of the High Court, waarbij een partij die zich wil baseren op getuigenbewijs een door de getuige ondertekende getuigenverklaring moet verstrekken waarin dit getuigenbewijs is opgenomen en de getuige moet oproepen om ter terechtzitting een mondelinge verklaring af te leggen. Indien de partij vóór de terechtzitting in de High Court Commercial List geen getuigenverklaring verstrekt, mag de partij deze getuige niet zonder toestemming van het gerecht oproepen. Bovendien heeft het gerecht uitgebreide bevoegdheden om te controleren welke bewijselementen toelaatbaar zijn en kan het bewijzen die anders toelaatbaar zouden zijn, uitsluiten of beperkingen opleggen aan het kruisverhoor van getuigen. In bepaalde omstandigheden kan een partij ook verzoeken om een gerechtelijk bevel tot opname van getuigenbewijs in een beëdigde getuigenverklaring die vóór de terechtzitting wordt afgelegd voor een door het gerecht aangewezen onderzoeker. In het algemeen is het de taak van de rechter om kennis te nemen van alle door de partijen aangevoerde bewijzen en is het niet zijn taak om zelf de feiten vast te stellen. In het algemeen heeft de rechter niet het recht zonder instemming van de partijen een getuige op te roepen, hoewel hij dit wel mag doen in geval van belemmering van de rechtsgang of in bepaalde procedures die de zorg voor kinderen betreffen. Een rechter heeft ook de bevoegdheid een getuige die eerder door een partij is opgeroepen, opnieuw op te roepen.

Deskundigen: het gebruik door partijen van deskundigenbewijs in hun voordeel is in het algemeen niet afhankelijk van de toestemming van de rechter. Waar deskundigenbewijs dient te worden voorgelegd, dienen de partijen eventuele deskundigenverslagen voorafgaand aan de terechtzitting uit te wisselen. In procedures van de Commercial List of the High Court kan de rechter in het kader van de procedure voorafgaand aan de terechtzitting de deskundigen gelasten met elkaar in overleg te treden teneinde de punten vast te stellen waarover zij voornemens zijn een verklaring af te leggen en tot overeenstemming te komen over de verklaring die zij willen afleggen met betrekking tot die punten, waarbij zij rekening dienen te houden met eventuele zaken die de rechter hun ter overweging meegeeft. Het gerecht kan deze deskundigen gelasten een memorandum met het resultaat van hun bijeenkomsten en beraadslagingen op te stellen, dat door hen gezamenlijk aan de griffier en de partijen dient te worden overgelegd. Dit resultaat van de beraadslagingen van deskundigen is niet bindend voor de partijen (zie die Rules of the Superior Courts, Ord. 63A, r. 6(1)(ix)).

Het gerecht kan zelf een deskundige als assessor (bijzitter) aanwijzen om het gerecht bij te staan in het geding. Het gerecht kan de assessor gelasten een verslag op te stellen (waarvan een kopie aan de partijen moet worden verstrekt) en het proces bij te wonen om het gerecht advies te verlenen of bij te staan.

2.2 Als een verzoek tot leveren van bewijs is toegewezen, welke stappen volgen dan?

Discovery: het gerecht zal uitsluitend bevelen dat bepaalde informatie moet worden overgelegd (discovery) indien de partij die verzocht is dergelijke informatie over te leggen er niet in is geslaagd, heeft geweigerd of heeft nagelaten de gevraagde informatie vrijwillig over te leggen. Indien het gerecht overlegging van informatie (discovery) beveelt, zal het gerecht meestal beslissen dat de kosten van de partij die om de overlegging van die informatie heeft verzocht, moeten worden vergoed. Indien een partij in een procedure het bevel krijgt bepaalde documenten die hij in zijn bezit heeft of waarover hij beschikt over te leggen, dient de partij in kwestie kopieën van de desbetreffende documenten aan de andere partij ter beschikking te stellen. Aan een bevel tot overlegging van informatie (order for discovery) wordt voldaan door een beëdigde verklaring af te leggen waarin de desbetreffende documenten als bijlage bij de verklaring worden opgenomen. Teneinde zeker te stellen dat procespartijen voldoen aan bevelen tot overlegging van informatie, kan het verzuim om te voldoen aan een dergelijk bevel ertoe leiden dat de vordering niet ontvankelijk wordt verklaard of dat het verweer wordt geschrapt.

Getuigen: het gebruik door partijen van getuigenbewijs in hun voordeel is niet afhankelijk van de toestemming van de rechter. Indien het gerecht beveelt getuigenbewijs in een beëdigde getuigenverklaring op te nemen, zal de getuige zijn verklaring mondeling afleggen voor een door het gerecht aangewezen onderzoeker. Het getuigenverhoor verloopt dan op dezelfde wijze als op een terechtzitting met een onbeperkte mogelijkheid tot kruisverhoor; van dit getuigenverhoor wordt een transcriptie opgesteld.

Deskundigen: het gebruik door partijen van deskundigenbewijs in hun voordeel is in het algemeen niet afhankelijk van de toestemming van de rechter. Deskundigen kunnen schriftelijke verslagen opstellen waarin zij hun bevindingen noteren en hun onpartijdige advies als deskundige geven. Indien er deskundigenverslagen worden opgesteld, dienen deze voorafgaand aan de terechtzitting te worden uitgewisseld. De deskundige heeft in de eerste plaats een verplichting jegens het gerecht en niet jegens de partijen in de procedure, hoewel de deskundige wordt betaald door de partij die hem instructies geeft.

2.3 In welke gevallen kan de rechter een bewijsaanbod afwijzen?

Het gerecht kan een verzoek van een partij tot verkrijging of overlegging van bepaald bewijs afwijzen indien het gerecht van oordeel is dat het bewijs in kwestie irrelevant, onbruikbaar of ontoelaatbaar is. Volgens de "best evidence rule" (regel van het beste bewijs), moet het beste en meest directe bewijs van een feit worden overgelegd of, indien het beste bewijs niet beschikbaar is, moet er verantwoording worden afgelegd van het ontbreken ervan. Zo is bijvoorbeeld het beste bewijs van de inhoud van een bepaalde brief overlegging van de brief op zich, in plaats van een mondelinge verklaring over de inhoud ervan. In het algemeen zijn alle bewijselementen die relevant zijn voor in het geding zijnde feiten toelaatbaar. Bepaalde bewijselementen zijn echter niet toelaatbaar, zoals vertrouwelijke communicatie (bijvoorbeeld bewijs betreffende vertrouwelijke communicatie tussen een cliënt en een advocaat). Derhalve beslist de rechter van geval tot geval over de toelaatbaarheid van bewijselementen.

2.4 Wat zijn de verschillende bewijsmiddelen?

Feiten kunnen worden aangetoond aan de hand van bewijzen, vermoedens en gevolgtrekkingen afgeleid uit bewijzen. Het gerecht kan ook 'juridisch kennisnemen' van feiten. In burgerlijke procedures kunnen getuigenbewijs, documenten en materiële bewijzen als bewijsmiddel worden gebruikt. Documenten kunnen papieren documenten, computerbestanden, foto’s, alsook video- en geluidsopnamen omvatten.

2.5 Wat zijn de methodes om bewijs te verkrijgen van getuigen en zijn deze verschillend van de middelen om bewijs te verkrijgen van deskundigen? Wat zijn de regels betreffende het overleggen van schriftelijk bewijs en deskundigenrapporten/-adviezen?

Getuigenverklaringen worden in beginsel mondeling ter terechtzitting afgelegd. Ter terechtzitting zal de getuige worden gevraagd de echtheid en de juistheid van zijn verklaring te bevestigen.

Deskundigenbewijs wordt in een schriftelijk verslag opgenomen, tenzij het gerecht anders beveelt. In een deskundigenverslag moeten de conclusies, de feiten, de aan het verslag ten grondslag liggende hypothesen en de essentie van de instructies voor de deskundige worden vermeld. Het gerecht beslist of het ook nodig is dat een deskundige de terechtzitting bijwoont om een mondelinge verklaring af te leggen.

2.6 Hebben bepaalde bewijsmiddelen meer bewijskracht dan andere?

Het gerecht heeft een ruime beoordelingsmarge met betrekking tot het gewicht of de geloofwaardigheid van elk bewijselement. Een bewijs van horen zeggen bijvoorbeeld kan weliswaar toelaatbaar zijn in burgerlijke procedures, maar zal evenwel vaak minder zwaar wegen dan een verklaring van een directe getuige, in het bijzonder wanneer de betrokkene ook als getuige had kunnen worden opgeroepen.

Bepaalde documenten en bescheiden worden als authentiek erkend. Zo wordt de authenticiteit van bescheiden van ondernemingen en overheidsinstanties erkend wanneer deze door een leidinggevende functionaris van de onderneming of van de overheidsinstantie als zodanig worden gewaarmerkt. Het bestaan van verschillende soorten officiële documenten (zoals wetgeving, secundaire wetgeving, besluiten, verdragen en gerechtelijke stukken) kan zonder verdere bewijsvoering worden aangetoond aan de hand van geprinte of gewaarmerkte kopieën.

2.7 Zijn voor het bewijzen van bepaalde feiten bepaalde bewijsmiddelen verplicht?

Bepaalde transacties moeten schriftelijk worden vastgelegd en dienen dus te worden gestaafd aan de hand van documenten. Het gaat bijvoorbeeld om overeenkomsten inzake de verkoop van grond.

2.8 Zijn getuigen wettelijk verplicht te getuigen?

In het algemeen kunnen getuigen die bewijs kunnen aanbrengen, worden verplicht ter terechtzitting getuigenis af te leggen. Een partij die zeker wil zijn dat een getuige op de terechtzitting verschijnt, stelt een oproep tot verschijnen op waarin de getuige wordt gelast op de zitting te verschijnen om bewijs aan te brengen. Nadat de oproep door het gerecht is afgegeven en op regelmatige wijze is betekend, is hij bindend voor de getuige en dient deze ter terechtzitting te verschijnen. Iemand die geen gehoor geeft aan een oproep om als getuige te verschijnen, is schuldig aan contempt of court (belemmering van de rechtsgang).

2.9 In welke gevallen kan een getuige zich beroepen op het verschoningsrecht?

De algemene regel dat geschikte getuigen kunnen worden verplicht getuigenis af te leggen, geldt niet voor buitenlandse staatshoofden en hun familieleden, buitenlandse diplomaten en consulaire ambtenaren, vertegenwoordigers van bepaalde internationale organisaties en rechters en juryleden, voor activiteiten die verband houden met hun respectievelijke functies. In burgerlijke procedures kunnen echtgenoten en verwanten van de partijen worden verplicht getuigenis af te leggen. Een getuige is gehouden een vraag te beantwoorden tenzij hij daardoor de bescherming tegen zelfbeschuldiging zou verliezen. Met andere woorden, een getuige is gehouden een vraag te beantwoorden tenzij hij kan aantonen dat hij een reëel gevaar loopt zichzelf met het antwoord te beschuldigen.

Getuigen die in het algemeen gehouden zijn een getuigenis af te leggen, hebben niettemin het recht inzage in bepaalde documenten en beantwoording van bepaalde vragen te weigeren op basis van vrijstellingen (privileges). De belangrijkste soorten vrijstellingen zijn het wettelijke beroepsgeheim, de vrijstelling "onder voorbehoud van alle rechten" en, zoals hierboven vermeld, het recht om zichzelf niet te beschuldigen.

De overlegging van bewijs kan ook worden geweigerd wanneer dit in strijd zou zijn met het openbaar belang. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om bewijsmateriaal met betrekking tot de nationale veiligheid, diplomatieke betrekkingen, de werking van de staat, het welzijn van kinderen, strafrechtelijk onderzoek en de bescherming van informanten. Voorts zijn journalisten niet gehouden hun bronnen bekend te maken, tenzij bekendmaking noodzakelijk is in het belang van de rechtspleging of van de nationale veiligheid dan wel met het oog op het voorkomen van wanorde of van strafbare feiten.

2.10 Kan een persoon die weigert te getuigen, daartoe worden gedwongen? Kan hij worden gestraft?

Een gedagvaarde getuige die weigert getuigenis af te leggen kan wegens contempt of court (belemmering van de rechtsgang) worden veroordeeld tot een gevangenisstraf die duurt tot het moment waarop hij of zij die belemmering ongedaan maakt, of kan tot een geldboete worden veroordeeld. Het verzuim om gehoor te gegeven aan een oproep tot verschijnen als getuige is in feite een verzuim om gehoor te geven aan een gerechtelijk bevel, waardoor elke weigering getuigenis af te leggen als contempt of court kan worden aangemerkt.

2.11 Zijn er personen van wie geen getuigenis kan worden verkregen?

In burgerlijke procedures mogen volwassen personen geen getuigenverklaring afleggen wanneer zij niet in staat zijn de betekenis van de af te leggen eed te begrijpen of wanneer zij niet in staat zijn een rationele getuigenverklaring af te leggen. Wanneer de getuige een kind is, kan zijn getuigenverklaring alleen worden toegestaan mits de rechter in kwestie ervan overtuigd is dat dit kind begrijpt dat het de waarheid moet vertellen en mits het begripsvermogen van het kind rechtvaardigt dat zijn getuigenis wordt gehoord.

2.12 Wat is de rol van de rechter en van de partijen bij het horen van een getuige? Onder welke voorwaarden kan een getuige worden gehoord via nieuwe technologieën zoals videoconferencing?

In eerste instantie leggen getuigen ter terechtzitting een evidence-in-chief (hoofdverklaring) af en vervolgens kan de advocaat van de tegenpartij de getuige aan een kruisverhoor onderwerpen, waarbij hij de getuige suggestieve vragen kan stellen. Soms wordt de getuige na afloop van het kruisverhoor nogmaals gehoord door de partij die hem in eerste instantie heeft opgeroepen. Ook de rechter kan getuigen vragen stellen, gewoonlijk om opheldering te verkrijgen omtrent bepaalde zaken.

Het is mogelijk getuigen in bepaalde gevallen via een live televisieverbinding een verklaring te laten afleggen. In procedures die het welzijn van een kind (of een persoon met een verstandelijke beperking) betreffen, kan het gerecht een kind via een live televisieverbinding als getuige horen en kunnen er via een tussenpersoon vragen worden gesteld aan het kind. Er kan ook bewijs worden verkregen via een televisieverbinding wanneer de betrokken getuige niet in Ierland woont.

3 De waardering van het bewijs

3.1 Gelden voor de rechter beperkingen om tot zijn oordeel te komen op basis van onrechtmatig verkregen bewijs?

Onrechtmatig verkregen bewijs is niet per se ontoelaatbaar. Het is toelaatbaar als het relevant is, maar de rechter heeft de bevoegdheid het uit te sluiten. Indien de rechter van oordeel is dat het bewijsmateriaal in het belang van de openbare orde dient te worden uitgesloten, zal het, zelfs indien het relevant is voor de feiten in het geding, niet worden toegelaten.

3.2 Geldt ook de verklaring van een partij als bewijs?

Getuigenverklaringen door de partijen in het geding zijn in dezelfde mate toelaatbaar als verklaringen door derden.

Links

https://www.courts.ie

Laatste update: 16/04/2024

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.