Alimentatie

Slovenië
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Wat betekenen de begrippen "levensonderhoud" en "onderhoudsplicht" in de praktijk? Welke personen zijn jegens anderen onderhoudsplichtig?

Onderhoud is een instituut uit het familierecht, dat is gebaseerd op de fundamentele beginselen van dit recht: het beginsel van wederzijdse bijstand tussen familieleden, d.w.z. het beginsel van familiesolidariteit. De betaling van alimentatie geschiedt in de regel vrijwillig, primair vanwege persoonlijke banden tussen familieleden, maar deze kan ook op meer dwingende wijze via gerechtelijke weg worden afgedwongen.

In Slovenië wordt het begrip “alimentatie” (preživnina) gebruikt voor het onderhoud van (ex‑)echtgenoten, kinderen en ouders. Naast onderhoud en steun omvat het begrip ook onderhoudsuitkeringen die door de rechtbank worden toegekend in de vorm van een specifiek bedrag. Alimentatie omvat dus alles wat een persoon wettelijk verplicht is te besteden aan het levensonderhoud van een kind of echtgenoot. Het begrip kan ook worden gebruikt voor het onderhoud van ouders die door hun kinderen moeten worden onderhouden als ze over onvoldoende middelen beschikken om zelf in hun levensonderhoud te voorzien. Ook kan het begrip alimentatie verwijzen naar geldbedragen die voor iemands levensonderhoud worden betaald.

Ouders zijn verplicht om in het levensonderhoud van hun kinderen te voorzien (artikel 183 van het wetboek van familierecht (Družinski zakonik)).

Meerderjarige kinderen zijn verplicht om naar vermogen te voorzien in het levensonderhoud van hun ouders als deze over onvoldoende middelen beschikken om zelf in hun levensonderhoud te voorzien of niet in staat zijn deze middelen te verwerven, doch niet langer dan dat de ouders hen hebben onderhouden. Meerderjarige kinderen zijn niet verplicht om in het levensonderhoud te voorzien van een ouder die zonder geldige rechtvaardiging heeft verzuimd zijn of haar onderhoudsplicht jegens de kinderen te vervullen (artikel 185 van het wetboek van familierecht).

Een echtgenoot of een niet-huwelijkse partner is verplicht het inwonende minderjarige kind van zijn of haar partner te onderhouden, tenzij die partner of een andere ouder in staat is het kind te onderhouden.

Deze verplichting houdt op te bestaan bij de beëindiging van het huwelijk of het partnerschap met de moeder of de vader van het kind, tenzij het huwelijk of het partnerschap ophoudt te bestaan als gevolg van het overlijden van de moeder of vader van het kind. In dat geval is de langstlevende echtgenoot of niet-huwelijkse partner alleen verplicht om het kind van zijn of haar overleden echtgenoot of niet-huwelijkse partner te onderhouden als hij of zij ten tijde van de beëindiging van het huwelijk of het partnerschap samenleefde met het kind (artikel 187 van het wetboek van familierecht).

Een echtgenoot die geen bestaansmiddelen heeft en buiten zijn of haar schuld werkloos is, heeft het recht door de andere echtgenoot te worden onderhouden voor zover deze laatste daartoe in staat is (artikel 62 van het wetboek van familierecht).

Een echtgenoot die geen alimentatie ontvangt en die geen bestaansmiddelen heeft en buiten zijn of haar schuld werkloos is, kan alimentatie vorderen van de andere echtgenoot in het kader van de echtscheidingsprocedure, en ook in een afzonderlijke gerechtelijke procedure die hij of zij binnen een jaar na de datum waarop de echtscheiding definitief is geworden aanhangig moet maken (artikel 100 van het wetboek van familierecht).

2 Tot welke leeftijd heeft een kind aanspraak op levensonderhoud? Zijn de regels inzake levensonderhoud verschillend voor minderjarigen en volwassenen?

De onderhoudsverplichting van de ouders loopt tot de meerderjarigheid van het betrokken kind en houdt in dat ze in overeenstemming met hun vermogens de levensomstandigheden moeten bieden die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van het kind.

Ouders zijn ook verplicht een kind dat middelbaar onderwijs volgt te onderhouden nadat het meerderjarig is geworden, indien het regulier onderwijs volgt en geen werk heeft, en niet als werkloze is ingeschreven, d.w.z. tot de eerste voltooiing van de middelbare school of de voltooiing van het hoogste niveau van algemeen of beroepsonderwijs dat kan worden behaald volgens de regelgeving inzake middelbaar onderwijs. De onderhoudsverplichting eindigt wanneer het kind de leeftijd van 26 jaar bereikt.

Ouders zijn verplicht een kind dat hoger middelbaar beroepsonderwijs volgt te onderhouden indien het regulier onderwijs volgt en geen werk heeft, en niet als werkloze is ingeschreven, d.w.z. tot de eerste voltooiing van het hoger middelbaar beroepsonderwijs conform de bepalingen van de wet inzake hoger middelbaar beroepsonderwijs.

Ouders zijn verplicht een kind dat hoger onderwijs volgt te onderhouden indien het regulier onderwijs volgt en geen werk heeft, en niet als werkloze is ingeschreven, d.w.z. tot de eerste voltooiing van een bachelor- of masteropleiding of van een geïntegreerde masteropleiding conform de bepalingen van de wet inzake hoger onderwijs. Indien het door het kind gevolgde studieprogramma meer dan vier jaar duurt, wordt de duur van de onderhoudsverplichting verlengd met de tijd die die vier jaar te boven gaat.

De onderhoudsverplichting eindigt wanneer het kind de leeftijd van 26 jaar bereikt.

Ouders zijn alleen verplicht om kinderen die in het huwelijk zijn getreden of een niet-huwelijks partnerschap zijn aangegaan te onderhouden als de echtgenoot of de niet-huwelijkse partner niet in staat is hen te onderhouden.

Wanneer de ouders een kind niet in hun huishouden opnemen, moeten zij maandelijks een onderhoudsbijdrage betalen om het kind te onderhouden (artikel 183 van het wetboek van familierecht).

3 Moet ik om alimentatie verzoeken bij een bevoegde autoriteit of rechterlijke instantie? Wat zijn de belangrijkste onderdelen van deze procedure?

Voor een minderjarig kind wordt in het wetboek van familierecht bepaald dat ouders die niet samenwonen of die van plan zijn uit elkaar te gaan, en ouders die samenwonen, tot overeenstemming moeten komen over de alimentatie voor hun gezamenlijke kinderen. Als de ouders het zelf niet eens kunnen worden, moet een centrum voor maatschappelijk werk (center za socialno delo) hen bijstaan om tot overeenstemming te komen. Zij kunnen ook om bemiddeling vragen. Indien de ouders geen overeenstemming bereiken over de alimentatie voor hun gezamenlijke kinderen, doet de rechtbank daarover uitspraak (artikel 140 van het wetboek van familierecht).

Een procedure met het oog op een beslissing over de alimentatie voor een kind wordt ingeleid op voorstel van een of beide ouders, een voogd van het kind, een kind dat de leeftijd van 15 jaar heeft bereikt, mits het in staat is de betekenis en de rechtsgevolgen van zijn of haar handelingen te begrijpen, of een centrum voor maatschappelijk werk (artikel 102 van de wet inzake niet‑litigieuze civiele procedures (Zakon o nepravdnem postopku)). Indien de ouders overeenstemming bereiken over de alimentatie voor een kind, kunnen zij ook voorstellen een gerechtelijke schikking te ondertekenen. Als de rechtbank vaststelt dat de overeenkomst niet in het belang van het kind is, wijst zij het voorstel af.

In het wetboek van familierecht is bepaald dat de alimentatiegerechtigde en de alimentatieplichtige een overeenkomst kunnen ondertekenen over de alimentatie die de ouders aan een meerderjarig kind moeten betalen, zulks in de vorm van een uitvoerbare notariële akte (artikel 192 van het wetboek van familierecht). In het geval van een rechterlijke beslissing is in de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures bepaald dat de procedure voor de vrijwaring van de belangen van het kind, zoals vastgelegd in de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures, moet worden toegepast op de procedure betreffende de alimentatie voor een meerderjarig kind zolang er een onderhoudsverplichting bestaat krachtens het wetboek van familierecht.

Een echtgenoot die geen bestaansmiddelen heeft en buiten zijn of haar schuld werkloos is, heeft het recht om levensonderhoud van de andere echtgenoot te vorderen in het kader van een echtscheidingsprocedure, alsook door middel van een bijzondere vordering die moet worden ingesteld binnen een jaar na de definitieve beëindiging van het huwelijk (artikel 100 van het wetboek van familierecht).

Vóór de indiening van een vordering of een voorstel tot echtscheiding op basis van een overeenkomst moeten de echtgenoten deelnemen een voorafgaand adviesgesprek bij een centrum voor maatschappelijk werk, tenzij: zij geen gezamenlijke kinderen hebben over wie zij de ouderlijke verantwoordelijkheid uitoefenen; een van de echtgenoten geestelijk onbekwaam is; de woon- of verblijfplaats van een van de echtgenoten onbekend is; een van de echtgenoten of beide echtgenoten in het buitenland wonen. Indien de echtgenoten tijdens het voorafgaande adviesgesprek vaststellen dat het huwelijk voor ten minste één van hen niet langer houdbaar is, geeft de ambtenaar van het centrum voor maatschappelijk werk toelichting over de bemiddelingsprocedure en het doel ervan. Met toestemming van de echtgenoten kan het centrum voor maatschappelijk werk een voorafgaand adviesgesprek organiseren, gevolgd door een bemiddelingsprocedure. De echtgenoten kunnen ook deelnemen aan een bemiddelingsprocedure van andere aanbieders (artikelen 200 en 202 van het wetboek van familierecht).

De echtgenoten kunnen in het geval van echtscheiding een alimentatieovereenkomst sluiten in de vorm van een bindende notariële akte bij het huwelijk, tijdens het huwelijk of bij de echtscheiding. Een dergelijke alimentatieovereenkomst, in het bijzonder een overeenkomst betreffende de beëindiging van het recht op alimentatie, mag de belangen van het kind niet in gevaar brengen (artikel 101 van het wetboek van familierecht).

Indien tegelijk met de echtscheiding of de nietigverklaring van een huwelijk wordt verzocht om alimentatie, wordt de vordering beschouwd als een voorstel in het kader van een niet-litigieuze civiele procedure. In deze gevallen wordt de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures toegepast op de vaststelling van alimentatie, zoals bepaald in artikel 217 van die wet, of wordt om alimentatie verzocht in het kader van een vordering die in een civiele procedure wordt ingesteld nadat aan de hierboven genoemde voorwaarden is voldaan (artikel 100 van het wetboek van familierecht).

Wat betreft de inhoud van een voorstel in een huwelijksgeschil (dat een beslissing over alimentatie omvat, indien daarom wordt verzocht tegelijk met de echtscheiding of de nietigverklaring van een huwelijk), wordt in de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures bepaald dat een voorstel in een huwelijksgeschil ook een specifiek verzoek moet bevatten waarover de rechtbank moet beslissen. Bij het voorstel tot beëindiging van een huwelijk moet een verslag van het centrum voor maatschappelijk werk worden gevoegd betreffende de deelname aan een voorafgaand adviesgesprek, indien in het wetboek van familierecht is bepaald dat een verzoeker, voordat de procedure begint, moet deelnemen aan een voorafgaand adviesgesprek (artikel 82 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures).

In het geval van een in een civiele procedure ingestelde vordering, moet de vordering een specifiek verzoek bevatten, met daarin de hoofdvordering en de nevenvorderingen, de feiten die het verzoek van de eiser ondersteunen, bewijs ter staving van die feiten, en andere gegevens die elk verzoek moet bevatten (artikel 180 van de wet inzake civiele procedures (Zakon o pravdnem postopku)). Verzoeken moeten volledig zijn en moeten alle informatie bevatten die nodig is voor de behandeling ervan. Met name moeten verzoeken het volgende bevatten: een verwijzing naar de rechtbank, de namen en de permanente of tijdelijke verblijfplaats of de plaats van vestiging van de partijen, de namen van eventuele wettelijke vertegenwoordigers of gemachtigden, het voorwerp van het geschil en de inhoud van de vordering. De verzoeker moet het verzoek ondertekenen, tenzij dit onmogelijk is als gevolg van de vorm van het verzoek. Als originele handtekening van de verzoeker geldt zijn of haar handgeschreven handtekening of zijn of haar elektronische handtekening (die gelijkwaardig is aan een handgeschreven handtekening). Indien een verzoeker niet kan schrijven of niet in staat is een handtekening te zetten, zet hij of zij een vingerafdruk op het verzoek in plaats van een handtekening. Indien de rechtbank twijfelt aan de echtheid van een verzoek, kan zij bij beschikking gelasten dat het verzoek van een gewaarmerkte handtekening moet worden voorzien. Tegen deze beschikking staat geen beroep open. Als de vordering een verzoek omvat, moet de partij in het verzoek de feiten waarop het is gebaseerd vermelden, en waar nodig ook bewijs verstrekken (artikel 105 van de wet inzake civiele procedures).

Een arrondissementsrechtbank (okrožno sodišče) beslist in eerste aanleg in een niet-litigieuze civiele procedure over alimentatie tussen ouders en kinderen en over alimentatie die is aangevraagd bij de echtscheiding of de nietigverklaring van een huwelijk, en in een civiele procedure over alimentatie tussen echtgenoten bij de echtscheiding of de nietigverklaring van een huwelijk (artikel 10 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures en artikel 32 van de wet inzake civiele procedures).

In niet-litigieuze civiele procedures en civiele procedures zijn er gerechtskosten verschuldigd overeenkomstig de wet op de gerechtskosten (Zakon o sodnih taksah).

Bij het instellen van een gerechtelijke procedure moeten er gerechtskosten worden betaald. De gerechtskosten moeten uiterlijk binnen een door de rechtbank in het betalingsbevel voor de gerechtskosten vastgestelde termijn worden betaald (artikel 105a van de wet inzake civiele procedures).

4 Kan het verzoek worden gedaan namens een familielid (zo ja, van welke graad) of een kind?

Verzoeken om alimentatie worden ingediend door de wettelijke vertegenwoordiger van het kind. Minderjarige kinderen worden vertegenwoordigd door hun ouders. Als het kind onder voogdij is gesteld, wordt het verzoek ingediend door de voogd van het kind.

Een procedure met het oog op een beslissing over de alimentatie voor een kind wordt ingeleid op voorstel van een of beide ouders, een voogd van het kind, een kind dat de leeftijd van 15 jaar heeft bereikt, mits het in staat is de betekenis en de rechtsgevolgen van zijn of haar handelingen te begrijpen, of een centrum voor maatschappelijk werk. De rechtbank kan ook ambtshalve beslissen een procedure in te leiden over de alimentatie voor een kind (artikel 102 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures).

De rechtbank moet kinderen die de leeftijd van 15 jaar hebben bereikt en in staat zijn de betekenis en rechtsgevolgen van hun handelingen te begrijpen, in staat stellen zelfstandig als deelnemer aan de procedure proceshandelingen te verrichten. De wettelijke vertegenwoordiger van het kind mag slechts handelingen in de procedure stellen totdat het kind verklaart dat het die handelingen zelf zal stellen. Kinderen tot 15 jaar of van wie de rechtbank oordeelt dat ze niet in staat zijn de betekenis en rechtsgevolgen van hun handelingen te begrijpen, worden vertegenwoordigd door een wettelijke vertegenwoordiger. Als de belangen van het kind en zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger uiteenlopen, wijst de rechtbank een speciale (‘collisie’) voogd toe aan het kind (kolizijski skrbnik) (artikel 45 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures).

5 Indien ik naar de rechter wil stappen, hoe weet ik dan welke rechter bevoegd is?

Een arrondissementsrechtbank beslist in eerste aanleg in een niet-litigieuze civiele procedure over alimentatie tussen ouders en kinderen en over alimentatie die is aangevraagd bij de echtscheiding of de nietigverklaring van een huwelijk, en in een civiele procedure over alimentatie tussen echtgenoten bij de echtscheiding of de nietigverklaring van een huwelijk (artikel 10 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures en artikel 32 van de wet inzake civiele procedures).

Algemene territoriale jurisdictie in niet-litigieuze civiele procedures: de territoriale jurisdictie berust bij de rechtbank van de plaats waar de persoon tegen wie het verzoek is ingediend, zijn of haar permanente verblijfplaats of zijn of haar plaats van vestiging heeft. Wanneer een rechtbank ambtshalve een procedure inleidt, berust de territoriale jurisdictie bij de rechtbank van de plaats waar de persoon tegen wie de procedure wordt gevoerd, zijn of haar permanente verblijfplaats heeft. Indien de deelnemer geen permanente verblijfplaats in Slovenië heeft, wordt de territoriale jurisdictie bepaald op basis van zijn of haar tijdelijke verblijfplaats. Als de deelnemer naast een permanente verblijfplaats ook elders een tijdelijke verblijfplaats heeft en als er kan worden aangenomen dat hij of zij daar door omstandigheden gedurende langere tijd zal verblijven, heeft de rechtbank van de plaats waar de deelnemer verblijft ook territoriale jurisdictie (artikel 11 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures).

Bijzondere territoriale jurisdictie in niet-litigieuze civiele procedures: in procedures ter regeling van de betrekkingen tussen ouders en kinderen (met inbegrip van beslissingen inzake alimentatieverplichtingen) heeft ook de rechtbank van de plaats waar het kind zijn of haar permanente verblijfplaats heeft, territoriale jurisdictie. Als het kind naast een permanente verblijfplaats ook elders een tijdelijke verblijfplaats heeft en als er kan worden aangenomen dat het daar door omstandigheden gedurende langere tijd zal verblijven, heeft de rechtbank van de plaats waar het kind tijdelijk verblijft ook jurisdictie. Als in procedures betreffende wettelijke alimentatie met een internationaal element een rechtbank in Slovenië jurisdictie heeft omdat de verzoeker een kind is dat permanent in Slovenië verblijft, heeft de rechtbank van de plaats waar de verzoeker permanent verblijft territoriale jurisdictie (artikel 13 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures).

Algemene territoriale bevoegdheid in civiele procedures: de rechtbank van de plaats waar de verweerder zijn of haar permanente verblijfplaats heeft, heeft algemene territoriale jurisdictie. Als een rechtbank in Slovenië jurisdictie heeft omdat de verweerder tijdelijk in Slovenië verblijft, heeft de rechtbank van de plaats waar de verweerder zijn tijdelijke verblijfplaats heeft algemene territoriale jurisdictie. Als de verweerder naast een permanente verblijfplaats ook elders een tijdelijke verblijfplaats heeft en als er kan worden aangenomen dat hij of zij daar door omstandigheden gedurende langere tijd zal verblijven, heeft de rechtbank van de plaats waar de verweerder tijdelijk verblijft ook algemene territoriale jurisdictie (artikel 47 van de wet inzake civiele procedures).

Bijzondere territoriale bevoegdheid in civiele procedures: de rechtbank van de plaats waar de verweerder zijn of haar permanente verblijfplaats heeft, heeft algemene territoriale jurisdictie. Als in een geschil over wettelijke alimentatie een rechtbank in Slovenië jurisdictie heeft omdat de verweerder activa heeft in Slovenië die voor de betaling van alimentatie zouden kunnen worden gebruikt, heeft de rechtbank met jurisdictie in het gebied waar de zaken zich bevinden territoriale jurisdictie (artikel 50 van de wet inzake civiele procedures).

6 Heb ik als verzoeker een vertegenwoordiger (bv. advocaat, centrale of lokale autoriteit enz.) nodig om de zaak bij de rechter aanhangig te maken? Zo nee, welke procedures zijn van toepassing?

Partijen kunnen zichzelf vertegenwoordigen of zich laten vertegenwoordigen door een gevolmachtigde. In procedures bij arrondissementsrechtbanken mag de gevolmachtigde alleen een advocaat zijn of een andere persoon die met goed gevolg het juridisch staatsexamen heeft afgelegd (artikelen 86 en 87 van de wet inzake civiele procedures).

7 Moet ik vergoedingen betalen voor het aanhangig maken van de zaak? Zo ja, hoeveel bedragen deze ongeveer? Kan ik, wanneer mijn financiële middelen ontoereikend zijn, rechtsbijstand krijgen om de kosten van de procedure te dekken?

Ja, bij het indienen van een voorstel of het instellen van een gerechtelijke procedure moeten er gerechtskosten worden betaald (artikel 39 van de wet inzake niet-litigieuze civiele procedures en artikel 105a van de wet inzake civiele procedures).

Bij geschillen over het recht op wettelijke alimentatie of over de inning van individuele alimentatiebedragen, worden de verschuldigde gerechtskosten vastgesteld op basis van de waarde van het voorwerp van het geschil en met name door optelling van drie maanden alimentatie, tenzij er alimentatie wordt gevorderd voor een kortere periode (artikel 23 van de wet op de gerechtskosten).

Als het alimentatieverzoek echter wordt ingediend in het kader van de procedure betreffende het gezag over een kind, moeten er 45 EUR vaste gerechtskosten worden betaald (tariefpost nr. 1212 van het tarief voor gerechtskosten uit hoofde van de wet op de gerechtskosten).

Ja, er kan rechtsbijstand worden verleend ter dekking van de procedurekosten. De president van de arrondissementsrechtbank beslist over de toekenning van rechtsbijstand (artikel 2 van de wet inzake rechtsbijstand (Zakon o brezplačni pravni pomoči)).

Vrijstelling van betaling, uitstel van betaling of betaling van gerechtskosten in termijnen moet apart worden aangevraagd bij de rechtbank waar de hoofdprocedure loopt (artikel 12 van de wet op de gerechtskosten).

8 Welk soort alimentatie kan door de rechter worden toegekend? Hoe wordt het bedrag van de alimentatie berekend? Kan de rechterlijke beslissing worden herzien wanneer de kosten voor levensonderhoud of de gezinssituatie wijzigen? Zo ja, hoe (bv. via een automatisch indexeringssysteem)?

Bij de vaststelling van de alimentatie wordt er rekening gehouden met de behoeften van de eiser en met de materiële en economische mogelijkheden van de alimentatieplichtige. Bij de berekening van kinderalimentatie moet de rechtbank rekening houden met de belangen van het kind en een bedrag vaststellen dat toereikend is om een gunstige lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van het kind te waarborgen. De kosten van levensonderhoud van het kind moeten worden gedekt, met name de kosten van huisvesting, voeding, kleding, schoeisel, verzorging en bescherming, onderwijs, scholing, recreatie, amusement en andere specifieke behoeften (artikelen 189 en 190 van het wetboek van familierecht).

Alimentatie wordt vastgesteld als een maandelijks vooruit te betalen bedrag, en mag worden aangevraagd vanaf het moment waarop een alimentatievordering of -voorstel wordt ingediend (artikel 196 van het wetboek van familierecht).

De rechtbank kan, op verzoek of voorstel van de alimentatiegerechtigde of de alimentatieplichtige, een bij executoriale titel vastgestelde alimentatie verhogen, verlagen of schrappen als er een verandering heeft plaatsgevonden in de behoeften van de alimentatiegerechtigde of als de alimentatieplichtige niet meer in staat is om het voorheen vastgestelde alimentatiebedrag te betalen. Als de ouders overeenstemming bereiken over een verhoging of verlaging van de bij executoriale titel vastgestelde kinderalimentatie, kunnen zij verzoeken om ondertekening van een gerechtelijke schikking. Als de rechtbank vaststelt dat de overeenkomst niet in het belang van het kind is, wijst zij het voorstel af. Elke verhoging, verlaging of schrapping van alimentatie die door de ouders aan een meerderjarig kind of door een meerderjarig kind aan de ouders moet worden betaald, kan tussen de alimentatiegerechtigde en de alimentatieplichtige worden overeengekomen in de vorm van een uitvoerbare notariële akte (artikel 197 van het wetboek van familierecht).

De bij executoriale titel vastgestelde alimentatie wordt eenmaal per jaar aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van Slovenië. De indexering vindt plaats in januari en houdt rekening met de cumulatieve stijging van de consumptieprijzen vanaf de maand van de laatste indexering of vanaf de laatste aanpassing van de alimentatie. Het indexcijfer wordt door de minister van Familie gepubliceerd in de staatscourant van de Republiek Slovenië (Uradni list Republike Slovenije). Het centrum voor maatschappelijk werk stelt de alimentatiegerechtigde en de alimentatieplichtige schriftelijk in kennis van elke indexering en van het nieuwe alimentatiebedrag. Samen met de gerechtelijke schikking, de definitieve rechterlijke beslissing of de uitvoerbare notariële akte vormt de kennisgeving van het centrum voor maatschappelijk werk een executoriale titel.

Indien de alimentatiegerechtigde, na het bereiken van de leeftijd van 18 jaar, in het jaar waarin de alimentatie wordt aangepast, geen regulier onderwijs meer volgt, hoeft het centrum voor maatschappelijk werk de alimentatiegerechtigde en de alimentatieplichtige niet schriftelijk van de indexering in kennis te stellen. Na het bereiken van de leeftijd van 18 jaar moet de alimentatiegerechtigde binnen 30 dagen na het verkrijgen van de hoedanigheid van scholier of student een bewijs van inschrijving indienen bij het centrum voor maatschappelijk werk, of het centrum meedelen waar hij of zij regulier onderwijs volgt. Indien de alimentatiegerechtigde nalaat te handelen in overeenstemming met de vorige zin, past het centrum voor maatschappelijk werk de alimentatie in dat jaar niet aan. Nadat een kind meerderjarig is geworden, kan de alimentatieplichtige bij het centrum voor maatschappelijk werk nagaan of het kind de hoedanigheid van scholier of student heeft. Indien de alimentatiegerechtigde niet de hoedanigheid van scholier of student heeft, is de alimentatieplichtige niet verplicht alimentatie te betalen, ongeacht of er vóór het verlies van de hoedanigheid van scholier of student een kennisgeving inzake een indexering van alimentatie is gedaan (artikel 198 van het wetboek van familierecht).

9 Hoe en aan wie wordt de alimentatie betaald?

Kinderalimentatie wordt doorgaans gestort op de bankrekening van de wettelijke vertegenwoordiger van het kind. Alimentatie voor volwassenen wordt gestort op hun bankrekening. De rechtbank beslist hoe en aan wie er alimentatie wordt betaald.

10 Hoe kan een persoon (de onderhoudsplichtige) die niet vrijwillig betaalt, tot betaling worden gedwongen?

Als een alimentatieplichtige zijn of haar verplichting om alimentatie te betalen niet vrijwillig nakomt conform de betrokken executoriale titel (vonnis, gerechtelijk bevel, uitvoerbare notariële akte, samen met een kennisgeving van de indexering van de alimentatie), kan de alimentatiegerechtigde een verzoek om gedwongen tenuitvoerlegging indienen bij de rechtbank overeenkomstig de bepalingen van de wet inzake tenuitvoerlegging en zekerheidstelling van vorderingen (Zakon o izvršbi in zavarovanju), teneinde de naleving van de desbetreffende verplichtingen af te dwingen.

11 Beschrijf kort alle met betrekking tot de tenuitvoerlegging geldende beperkingen, met name de voorschriften ter bescherming van de onderhoudsplichtige en inzake verval- of verjaringstermijnen.

Informatie over dit onderwerp staat op het e-justitieportaal: Hoe kan ik de naleving van een uitspraak afdwingen?

12 Zijn er organisaties of autoriteiten die mij kunnen helpen bij de invordering van alimentatie?

In procedures tot verkrijging/regeling van alimentatie, kan er eerst informatie over alimentatie worden ingewonnen bij elk centrum voor maatschappelijk werk.

Arrondissementsrechtbanken zijn bevoegd om alimentatie vast te stellen. De partijen in de procedure kunnen om rechtsbijstand verzoeken in de vorm van vertegenwoordiging door een raadsman en een vrijstelling van de procedurekosten.

Indien de alimentatieplichtige nalaat alimentatie te betalen, kan de wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige of de meerderjarige alimentatiegerechtigde zelf een vordering tot tenuitvoerlegging indienen bij de bevoegde lokale rechtbank (okrajno sodišče). Bijstand bij de afhandeling van de vordering tot tenuitvoerlegging kan worden verkregen van de centra voor maatschappelijk werk, lokale rechtbanken, advocaten en het fonds voor studiebeurzen, ontwikkeling, invaliditeit en alimentatie van de Republiek Slovenië (Javni štipendijski, razvojni, invalidski in preživninski sklad Republike Slovenije).

Het hooggerechtshof van de Republiek Slovenië (Vrhovno sodišče) heeft de herziene formulieren voor het indienen van alimentatievorderingen, samen met instructies voor het invullen ervan, bekendgemaakt in het publicatieblad Sodnikov informator. Deze formulieren zijn een hulpmiddel voor het indienen van vorderingen tot tenuitvoerlegging en zijn beschikbaar op de website van het ministerie van Arbeid, Familiezaken, Sociale Zaken en Gelijke Kansen (Ministrstvo za delo, družino, socialne zadeve in enake možnosti).

13 Kunnen organisaties (overheids- of privéorganisaties) een voorschot op (een deel van) het alimentatiebedrag betalen in de plaats van de onderhoudsplichtige?

Indien de alimentatieplichtige nalaat alimentatie te betalen, kan de wettelijke vertegenwoordiger van het kind of de meerderjarige alimentatiegerechtigde het fonds voor studiebeurzen, ontwikkeling, invaliditeit en alimentatie van de Republiek Slovenië vragen om de alimentatie te betalen, maar alleen op basis van een definitieve en uitvoerbare rechterlijke beslissing of gerechtelijke schikking waarin het alimentatiebedrag is vastgesteld en op voorwaarde dat de wettelijke vertegenwoordiger tevergeefs zelf heeft gepoogd de betaling van het alimentatiebedrag af te dwingen of een naar behoren ingevuld verzoek heeft ingediend om de alimentatiebeslissing in het buitenland ten uitvoer te leggen.

Het recht op compenserende alimentatie is voorbehouden aan kinderen die nog geen 18 jaar zijn en kinderen tussen 18 en 26 jaar indien deze regulier onderwijs volgen en geen werk hebben of als werkloze zijn ingeschreven en:

  • staatsburger van Slovenië zijn en permanent in Slovenië verblijven;
  • staatsburger van een ander land zijn en permanent in Slovenië verblijven, indien zulks wordt bepaald in een internationaal verdrag of op basis van wederkerigheid.

14 Indien ik mij in deze lidstaat bevind en de onderhoudsplichtige zijn/haar verblijfplaats in een ander land heeft:

14.1 Kan ik in deze lidstaat hulp krijgen van een autoriteit of een privéorganisatie?

Ja. Hulp bij de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake onderhoudsverplichtingen kan worden verleend door het fonds voor studiebeurzen, ontwikkeling, invaliditeit en alimentatie, dat is aangewezen als centrale autoriteit conform Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen. Het fonds voor studiebeurzen, ontwikkeling, invaliditeit en alimentatie is ook aangewezen als de centrale autoriteit in het kader van het Verdrag van Den Haag inzake de internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere familieleden en als de verzendende en ontvangende instantie in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties (New York) inzake het verhaal in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud.

14.2 Zo ja, hoe kan ik contact opnemen met die autoriteit of privéorganisatie?

De contactgegevens zijn:

Fonds voor studiebeurzen, ontwikkeling, invaliditeit en alimentatie van de Republiek Slovenië (Javni štipendijski, razvojni, invalidski in preživninski sklad Republike Slovenije)

Dunajska cesta 20

1000 Ljubljana

Telefoon: + 386 1 4720 990

Fax: + 386 1 4345 899

E-mail: jpsklad@jps-rs.si

Website: https://www.srips-rs.si/

15 Indien ik mij in een ander land bevind en de onderhoudsplichtige zich in deze lidstaat bevindt:

15.1 Kan ik mij in deze lidstaat rechtstreeks wenden tot een autoriteit of een privéorganisatie?

Nee. Ingevolge artikel 55 van Verordening (EG) nr. 4/2009 moeten verzoeken om tenuitvoerlegging van beslissingen inzake levensonderhoud worden ingediend via de centrale autoriteit van de lidstaat waar de verzoeker verblijft, waarna deze centrale autoriteit het verzoek doorstuurt naar de centrale autoriteit van Slovenië, d.w.z. het fonds voor studiebeurzen, ontwikkeling, invaliditeit en alimentatie.

15.2 Zo ja, hoe kan ik contact opnemen met die autoriteit of privéorganisatie en welk soort bijstand kan ik krijgen?

De verordening voorziet niet in directe contacten tussen een verzoeker die in het buitenland verblijft en het fonds voor studiebeurzen, ontwikkeling, invaliditeit en alimentatie als centrale autoriteit.

De centrale autoriteit van de lidstaat van verblijf van de verzoeker is belast met de communicatie. De centrale autoriteit van de lidstaat van verblijf van de verzoeker verleent alle bijstand bij het indienen van een correct en naar behoren ingevuld verzoek om tenuitvoerlegging van een alimentatiebeslissing in Slovenië en stuurt het verzoek, met de eventuele bijlagen, door naar het fonds voor studiebeurzen, ontwikkeling, invaliditeit en alimentatie, dat het verzoek onderzoekt en, indien nodig, om aanvullende gegevens verzoekt, en dat de verzoeker vertegenwoordigt in tenuitvoerleggingsprocedures bij de rechtbanken en andere instanties in Slovenië.

16 Is deze lidstaat gebonden door het Haagse Protocol van 2007?

Ja.

17 Indien deze lidstaat niet is gebonden door het Haagse Protocol van 2007, welk rechtsstelsel zal er dan overeenkomstig zijn regels van internationaal privaatrecht worden toegepast op de alimentatievordering? Wat zijn de desbetreffende regels van internationaal privaatrecht?

----

18 Welke regels gelden er met betrekking tot de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende zaken in de EU (conform de structuur van hoofdstuk V van de verordening inzake onderhoudsverplichtingen)?

Er kan rechtsbijstand worden verleend ter dekking van de procedurekosten. De president van de arrondissementsrechtbank beslist over de toekenning van rechtsbijstand (artikel 2 van de wet inzake rechtsbijstand).

Rechtsbijstand kan worden verleend in de vorm van juridisch advies, juridische vertegenwoordiging en andere in de wet genoemde juridische diensten, in de vorm van gerechtelijke bescherming bij alle rechtbanken met algemene jurisdictie en gespecialiseerde rechtbanken van de Republiek Slovenië, het constitutioneel hof van de Republiek Slovenië (Ustavno sodišče) en alle organen, instellingen en personen in de Republiek Slovenië die bevoegd zijn voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting, en in de vorm van vrijstelling van de betaling van de kosten van de gerechtelijke procedure (artikel 7 van de wet inzake rechtsbijstand).

Begunstigden in het kader van deze wet zijn: 1. staatsburgers van Slovenië; 2. staatsburgers van andere landen met een tijdelijke of permanente verblijfsvergunning in Slovenië en staatloze personen die wettelijk in Slovenië verblijven; 3. andere staatsburgers van andere landen op basis van wederkerigheidsovereenkomsten en in gevallen die worden omschreven in voor Slovenië bindende internationale verdragen; 4. niet-gouvernementele organisaties en verenigingen zonder winstoogmerk die het algemeen belang dienen en zijn geregistreerd in het daarvoor bedoelde register overeenkomstig de toepasselijke wetgeving, in geschillen die verband houden met de uitvoering van activiteiten in het algemeen belang of met het doel waarvoor ze zijn opgericht; 5. andere personen van wie de wet of een voor de Republiek Slovenië bindend internationaal verdrag voorschrijft dat ze recht hebben op rechtsbijstand (artikel 10 van de wet inzake rechtsbijstand).

Personen die recht hebben op rechtsbijstand, kunnen in elke fase van de procedure om rechtsbijstand verzoeken. Bij het nemen van een beslissing over een verzoek om rechtsbijstand wordt de financiële situatie van de verzoeker onderzocht, evenals de andere in deze wet vastgestelde voorwaarden (artikel 11 van de wet inzake rechtsbijstand).

Overeenkomstig artikel 46 van de verordening wordt er kosteloze rechtsbijstand verleend voor elk door een onderhoudsgerechtigde op grond van artikel 56 ingediend verzoek betreffende onderhoudsverplichtingen jegens een persoon jonger dan 21 jaar, die voortvloeien uit een ouder-kindrelatie.

19 Welke maatregelen heeft deze lidstaat genomen om de uitvoering van de taken die zijn beschreven in artikel 51 van de verordening inzake onderhoudsverplichtingen te waarborgen?

Er zijn geen maatregelen vastgesteld ter uitvoering van artikel 51 van Verordening (EG) nr. 4/2009.

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Your-Europe

Laatste update: 30/03/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.