Huwelijksvermogensstelsels

Spanje
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Bestaat er in deze lidstaat een wettelijk huwelijksvermogensstelsel? Wat houdt het in?

1.1 Wettelijke regeling: algemeen burgerlijk recht en eigen recht van bepaalde autonome regio’s

Er is in Spanje niet één wetgeving voor het hele nationale grondgebied en ook niet één huwelijksvermogensstelsel. Bepaalde autonome regio’s hebben, naast de staat, bevoegdheid op het gebied van burgerlijk recht (hoewel huwelijksvermogensstelsels niet in alle gevallen tot de zaken behoren die zij mogen reguleren). Dat betekent dat alle Spaanse burgers naast hun Spaanse nationaliteit ook een regionaal burgerschap (vecindad civil) hebben, dat bepaalt of voor hen het algemene of bijzondere burgerlijk recht geldt of het burgerlijk recht van de autonome regio (artikel 14 van het Spaanse Burgerlijk Wetboek).

De regio’s die hun eigen burgerlijk recht hebben, zijn Aragon, Catalonië, de Balearen, Navarra, Baskenland, Galicië en Valencia (hoewel Valencia geen huwelijksvermogensstelsels reguleert, aangezien de wet die het daarover had aangenomen, ongrondwettig is verklaard door het Spaanse Constitutioneel Hof (Tribunal Constitucional)). Burgers van de overige autonome regio’s hebben dus “algemeen” regionaal burgerschap (vecindad civil común) (in artikel 14 van het Burgerlijk Wetboek (Título Preliminar del Código Civil) wordt geregeld hoe men het regionaal burgerschap kan verkrijgen).

-           Om vast te stellen welke wetgeving er van toepassing is op het huwelijksvermogensstelsel en, concreet, welk recht er moet worden toegepast (algemeen of van een bepaalde autonome regio), moeten voor huwelijken tussen Spaanse burgers (zonder internationale band) de regels van het interregionaal recht in de inleidende titel van het Spaanse Burgerlijk Wetboek (artikel 9, lid 2, en artikel 16 van het Burgerlijk Wetboek) worden geraadpleegd:

  • in het geval van echtgenoten voor wie het algemene burgerlijk recht geldt, moet het stelsel zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek worden toegepast;
  • indien de echtgenoten dit algemeen regionaal burgerschap niet hebben, geldt het recht dat verband houdt met het regionaal burgerschap of de gewone verblijfplaats van een van de echtgenoten, dat gezamenlijk wordt gekozen in een authentiek document dat voorafgaand aan de huwelijksvoltrekking wordt opgesteld. Bij gebrek aan een dergelijk document geldt het recht van de gewone verblijfplaats direct na de huwelijksvoltrekking. Bij gebrek aan een dergelijke verblijfplaats geldt, tot slot, het recht van de plaats waar het huwelijk wordt voltrokken;
  • in de uitzonderlijke gevallen waarin de echtgenoten een verschillend regionaal burgerschap bezitten en waarbij beide regio’s scheiding van goederen als huwelijksvermogensstelsel hebben (en volgens de bovengenoemde regels een ander stelsel geldt), geldt de regeling van scheiding van goederen uit het Burgerlijk Wetboek.

-           Als een van de echtgenoten niet Spaans is, of als het getrouwde stel een band heeft met een ander land, wordt het toepasselijke recht bepaald op grond van de bepalingen van artikel 33 van Verordening (EU) 2016/1103. Met betrekking tot Spaanse burgers wordt een verwijzing naar nationaliteit als criterium voor een band beschouwd als een verwijzing naar regionaal burgerschap.

Regionaal burgerschap is echter een concept dat uitsluitend op Spaanse burgers van toepassing is (artikel 15 van het Burgerlijk Wetboek). Aangezien het niet op buitenlanders van toepassing is, geldt artikel 33, lid 2, op grond waarvan het recht van de nationaliteit wordt vervangen door het recht van de nauwste band, d.w.z. het recht van de territoriale eenheid waarmee de echtgenoten de nauwste band hebben.

1.2 Huwelijksvermogensstelsels bij gebrek aan huwelijkse voorwaarden tussen echtgenoten in het Burgerlijk Wetboek en in de eigen wetgevingen van de autonome regio’s

Met betrekking tot de vaststelling van het huwelijksvermogensstelsel bij gebrek aan huwelijkse voorwaarden tussen echtgenoten, geldt er aanvullend recht, dat verschilt op basis van het toepasselijke interne burgerlijk recht:

  • Burgerlijk Wetboek (toegepast tenzij het recht van Aragon, Catalonië, de Balearen, Navarra, Baskenland of Galicië geldt): gemeenschap van goederen (sociedad de gananciales) (artikel 1344 e.v. van het Burgerlijk Wetboek). Binnen dit stelsel worden alle aankopen en voordelen van een van de echtgenoten het gezamenlijk eigendom van beide echtgenoten. Het persoonlijke eigendom van iedere echtgenoot bestaat uit vóór het huwelijk verkregen eigendom en eigendom dat tijdens het huwelijk kosteloos of ter vervanging van persoonlijk eigendom is verkregen. Het vóór het huwelijk verkregen hoofdverblijf valt onder een bijzondere regeling, op grond waarvan dit hoofdverblijf, in tegenstelling tot ander vóór het huwelijk verkregen eigendom (dat altijd persoonlijk is), tijdens het huwelijk door met gezamenlijke middelen voldane betalingen naar rato wordt omgezet in gezamenlijk eigendom. Bij twijfel wordt eigendom als gezamenlijk beschouwd. De aansprakelijkheidsregeling voor gemeenschappelijk eigendom is vergelijkbaar en omvat eigendom dat voortkomt uit de regelmatige uitoefening van een beroep, artistieke activiteit of handel. In geval van door slechts één echtgenoot gemaakte schulden is in eerste instantie enkel die persoon hiervoor aansprakelijk met zijn of haar eigen bezit. Als dat onvoldoende is, kunnen schuldeisers beslag leggen op gemeenschappelijk eigendom. In dat geval kan de andere echtgenoot echter verzoeken om opheffing van de gemeenschap van goederen, waardoor de inbeslagname van gezamenlijk eigendom wordt vervangen door het aandeel van de echtgenoot met de schuld. Vanaf dat moment valt het huwelijk dan onder de regeling van scheiding van goederen. Gemeenschappelijk eigendom wordt gezamenlijk beheerd (hoewel het dagelijkse beheer – huiselijk gezag (potestad doméstica) – door een van de beide echtgenoten kan worden verricht. Voor het beheer van persoonlijk eigendom is de eigenaar verantwoordelijk (hoewel er bijzondere bepalingen zijn met betrekking tot de echtelijke woning, aangezien de toestemming van de andere echtgenoot of, bij gebrek daaraan, gerechtelijke toestemming, nodig is, ondanks dat de woning mogelijk eigendom is van slechts één echtgenoot). Voor verkoop of bezwaring van gemeenschappelijk eigendom is toestemming van beide echtgenoten nodig;
  • Aragon: gemeenschap van goederen (consorcio conyugal), geregeld in artikel 210 e.v. van het Regionaal Wetboek van Aragon (Código de Derecho Foral de Aragón). Op grond van deze regeling worden aankopen of voordelen van een van de echtgenoten als gevolg van zijn/haar werk, activiteit of rendement van activa gezamenlijk eigendom. Het persoonlijke eigendom van iedere echtgenoot bestaat uit vóór het huwelijk verkregen eigendom en eigendom dat tijdens het huwelijk kosteloos of ter vervanging van persoonlijk eigendom is verkregen. Bij twijfel wordt eigendom als gezamenlijk beschouwd. Op grond van het burgerlijk recht van Aragon is vóór het huwelijk verkregen eigendom, met inbegrip van het hoofdverblijf, altijd persoonlijk, tenzij de kosten volledig zijn uitgesteld en na het begin van het huwelijk uit gezamenlijke middelen worden betaald. De aansprakelijkheidsregeling voor dit vermogensstelsel is gereguleerd. In geval van door slechts één echtgenoot gemaakte schulden is enkel die persoon hiervoor aansprakelijk met zijn of haar eigen bezit. Als dit onvoldoende is, en in geval van tenuitvoerlegging ten laste van gezamenlijk eigendom in verband met schulden die niet onder gezamenlijke verantwoordelijkheid vallen, kan de echtgenoot van de schuldenaar het recht op waarborging van de waarde van zijn of haar aandeel van het gezamenlijke eigendom uitoefenen door te verzoeken dat de vereffening van de gemeenschap van goederen uitsluitend plaatsvindt om de te waarborgen waarde te bepalen, zonder dat deze wordt ontbonden.

Opgemerkt zij dat de overlevende echtgenoot in Aragon het recht van vruchtgebruik (usufructo viudal aragonés) heeft, dat een erfrecht is, maar ook een toekomstig recht tijdens het leven (derecho expectante de viudedad);

  • Catalonië: scheiding van goederen (artikel 232, lid 1, van het Wetboek van Catalonië (Código Civil de Cataluña)). Op grond van deze regeling heeft elke echtgenoot recht op het eigendom, genot, beheer en vrije gebruik van al zijn of haar bezittingen. Bij twijfel welke echtgenoot bepaalde activa of rechten bezit, worden deze geacht aan beide echtgenoten toe te behoren in gelijke, ondeelbare delen. Er wordt echter verondersteld dat roerende zaken voor persoonlijk gebruik die niet buitengewoon waardevol zijn en aan een van beide echtgenoten toebehoren, evenals rechtstreeks voor de uitoefening van zijn of haar activiteit bestemd eigendom, exclusief eigendom zijn van de betreffende echtgenoot;
  • Balearen: scheiding van goederen (artikel 3 van het Burgerlijk Wetboek van de Balearen (Compilación de Derecho Civil de las Islas Baleares) voor Mallorca, artikel 65 voor Menorca en artikel 67 voor Ibiza en Formentera). Op grond van deze regeling wordt eigendom dat op het moment van trouwen aan een echtgenoot toebehoort, als zijn of haar persoonlijke eigendom beschouwd. Ditzelfde geldt voor alle tijdens het huwelijk verkregen bezittingen;
  • Navarra: gemeenschap van goederen (conquistas) (Wet 87 e.v. van het Nieuwe Wetboek van Navarra (Fuero Nuevo de Navarra)). Dit is een regeling waarbij onder verkregen eigendom (onder meer) tijdens het huwelijk via werk of een andere activiteit van een van de echtgenoten verkregen eigendom valt, alsook de opbrengsten en het rendement van zowel gezamenlijk als persoonlijk eigendom. Onder persoonlijk eigendom valt eigendom dat een echtgenoot vóór het huwelijk door betaling verkrijgt, ook als het eigendom pas tijdens het huwelijk wordt verkregen of als de betaling geheel of gedeeltelijk met middelen van de andere echtgenoot of uit de gemeenschap van goederen wordt verricht, alsook winst vóór of tijdens het huwelijk. Alle niet als persoonlijk gedocumenteerde eigendommen worden als gemeenschappelijk beschouwd. Woningen en meubilair vallen onder een specifieke regeling wanneer deze zijn gekocht of volledig of gedeeltelijk zijn betaald tijdens het huwelijk, ook als zij voortkomen uit eerder eigendom. De woning of het meubilair is in dit geval het persoonlijk eigendom van een van beide echtgenoten als de betaling uitsluitend met zijn of haar middelen is verricht. Is de betaling verricht met middelen van beide echtgenoten, dan behoort het eigendom ondeelbaar aan hen beide toe, naar rato van hun respectieve bijdragen. Indien de betaling is verricht met een combinatie van de middelen van één of beide echtgenoten en middelen uit de gemeenschap van goederen, geldt ondeelbaarheid naar rato van de bijdrage van elke echtgenoot en van de gemeenschap van goederen. Het systeem van beheer van en aansprakelijkheid voor gemeenschappelijk en persoonlijk eigendom is ook geregeld. Als er persoonlijke schulden zijn gemaakt en de persoonlijke middelen van de echtgenoot met de schulden ontoereikend zijn, kan de schuldeiser verzoeken om inbeslagname van gezamenlijk eigendom, waarvan de andere echtgenoot in kennis wordt gesteld. Als hij of zij niet reageert en het gemeenschappelijke eigendom in beslag wordt genomen, vindt er tenuitvoerlegging plaats en wordt de echtgenoot met de schulden geacht de waarde van zijn of haar deel te hebben ontvangen, wanneer hij of zij de betaling verricht met zijn of haar eigen middelen of wanneer de gemeenschap van goederen wordt vereffend. De andere echtgenoot kan echter binnen negen dagen na de kennisgeving van de inbeslagname verzoeken om vervanging van de inbeslagname van gemeenschappelijk eigendom door het aan de echtgenoot met de schulden toegewezen restant bij vereffening van de gemeenschap van goederen. In dat geval leidt de inbeslagname tot de ontbinding en vereffening van de gemeenschap van goederen en tot de toepassing van de regeling van scheiding van goederen vanaf dat moment;
  • Baskenland: wanneer beide echtgenoten inwoners zijn van het laagland van Biskaje, Aramaio of Llodio, valt het huwelijk onder de regionale universele regeling van gemeenschap van goederen (comunicación foral de bienes). Als slechts een van beide echtgenoten regionaal burgerschap van het laagland van Biskaje, Aramaio of Llodio heeft, geldt deze regeling als de eerste gezamenlijke woonplaats van de echtgenoten zich hier bevond. Anders geldt de regeling van de plaats waar het huwelijk is voltrokken. In andere delen van Baskenland is het huwelijksvermogensstelsel, bij gebrek aan huwelijkse voorwaarden, gemeenschap van goederen (sociedad de gananciales), op grond van het Burgerlijk Wetboek (artikel 127 e.v. van de Wet op het regionaal burgerlijk recht van Baskenland (Ley de Derecho Civil Foral del País Vasco). Op grond van de regionale universele regeling van gemeenschap van goederen worden alle middelen, rechten en aandelen van een van beide echtgenoten – ongeacht de herkomst ervan en de manier waarop zij zijn verkregen – gelijk verdeeld onder de echtgenoten. Dit geldt zowel voor eigendom dat in het huwelijk is aangebracht als voor eigendom dat tijdens het huwelijk is verkregen, ongeacht waar dit eigendom zich bevindt. Ondanks dit theoretisch universele karakter verschilt de reikwijdte van de gemeenschap van goederen op basis van de reden voor de ontbinding. Als het huwelijk wordt ontbonden vanwege de dood van een van de echtgenoten en er kinderen uit het betreffende huwelijk zijn, is de gemeenschap van goederen universeel. Wordt het echter ontbonden vanwege de dood van een van de echtgenoten, maar zijn er geen kinderen uit het betreffende huwelijk, of wordt het huwelijk om een andere reden ontbonden (bijvoorbeeld echtscheiding), dan blijft de gemeenschap van goederen beperkt tot voor betaling verkregen aankopen of eigendommen, met uitzondering van vóór het huwelijk verkregen eigendom en kosteloos verkregen eigendom;
  • Galicië: gemeenschap van goederen (gananciales) (artikel 171 van de Wet op het Galicisch burgerlijk recht (Ley de Derecho Civil de Galicia)).

2 Hoe kunnen echtgenoten hun huwelijksvermogensstelsel regelen? Wat zijn de formele vereisten in dit geval?

Ja.

Echtgenoten kunnen hun huwelijksvermogensstelsel zo regelen dat de aanvullende bepalingen uit het bovenstaande punt niet gelden. Daarvoor moeten zij openbare huwelijkse voorwaarden tekenen bij een notaris (artikelen 1280 en 1315 van het Burgerlijk Wetboek), die in het register van de burgerlijke stand moeten worden opgenomen. Op de dag waarop deze voorwaarden worden getekend, moet de notaris een gewaarmerkte elektronische kopie van het openbare document naar de betreffende griffier sturen, als bewijs van de registratie van het huwelijk (artikel 60 van de Wet op het register van de burgerlijke stand (Ley del Registro Civil)).

De echtgenoten kunnen het huwelijksvermogensstelsel ook aanpassen tijdens het huwelijk door aan dezelfde formele eisen te voldoen (artikel 1331 van het Burgerlijk Wetboek), mits zij hiermee geen rechten van derden schaden (artikel 1317 van het Burgerlijk Wetboek).

Deze mogelijkheid bestaat ook in de autonome regio’s, die hun eigen burgerlijk recht hebben voor huwelijken die daaronder vallen: artikel 231, lid 10, e.v. van het Burgerlijk Wetboek van Catalonië; artikel 3 van het Burgerlijk Wetboek van de Balearen voor Mallorca en Menorca (capítulos) en artikel 66 van het Burgerlijk Wetboek van de Balearen voor Ibiza en Formentera (espolits); artikel 125 e.v. van de Wet op het burgerlijk recht van Baskenland; artikel 171 e.v. van de Wet op het Galicisch burgerlijk recht; artikel 185 van het Regionaal Wetboek van Aragon; artikel 78 e.v. van het Regionaal Burgerlijk Wetboek van Navarra.

3 Zijn er beperkingen op de vrijheid om een huwelijksvermogensstelsel te regelen?

Echtgenoten mogen zelf hun huwelijksvermogensstelsel bepalen en kunnen daarbij iedere regeling kiezen die onder een van de Spaanse systemen van burgerlijk recht valt (waarin zowel het huwelijksvermogensstelsel wordt beschreven dat moet worden toegepast bij gebrek aan huwelijkse voorwaarden, als de andere regelingen die de partijen kunnen afspreken) of die in de wetgeving van andere staten wordt beschreven. Bepalingen die in strijd zijn met de wet of de goede zeden of die de gelijkheid van de rechten van iedere echtgenoot beperken, mogen hier echter nooit in worden opgenomen (artikel 1328 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 14 van de Spaanse Grondwet).

4 Wat zijn de rechtsgevolgen van een echtscheiding, een scheiding van tafel en bed of een nietigverklaring van het huwelijk voor het huwelijksvermogen?

In geval van nietigverklaring, scheiding en echtscheiding eindigt het huwelijksvermogensstelsel. Dit is bepaald in de regelgeving over de verschillende huwelijksvermogensstelsels (bijvoorbeeld artikel 1392 van het Burgerlijk Wetboek inzake gemeenschap van goederen en artikel 1415 van het Burgerlijk Wetboek inzake deelnameregelingen in het Burgerlijk Wetboek).

Bij regelingen voor gemeenschap van goederen moet voor vereffening de in het Spaanse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Ley de Enjuiciamiento Civil) beschreven procedure worden gevolgd. Tijdens deze procedure ontstaat er een vorm van gezamenlijk eigendom tussen de echtgenoten die afwijkt van de andere regelingen voor gemeenschap van goederen, met een specifieke juridische regeling, die van kracht blijft voor de duur van de gemeenschap, totdat er, door de juiste vereffenings- en verdelingstransacties, voor beide mede-eigenaren een specifiek, individueel deel van het eigendom is gecreëerd.

Een gemeenschap van goederen (sociedad de gananciales) kan worden vereffend door een wederzijdse overeenkomst tussen de echtgenoten in aanwezigheid van een notaris, op grond van de regels uit de artikelen 1392 tot en met 1410 van het Spaanse Burgerlijk Wetboek of, bij gebrek aan deze overeenkomst, voor de rechter die voor deze procedure bevoegd is, met inachtneming van het bepaalde in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (artikel 806 e.v.).

Bij de regeling van scheiding van goederen hoeft het huwelijksvermogensstelsel niet te worden vereffend, aangezien elke echtgenoot eigenaar is van zijn of haar eigen bezittingen. Eigendom dat vanaf het begin aan beide echtgenoten toebehoort, valt onder een mede-eigendomsregeling, die na nietigverklaring, scheiding of echtscheiding blijft doorlopen, onverminderd de mogelijkheid voor iedere mede-eigenaar om te verzoeken om verdeling ervan (zoals in alle mede-eigendomssituaties).

5 Wat zijn de gevolgen van het overlijden van een van de echtgenoten voor het huwelijksvermogensstelsel?

Ook bij overlijden eindigt het huwelijksvermogensstelsel, zoals is bepaald in de regelgeving over de verschillende huwelijksvermogensstelsels (bijvoorbeeld artikel 1392 van het Burgerlijk Wetboek, in samenhang met artikel 85 daarvan, inzake gemeenschap van goederen en artikel 1415 van het Burgerlijk Wetboek inzake deelnameregelingen in het Burgerlijk Wetboek).

Onverminderd wat de overleden echtgenoot mogelijk heeft geregeld in een testament, zijn er bepaalde rechten vastgelegd voor de overlevende echtgenoot, afhankelijk van het toepasselijke erfrecht. Ook als een echtgenoot overlijdt zonder een testament achter te laten, heeft de andere echtgenoot bepaalde rechten met betrekking tot de nalatenschap van zijn of haar echtgenoot.

Voor het bepalen van het toepasselijke burgerlijk recht:

-           worden, wanneer een stel banden heeft met meerdere staten, de bepalingen van Verordening (EU) nr. 650/2012 gevolgd. De bepaling uit artikel 36 treedt in werking wanneer het Spaanse recht van toepassing is, waardoor het bestaande Burgerlijk Wetboek of de autonome burgerlijke regelgeving geldt, afhankelijk van de specifieke band die de erflater al dan niet had met een autonome regio met eigen burgerlijk recht aangaande de betreffende kwestie;

-           valt, bij erfopvolging zonder buitenlandse component, de erfopvolging onder de civielrechtelijke regels die overeenkomen met het regionale burgerschap van de erflater op het moment van sterven, maar vallen de rechten die bij wet aan de overlevende echtgenoot worden toegekend, onder dezelfde wetgeving waardoor ook de gevolgen van huwelijken worden geregeld, waardoor het legitieme aandeel van de nabestaanden altijd wordt gewaarborgd (artikel 16 en artikel 9, lid 8, van het Burgerlijk Wetboek).

Hieronder worden de rechten van de overlevende echtgenoot geanalyseerd in het licht van de verschillende vormen van burgerlijk recht in Spanje, afhankelijk van de vraag of de erflater zijn of haar erfopvolging vrijwillig heeft geregeld (gewoonlijk in een testament) of is overleden zonder een testament achter te laten.

-           Indien de overledene een testament heeft achtergelaten:

  • Burgerlijk Wetboek (toegepast tenzij het recht van Aragon, Catalonië, de Balearen, Navarra, Baskenland of Galicië geldt): het minimum waarop de overlevende echtgenoot recht heeft, is hetzelfde als wanneer de echtgenoot overlijdt zonder testament, d.w.z. vruchtgebruik van een derde van de boedel als er kinderen of nakomelingen zijn. Als er uitsluitend voorouders zijn, heeft hij of zij recht op het vruchtgebruik van de helft van de boedel. Tot slot is het vruchtgebruik twee derde als er voorouders noch nakomelingen zijn (artikel 834 e.v. van het Burgerlijk Wetboek);
  • Aragon: bij de huwelijksvoltrekking wordt aan iedere echtgenoot het vruchtgebruik voor nabestaanden (usufructo de viudedad) toegekend van alle eigendom van de echtgenoot die als eerste overlijdt (artikel 271 van het Regionaal Burgerlijk Wetboek van Aragon). Op grond van de regeling voor gemeenschap van goederen van Aragon hebben echtgenoten dit recht (dat tot het familierecht behoort, niet tot het erfrecht) zelfs als hun regionale burgerschap later verandert, met uitzondering van het op grond van het erfrecht vastgestelde legitieme deel. De overlevende echtgenoot heeft ook recht op het vruchtgebruik voor nabestaanden als de als eerste overleden echtgenoot op het moment van sterven het regionale burgerschap van Aragon bezat;
  • Balearen: in Mallorca en Menorca wordt het universele recht van de overlevende echtgenoot op vruchtgebruik erkend als de erflater geen nog levende ouders heeft. Het vruchtgebruik is twee derde als de ouders van de erflater nog leven, en de helft als er nakomelingen zijn (artikel 45 van het Regionaal Burgerlijk Wetboek van de Balearen). In Ibiza en Formentera wordt de overlevende echtgenoot niet als reservataire erfgenaam (legitimario) beschouwd;
  • Catalonië: aan een overlevende echtgenoot met gebrek aan financiële middelen wordt een kwart van de boedel toegewezen (artikel 452, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek van Catalonië). Ook krijgt hij of zij andere rechten toegekend met betrekking tot de middelen van de echtgenoot die niet in de boedel zijn opgenomen (artikel 231, lid 30, van het Burgerlijk Wetboek van Catalonië) en de woning. Specifiek met betrekking daartoe geldt het concept van één jaar nabestaandenpensioen (año de viudedad), bestaande uit het recht om gedurende één jaar na het overlijden van de erflater de echtelijke woning te blijven gebruiken en te worden onderhouden ten laste van de boedel van de overledene (artikel 231, lid 31, van het Burgerlijk Wetboek van Catalonië);
  • Galicië: de overlevende echtgenoot heeft recht op het vruchtgebruik van de helft van de boedel (artikel 228 e.v. van de Wet op de regeling van het Galicisch burgerlijk recht (Ley normas reguladoras del Derecho Civil de Galicia));
  • Navarra: de overlevende echtgenoot heeft recht op het vruchtgebruik (usufructo de fidelidad) van alle eigendom en rechten van de als eerste overleden echtgenoot (mits deze laatste op het moment van overlijden het regionale burgerschap van Navarra bezat) die hem of haar op het moment van overlijden toebehoorden (Wet 253 van het Nieuwe Wetboek van Navarra);
  • Baskenland: de overlevende echtgenoot of het overlevende lid van een niet-echtelijk partnerschap heeft recht op het vruchtgebruik van de helft van alle eigendom van de erflater als er nakomelingen zijn. Zijn er geen nakomelingen, dan heeft hij of zij recht op het vruchtgebruik van twee derde van de eigendommen (artikel 52 van de Wet op het regionaal burgerlijk recht van Baskenland). Dit geldt niet in de vallei van Ayala (gemeenten Ayala, Amurrio en Okondo) en in Mendieta, Retes de Tudela, Santacoloma en Sojoguti in de gemeente Artziniega (artikel 89 van de Wet op het regionaal burgerlijk recht van Baskenland), waar testamentaire vrijheid geldt. Ook geldt het niet in het laagland van Biskaje, Aramaio en Llodio, waar speciale regels inzake familie-eigendom (bienes troncales) gelden (artikel 61 e.v. van de Wet op het regionaal burgerlijk recht van Baskenland).

-           Indien de overledene geen testament heeft (erfopvolging zonder testament):

  • Burgerlijk Wetboek (toegepast tenzij het recht van Aragon, Catalonië, de Balearen, Navarra, Baskenland of Galicië geldt): de overlevende echtgenoot heeft recht op het vruchtgebruik van een derde van de boedel als er kinderen of nakomelingen zijn, de helft van de boedel als er enkel voorouders zijn, en hij of zij is de enige erfgenaam als er nakomelingen noch voorouders zijn (artikel 834 e.v. en artikel 944 van het Burgerlijk Wetboek);
  • Aragón: de overlevende echtgenoot erft niet-familie-eigendom (bienes no troncales) na de voorouders, onverminderd het bij erfopvolging genoemde vruchtgebruik van de overlevende, dat altijd behouden blijft (artikel 517 van het Regionaal Wetboek van Aragon). Familie-eigendom is eigendom dat direct vóór zijn of haar eigen generatie twee generaties lang in de woning of de familie van de erflater is gebleven, ongeacht de directe herkomst en de manier waarop het is verkregen, evenals eigendom dat de erflater kosteloos heeft verkregen van voorouders of maximaal zesdegraads verwanten. Dit eigendom gaat over op bepaalde verwanten (parientes troncales), die worden genoemd in artikel 526 van het Regionaal Wetboek van Aragon;
  • Balearen: de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek (hierboven beschreven) zijn van toepassing, maar in Mallorca en Menorca krijgt de overlevende echtgenoot ten minste universeel vruchtgebruik als er geen ouders meer leven, twee derde als de ouders van de erflater nog leven, en de helft als er nakomelingen zijn;
  • Catalonië: als er geen nakomelingen zijn, erft de overlevende echtgenoot alle eigendom uit de boedel vóór de voorouders van de overledene (artikel 441, lid 2, en artikel 442, lid 3, van het Burgerlijk Wetboek van Catalonië). Als de overlevende echtgenoot de erfopvolging deelt met de kinderen van de erflater of de nakomelingen van deze kinderen, heeft hij of zij recht op universeel vruchtgebruik van de boedel (artikel 441, lid 2, en artikel 442, lid 3, van het Burgerlijk Wetboek van Catalonië);
  • Galicië: hier geldt dezelfde regeling als in het Burgerlijk Wetboek (artikel 267 van de Wet op de regeling van het Galicisch burgerlijk recht);
  • Navarra: de echtgenoot erft niet-familie-eigendom na broers en zussen en nakomelingen. Wat familie-eigendom betreft, heeft de echtgenoot recht op het vruchtgebruik van alle eigendom en rechten van de als eerste overleden echtgenoot (mits deze laatste op het moment van overlijden het regionale burgerschap van Navarra bezat) die hem of haar op het moment van overlijden toebehoorden (Wet 304 e.v. van het Nieuwe Wetboek van Navarra);

Baskenland: wat familie-eigendom betreft, uitsluitend met betrekking tot tijdens het huwelijk door de echtgenoten verkregen onroerende goederen, zijn beide echtgenoten of leden van het niet-echtelijke partnerschap erfgenamen (artikel 66 van de Wet op het regionaal burgerlijk recht van Baskenland). De overlevende echtgenoot erft niet-familie-eigendom als er geen nakomelingen zijn (artikel 110 e.v. van de Wet op het regionaal burgerlijk recht van Baskenland).

6 Welke instantie is bevoegd om te beslissen in een zaak betreffende een huwelijksvermogensstelsel?

De rechtbank van eerste aanleg (Juzgado de Primera Instancia) die de procedure voor nietigverklaring, scheiding of echtscheiding hoort of heeft gehoord, of waarvoor vorderingen worden of zijn gebracht om het huwelijksvermogensstelsel te ontbinden om een van de in de civielrechtelijke wetgeving opgenomen redenen (artikel 807 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

In de gerechtelijke districten met gespecialiseerde familierechtbanken zijn deze rechtbanken bevoegd voor procedures in verband met de ontbinding en vereffening van het huwelijksvermogensstelsel, ook als de procedure niet voortkomt uit een eerdere procedure voor nietigverklaring, scheiding of echtscheiding.

7 Wat zijn de gevolgen van het huwelijksvermogensstelsel voor de rechtsbetrekkingen tussen een echtgenoot en een derde?

Over het algemeen en binnen ons algemene civielrechtelijke systeem is op grond van artikel 1373 van het Burgerlijk Wetboek iedere echtgenoot met zijn of haar persoonlijke vermogen aansprakelijk jegens derden voor zijn of haar eigen schulden. Als het persoonlijke eigendom onvoldoende is om de schulden af te lossen, kan de schuldeiser (derde) verzoeken om inbeslagname van gemeenschappelijk eigendom. De echtgenoot zonder schulden kan echter verzoeken om vervanging van het gezamenlijke eigendom door het aandeel van de echtgenoot met schulden in de gemeenschap van goederen. De inbeslagname leidt dan tot ontbinding van de gemeenschap van goederen.

Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevat een bepaling met vergelijkbare reikwijdte met het oog op tenuitvoerlegging wanneer de schuld persoonlijk is, maar de gemeenschap van goederen desondanks aansprakelijk moet worden gesteld.

Meer bepaald is er vastgesteld (artikel 1365 van het Burgerlijk Wetboek) dat gemeenschappelijk eigendom wordt gebruikt om de schuldeiser (derde) te betalen voor de door één echtgenoot gemaakte schulden: 1) bij de uitoefening van het huiselijk gezag of bij het beheer of de verkoop van gemeenschappelijk eigendom dat op grond van de wet of een contract aan hem of haar toebehoort; en 2) bij de gewone uitoefening van zijn of haar beroep, artistieke activiteit of handel bij het gewone beheer van zijn of haar persoonlijke eigendom.

Verder bevat het Handelswetboek (Código de Comercio) bepalingen voor gevallen waarin een van de echtgenoten een handelaar is.

Wat bezwaring of verkoop van gezamenlijk eigendom betreft, is toestemming van beide echtgenoten nodig, tenzij er anders is overeengekomen in huwelijkse voorwaarden. Als de verkoop zonder opbrengst is (bv. schenking), is deze nietig wanneer deze is uitgevoerd door slechts één echtgenoot.

Desondanks is, met het oog op veilig handelsverkeer, in het Burgerlijk Wetboek opgenomen dat handelingen in het kader van het vermogensbeheer en verkoop van geld of effecten geldig zijn wanneer deze zijn uitgevoerd door de echtgenoot op wiens naam de eigendommen zijn geregistreerd en die ze in bezit heeft.

Wat onroerende goederen betreft, moeten, om het eigendom op naam van de getrouwde persoon te kunnen registreren en met het oog op het verkregen recht ten opzichte van de huidige of toekomstige rechten van de gemeenschap van goederen, de naam van de echtgenoot en het huwelijksvermogensstelsel worden vastgesteld ten behoeve van derden die het register raadplegen. Als er niets in het register is aangegeven, blijft een derde die te goeder trouw tegen betaling eigendom overneemt van degene die volgens het register de overdracht mag uitvoeren, eigenaar van het op die manier verkregen eigendom.

8 Korte beschrijving van de procedure voor de verdeling, met inbegrip van de vereffening, van het huwelijksvermogen in deze lidstaat.

Dit is geregeld in artikel 806 e.v. van het Spaanse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en bestaat uit de volgende stappen:

A)        het opstellen van een inventaris van de in de gemeenschap van goederen opgenomen eigendommen.

Dit kan tegelijk met de procedure voor nietigverklaring, scheiding of echtscheiding of met de ontbinding van het huwelijksvermogensstelsel plaatsvinden, ook al begint het in de praktijk pas nadat de definitieve beslissing tot ontbinding van het stelsel is afgegeven.

In het verzoek moet een voorgestelde inventaris worden opgenomen. Men verschijnt voor een gerechtelijk functionaris (Letrado de la Administración de Justicia), waarbij op basis van het voorstel een gezamenlijke inventaris wordt vastgesteld. Als er een geschil is over bepaalde activa, wordt er een zitting gehouden waarin een rechter uitspraak doet. Tegen deze uitspraak kan beroep worden aangetekend;

B)        vereffening.

Voor deze stap moet de beslissing tot ontbinding van het huwelijksvermogensstelsel definitief zijn. De stap begint met een vereffeningsvoorstel voor een gerechtelijk functionaris, op basis waarvan de echtgenoten een overeenkomst bereiken over de betaling van verschuldigde schadeloosstelling en vergoedingen aan elke echtgenoot, en de evenredige verdeling van het restant door delen vast te stellen.

Als er geen overeenstemming wordt bereikt, wordt er een boedelverdeler benoemd, die de verdelingstransacties afhandelt. Wanneer het voorstel is gedaan, kunnen de echtgenoten dit aanvaarden of afwijzen. In dat laatste geval wordt de zaak afgehandeld bij gerechtelijke uitspraak, waartegen beroep kan worden aangetekend;

C)        levering van activa en registratie in het eigendomsregister.

Wanneer de vereffeningstransacties definitief zijn goedgekeurd en de delen zijn vastgesteld, is de gerechtelijk functionaris verantwoordelijk voor de levering van de activa en het versturen van eigendomstitels naar iedere echtgenoot.

Er is ook nog een andere, eenvoudigere procedure, waarbij de vereffening plaatsvindt middels een wederzijdse overeenkomst tussen de echtgenoten of tussen de overlevende echtgenoot en de erfgenamen van de overleden echtgenoot, op grond van de regels uit het Burgerlijk Wetboek en in aanwezigheid van een notaris.

In beide gevallen kan, als er onroerende goederen tot de te vereffenen activa behoren, een kopie van het besluit tot goedkeuring van de verdelingstransacties, het vonnis waarbij de verdeling van de activa is vastgesteld, of het openbare notariële document over de ontbinding van de gemeenschap van goederen worden opgenomen in het eigendomsregister.

9 Welke procedure en documenten of informatie zijn gewoonlijk vereist voor de registratie van onroerende goederen?

Wetten en contracten in verband met eigendoms- en andere zakelijke rechten op het gebied van onroerende goederen kunnen in het eigendomsregister worden opgenomen. Zij moeten worden goedgekeurd in een openbaar document, dat in het register wordt opgenomen van het rechtsgebied waar het onroerend goed zich bevindt, en de bijbehorende belastingen en kosten moeten worden betaald.

Dit document moet in authentieke vorm worden gepresenteerd en voorzien zijn van een certificaat van het Spaanse register van de burgerlijke stand (als het huwelijk daar is geregistreerd) waarin de ontbinding van het huwelijksvermogensstelsel wordt erkend. Anders is het niet geldig ten aanzien van derden. Als het originele document in een ander land is afgegeven, moet het naar behoren worden gewaarmerkt en, indien de griffier hierom verzoekt, worden vertaald. Deze regeling geldt niet voor juridische documenten en gerechtelijke beslissingen die onder Europese wetgeving vallen en die rondgaan op grond van de relevante bepalingen.

Laatste update: 01/02/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.