Nationale gewone rechtbanken

Roemenië

Op deze pagina vindt u informatie over de gewone rechtbanken in Roemenië.

Inhoud aangereikt door
Roemenië

Inleiding tot het Roemeense rechtsstelsel

Het rechtsstelsel in Roemenië heeft de volgende structuur:

Rechtbanken en parketten

Niveau 1

  1. Districtsrechtbanken (176)
  2. Parketten

Niveau 2

  1. Rechtbanken (42)
  2. Speciale rechtbanken (3)
  3. Rechtbank voor Jeugd- en Familiezaken (1)
  4. Parketten

Niveau 3

  1. Gerechtshoven (15)
  2. Parketten

Niveau 4

  1. Hof van Cassatie
  2. Parket
  • Het rechtsstelsel in Roemenië omvat het Hof van Cassatie en de overige rechtbanken.

Rechtbanken

Hof van Cassatie

Als de hoogste rechter in Roemenië is het Hof van Cassatie de enige rechterlijke instantie die bevoegd is om een eenvormige uitleg en toepassing van het recht door de overige rechtbanken te waarborgen. De voornaamste procedure die hiervoor wordt gebruikt, is de toetsing in het belang der wet.

Het Hof van Cassatie heeft vier secties, die elk hun eigen bevoegdheden hebben:

  • Civiele Sectie I;
  • Civiele Sectie II;
  • Strafsectie;
  • Sectie Bestuurs- en Belastinggeschillen.

De vier colleges bestaande uit vijf rechtersde secties in gezamenlijke zitting, het college voor toetsing in het belang der wet en het college voor de duiding van juridische kwesties zijn andere onderdelen van het hooggerechtshof, met eigen bevoegdheden.

De Civiele Sectie I, de Civiele Sectie II en de Sectie Bestuurs- en Belastinggeschillen van het Hof van Cassatie nemen kennis van verzoeken tot toetsing van vonnissen van gerechtshoven en andere gerechtelijke beslissingen zoals wettelijk bepaald, alsook van verzoeken tot toetsing van niet-definitieve vonnissen of gerechtelijke handelingen van allerlei aard waartegen geen andere rechtsmiddelen openstaan, in gevallen waarin de gerechtelijke procedure bij het gerechtshof is onderbroken.

De Strafsectie van het Hof van Cassatie neemt kennis:

  1. in eerste aanleg, van de zaken en verzoeken die rechtens worden voorgelegd aan het Hof van Cassatie in die gevallen waarin het hof in eerste aanleg bevoegd is.

De Strafsectie van het Hof van Cassatie neemt, als rechter in eerste aanleg, kennis van zaken betreffende hoogverraad, strafbare feiten begaan door senatoren, afgevaardigden en Roemeense leden van het Europees Parlement, door leden van de regering, door rechters van het Grondwettelijk Hof, door leden van de Hoge Raad voor de Magistratuur, door rechters van het Hof van Cassatie en door officieren van justitie van het parket behorend bij het Hof van Cassatie;

  1. van verzoeken tot toetsing van strafvonnissen die in eerste aanleg zijn gewezen door een gerechtshof of het militair gerechtshof;
  2. van verzoeken tot toetsing van strafvonnissen die in eerste aanleg zijn gewezen door een gerechtshof, het militair gerechtshof of de Strafsectie van het Hof van Cassatie;
  3. van verzoeken tot toetsing van niet-definitieve vonnissen of gerechtelijke handelingen van allerlei aard waartegen geen andere rechtsmiddelen openstaan, in gevallen waarin de gerechtelijke procedure bij het gerechtshof is onderbroken;
  4. van beroepen tegen definitieve strafvonnissen, zoals wettelijk bepaald;
  5. van verzoeken om een voorlopige uitspraak voor de duiding van juridische kwesties;
  6. van jurisdictiegeschillen tussen de gewone hogere rechtbank en rechtbanken die de jurisdictie van deze rechtbank betwisten;
  7. van verzoeken om verwijzing, van het op zich bevoegde gerechtshof naar een ander gerechtshof;
  8. van andere bij wet bepaalde zaken.

De colleges van vijf rechters

Op grond van artikel 24 van Wet nr. 304/2004 (opnieuw bekendgemaakt, als daarna gewijzigd en aangevuld) nemen de colleges van vijf rechters kennis van verzoeken tot toetsing van vonnissen die in eerste aanleg zijn gewezen door de Strafsectie van het Hof van Cassatie, beroepen tegen de vonnissen die na de eerste toelating in hoger beroep zijn gewezen door de colleges van vijf rechters, verzoeken tot toetsing van conclusies die in eerste aanleg zijn gegeven door de Strafsectie van het Hof van Cassatie, tuchtzaken uit hoofde van de wet en andere zaken die naar de colleges zijn verwezen en volgens de wet onder hun bevoegdheid vallen, en verzoeken tot toetsing van vonnissen tot afwijzing van verwijzingen naar het Grondwettelijk Hof die door andere colleges van vijf rechters zijn gewezen. Overeenkomstig artikel 51, lid 3, van Wet nr. 317/2004 (opnieuw bekendgemaakt) nemen de colleges van vijf rechters kennis van verzoeken tot toetsing van de uitspraken van de Hoge Raad voor de Magistratuur in tuchtzaken.

Het Hof van Cassatie komt in de volgende gevallen bijeen in gezamenlijke zitting:

  1. behandeling van verwijzingen in verband met veranderingen in de jurisprudentie van het Hof van Cassatie;
  2. verwijzing naar het Grondwettelijk Hof ter vaststelling van de grondwettigheid van wetten voordat zij worden afgekondigd.

Gerechtshof

In Roemenië worden de gerechtshoven voorgezeten door een voorzitter, die kan worden bijgestaan door één of twee vicevoorzitters.

De gerechtshoven beschikken over gespecialiseerde secties of colleges voor:

  • civiele zaken;
  • strafzaken;
  • jeugd- en familiezaken;
  • zaken betreffende bestuurlijke of belastinggeschillen;
  • zaken betreffende arbeidsgeschillen en de sociale zekerheid, bedrijven, het Handelsregister, faillissementen, oneerlijke mededinging en overige zaken; en
  • zaken betreffende de zee- en binnenvaart.

De 15 gerechtshoven hebben rechtspersoonlijkheid en ieder van hen heeft bevoegdheid ten aanzien van het rechtsgebied van verschillende rechtbanken (circa 3).

In civiele zaken nemen de gerechtshoven kennis van de volgende zaken:

als rechtbank in eerste aanleg nemen zij kennis van verzoeken betreffende bestuurlijke en belastinggeschillen, overeenkomstig speciale wettelijke voorschriften;

als beroepsinstantie nemen zij kennis van beroepen tegen vonnissen die in eerste aanleg zijn gewezen door rechtbanken;

als toetsingsinstantie nemen zij kennis van verzoeken tot toetsing van vonnissen die in hoger beroep door rechtbanken zijn gewezen en in eerste aanleg door rechtbanken gewezen vonnissen waartegen volgens de wet geen rechtsmiddelen openstaan, en verzoeken in andere uitdrukkelijk bij wet bepaalde gevallen.

In strafzaken nemen de gerechtshoven kennis van de volgende zaken:

Als rechtbank van eerste aanleg:

  • de in de artikelen 394-397, 399-412 en 438-445 van het Wetboek van Strafrecht genoemde strafbare feiten;
  • strafbare feiten die verband houden met de nationale veiligheid van Roemenië, zoals bepaald in speciale wetten;
  • strafbare feiten begaan door rechters van een districtsrechtbank of een rechtbank, en door officieren van justitie van de parketten behorend bij deze rechtbanken;
  • strafbare feiten begaan door advocaten, notarissen, gerechtsambtenaren of leden van de Algemene Rekenkamer, en externe auditoren van de overheid;
  • strafbare feiten begaan door de leiders van wettelijk erkende religieuze genootschappen of andere vooraanstaande religieuze personen, die ten minste de rang van bisschop of een vergelijkbare rang hebben;
  • strafbare feiten begaan door assistent-magistraten van het Hof van Cassatie, rechters van een gerechtshof of het militair gerechtshof, of door officieren van justitie van de parketten behorend bij deze rechtbanken;
  • strafbare feiten begaan door leden van de Algemene Rekenkamer, de voorzitter van de Wetgevende Raad, de Ombudsman, diens plaatsvervangers en door quaestoren;
  • verzoeken om verwijzing naar een ander gerecht, zoals wettelijk bepaald.

Als beroepsinstantie nemen zij kennis van beroepen tegen strafvonnissen die in eerste aanleg zijn gewezen door districtsrechtbanken en rechtbanken.

De gerechtshoven zijn ook bevoegd in jurisdictiegeschillen tussen rechtbanken, tussen districtsrechtbanken en rechtbanken in hun rechtsgebied, en tussen districtsrechtbanken in de rechtsgebieden van verschillende rechtbanken die zich in het rechtsgebied van het gerechtshof bevinden.

De gerechtshoven kunnen ook kennis nemen van verzoeken tot uitlevering of overbrenging naar het buitenland van veroordeelde personen.

Rechtbanken

De 42 landelijke rechtbanken hebben rechtspersoonlijkheid en zijn ingedeeld naar gewest. Het rechtsgebied van iedere rechtbank omvat alle districtsrechtbanken die in het betreffende gewest zijn gevestigd.

De rechtbanken hebben gespecialiseerde secties of colleges voor:

  • civiele zaken;
  • strafzaken;
  • jeugd- en familiezaken;
  • zaken betreffende bestuurlijke of belastinggeschillen;
  • zaken betreffende arbeidsgeschillen en de sociale zekerheid, bedrijven, het Handelsregister, faillissementen, oneerlijke mededinging en overige zaken; en
  • zaken betreffende de zee- en binnenvaart.

In civiele zaken nemen de rechtbanken kennis van de volgende zaken:

Als rechtbank van eerste aanleg nemen de rechtbanken kennis van alle verzoeken die volgens de wet niet behoren tot de rechtsmacht van de overige rechterlijke instanties.

Als beroepsinstantie nemen zij kennis van beroepen tegen vonnissen die in eerste aanleg zijn gewezen door districtsrechtbanken.

Als toetsingsinstantie nemen zij kennis van verzoeken tot toetsing van door districtsrechtbanken gewezen vonnissen waartegen volgens de wet geen rechtsmiddelen openstaan, en verzoeken in andere uitdrukkelijk bij wet bepaalde gevallen.

In strafzaken nemen de rechtbanken kennis van de volgende zaken:

Als rechtbank van eerste aanleg:

  • strafbare feiten gericht tegen het leven, de lichamelijke integriteit of de gezondheid, strafbare feiten gericht tegen de persoonlijke vrijheid, strafbare feiten betreffende ernstige vernietiging van eigendommen, strafbare feiten met zeer ernstige gevolgen, strafbare feiten betreffende migrantenhandel, marteling, corruptie en dienstverlening, openbaarmaking van staatsgeheimen, openbaarmaking van inlichtingen van diensten of van geheimen van andere dan staatsorganen, onrechtmatige verschaffing van middelen, onrechtmatig gebruik van middelen, niet-naleving van de regelingen betreffende nucleaire of andere radioactieve stoffen, niet-naleving van de regelingen betreffende explosieven, het overdragen van het verworven immuundeficiëntiesyndroom, strafbare feiten gericht tegen de veiligheid en integriteit van informatiesystemen en data, oprichting van een georganiseerde-misdaadgroep;
  • pogingen tot misdrijf die leiden tot de dood van het slachtoffer;
  • strafbare feiten waartegen vervolging is ingesteld door het Directoraat voor onderzoek naar georganiseerde misdaad en terrorisme (Direcția de Investigare a Infracțiunilor de Criminalitate Organizată) of het Nationale Directoraat voor corruptiebestrijding, tenzij deze feiten volgens de wet onder de bevoegdheid van hogere rechtbanken vallen;
  • strafbare feiten betreffende het witwassen van geld en belastingontduiking krachtens artikel 9 van Wet nr. 241/2005 inzake het voorkomen en bestrijden van belastingontduiking, zoals later gewijzigd;
  • overige strafbare feiten die volgens de wet tot hun rechtsmacht behoren.

De rechtbanken doen uitspraak in jurisdictiegeschillen tussen districtsrechtbanken in hun rechtsgebied, en beslissen over verzoeken tot toetsing van vonnissen die door districtsrechtbanken zijn gewezen in de bij wet bepaalde gevallen.

Districtsrechtbanken

Districtsrechtbanken hebben geen rechtspersoonlijkheid en zijn gevestigd in gewesten en in Boekarest.

In civiele zaken nemen districtsrechtbanken hoofdzakelijk kennis van de volgende zaken:

  • verzoeken die volgens het Burgerlijk Wetboek behoren tot de rechtsmacht van de rechtbank voor voogdij- en familiezaken, met uitzondering van gevallen waarin de wet uitdrukkelijk anders bepaalt;
  • verzoeken met betrekking tot akten van de burgerlijke stand, overeenkomstig de wet;
  • verzoeken met betrekking tot het beheer van gebouwen met meerdere verdiepingen, appartementen of ruimten die het exclusieve eigendom zijn van verschillende personen, of met betrekking tot de rechtsbetrekkingen die verenigingen van huiseigenaren zijn aangegaan met andere natuurlijke of rechtspersonen, voor zover van toepassing;
  • verzoeken om uitzetting;
  • verzoeken met betrekking tot gedeelde muren of sloten, de afstand tussen gebouwen of landbouwterreinen, het recht van overpad en alle andere wettelijk voorziene lasten en beperkingen die gevolgen hebben voor eigendomsrechten, zoals overeengekomen door partijen of vastgesteld door de rechtbank;
  • verzoeken met betrekking tot veranderingen in grenzen of de bepaling van grenzen;
  • verzoeken met betrekking tot de bescherming van bezittingen;
  • verzoeken met betrekking tot verplichtingen tot het verrichten of nalaten van handelingen die niet in geld kunnen worden uitgedrukt, ongeacht of deze gebaseerd zijn op een overeenkomst, met uitzondering van die gevallen die volgens de wet tot de rechtsmacht van een andere rechterlijke instantie behoren;
  • verzoeken om een gerechtelijke overlijdensverklaring;
  • verzoeken tot gerechtelijke verdeling, ongeacht de betreffende waarde;
  • verzoeken in erfrechtelijke zaken, ongeacht de betreffende waarde;
  • verzoeken tot verjaringsverkrijging, ongeacht de betreffende waarde;
  • verzoeken in grondeigendomszaken, uitgezonderd die welke op grond van een speciale wet onder de bevoegdheid van andere rechtbanken vallen;
  • alle overige verzoeken die in geld kunnen worden uitgedrukt, tot en met een waarde van 200 000 RON, ongeacht of de partijen een beroepsmatige status hebben.

Daarnaast nemen de districtsrechtbanken kennis van beroepen ingesteld tegen de besluiten van lokale overheidsinstanties met lokale jurisdictie en van andere organen met dergelijke jurisdictie, in de bij wet bepaalde gevallen, en van andere verzoeken die volgens de wet onder hun bevoegdheid vallen.

In strafzaken nemen districtsrechtbanken kennis van de volgende zaken:

In het algemeen van alle soorten strafbare feiten, met uitzonderingen van degene die volgens de wet in eerste aanleg moeten worden behandeld door een rechtbank, gerechtshof of het Hof van Cassatie.

Geldige informatie over deze rechtbanken is beschikbaar op het portaal van de Roemeense rechterlijke macht, dat wordt beheerd door het Roemeense ministerie van Justitie.

Juridische gegevensbanken

De volgende juridische databanken zijn online toegankelijk:

Laatste update: 16/04/2020

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.