Kosten

Kroatië

Op deze pagina vindt u informatie over de toepasselijke proceskosten in Kroatië.

Inhoud aangereikt door
Kroatië

Advocaatkosten

Op grond van de Wet op de advocatuur (Zakon o odvjetništvu) heeft de Kroatische Orde van advocaten met instemming van het ministerie van Justitie de lijst met honoraria en verschotten van advocaten opgesteld en ingevoerd. In de lijst is vastgelegd hoe de diensten van advocaten en de kosten die de partijen aan de advocaat of de balie moeten betalen voor de handelingen die zijn verricht naar aanleiding van de ontvangen opdracht of een besluit van de bevoegde instantie, op basis van de Wet op de advocatuur moeten worden geëvalueerd, berekend en betaald.

De vertegenwoordigingskosten omvatten de diensten van de advocaat, plus de belasting over de toegevoegde waarde en de onkosten die deze heeft gemaakt om zijn werkzaamheden uit te voeren. De vertegenwoordigingskosten komen voor rekening van de partij die een beroep doet op de diensten van de advocaat.

In de lijst met honoraria en verschotten van advocaten is in het bijzonder vastgelegd hoe de kosten voor de verschillende soorten procedures worden vergoed (strafprocedures, procedures voor overtredingen, contentieuze procedures enz.).

De advocaat moet de lijst toepassen op elke handeling die hij verricht en zijn cliënt een rekening voor honoraria en verschotten toesturen.

Voor bijzonder zware zaken waarvoor specifieke en gespecialiseerde kennis nodig is of waarvoor de advocaat een bijzondere verantwoordelijkheid op zich neemt, kan het tarief met 100 % worden verhoogd.

Specifieke en gespecialiseerde kennis wordt geacht vereist te zijn in complexe geschillen of procedures of voor bijzondere soorten overeenkomsten, als het nodig is het recht van een ander land te kennen of zich hierin te verdiepen, juridische literatuur te raadplegen, een vreemde taal te gebruiken of gespecialiseerde kwesties op het gebied van bijvoorbeeld techniek, scheikunde, technologie, natuurwetenschappen en fysica, geneeskunde en sociale wetenschappen te bestuderen of zich hierin te verdiepen.

Afhankelijk van de omstandigheden van de uitgevoerde werkzaamheden en het voordeel dat de cliënt hieruit kan halen, kan de advocaat ook besluiten om bepaalde tarieven te halveren.

Op grond van de gedragscode voor advocaten is de advocaat verplicht zijn cliënt een schatting te geven van zijn vertegenwoordigingskosten en duidelijk te maken dat de kosten die voor rekening van de wederpartij komen, lager kunnen zijn dan zijn honoraria.

Kosten voor strafprocedures

In de Wet op de strafvordering (Staatsblad van Kroatië nr. 152/08, 76/09, 80/11, 121/11, 91/12, 143/12, 56/13, 145/13, 152/14 en 70/17) (Zakon o kaznenom postupku), waarin de kosten voor strafprocedures zijn vastgelegd, staat dat onder kosten de onkosten worden verstaan die van het begin tot het einde van de strafprocedure zijn gemaakt, evenals de onkosten in verband met de onderzoeksmaatregelen voorafgaand aan de procedure en de kosten van rechtsbijstand. Onder de kosten voor strafprocedures vallen:

  1. de kosten voor getuigen, deskundigen, tolken en andere professionals, de kosten in verband met de registratie en transcriptie van de zitting, de onderzoekskosten, de kosten voor het kopiëren en registreren van het dossier of de dossierstukken;
  2. de kosten voor het vervoer van de verdachte;
  3. de kosten in verband met het overbrengen van de verdachte of gedetineerde;
  4. de vervoers- en reiskosten van officiële functionarissen;
  5. de medische kosten van de verdachte als hij geen recht heeft op een ziektekostenverzekering zolang hij in voorlopige hechtenis zit of op last van de rechter is opgenomen in een ziekenhuis, evenals de kosten in verband met een bevalling;
  6. de vaste vergoeding;
  7. de honoraria en onkosten van de advocaten, de onkosten van de particuliere aanklager, de benadeelde die optreedt als aanklager en hun wettelijke vertegenwoordigers, en de honoraria en onkosten van hun gevolmachtigden;
  8. de onkosten van de benadeelde en zijn wettelijke vertegenwoordiger, en de honoraria en onkosten van zijn gevolmachtigden.

Met uitzondering van de kosten gemaakt door instanties die worden gefinancierd uit de staatsbegroting en de kosten gemaakt door de advocaat en de gevolmachtigde die zijn aangewezen voor het vertegenwoordigen van de benadeelde die in de procedure optreedt als aanklager vanwege strafbare feiten waartegen een strafvordering is ingesteld, worden de in de punten 1 tot en met 5 bedoelde kosten betaald door de instantie die de strafprocedure leidt en worden deze later vergoed door de in de proceskosten veroordeelde partij.

De in de punten 1 tot en met 5 opgesomde kosten voor strafprocedures worden betaald door de instantie die de strafprocedure leidt en worden later vergoed door de in de proceskosten veroordeelde partij, met uitzondering van de kosten gemaakt door instanties die worden gefinancierd uit de staatsbegroting en de kosten gemaakt door de advocaat en de gevolmachtigde die zijn aangewezen voor het vertegenwoordigen van de benadeelde die in de procedure optreedt als aanklager vanwege strafbare feiten waartegen een strafvordering is ingesteld.

Verdachten, benadeelden, benadeelden die optreden als aanklager, particuliere aanklagers, advocaten, wettelijke vertegenwoordigers, gevolmachtigden, getuigen, deskundigen, tolken en professionals betalen ongeacht de uitkomst van de procedure zelf hun reiskosten in verband met het bezoeken van de rechtbank, de kosten die voortkomen uit vertragingen in de onderzoeksmaatregelen of in de zittingen en de overige proceskosten die door hun toedoen zijn ontstaan, evenals een evenredig deel van de vaste vergoeding.

Als de verdachte door de rechter schuldig wordt verklaard, moet hij de kosten van de strafprocedure betalen tenzij hij in aanmerking komt voor een gehele of gedeeltelijke vrijstelling. Indien de rechter meerdere verdachten schuldig verklaart, bepaalt hij welk deel van de kosten elk van hen moet betalen en als dit niet mogelijk is, veroordeelt hij hen hoofdelijk in de kosten.

De rechter kan besluiten om de verdachte in zijn uitspraak geheel of gedeeltelijk vrij te stellen van diens verplichting tot vergoeding van: de kosten voor getuigen, deskundigen, tolken en andere professionals, de kosten in verband met de registratie en transcriptie van de zitting, de onderzoekskosten, de kosten voor het kopiëren en registreren van het dossier of de dossierstukken, de kosten voor het vervoer van de verdachte, de kosten in verband met het overbrengen van de verdachte of gedetineerde, de vervoers- en reiskosten van officiële functionarissen, de medische kosten van de verdachte als hij geen recht heeft op een ziektekostenverzekering zolang hij in voorlopige hechtenis zit of op last van de rechter is opgenomen in een ziekenhuis, de kosten in verband met een bevalling, de vaste vergoeding en de honoraria en kosten van de aangewezen advocaat. Indien deze omstandigheden worden vastgesteld nadat een beslissing over de proceskosten is gegeven, kan de voorzitter van de kamer de verdachte middels een specifieke beslissing vrijstellen van zijn verplichting om de kosten van de strafprocedure te vergoeden. De rechter kan de verdachte verzoeken hem een door de belastingdienst afgegeven verklaring van zijn vermogens- en inkomenssituatie over te leggen.

Indien echter binnen tien jaar na de beslissing over de proceskosten blijkt dat de vermogenssituatie van de veroordeelde zodanig is dat hij in staat is de kosten van de strafprocedure, met inbegrip van de kosten van de aangewezen advocaat, geheel of gedeeltelijk te betalen, kan de voorzitter van de kamer op voorstel van de openbaar aanklager en na de veroordeelde in kennis te hebben gesteld van de inhoud hiervan een specifieke beslissing geven die de veroordeelde ertoe verplicht deze kosten geheel of gedeeltelijk te vergoeden.

Het is niet zo dat de verdachte op grond van de Wet op de strafvordering stelselmatig wordt veroordeeld in de proceskosten. Indien de strafprocedure wordt gestaakt of wordt gesloten vanwege de vrijspraak van de verdachte of een buitenvervolgingstelling, komen de kosten voor de strafprocedure en de door de verdachte gemaakte kosten en de honoraria van zijn advocaat voor rekening van de staat.

De particuliere aanklager en de benadeelde die optreedt als aanklager moeten de kosten van de strafprocedure, de door de verdachte gemaakte kosten en de honoraria en kosten van zijn advocaat vergoeden indien de procedure wordt gesloten vanwege een vrijspraak van de verdachte, het intrekken van de tenlastelegging of een buitenvervolgingstelling, behoudens indien het intrekken van de tenlastelegging of de buitenvervolgingstelling wordt uitgesproken vanwege het overlijden van de verdachte of indien de vervolging eindigt vanwege verjaring door een vertraging in de procedure die niet toe te schrijven is aan de particuliere aanklager of de benadeelde die optreedt als aanklager. Indien de procedure wordt gesloten vanwege het intrekken van de klacht of het beëindigen van de strafvervolging, kunnen de verdachte en de particuliere aanklager of de benadeelde die optreedt als aanklager een compromis sluiten over de verdeling van hun respectieve kosten. Als er meerdere particuliere aanklagers of benadeelden die optreden als aanklager zijn, zijn zij hoofdelijk aansprakelijk voor de kosten

Wetgeving inzake proceskosten – rechtsgronden

Informatie over de kosten in verband met de strafprocedure is te vinden in titel X, artikelen 145 t/m 152, van de Wet op de strafvordering, in de Wet op de advocatuur, in de lijst met honoraria en verschotten van advocaten en in de Wet op de gerechtskosten (indien de strafprocedure voortkomt uit een particuliere klacht, moet u een gerechtelijke heffing van 250,00 HRK betalen voor het instellen van de procedure).

Online informatie over de proceskosten

Alle bovengenoemde wetten zijn gepubliceerd in het Staatsblad van de Republiek Kroatië (Narodne novine) en op de website van de Kroatische Orde van advocaten.

Belasting over de toegevoegde waarde.

Aangezien advocaten btw-plichtig zijn, zijn ook hun diensten onderworpen aan de btw. Op elke rekening voor honoraria die een advocaat opstelt moet worden vermeld welk btw-bedrag verschuldigd is, berekend tegen het tarief van 25 %. Opgemerkt moet worden dat de bedragen in de lijst met honoraria en verschotten van advocaten exclusief btw zijn en dat de btw wordt berekend bij het opstellen van de rekening voor honoraria.

Kosten voor procedures voor overtredingen

Onder de kosten voor procedures voor overtredingen vallen:

  • de kosten die de aanklager (het openbaar ministerie) maakt om het strafbare feit met gebruik van technische middelen of door de uitvoering van de nodige analyses en deskundigenonderzoeken vast te stellen;
  • alle kosten die de rechtbank gedurende de gehele procedure uit haar eigen middelen voorschiet (kosten voor getuigen, deskundigen, tolken en andere professionals, onderzoekskosten, kosten voor het vervoer van de verdachte of andere personen, reis- en onkosten van officiële functionarissen enz.);
  • een vaste vergoeding om de kosten te dekken die worden gemaakt door:
    1. de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het voeren van de procedure;
    2. de gemeentelijke rechtbank als deze oordeelt over bezwaren aangaande het proces-verbaal van het strafbare feit;
    3. de hoge politierechtbank van de Republiek Kroatië als zij een beslissing geeft waarin de verantwoordelijkheid van de verdachte juridisch wordt bevestigd, als zij uitspraak doet over een klacht van de aanklager en de verdachte of uitsluitend over een klacht van de verdachte.
  • de medische kosten van de verdachte als hij geen recht heeft op een ziektekostenverzekering zolang hij in hechtenis zit of op last van de rechter is opgenomen in een ziekenhuis;
  • de kosten voor het vervoer van de verdachte;
  • de kosten die worden gemaakt door de benadeelde en de persoon die optreedt als aanklager, en hun wettelijke vertegenwoordigers en gevolmachtigden;
  • de honoraria en kosten van de advocaat van de verdachte.

De hoogte van de vaste vergoeding wordt met inachtneming van de complexiteit en de duur van de procedure en de vermogenssituatie van de verdachte vastgesteld binnen de in specifieke voorschriften vastgelegde grenzen.

De proceskosten die de rechtbank uit haar eigen middelen voorschiet, worden later vergoed door de verdachte of een andere persoon die hiertoe op grond van de geldende wetgeving verplicht is.
De rechtbank houdt een overzicht van al haar kosten bij, met inbegrip van de kosten die de aanklager (het openbaar ministerie) maakt om het strafbare feit met gebruik van technische middelen of door de uitvoering van de nodige analyses en deskundigenonderzoeken vast te stellen, alle kosten die de rechtbank gedurende de gehele procedure uit haar eigen middelen voorschiet (kosten voor getuigen, deskundigen, tolken en andere professionals, onderzoekskosten, kosten voor het vervoer van de verdachte of andere personen, reiskosten en onkosten van officiële functionarissen enz.) en de medische kosten van de verdachte als hij geen recht heeft op een ziektekostenverzekering zolang hij in hechtenis zit of op last van de rechter is opgenomen in een ziekenhuis.

Personen die bepaalde kosten vergoed willen krijgen, moeten de rechtbank een kostenoverzicht toesturen met daarin alle gegevens en de benodigde bewijzen met betrekking tot de gemaakte kosten.

De persoon die de proceskosten moet vergoeden, is krachtens het geldende recht niet aansprakelijk voor de kosten van het tolken naar erkende minderheidstalen in de Republiek Kroatië die zijn gemaakt ter uitvoering van de bepalingen van de Grondwet en de Wet op de rechten van nationale minderheden in de Republiek Kroatië om zich in hun eigen taal uit te drukken.
De bepalingen inzake de vergoeding van de kosten voor procedures voor overtredingen zijn gespecificeerd in een beschikking van de minister van Justitie.

De besluitvorming aangaande de proceskosten en de persoon die hiertoe wordt veroordeeld, wordt beheerst door artikelen 139 en 140 van de Wet op de strafbare feiten (Staatsblad van Kroatië nr. 107/07, 39/13, 157/13, 110/15, 70/17 en 118/18).

Kosten voor civiele procedures

Onder de kosten voor civiele procedures worden de kosten verstaan die tijdens of na de procedure worden gemaakt. Bepaalde kosten, zoals de gerechtskosten, zijn afhankelijk van de instantie die de procedure leidt, terwijl andere kosten, zoals de kosten voor deskundigen of tolken, verband houden met de honoraria die worden betaald aan de deskundige of de beëdigd tolk. De proceskosten omvatten tevens de reis-, levensonderhouds- en huisvestingskosten en de schadeloosstelling wegens gederfde inkomsten die wordt toegekend aan de getuige, hoewel het grootste deel van de kosten betrekking heeft op de vertegenwoordigingskosten van de partijen bij de procedure in overeenstemming met de opdracht aan de advocaat.

De meeste bepalingen over de kosten voor de civiele procedure staan in de Wet op de burgerlijke rechtsvordering (Zakon o parničnom postupku), met inbegrip van de kosten voor het bewaren van bewijzen (artikel 168 van de wet), de kosten voor het indienen van een verzoek tot minnelijke regeling van het geschil in een schadeloosstellingsproces of de kosten die de partij die een civiele procedure wil instellen maakt om haar subjectieve rechten te verdedigen, wanneer zij echter eerst een verzoek tot minnelijke regeling van het geschil moet indienen (artikel 186 van de wet).

Deze kosten komen doorgaans voor rekening van de partij die de zaak aanhangig maakt, maar kunnen afhankelijk van het slagen van de procedure worden opgenomen in de proceskosten.

De kosten die tijdens de procedure worden gemaakt, omvatten de kosten die nodig zijn voor de bevestiging van bepaalde feiten (kosten in verband met het verkrijgen van bewijzen of het verschijnen van de getuige) en de vertegenwoordigingskosten.

Al deze kosten hebben gemeen dat de vergoeding door de wederpartij afhankelijk is van het slagen van de procedure. In principe neemt elke partij in eerste instantie de kosten die door haar handelingen worden veroorzaakt voor haar rekening (artikel 152 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering), terwijl de partij die in het gelijk wordt gesteld uiteindelijk aanspraak kan maken op de vergoeding van alle proceskosten (artikel 154 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering). Maar ook hier moet worden aangetoond dat deze kosten noodzakelijk waren voor de procedure, want uitsluitend onder deze voorwaarde kan de in het gelijk gestelde partij aanspraak maken op de vergoeding ervan (artikel 155 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering).

Indien geen van de partijen volledig in het gelijk wordt gesteld, kan de rechter afhankelijk van het resultaat gelasten dat elke partij haar eigen kosten draagt of dat een partij een evenredig deel van de kosten van de andere partij en de interveniërende partij vergoedt.

De rechter kan gelasten dat een partij alle kosten die de wederpartij en de interveniërende partij hebben gemaakt vergoedt, zelfs als de wederpartij in het ongelijk is gesteld voor een klein deel van haar eis dat geen bijzondere kosten met zich heeft gebracht.

De twee basisbeginselen die de beslissing over de kosten beheersen zijn het beginsel van winst (causae) en van schuld (culpe).

Een partij die door haar fout of door een feit dat haar is toe te schrijven kosten heeft veroorzaakt, kan geen aanspraak maken op vergoeding van de kosten door de wederpartij, zelfs als zij aan het eind van de procedure in het gelijk is gesteld (artikel 156 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering).

Het recht op de kosten in het geval van afstand van instantie, een geschil met meerdere partijen of door de beslechting van het geschil door middel van een gerechtelijke schikking, wordt beheerst door artikel 158, lid 1, artikel 159, artikel 161 en artikel 324 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering.

De kosten van de civiele procedure, met inbegrip van de gerechtskosten, worden vastgesteld op basis van de waarde van het onderwerp van het geschil op het moment dat de procedure wordt ingesteld en niet op het moment dat de hoofdzitting wordt beëindigd. Voor de andere kosten in verband met de procedure wordt het aandeel dat moet worden vergoed berekend op basis van de waarde van het onderwerp van het geschil op het moment dat de hoofdzitting wordt beëindigd.

De verplichting tot de betaling van de gerechtskosten wordt beheerst door de Wet op de gerechtskosten.

De partijen oefenen hun recht op vrijstelling van de betaling van proceskosten en het recht op rechtsbijstand uit volgens de bepalingen en voorwaarden die zijn vastgelegd in een bijzondere regeling inzake kosteloze rechtsbijstand (artikel 172 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering).

De rechter doet op verzoek van een partij en zonder zitting uitspraak over de vergoeding van de kosten. In haar verzoek moet de partij de kosten waarvoor zij om vergoeding verzoekt specificeren. De partij moet haar verzoek tot vergoeding van de kosten uiterlijk voor het einde van de zitting die voorafgaat aan de beslissing over de kosten indienen en in het geval van een beslissing zonder voorafgaande zitting moet de partij haar verzoek tot vergoeding van de kosten indienen in het verzoek waarover de rechter uitspraak doet. De rechter doet uitspraak over het verzoek in het vonnis of de beslissing ter beëindiging van de procedure voor het desbetreffende gerecht (artikel 164 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering).

De beslissing over de kosten uit het vonnis kan enkel worden aangevochten door beroep in te stellen tegen het vonnis indien niet tevens beroep wordt ingesteld tegen de inhoudelijke beslissing (artikel 167 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering).

Kosten voor tenuitvoerleggingsprocedures

De kosten in verband met de tenuitvoerleggingsprocedure omvatten de kosten die de partijen, de rechtbank en de andere betrokken partijen in het kader van de procedure of in verband hiermee maken.

De Tenuitvoerleggingswet (Ovršni zakon) bevat relatief weinig bepalingen aangaande de proceskosten. Zo heeft slechts één artikel uitsluitend betrekking op de vergoeding van deze kosten (artikel 14 van de Tenuitvoerleggingswet) en, meer in het bijzonder, op de vooruitbetaling van de proceskosten, de gevolgen voor de partijen als zij de proceskosten niet van tevoren betalen en de overeenkomstige toepassing van deze bepalingen in conservatoire procedures.

De bepalingen inzake de beslissing van de rechter over de kosten staan strikt genomen niet in de Tenuitvoerleggingswet. Krachtens artikel 21, lid 1, van de Tenuitvoerleggingswet, zijn de bepalingen van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering in feite van toepassing.

Krachtens de Wet inzake financieel beslag van 1 januari 2011 gaat het Financieel agentschap (Financijska agencija) over tot beslag jegens ondernemingen en burgers op alle rekeningen-courant en termijndeposito's bij alle banken, door zich te baseren op het persoonlijk identificatienummer van de beslagen debiteur, zonder dat hij hiermee hoeft in te stemmen.

In overeenstemming met artikel 8 van de voorschriften inzake de soorten kosten en de hoogte hiervan voor de uitvoering van de handelingen uit de Wet inzake financieel beslag stelt de directie van het Financieel agentschap de hoogte van de in de voorschriften bedoelde kosten vast door middel van een prijslijst die vooraf is goedgekeurd door de minister van Financiën. Een uittreksel van de lijst die in overeenstemming met de Wet inzake financieel beslag van toepassing is op de handelingen van het Financieel agentschap, kan op de website van het agentschap worden geraadpleegd.

De proceskosten in verband met de vaststelling en uitvoering van beslag en conservatoire maatregelen worden in eerste instantie betaald door de beslaglegger of de schuldeiser die verzoekt om zekerheid. De beslaglegger of de schuldeiser die verzoekt om zekerheid moet de proceskosten vooraf en binnen de door de rechter vastgestelde termijn betalen.

Voor beslag op roerende zaken nodigt de rechter de beslaglegger door middel van een beschikking uit om de kosten te betalen die nodig zijn om de gevraagde beslaghandelingen te verrichten (reiskosten van de gerechtsdeurwaarder voor de uitvoering en de taxatie van de roerende zaken om deze te vervoeren, te laden en ter bewaring over te leggen aan de rechtbank, de beslaglegger of aan een derde). De beslaglegger kan geen beroep instellen tegen de bovengenoemde beschikking en moet zich hieraan houden. De kosten worden vooruitbetaald op de tegoedrekening van de rechtbank.

Indien de beslaglegger of de schuldeiser die verzoekt om zekerheid zich niet aan de beschikking van de rechter houdt en de kosten niet binnen de door de rechter vastgestelde termijn betaalt, terwijl het onmogelijk is om het beslag of de conservatoire maatregel uit te voeren zonder dat deze kosten zijn betaald, schort de rechter de beslagprocedure op. Indien de kosten die niet binnen de door de rechter vastgestelde termijn zijn betaald betrekking hebben op bepaalde handelingen die niet noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het beslag, worden de overeenkomstige handelingen niet verricht (artikel 14, lid 2, van de Tenuitvoerleggingswet).

Wat betreft de uitvoering van beslag op onroerende zaken bestaat een van de beslaghandelingen uit het bepalen van de waarde van de onroerende zaak door middel van een beschikking die de rechter naar eigen goeddunken opstelt na een zitting waarin de partijen hun zaak hebben kunnen bepleiten en de bewijsmiddelen hebben kunnen indienen die zij nuttig achten (artikel 92, lid 1, van de Tenuitvoerleggingswet). Elke partij kan echter ook voorstellen om de waarde van de onroerende zaak vast te stellen door middel van een deskundigenonderzoek, dat wordt uitgevoerd door een door de rechter aangewezen deskundige. In dat geval moet de partij die om het deskundigenonderzoek verzoekt eveneens van tevoren de kosten betalen.

Naast de algemene bepalingen inzake de vergoeding van de kosten van de tenuitvoerleggingsprocedure bevat de Tenuitvoerleggingswet in het gedeelte over beslag op onroerende zaken ook bepalingen over de proceskosten en over de betalingsvolgorde op het moment van de verdeling van de opbrengst van de verkoop.

Het bedrag dat met de verkoop wordt verkregen, is in eerste instantie bedoeld om de kosten van de tenuitvoerleggingsprocedure te dekken, met inbegrip van de gerechtskosten en de vooruitbetalingen voor de uitvoering van de beslaghandelingen en de belastingen en andere heffingen van het jaar ervoor die verschuldigd zijn en de verkochte onroerende zaak bezwaren. Deze kosten hebben voorrang op alle andere vorderingen van de partijen of van andere partijen bij de procedure (artikel 113, lid 1, punt 1, van de Tenuitvoerleggingswet).

Wat betreft de rechtspositie van de schuldeiser die in het kader van het beslag op een onroerende zaak over zekerheid beschikt, is in de jurisprudentie bepaald dat hij eveneens het recht heeft om te verzoeken om de vergoeding van de kosten die hij tijdens de procedure maakt.

Voor de uitvoering van het beslag op een onroerende zaak moet een gerechtsdeurwaarder worden gemachtigd, die aanspraak kan maken op de vergoeding van de kosten. In dit geval zijn de geldende bepalingen van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering met betrekking tot de vergoeding van de kosten van toepassing (in artikel 155 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering worden de kosten beschreven die vergoed kunnen worden en in artikel 154 wordt vastgesteld op welke manier om deze vergoeding kan worden verzocht).

Omdat de Tenuitvoerleggingswet geen bepalingen bevat over de hoogte van de proceskosten en de beslissing over de kosten, passen de bevoegde instanties de algemene bepalingen van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering toe, waarin is vastgesteld dat de rechter op het moment dat hij een beslissing geeft over de kosten uitsluitend rekening houdt met de kosten die noodzakelijk waren voor het verloop van de procedure. De rechter beslist welke kosten noodzakelijk zijn en hoe hoog deze zijn door nauwgezet alle omstandigheden te beoordelen, waarbij hij in het bijzonder rekening houdt met de voorschriften van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering, waarin ten behoeve van de voorbereiding van de hoofdzitting is bepaald dat er schriftelijke aanbevelingen moeten worden verzonden en dat er voorafgaand aan de hoofdzitting een voorbereidende zitting wordt gehouden (artikel 155 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering).

De beslaglegger die het beslag op basis van een authentieke akte laat uitvoeren kan niet alleen vragen om de vergoeding van zijn vertegenwoordigingskosten, maar ook om de vergoeding van zijn notariskosten.

In de Voorschriften inzake de honoraria en verschotten van notarissen in tenuitvoerleggingsprocedures is bepaald dat de beslaglegger de kosten voor de handelingen van de notaris na de ontvangst van een verzoek tot beslag en de afgifte van executoriale titels op basis van bewijskrachtige documenten vooruit moet betalen. Indien de beslaglegger de overeenkomstige kosten niet betaalt, wordt de tenuitvoerleggingsprocedure opgeschort (artikel 14, lid 2, van de Tenuitvoerleggingswet).

Indien de roerende zaken niet kunnen worden verkocht tijdens een veiling en de vordering van de beslaglegger niet wordt voldaan, houdt dit niet in dat de beslaglegger in het kader van de beslagprocedure geen noodzakelijke kosten heeft gemaakt.

De rechtbank schiet de proceskosten die zij ambtshalve maakt uit haar eigen middelen voor. De Tenuitvoerleggingswet bevat de mogelijkheid om ambtshalve een tenuitvoerleggingsprocedure in te leiden, indien dit uitdrukkelijk is toegestaan in de wet.

De notaris gaat op basis van een authentieke akte over tot het beslag en betaalt bepaalde kosten die hij opneemt in zijn kosten, te weten de materiële kosten zoals de leverings- of verzendkosten, de kosten voor papier enz., en de kosten in verband met het opstellen van de akte, als dit door een advocaat wordt gedaan. De beslaglegger moet deze kosten vooruitbetalen.

Beslag op basis van een executoriale titel wordt gelast door de rechter. In dit geval omvatten de kosten die de beslaglegger vooruit dient te betalen de gerechtskosten, maar ook de kosten in verband met het opstellen van het betreffende stuk als hiervoor een beroep op een advocaat wordt gedaan.

De beslagen of schuldplichtige debiteur moet de beslaglegger of schuldeiser die verzoekt om zekerheid de kosten vergoeden die deze voor het beslag of de conservatoire maatregel heeft gemaakt (artikel 14, lid 4, van de Tenuitvoerleggingswet). De bovengenoemde bepaling is de basis voor de beslissing over de kosten.

Voor het geven van een beslissing tot beslag op basis van een authentieke akte of naar aanleiding van een beschikking van een rechter die in dezen beslissingsbevoegd is en het doorgeven van de beslissing aan de partijen worden honoraria in rekening gebracht, die afhangen van de hoogte van de vordering en waarover de notaris btw kan rekenen.

De gevallen waarin de beslaglegger geen aanspraak kan maken op de vergoeding van zijn kosten, zijn vermeld in artikel 39, leden 1, 2 en 3, en in artikel 72, lid 1, van de Tenuitvoerleggingswet.

De beslaglegger kan ongeacht de uitkomst van de procedure aanspraak maken op de vergoeding van de kosten die zijn veroorzaakt door een fout van de wederpartij of door een feit dat haar is toe te schrijven (artikel 156 van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering, dat van toepassing is op basis van artikel 21, lid 1, van de Tenuitvoerleggingswet). Deze bepaling is in lijn met de bepalingen van de Wet op de burgerlijke rechtsvordering inzake de vergoeding van proceskosten op basis van het principe van schuld.

De beslagen (of schuldplichtige) debiteur heeft ook het recht om te verzoeken om de vergoeding van de kosten die hij van de beslaglegger zonder goede reden moest maken (artikel 14, lid 5, van de Tenuitvoerleggingswet).

Het verzoek om vergoeding van de kosten dient uiterlijk binnen dertig dagen na de beëindiging van de procedure te worden ingediend (artikel 14, lid 6, van de Tenuitvoerleggingswet). Over dit verzoek wordt vervolgens een beslissing genomen, als integraal onderdeel van de inhoudelijke beslissing dan wel in het kader van een afzonderlijke beslissing die, als deze definitief wordt, een executoriale titel vormt op basis waarvan in een andere procedure om een gedwongen beslag kan worden verzocht.

Wetgevingshandelingen inzake de kosten in verband met tenuitvoerleggingsprocedures in civiele zaken:

Wet op de burgerlijke rechtsvordering (Staatsblad nr. 53/91, 91/92, 58/93, 112/99, 88/01, 117/03, 88/05, 02/07, 84/08, 123/08, 57/11, 148/11, 25/13, 89/14 en 70/19)

Tenuitvoerleggingswet (Staatsblad nr. 112/12, 25/13, 93/14, 55/16, 73/17 en 131/20)

Wet inzake financieel beslag (Staatsblad nr. 68/18, 2/20, 46/20 en 47/20)

Wet op de gerechtskosten (Staatsblad nr. 118/18)

Wet op de kosteloze rechtsbijstand (Staatsblad nr. 143/13)

Lijst met honoraria en verschotten van advocaten (Staatsblad nr. 142/12, 103/14, 118/14 en 107/15)

Verordening betreffende de voorlopige notaristarieven (Staatsblad nr. 38/94, 82/94, 52/95, 115/12, 120/15 en 64/19)

Voorschriften inzake de honoraria en verschotten van notarissen in tenuitvoerleggingsprocedures (Staatsblad nr. 9/21)

Voorschriften inzake de hoogte van de honoraria en verschotten van notarissen die optreden als gevolmachtigden van de rechtbanken in erfopvolgingsprocedures (Staatsblad nr. 135/03)

Voorschriften inzake de lijst met honoraria en verschotten voor de uitvoering van handelingen voor openbare makelaardij (Staatsblad nr. 115/12)

Voorschriften inzake de soorten kosten en de hoogte hiervan voor de uitvoering van de handelingen in verband met de verkoop van roerende en onroerende zaken in het kader van tenuitvoerleggingsprocedures (Staatsblad nr. 156/14)

Voorschriften inzake de soorten kosten en de hoogte hiervan voor de uitvoering van de handelingen uit de Wet inzake financieel beslag (Staatsblad nr. 71/18)

Voorschriften inzake de vergoedingen voor de uitvoering van officiële werkzaamheden buiten de rechtbank (Staatsblad nr. 38/14)

Alle bovengenoemde wetten en voorschriften zijn gepubliceerd in het Staatsblad van de Republiek Kroatië (Narodne novine) en op de websites van de beroepsverenigingen en het Financieel agentschap.

Laatste update: 18/04/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.