Europese executoriale titel

Duitsland

Inhoud aangereikt door
Duitsland

BEVOEGDE GERECHTEN/AUTORITEITEN ZOEKEN

Met onderstaande zoekfunctie kunt u rechtbanken/autoriteiten vinden die voor een bepaald Europees rechtsinstrument bevoegd zijn. Hoewel we er alles aan hebben gedaan om de resultaten betrouwbaar te maken, kunnen we onvolkomenheden niet uitsluiten.

Duitsland

Erkenning en handhaving van vonnissen in burgerlijke en handelszaken – Europese executoriale titel


*verplichte invoer

1. Procedures voor rectificatie en intrekking (Art. 10(2))

Bij de wet tot omzetting van Verordening (EG) nr. 805/2004 betreffende een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen zijn de volgende bepalingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Zivilprozessordnung; ZPO) ingevoerd:

"§ 1081

Rectificatie en intrekking

(1)          Een op artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 805/2004 gebaseerd verzoek tot rectificatie of intrekking van een gerechtelijk bewijs van waarmerking wordt ingediend bij het gerecht dat het bewijs van waarmerking heeft verstrekt. Dat gerecht doet uitspraak over het verzoek. Een verzoek tot rectificatie of intrekking van een notarieel of administratief bewijs van waarmerking wordt ingediend bij de instantie die het bewijs van waarmerking heeft verstrekt. De notaris of de administratieve instantie zendt het verzoek met het oog op een beslissing onmiddellijk door naar het Amtsgericht binnen het rechtsgebied waarvan hij/zij is gevestigd.

(2)          Het verzoek tot intrekking wordt door de schuldenaar ingediend binnen één maand. Indien het bewijs van waarmerking in het buitenland moet worden betekend, bedraagt die termijn twee maanden. Dit is een dwingende termijn, die ingaat op de datum van betekening van het bewijs van waarmerking doch niet vóór de betekening van de titel waarop het bewijs van waarmerking betrekking heeft. In het verzoek tot intrekking wordt uiteengezet waarom het bewijs van waarmerking kennelijk ten onrechte is verstrekt.

(3)          § 319, leden 2 en 3, is mutatis mutandis van toepassing op de rectificatie en de intrekking."

§ 319, leden 2 en 3, ZPO luidt als volgt:

"§ 319

Rectificatie van de beslissing

(1) ...

(2)          De beslissing tot rectificatie wordt vermeld op de originele beslissing en op de afschriften van de beslissing. Geschiedt de beslissing tot rectificatie in de in § 130b bedoelde vorm, wordt zij in een afzonderlijk elektronisch document opgeslagen. Dat document wordt onlosmakelijk aan de beslissing gehecht.

(3)          Er kan geen rechtsmiddel worden ingesteld tegen de afwijzing van een verzoek tot rectificatie; een beslissing tot rectificatie kan wel onverwijld worden aangevochten."

2. Procedures voor heroverweging (Art.19 (1))

Overeenkomstig de geldende Duitse bepalingen inzake burgerlijke rechtsvordering kan een schuldenaar niet alleen in de in artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 805/2004 vermelde uitzonderingsgevallen maar ook algemeen verzoeken om heroverweging wanneer hij de beslissing niet heeft aangevochten of wanneer hij niet is verschenen (artikel 19, lid 2).

a)    Verstekbeslissingen en executoriale titels

De schuldenaar kan overeenkomstig § 338 ZPO verzoeken om vernietiging van een verstekbeslissing. Dit rechtsmiddel kan ook worden ingesteld tegen een executoriale titel die in het kader van een betalingsbevelprocedure is verstrekt (zie § 700 ZPO, juncto § 338 ZPO). Het verzoek wordt ingediend door middel van een verzetschrift bij het gerecht waar het geschil dient. De termijn om verzet aan te tekenen bedraagt twee weken. Dit is een dwingende termijn, die ingaat op de datum van betekening van de beslissing. Indien het verzoek ontvankelijk is, wordt de procedure teruggedraaid naar de fase waarin zij zich bevond vóór het verstek. Bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek wordt geen rekening gehouden met de redenen voor het niet‑betwisten van de vordering of voor het niet‑verschijnen van de schuldenaar.

Indien in de in artikel 19, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 805/2004 bedoelde gevallen het stuk dat het geding inleidt, een gelijkwaardig stuk of de dagvaarding niet naar behoren is betekend en deze tekortkoming bij de betekening van de beslissing nog niet is verholpen, bijvoorbeeld omdat de betekening in beide gevallen is geschied op een adres waar de schuldenaar sinds lang niet meer woont, geldt het volgende: indien niet kan worden aangetoond dat de verstekbeslissing of de executoriale titel naar behoren is betekend, of indien de betekening ongeldig is omdat dwingende voorschriften inzake betekening zijn geschonden, gaat de verzettermijn van twee weken pas in op de datum waarop de schuldenaar de verstekbeslissing of de executoriale titel daadwerkelijk heeft ontvangen. Bovendien heeft de schuldenaar ook nog steeds de mogelijkheid om een verzoek tot vernietiging van de beslissing in te dienen.

In de in artikel 19, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 805/2004 bedoelde gevallen, d.w.z. wanneer de betekening naar behoren is geschied maar de schuldenaar wegens overmacht of wegens buitengewone omstandigheden buiten zijn schuld de vordering niet heeft kunnen betwisten, geldt het volgende: indien deze belemmering tijdig vóór het verstrijken van de verzettermijn is opgeheven, kan de schuldenaar het normale rechtsmiddel (d.w.z. verzet tegen de verstekbeslissing) instellen (zie hierboven). Indien de schuldenaar bijvoorbeeld wegens een verkeersongeval niet ter terechtzitting kon verschijnen, kan hij binnen de verzettermijn van twee weken vanaf de betekening van de beslissing ofwel zelf ofwel via een vertegenwoordiger een verzoek indienen. Indien de belemmering echter ook na het verstrijken van de verzettermijn nog bestaat, kan de schuldenaar overeenkomstig § 233 ZPO een verzoek tot herstel in de vorige toestand (Wiedereinsetzung in den vorigen Stand) indienen. Deze bepaling is niet beperkt tot gevallen van overmacht maar staat een verzoek tot herstel in de vorige toestand ook toe wanneer de partij buiten zijn schuld een dwingende termijn (of bepaalde andere termijnen) niet in acht heeft kunnen nemen. Dit verzoek moet worden ingediend binnen twee weken nadat de belemmering is weggevallen. Één jaar na het verstrijken van de niet in acht genomen termijn kan niet meer worden verzocht om herstel in de vorige toestand. Over het verzoek zal worden beslist door het gerecht dat bevoegd is uitspraak te doen over het verzoek tot vernietiging van de verstekbeslissing (dat ook binnen twee weken moet worden ingediend), d.w.z. het gerecht waar het geschil dient.

Indien het door de schuldenaar ingediende verzoek tot vernietiging van de verstekbeslissing ontvankelijk is en hij opnieuw verstek laat gaan, is geen nieuw verzet mogelijk tegen de verstekbeslissing waarbij zijn verzet wordt afgewezen (zie § 345 ZPO). Niettemin heeft de schuldenaar in beperkte mate de mogelijkheid beroep (Berufung) in te stellen: overeenkomstig § 514, lid 2, ZPO kan hij beroep instellen wanneer het niet-verschijnen hem niet kan worden verweten. De algemene beperking inzake ontvankelijkheid van beroepen (zie § 511, lid 2, ZPO) is niet van toepassing. Het beroep wordt bij de rechter in beroep ingesteld door de indiening van een beroepschrift. De termijn voor het instellen van beroep bedraagt één maand. Dit is een dwingende termijn die ingaat op het ogenblik waarop de volledige beslissing wordt betekend en in ieder geval uiterlijk vijf maanden na de uitspraak. Aangezien het om een dwingende termijn gaat, heeft de schuldenaar ook hier de mogelijkheid om overeenkomstig § 233 ZPO een verzoek tot herstel in de vorige toestand in te dienen wanneer hij buiten zijn schuld niet in staat was de termijn voor het instellen van beroep in acht te nemen (zie hierboven).

b)    Beslissing op basis van de processtukken (Entscheidung nach Aktenlage)

Indien de schuldenaar niet ter terechtzitting verschijnt, en het gerecht geen verstekbeslissing geeft maar op verzoek van de schuldeiser een beslissing op basis van de processtukken wijst (zie § 331a, lid 2, ZPO), kan tegen die beslissing beroep (Berufung) worden ingesteld. Overeenkomstig § 511 ZPO is het beroep ontvankelijk indien de waarde van de vordering meer dan 600 euro bedraagt of indien de rechter in eerste aanleg het instellen van beroep heeft toegestaan vanwege het fundamentele belang van de zaak (§ 511, lid 4, ZPO). Wat betreft de vormvoorschriften voor het beroep en de mogelijkheid om een verzoek tot herstel in de vorige toestand in te dienen: zie hierboven.

3. Aanvaarde talen (Art. 20(2)(c))

Bij de wet tot omzetting van de regelgeving betreffende de Europese executoriale titel wordt in het ZPO de volgende bepaling ingevoerd:

"§ 1083

Vertaling

Indien de schuldeiser overeenkomstig artikel 20, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 805/2004 een vertaling moet verstrekken, moet deze in het Duits worden opgesteld en door een daartoe in een van de lidstaten van de Europese Unie bevoegde persoon als officiële vertaling worden gewaarmerkt."

4. Autoriteiten aangeduid voor het waarmerken van authentieke akten (Art. 25)

In Duitsland zijn authentieke akten in de zin van artikel 25, lid 1, van Verordening (EG) nr. 805/2004 uitvoerbare akten die zijn opgesteld door notarissen en bureaus voor jeugdzorg (Jugendamt). In het nieuwe § 1079, dat in het ZPO is ingevoerd bij de wet tot omzetting van de regelgeving betreffende de Europese executoriale titel, wordt de bevoegdheid voor het waarmerken in de zin van artikel 25, lid 1, van Verordening (EG) nr. 805/2004 verleend aan de instantie die is belast met de afgifte van een uitvoerbaar afschrift van akten (zie § 724 ZPO). Deze bepaling luidt als volgt:

"§ 1079

Bevoegdheid

Bewijzen van waarmerking als bedoeld in:

1.            artikel 9, lid 1, artikel 24, lid 1, artikel 25, lid 1, en

2.            artikel 6, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (PB L 143, blz. 15), worden verleend door de gerechten, de instanties of de notarissen die bevoegd zijn voor afgifte van een uitvoerbaar afschrift van titels."

Overeenkomstig § 797, lid 2, ZPO moet een uitvoerbaar afschrift (en dus een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel) van een notariële akte worden verstrekt door de notaris die de akte bewaart; indien de akte door een instantie wordt bewaard, dan is die instantie bevoegd. Gewoonlijk wordt de akte bewaard door de notaris die ze heeft geauthenticeerd.

Overeenkomstig § 60, lid 3, punt 1, van Boek VIII van het Sozialgesetzbuch, Kinder- und Jugendhilfe (kinder- en jeugdzorg; SGB VIII) is het bureau voor jeugdzorg dat bevoegd is voor de authenticatie van een verklaring met verbintenissen, belast met de verstrekking van een uitvoerbaar afschrift van een akte inzake jeugdzorg. Bijgevolg is het bureau voor jeugdzorg dat de authentieke akte heeft opgesteld, bevoegd om een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel te verstrekken. In de wet tot omzetting van de regelgeving betreffende de Europese executoriale titel wordt dat verduidelijkt door een wijziging van § 60, lid 3, punt 1, SGB VIII.

Gelet op de bovenvermelde regeling voor het waarmerken van akten, kunnen in Duitsland in principe alle notarissen en alle bureaus voor jeugdzorg bevoegd zijn voor het verstrekken van bewijzen van waarmerking als Europese executoriale titel. Aangezien er in Duitsland ongeveer 8 000 notarissen en honderden bureaus voor jeugdzorg zijn, lijkt het zinloos daarvan een lijst bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie. Bovendien zou de bijwerking van een dergelijke lijst buitensporig hoge kosten met zich brengen. Tot nader order zal de Duitse regering dus geen lijst toezenden en in plaats daarvan de in § 1097 ZPO, juncto § 797, lid 2, ZPO en § 60, lid 3, punt 1, SGB VIII neergelegde regelgeving meedelen ter bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Op basis van deze informatie kan de schuldeiser nagaan welke instantie bevoegd is in de zin van artikel 25 van Verordening (EG) nr. 805/2004. Bovendien zal, zoals hierboven is uiteengezet, de bevoegde instantie in de grote meerderheid van de gevallen de instantie zijn die de authentieke akte heeft opgesteld.

Laatste update: 30/06/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.