Op civielrechtelijk vlak blijven lopende procedures en procedures die voor het eind van de overgangsperiode zijn ingeleid, onder het EU-recht vallen. Zoals overeengekomen met het VK, wordt alle informatie op dat gebied in verband met het Verenigd Koninkrijk tot eind 2024 op het e-justitieportaal bijgehouden.

Insolventie/faillissement

Engeland en Wales
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Tegen wie kan een insolventieprocedure worden ingesteld?

  • Een insolventieprocedure kan worden ingesteld tegen natuurlijke personen, bedrijven en diverse vormen van vennootschap, en partnerschappen.
  • Er kan een procedure worden ingesteld tegen een natuurlijke persoon die een schuld heeft en die hetzij in Engeland & Wales woont, daar in de laatste drie jaar heeft gewoond of een bedrijf heeft uitgeoefend, hetzij in Engeland & Wales aanwezig is op de dag van indiening van een faillissementsverzoek. Er is geen minimumleeftijd. Als er niet al een rechterlijke uitspraak over de schuld is, moet het schuldniveau voldoen aan een minimumwaarde voor schuldeisers die een bedrijf willen liquideren (750 GBP) of die een natuurlijk persoon failliet willen laten verklaren.

2 Wat zijn de voorwaarden om een insolventieprocedure te openen?

  • Onder insolventie van rechtspersonen vallen winding up (liquidatie, vrijwillig of gerechtelijk), administration (kan leiden tot redding/reorganisatie of liquidatie), administrative receivership (beheer) of een voluntary arrangement (vrijwillige overeenkomst).
  • Onder insolventie van natuurlijke personen vallen bankruptcy (faillissement aangevraagd door een schuldeiser of door een natuurlijke persoon), debt relief orders: DRO (beslissing tot schuldverlichting) en voluntary arrangement (vrijwillige overeenkomst).
  • Concurrente schuldeisers, waaronder openbare schuldeisers, kunnen de rechter verzoeken een onderneming te liquideren (gedwongen liquidatie) of onder beheer te plaatsen (administration-procedure).
  • De schuldplichtige onderneming kan zelf besluiten tot liquidatie (vrijwillige liquidatie). Zij kan ook de rechter verzoeken om liquidatie.
  • Na indiening van een liquidatieverzoek bij de rechtbank kan de rechter een provisional liquidator (voorlopige vereffenaar) aanstellen. Daartoe wordt doorgaans besloten om de activa van de onderneming te beschermen voorafgaand aan de zitting over de liquidatie. De bevoegdheden van de voorlopige vereffenaar worden beschreven in de gerechtelijke aanstelling.
  • Door de onderneming of haar bestuurders kan een administrator (beheerder) of een floating charge holder (houder van vlottende vordering) worden benoemd. Dat soort benoemingen komt tot stand zonder tussenkomst van de rechter.
  • Een onderneming kan aan een administration-procedure worden onderworpen als zij insolvent is of waarschijnlijk insolvent wordt.
  • Een onderneming kan worden gedwongen in liquidatie te gaan als zij niet kan voldoen aan haar betalingsverplichtingen, blijkens een niet-betaalde wettelijke aanmaning of een rechterlijk bevel tot betaling waaraan niet is voldaan. Verder kan de rechter worden verzocht een onderneming te ontbinden omdat dat redelijk en billijk is.
  • Door houders van vlottende vorderingen kan een administrative receiver (beheerder) worden aangewezen om te zorgen voor betaling van hun geldvorderingen.
  • Na aanstelling moet de lasthebber alle schuldeisers in kennis stellen van de insolventie. In het geval van insolventie van een rechtspersoon moet worden kennisgegeven aan de bewaarder van het vennootschapsregister, die de gegevens van de onderneming bijwerkt. Die gegevens zijn gratis online in te zien.
  • Een company voluntary arrangement (vrijwillige bedrijfsovereenkomst) kan worden voorgesteld door een onderneming of, indien er al een liquidatie- of administration-procedure loopt, door de lasthebber. Een vrijwillige overeenkomst voor natuurlijke personen kan worden voorgesteld door een natuurlijke persoon en is zowel voor als na aanvang van de faillissementsprocedure toegestaan.
  • Alle vrijwillige overeenkomsten worden bij stemming tot stand gebracht door de schuldeisers, waarbij ten minste 75 % van de uitgebrachte stemmen voor de regeling moet zijn. Er is geen minimumschuldniveau van toepassing en er is geen insolventietoets. Het voorstel aan schuldeisers moet worden gedaan via een gemachtigde, die na goedkeuring van het voorstel de rol van toezichthouder vervult. De gemachtigde kan optreden wanneer het voorstel aan hem of haar wordt voorgelegd door de schuldenaar.
  • Faillietverklaringen worden gewoonlijk uitgesproken op verzoek van een schuldeiser of de schuldenaar zelf. In het kader van de faillietverklaring wordt een trustee (curator) benoemd, die onmiddellijk kan optreden.
  • Als het verzoek afkomstig is van een schuldeiser, wordt het ingediend bij de rechter en geldt een minimumschuldniveau van 5 000 GBP, zij het dat het mogelijk is dat twee of meer schuldeisers een gezamenlijk verzoek indienen, in welk geval de uitstaande vorderingen van elk bij elkaar worden opgeteld. De schuld moet ongedekt zijn. Uit het verzoek moet duidelijk zijn dat de schuldenaar de schuld niet kan betalen, hetgeen moet worden aangetoond met een niet-betaalde wettelijke aanmaning of een rechterlijk bevel tot betaling waaraan niet is voldaan
  • Een aanvraag afkomstig van de schuldenaar wordt ingediend bij een door de overheid aangewezen adjudicator (arbiter). Er is geen minimumschuldniveau van toepassing, maar voorwaarde is wel dat de schuldenaar niet in staat is de schulden te betalen. Er is geen rechterlijke tussenkomst bij de aanvraag en er mag niet al een andere faillissementsverzoek lopen. De arbiter beoordeelt het verzoek en doet uitspraak als aan de voorwaarden is voldaan. In het kader van de faillietverklaring wordt een trustee benoemd, die onmiddellijk kan optreden.
  • Als een schuldeiser een faillissementsverzoek heeft ingediend, kan de rechter voorafgaand aan de zitting een interim receiver (voorlopige curator) benoemen ter bescherming van die activa van de schuldenaar die risico zouden kunnen lopen. De rechter geeft meestal specifieke instructies bij de opdracht aan de voorlopige curator, maar kan ook een meer algemene bevoegdheid verstrekken om onmiddellijk bezit te nemen van het vermogen van de schuldenaar.
  • Natuurlijke personen kunnen via een gemachtigde tussenpersoon verzoeken om schuldverlichting als zij hun schulden niet kunnen betalen, ten hoogste 20 000 GBP zijn verschuldigd aan hun schuldeisers, activa ter waarde van ten hoogste 1 000 GBP bezitten (een redelijke auto buiten beschouwing gelaten) en minder dan 50 GBP per maand aan inkomen overhouden. De faillissementscurator bepaalt of een beslissing tot schuldverlichting moet worden gegeven en als dat zo is wordt (gewoonlijk voor één jaar) surseance verleend, in welke periode schuldeisers niets mogen ondernemen om hun vorderingen op te eisen of te innen. Op een enkele uitzondering na volgt na afloop van de surseance kwijting van de schulden.

3 Welke goederen behoren tot de insolvente boedel? Hoe worden de goederen behandeld die zijn verworven door of toevallen aan de schuldenaar na de opening van de insolventieprocedure?

  • Bij insolventie van een rechtspersoon wordt alle vermogen van de onderneming waar ook ter wereld onderworpen aan de insolventieprocedure. De wet hanteert een zeer ruime definitie van “vermogen”.
  • In een administration-procedure hebben financiële middelen die worden verkregen om de procedure te financieren, voorrang als kostenpost.
  • Bij vrijwillige overeenkomsten staat in het voorstel hoe de activa zullen worden behandeld en kunnen de schuldeisers zich daarover beraden voordat zij het voorstel in stemming brengen.
  • Bij faillissement van een natuurlijke persoon worden alle bezittingen van de gefailleerde wereldwijd beheerd door de trustee, op een enkele uitzondering na. Bezittingen die de gefailleerde nodig heeft om te voorzien in basisbehoeften of om activiteiten in loondienst of zakelijke activiteiten voort te zetten, maken geen deel uit van de failliete boedel. Een mogelijk voorbeeld daarvan is een motorvoertuig. Als de trustee de waarde van dergelijke bezittingen hoger raamt dan de kosten van een redelijke vervanging, kan de trustee die bezittingen verkopen en zorgen voor die vervanging. Alle bezittingen die de gefailleerde in bewaring heeft voor iemand anders, maken evenmin deel uit van de failliete boedel.
  • Het inkomen van de gefailleerde maakt geen deel uit van de boedel maar de trustee kan met de gefailleerde overeenkomen dat een deel van wat er na aftrek van de kosten van redelijke basisbehoeften eventueel overblijft, in de failliete boedel wordt gestort ten gunste van de schuldeisers. De trustee kan de rechter verzoeken om een daartoe strekkend bevel als met de gefailleerde geen overeenstemming kan worden bereikt.
  • Alle bezittingen die de gefailleerde in eigendom verkrijgt voordat hem of haar kwijting is verleend, kunnen door de trustee worden gevorderd voor de failliete boedel.
  • Een gefailleerde die de trustee niet in kennis stelt van bezittingen in de failliete boedel of een lening of andere vorm van krediet verkrijgt voor meer dan 500 GBP zonder de kredietverstrekker op de hoogte te stellen van de faillissementsprocedure, is schuldig aan een strafbaar feit.

4 Wat zijn de bevoegdheden van respectievelijk de schuldenaar en de insolventiefunctionaris?

  • Lasthebbers moeten licensed insolvency practitioners (bevoegde curatoren) of official receivers (faillissementscuratoren) zijn (zie onder). Een bevoegdheid kan alleen worden afgegeven door een beroepsorganisatie die daartoe is gemachtigd door de overheid. Wie zonder bevoegdheid handelt als insolventiefunctionaris, is schuldig aan een strafbaar feit en kan worden veroordeeld tot een boete of een gevangenisstraf.
  • Om een bevoegdheid te krijgen, moet de kandidaat examens afleggen en een bepaald aantal uren praktijkervaring opdoen op het gebied van insolventie.
  • Een insolventiefunctionaris moet een natuurlijke persoon zijn.
  • De beloning van een insolventiefunctionaris die optreedt als lasthebber, wordt in overleg met de schuldeisers vastgesteld. De insolventiefunctionaris kan zich tot de rechter wenden als hij of zij met de schuldeisers geen overeenstemming bereikt over een in zijn of haar ogen redelijk tarief. Ook schuldeisers kunnen zich tot de rechter wenden als zij het tarief te hoog vinden.
  • Activa in een liquidatie- of administration-procedure worden beheerd door de lasthebber.
  • Alle insolventiezaken vallen onder het algemene toezicht van de rechter; de betrokken partijen, waaronder de lasthebber, kunnen zich tot de rechter wenden als zij menen dat hun belangen ten onrechte zijn geschaad.
  • Bij een vrijwillige overeenkomst staat het schuldenaren vrij te beschikken over hun bezittingen, mits zij als gevolg daarvan niet hun overeenkomst met de schuldeisers schenden.
  • Bezittingen van een failliete natuurlijke persoon worden beheerd door de trustee en staan niet ter beschikking van de gefailleerde. Dat geldt niet voor bezittingen die zijn uitgesloten van de failliete boedel of bezittingen waarvan de gefailleerde eigenaar wordt na aanvang van de procedure, tenzij de gefailleerde de eigendom ervan verkrijgt voordat kwijting is verleend en zij door de trustee worden gevorderd. Afgezien van de mogelijkheid voor de trustee om verworven bezittingen te vorderen, heeft kwijting van de gefailleerde geen invloed op het beheer van de boedel door de trustee.
  • Een faillissementscurator is een door de minister benoemde lasthebber. De functionaris kan als lasthebber optreden in een gedwongen liquidatie of in een faillissement. De bezoldiging van faillissementscuratoren wordt niet bepaald door schuldeisers maar is wettelijk vastgesteld.

5 Onder welke voorwaarden kan een verrekening worden tegengeworpen?

  • Verrekening is mogelijk in liquidatie-, administration- en faillissementsprocedures.
  • De rekening voor de schuldvergelijking vermeldt de onderlinge schulden en vorderingen per de datum van de insolventie.
  • Het nettobedrag is een boekschuld of een boekvordering.
  • Het is partijen niet toegestaan de toepassing van verrekening uit te besteden.

6 Wat zijn de gevolgen van de insolventieprocedure voor lopende overeenkomsten waarbij de schuldenaar partij is?

  • Een vereffenaar of trustee kan een onrendabele overeenkomst afwijzen door het belang van de insolvente partij bij of diens verplichtingen uit hoofde van die overeenkomst te beëindigen (de tegenpartij kan een vordering instellen wegens verlies/schade als gevolg van de insolventie). Als de overeenkomst niet eindigt bij insolventie, kan de rechter kwijtschelding van de contractuele verplichtingen gelasten.
  • De levering van bepaalde als essentieel beschouwde diensten, zoals die van nuts-, communicatie- en IT-bedrijven, kan tijdens de insolventieprocedure worden voortgezet zonder dat eventuele bij aanvang van de insolventie achterstallige betalingen moeten worden voldaan.
  • Leveranciers van andere dan die essentiële leveringen kunnen bij insolventie hun overeenkomst beëindigen als dat krachtens hun overeenkomst mogelijk is. Niet-betaalde goederen en diensten zouden aanleiding geven voor een vordering in het kader van de insolventie.
  • Een vrijwillige overeenkomst heeft weliswaar geen directe gevolgen voor lopende overeenkomsten maar in het voorstel moet er wel rekening mee worden gehouden.

7 Wat zijn de gevolgen van de insolventieprocedure voor individuele vervolgingen door schuldeisers (met uitzondering van lopende rechtsvorderingen)?

  • In liquidatie- en administration-procedures wordt surseance ingesteld. Na instelling zijn juridische stappen tegen de onderneming alleen mogelijk met toestemming van de lasthebber of de rechter.
  • In het geval van een vrijwillige overeenkomst kunnen schuldeisers die aan de overeenkomst zijn gebonden, geen juridische stappen zetten om de schuld te innen omdat de overeenkomst op hen van toepassing is. Na goedkeuring kan een rechtsprocedure worden ingeleid door een schuldeiser die niet wordt betaald
  • Schuldeisers met een zekerheid zijn niet automatisch gebonden aan vrijwillige overeenkomsten.
  • Als door derden een faillissementsverzoek of door de schuldenaar zelf een faillissementsaanvraag is ingediend, kan de rechter een uitspraak in eventuele lopende rechtsprocedures tegen de persoon of bezittingen van de schuldenaar aanhouden of naar eigen inzicht voorwaarden verbinden aan de voortzetting daarvan. Zolang de gefailleerde geen kwijting is verleend, kunnen schuldeisers alleen met toestemming van de rechter een procedure tegen de persoon of bezittingen van de schuldenaar starten.
  • Schuldenaren die voornemens zijn hun schuldeisers een vrijwillige regeling voor te stellen, kunnen bij de rechter verzoeken om een voorlopige uitspraak. Als er al een faillissementsprocedure loopt, kan het verzoek worden gedaan door de trustee of de faillissementscurator. Op die manier kan de rechter een uitspraak in eventuele reeds bestaande procedures tegen de persoon of bezittingen van de schuldenaar aanhouden en voorkomen dat dergelijke procedures worden ingeleid. De voorlopige uitspraak voorkomt ook dat het faillissement van de schuldenaar wordt uitgesproken.

8 Wat zijn de gevolgen van de insolventieprocedure voor de voortzetting van lopende rechtsvorderingen op het tijdstip van de inleiding van de insolventieprocedure?

  • In liquidatie- en administration-procedures wordt surseance ingesteld. Zaken die op de insolventiedatum aanhangig zijn, kunnen alleen met toestemming van de lasthebber of de rechter worden voortgezet.
  • Concurrente schuldeisers in een zaak die aanhangig is op het moment van goedkeuring van een vrijwillige overeenkomst, kunnen die zaak niet voortzetten, omdat zij gebonden zijn aan die overeenkomst, ook al hebben zij er zelf niet voor gestemd. Schuldeisers met een zekerheid zijn alleen gebonden aan een vrijwillige overeenkomst als zij daarvoor kiezen.

9 Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de deelname van de schuldeisers aan de insolventieprocedure?

  • Schuldeisers nemen deel aan de insolventieprocedure via vergaderingen van schuldeisers en andere besluitvormingsprocessen. Ook kunnen zij een commissie instellen en haar leden kiezen. Lasthebbers anders dan faillissementscuratoren moeten schuldeisers informeren over de voortgang van de zaak (afhankelijk van de procedure, ieder halfjaar of jaar).
  • Besluiten kunnen worden genomen over de aanstelling of het ontslag van de lasthebber, de beloning van de lasthebber, de vorming van een commissie, een voorstel voor een vrijwillige overeenkomst of andere aangelegenheden waarbij de schuldeisers volgens de lasthebber moeten worden betrokken.

10 Op welke wijze kan de insolventiefunctionaris de goederen van de boedel gebruiken of te gelde maken?

  • In het voorstel voor een vrijwillige overeenkomst kan worden opgenomen dat de toezichthouder beschikt over de activa van de schuldenaar.
  • De bezittingen van een failliete natuurlijke persoon vallen onder het beheer van de trustee, zonder dat toewijzing, cessie of overdracht nodig is. Het is de taak van de trustee de bezittingen van de gefailleerde te inventariseren en te verkopen en de opbrengst te verdelen onder de schuldeisers.
  • Activa in een liquidatie- of administration-procedure worden beheerd door de lasthebber.

11 Welke vorderingen moeten worden verhaald op de insolvente boedel van de schuldenaar en hoe moeten vorderingen die zijn ontstaan na de opening van de insolventieprocedure worden behandeld?

  • In een insolventieprocedure tegen een onderneming kunnen vorderingen worden ingesteld voor alle schulden, verplichtingen of aansprakelijkheden wegens onrechtmatige daad van de onderneming die dateren van vóór de insolventie, met inbegrip van voorwaardelijke schulden. In de toekomst opeisbare schulden kunnen eveneens worden gevorderd maar op basis van de contante waarde.
  • In een liquidatie- of administration-procedure zijn verplichtingen uit hoofde van bepaalde criminele activiteiten (zoals drugshandel) niet bewijsbaar.
  • Aansprakelijkheden die ontstaan na aanvang van de procedure, worden gezien als uitgaven. Deze uitgaven hebben een eigen betalingshiërarchie, maar moeten zonder uitzondering worden voldaan voordat er aan schuldeisers kan worden betaald.
  • Een voorstel voor een vrijwillige overeenkomst bevat een volledig overzicht van de verplichtingen van een schuldenaar of onderneming en een beschrijving van de wijze van betaling aan de schuldeisers. Schulden die de schuldenaar of onderneming maakt na goedkeuring van het voorstel, kunnen in de insolventieprocedure alleen worden gevorderd als dat specifiek is bepaald.
  • Schulden die opeisbaar zijn op de datum van de faillietverklaring of die in de toekomst opeisbaar worden als gevolg van een verplichting die is aangegaan vóór het faillissement, kunnen in een faillissementsprocedure worden gevorderd. Boeten, studieschulden, achterstanden van een schuld in een procedure bij een Family Proceedings Court en schulden in verband met beslissingen tot confiscatie, kunnen niet worden gevorderd in een faillissementsprocedure.

12 Wat zijn de regels betreffende indiening, verificatie en toelating van de vorderingen?

  • Schuldeisers kunnen op ieder moment in een procedure een vordering instellen (middels het Proof of Debt-formulier). Instelling van een vordering is nodig om te kunnen stemmen in een besluitvormingsprocedure of om deel te hebben aan een verdeling.
  • In administration-, liquidatie- of faillissementsprocedures waarin een verdeling is voorzien, stelt de lasthebber alle schuldeisers die hun vordering nog moeten onderbouwen, schriftelijk in kennis van de voorgenomen verdeling, waarbij de lasthebber hen uitnodigt om vorderingen in te dienen, en een termijn stelt waarbinnen zij dat moeten doen om deel te kunnen hebben aan die verdeling. Een lasthebber kan vorderingen die na het verstrijken van die termijn zijn ingediend, in behandeling nemen, maar is daartoe niet verplicht.
  • Schuldeisers die hun vordering niet op tijd indienen, kunnen de verdeling niet verstoren.
  • Bij vrijwillige overeenkomsten is aan de vereiste overlegging van bewijs aan de lasthebber voldaan als schriftelijk is kennisgegeven van de vordering.

https://www.gov.uk/government/publications/proof-of-debt-insolvency-form-425

https://www.gov.uk/government/publications/proof-of-debt-insolvency-form-637

13 Wat zijn de regels betreffende de verdeling van de opbrengst? Hoe worden de vorderingen en de rechten van schuldeisers gerangschikt?

  • Voor verdeling geldt de volgende rangorde:
  1. houders van vaste vorderingen (uit activa met vaste kosten)
  2. kosten van de insolventieprocedure
  3. preferente vorderingen (zie onder)
  4. het voorgeschreven deel (alleen insolventie rechtspersonen)
  5. houders van vlottende vorderingen
  6. concurrente schuldeisers
  7. aandeelhouders (alleen insolventie rechtspersonen).
  • Sommige vorderingen uit hoofde van een arbeidsbetrekking worden met voorrang behandeld, waaronder schulden in het kader van pensioenregelingen.
  • Het voorgeschreven deel betreft een afgezonderd fonds gevuld met activa met een vlottende vorderingen en ter beschikking gesteld aan concurrente schuldeisers (maximum 600 000 GBP).
  • Wettelijke achterstelling van vorderingen is beperkt tot faillissementsprocedures waarin een schuld aan een persoon die op de datum van het faillissement de echtgenoot of geregistreerde partner van de gefailleerde was, lager in rang is dan schulden aan andere schuldeisers, evenals de rente over die schulden.
  • Als een derde een schuld van de schuldenaar betaalt, heeft die derde een gesubrogeerde vordering in de insolventieprocedure.

14 Wat zijn de voorwaarden voor en de gevolgen van de beëindiging van de insolventieprocedure (met name door een akkoord)?

  • In het geval van een vrijwillige overeenkomst worden de voorstellen van de schuldenaar of de onderneming goedgekeurd als schuldeisers die ten minste 75 % van de waarde van de schulden vertegenwoordigen, voorstemmen. Nadat het voorstel door de schuldeisers is goedgekeurd, wordt het uitgevoerd onder toezicht van een insolventiefunctionaris. Daarvoor is geen toestemming van de rechter nodig, maar de toezichthouder moet wel verslag uitbrengen aan de rechter als er een voorlopige uitspraak is gedaan. Een partij kan de rechter verzoeken het besluit van de schuldeisers over aanvaarding van het voorstel te heroverwegen op grond van materiële onregelmatigheid. Alle concurrente schuldeisers zijn aan de overeenkomst gebonden.
  • Als de schuldenaar of de onderneming na goedkeuring van de vrijwillige overeenkomst de voorwaarden ervan niet nakomt, kan de toezichthouder bij de rechtbank een aanvraag indienen voor faillissement of liquidatie.
  • Goedkeuring door de rechter is niet nodig voor reorganisatieplannen, maar benadeelde partijen kunnen zich tot de rechter wenden als zij menen dat hun rechten onnodig zijn geschaad.
  • Er zijn gedetailleerde procedurele bepalingen over het afsluiten en beëindigen van alle insolventieprocedures.

15 Wat zijn de rechten van de schuldeisers nadat de insolventieprocedure beëindigd is?

  • In alle procedures gelden gedetailleerde voorschriften voor het beëindigen van een zaak.
  • Schuldeisers kunnen na beëindiging van de procedure gelden vorderen die bij de uitdeling aan hen zijn toegekend maar niet door hen zijn ontvangen (zulke gelden worden aangehouden door de overheid).
  • In vrijwillige overeenkomsten wordt in het voorstel aan schuldeisers een bepaald bedrag aangeboden als terugbetaling per GBP aan schuld. Bij goedkeuring van het voorstel moeten de schuldeisers dat aanvaarden als volledige betaling en kunnen zij bijgevolg geen verhaal zoeken nadat de procedure is beëindigd.
  • In faillissementsprocedures gaan schulden teniet bij afsluiting van de procedure, met uitzondering van schulden die geen deel uitmaken van de procedure.

16 Voor wiens rekening zijn de kosten en uitgaven in het kader van de insolventieprocedure?

Voor de betaling uit de opbrengsten van de verkoop van activa bestaat een duidelijke rangorde. De kosten en uitgaven moeten uit de opbrengsten worden voldaan voordat er gelden worden terugbetaald aan de schuldeisers.

17 Wat zijn de regels betreffende nietigheid, vernietigbaarheid of niet-tegenwerpbaarheid van de voor de gezamenlijke schuldeisers nadelige rechtshandelingen?

  • Als een insolvente onderneming een bepaalde schuldeiser voorrang heeft verleend in het kader van een formele insolventie (d.w.z. verlening van preferente status), of een transactie onder de waarde is aangegaan (d.w.z. verkoop tegen een lagere dan de werkelijke waarde), kan de lasthebber verhaal nemen op de ontvanger voor de middelen die verloren zijn gegaan voor de insolvente boedel.
  • Op verzoek van de lasthebber in een faillissements-, liquidatie- of administration-procedure kan een rechter elk van beide typen transacties herzien en gelasten dat de ontvanger zorgt voor herstel van de situatie waarin deze zich zou hebben bevonden als de transactie niet zou hebben plaatsgevonden.
  • Vorderingen voor herziening van preferente betalingen moeten betrekking hebben op transacties die plaatsvonden in het halfjaar voor aanstelling van de beheerder, aanvang van de liquidatie of indiening van het faillissementsverzoek of de faillissementsaanvraag, of twee jaar in het geval van een preferente betaling aan een vennoot.
  • Vorderingen voor herziening van transacties onder de werkelijke waarde moeten betrekking hebben op transacties in de twee jaar ervoor, of in faillissementsprocedures in de vijf jaar ervoor, mits de gefailleerde op dat moment insolvent was of als gevolg van de transactie insolvent werd.
  • Een lasthebber in een administration-, liquidatie- of faillissementsprocedure of een procedure voor een vrijwillige overeenkomst kan de rechter verzoeken om een beslissing tot herziening van een transactie waarmee de schuldeisers tekort is gedaan. Met toestemming van de rechter kan een dergelijk verzoek ook worden ingediend door een slachtoffer van de transactie.
  • Verder kan de lasthebber in administration- en liquidatieprocedures schadeloosstelling eisen van een bestuurder van de onderneming wegens betrokkenheid bij handel met kennis van insolventie die heeft geleid tot verdere verliezen voor schuldeisers, frauduleuze handel of machtsmisbruik (zaken wegens machtsmisbruik kunnen ook aanhangig worden gemaakt door een faillissementscurator of schuldeiser of contributory (bijdrageplichtige).
  • In zaken waarin een verzoek om liquidatie of faillissement is ingediend bij de rechtbank, is iedere regeling voor de beschikking over bezittingen die na het verzoek is getroffen, nietig, tenzij de rechter anders beveelt.
Laatste update: 23/06/2021

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.