Verjaringstermijnen

Portugal
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
Europees justitieel netwerk (in burgerlijke en handelszaken)

1 Welke termijnen worden gehanteerd in het burgerlijk procesrecht?

Bij procestermijnen gaat het om een verplichte termijn wanneer daardoor het recht vervalt om een handeling te verrichten. Het betreft een verlengingstermijn wanneer de mogelijkheid om de handeling te verrichten, of de begindatum van de termijn, wordt uitgesteld.

Voor de procestermijnen gelden de regels van de artikelen 138 tot en met 143 van het Portugese wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Código Processo Civil).

De regels in de artikelen 278, 279 en 296 van het Portugese burgerlijk wetboek (Código Civil) hebben betrekking op de berekening van de procestermijnen of de door de rechtbanken vastgestelde termijnen.

Wat betreft de civiele termijnen geldt dat de duur en de gevolgen daarvan voor de rechtsverhoudingen worden behandeld in de artikelen 296 tot en met 333 van het burgerlijk wetboek.

Met name wat betreft het verstrijken of verjaren van termijnen zijn de artikelen 300 tot en met 327 en 328 tot en met 333 van het burgerlijk wetboek van toepassing.

2 Lijst van feestdagen die worden aangemerkt als niet-werkdag zoals voorgeschreven in Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van 3 juni 1971.

Portugal heeft de Europese Commissie meegedeeld dat het de volgende feestdagen kent:

1 januari; 7 april (Goede Vrijdag); 9 april (Paaszondag); 25 april; 1 mei; 8 juni (Sacramentsdag); 10 juni; 15 augustus; 5 oktober; 1 november; 1, 8 en 25 december.

De Europese Commissie heeft deze lijst gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, nr. 2023/C 39/07. De lijst is beschikbaar via deze link

Houd er rekening mee dat de lidstaten deze lijst elk jaar opnieuw aan de Europese Commissie overhandigen en dat er ook feestdagen zijn die niet op een vaste datum vallen.

3 Welke algemene regels gelden er voor de termijnen in de verschillende civiele procedures?

De algemene regel in het Portugese burgerlijke procesrecht is dat, indien er geen specifieke bepaling bestaat, er een termijn van tien dagen geldt waarin de partijen een verzoek tot een handeling of een juridische procedure kunnen instellen, nietigheid kunnen aanvoeren, een incidenteel pleidooi kunnen indienen of een ander procesrecht kunnen uitoefenen; ook krijgt de partij een termijn van tien dagen om te reageren op de vordering van de tegenpartij (artikel 149 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

4 Indien een handeling of formaliteit binnen een bepaalde termijn moet worden verricht, wat is dan het moment van aanvang?

In de regel vangt de termijn voor een reactie altijd aan op het moment van kennisgeving van de handeling in kwestie (artikel 149, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Kennisgevingen aan de partijen tijdens procedures worden aan hun wettelijke vertegenwoordigers gedaan.

Als de kennisgeving ten doel heeft een partij uit te nodigen om in persoon te verschijnen, wordt er niet alleen kennisgeving gedaan aan de vertegenwoordiger, maar wordt er ook een bericht van aangetekende betekening per post naar de partij zelf gestuurd, waarin de datum waarop en de plaats waar men moet verschijnen en het doel daarvan worden vermeld.

Aan vertegenwoordigers wordt langs elektronische weg kennisgeving gedaan (Uitvoeringsbesluit nr. 280/13 van 26 augustus 2013, hier beschikbaar). Het computersysteem zorgt voor een officiële bevestiging van de datum waarop de kennisgeving is gedaan. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de kennisgeving is betekend op de derde dag na het opstellen ervan of de eerste werkdag daarna als de termijn van drie dagen op een niet-werkdag afloopt.

Betekening via een aangetekend schrijven, met ontvangstbevestiging, “wordt geacht te hebben plaatsgevonden op de dag waarop de ontvangstbevestiging wordt ondertekend en wordt geacht door de geadresseerde in ontvangst te zijn genomen, zelfs indien de ontvangstbevestiging door een derde werd ondertekend, ervan uitgaande dat, tenzij er tegenbewijs is, het schrijven direct is bezorgd bij de ontvanger” (artikel 230, lid 1, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Indien de betekening door een wettelijk vertegenwoordiger, een deurwaarder of griffier wordt verricht, vangt de termijn aan op het moment dat de persoon aan wie de betekening wordt gedaan het desbetreffende document ondertekent.

5 Is het moment waarop een termijn begint te lopen afhankelijk van de manier waarop het document wordt bezorgd of betekend (betekening door een deurwaarder of per post)?

Ja. Zie het antwoord op de vorige vraag.

6 Als de termijn ingaat vanaf een gebeurtenis, wordt de dag van deze gebeurtenis dan meegerekend in de berekening van de termijn?

De feitelijke datum van de handeling, gebeurtenis, beslissing, betekening of kennisgeving telt niet mee (artikel 279, punt b), van het burgerlijk wetboek).

7 Indien de looptijd van een termijn in dagen is vastgesteld, geldt het aantal dagen dan in kalenderdagen of alleen in werkdagen?

Indien de termijn voor het uitvoeren van een proceshandeling eindigt op een dag waarop de gerechten zijn gesloten, wordt de termijn tot de volgende werkdag verlengd (artikel 138, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Rechterlijke vakanties zijn van 22 december tot en met 3 januari, van Palmzondag tot en met tweede paasdag en van 16 juli tot en met 31 augustus.

De rechter kan, op basis van een met redenen omkleed bevel en nadat de partijen zijn gehoord, besluiten de procestermijn op te schorten overeenkomstig de bepalingen van artikel 269, lid 1, punt c), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

8 En als die termijn in weken, maanden of jaren is vastgesteld?

De dag of, indien een dergelijke periode in uren wordt uitgedrukt, het uur waarop de periode begint te lopen wordt niet meegerekend overeenkomstig artikel 279, punt b), van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

9 Wanneer verstrijken dergelijke termijnen?

Een termijn die wordt uitgedrukt in weken, maanden of jaren en aanvangt op een bepaalde datum eindigt om 24.00 uur van de desbetreffende dag in de laatste week of maand of het laatste jaar. Indien de desbetreffende dag niet bestaat in de laatste maand, eindigt de termijn op de laatste dag van die maand (artikel 279, punt c), van het burgerlijk wetboek).

10 Indien de termijn afloopt op een zaterdag, een zondag, een feestdag of een niet-werkdag, wordt deze dan verlengd tot de volgende werkdag?

De gerechten zijn alleen op werkdagen open; aangezien zondagen en officiële feestdagen als rechterlijke vakanties gelden, lopen termijnen die op een zondag of een officiële feestdag eindigen door tot de eerste werkdag daarna, indien de handeling in kwestie in het gerecht behandeld moet worden.

De regel voor het berekenen van alle procestermijnen is dat het eind van de termijn voor het uitvoeren van de proceshandeling tot de volgende werkdag wordt verlengd indien het einde van deze termijn een datum betreft waarop de gerechten gesloten zijn (artikel 138, lid 2, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

11 Zijn er omstandigheden waarin termijnen worden verlengd? Wat zijn de voorwaarden voor dergelijke verlengingen?

De wettelijk vastgestelde procestermijn kan worden verlengd in de gevallen waarin is voorzien.

Indien de partijen ermee instemmen, kan de termijn eenmaal voor dezelfde tijdsduur worden verlengd (artikel 141 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

In geval van een gerechtvaardigd beletsel staat de wet toe dat de termijn wordt verlengd (artikel 140 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

De wet staat ook toe dat de handeling binnen de eerste drie werkdagen na het einde van de termijn wordt uitgevoerd, op voorwaarde dat een boete wordt betaald (zie artikel 139 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

12 Welke termijnen gelden voor het instellen van een beroep?

De termijn voor het instellen van beroep is dertig dagen, te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing (artikel 638 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering), en vijftien dagen in urgente gevallen en in de gevallen die zijn vastgesteld in artikel 644, lid 2, en artikel 677 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

Wanneer van de beslissing geen kennisgeving wordt gedaan, gaat deze termijn in vanaf de dag waarop de beslissing aan deze persoon bekend werd.

13 Kunnen rechtbanken termijnen veranderen, met name de termijnen waarbinnen een partij moet verschijnen, of een bijzondere datum vaststellen waarop een partij moet verschijnen?

Wettelijke termijnen kunnen niet worden ingekort. Het gerecht kan evenwel een datum of een termijn voor de verschijning van de interveniënten vaststellen.

14 Indien een partij die verblijft op een plaats waar hij voor een termijnverlenging in aanmerking komt, van een tot hem gerichte beslissing in kennis wordt gesteld op een plaats waar degenen die daar verblijven niet voor een termijnverlenging in aanmerking komen, verliest die partij dan het recht op termijnverlenging?

Wanneer de dagvaarding is betekend buiten het arrondissement waar het gerecht is gevestigd en waar de procedure gaat plaatsvinden, wordt de verweertermijn van de verweerder aan wie een dagvaarding is betekend vanwege een civiele procedure verlengd (artikel 245 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

15 Welke sancties staan op de niet-naleving van een termijn?

Door het verstrijken van de verplichte termijn vervalt het recht om de handeling uit te voeren. De handeling kan echter ook worden uitgevoerd buiten de termijn indien er sprake is van een gerechtvaardigd beletsel en, afgezien hiervan, ook worden uitgevoerd binnen de eerste drie werkdagen na de termijn. In het laatste geval moet onmiddellijk een boete worden betaald, anders is de handeling niet geldig (artikel 139 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

16 Als de termijn is verstreken, welke rechtsmiddelen hebben dan de partijen die deze hebben laten verstrijken, d.w.z. de niet verschenen partijen?

De handeling kan na de termijn worden uitgevoerd in gevallen van gerechtvaardigd beletsel.

Overeenkomstig artikel 140 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering is een gerechtvaardigd beletsel een gebeurtenis die niet te wijten is aan de personen voor wie de termijn geldt of hun vertegenwoordigers of gemachtigden, en die het onmogelijk maakt een bepaalde handeling tijdig uit te voeren. In dit geval moet de partij die het beletsel aanvoert ook onmiddellijk bewijs ter staving hiervan overleggen.

Ongeacht gerechtvaardigd beletsel kan de handeling worden uitgevoerd binnen de eerste drie werkdagen die volgen op het einde van de termijn, waarbij een boete moet worden betaald, zoals hierboven gesteld. De rechter kan, bij wijze van uitzondering, beslissen de boete te verlagen of ervan af te zien in gevallen waarin duidelijk is dat de financiële middelen ontbreken of als het bedrag als duidelijk disproportioneel wordt gezien, met name in procedures waarvoor geen wettelijke vertegenwoordiger hoeft te worden aangesteld en indien de handeling door de partij zelf is verricht.

Gerelateerde links

Laatste update: 12/12/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken EJN-contactpunten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. Het EJN en de Commissie aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens in dit document of waarnaar in dit document wordt verwezen. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.