• ECLI:BE:CASS:2021:CONC.20210928.2N.16

    Als u dit systeem gebruikt, gaan we ervan uit dat u instemt met de gebruiksvoorwaarden en de disclaimer, en ook met de regels, beperkingen en voorwaarden ten aanzien van de toegang tot gegevens die door ECLI-aanbieders worden verstrekt.
    FRNL
    • Land of instantie:België
    • Gerecht:België - Hof van Cassatie (CASS)
    • Soort gerechtelijke uitspraak:Conclusie
    • Datum gerechtelijke uitspraak:28/09/2021
    • Datum van publicatie:19/10/2021
    • Tekst gerechtelijke uitspraak:
      https://juportal.just.fgov.be/content/ViewDecision.php?id=ECLI:BE:CASS:2021:CONC.20210928.2N.16
    • Rechtsgebied:Constitutioneel recht
    • Uitgever:België
      Federale Overheidsdienst Justitie - België
    • Titel:Procureur des Konings Kortrijk contra D.
    • Samenvatting:Volgens artikel 3, eerste lid, Wet Civiele Veiligheid, omvat de civiele veiligheid alle civiele maatregelen en middelen nodig voor het volbrengen van de opdrachten vermeld in die wet om te allen tijde Meer weergeven
      personen en hun goederen en leefomgeving ter hulp te komen en te beschermen en beoogt zij aldus de bescherming van de bevolking wanneer deze wordt bedreigd door rampen of noodlottige situaties die de fysieke integriteit van personen, hun goederen of de leefomgeving in gevaar brengen of dreigen te brengen, en dit ongeacht de aard van de aldus bedoelde rampspoed (1). (1) Zie concl. OM. Minder weergeven
       
      Artikel 187, eerste lid, Wet Civiele Veiligheid bepaalt dat de weigering of het verzuim zich te gedragen naar de maatregelen die met toepassing van de artikelen 181, § 1, en 182 zijn bevolen, in vrede Meer weergeven
      stijd wordt gestraft met de in die bepaling gestelde straffen; een bestraffing bij toepassing van artikel 187, eerste lid, Wet Civiele Veiligheid vereist dan ook dat er een inbreuk werd gepleegd op een maatregel die werd en kon worden bevolen op grond van de artikelen 181, § 1, en 182 van die wet (1). (1) Zie concl. OM. Minder weergeven
       
      De bevoegdheid van de minister om in geval van dreigende omstandigheden de bevolking, ter verzekering van haar bescherming, op grond van artikel 182, eerste lid, Wet Civiele Veiligheid te verplichten  Meer weergeven
      zich te verwijderen van plaatsen of streken die bijzonder blootgesteld, bedreigd of getroffen zijn en iedere verplaatsing of elk verkeer van de bevolking te verbieden, strekt niet louter tot uitvoering van de algemene opdrachten van de operationele diensten van de civiele veiligheid zoals bedoeld in artikel 11, § 1, Wet Civiele Veiligheid; die bevoegdheid kan door de minister worden uitgeoefend wanneer het ingevolge een noodlottige gebeurtenis of situatie ter bescherming van de Civiele Veiligheid van de burgers noodzakelijk is om hen te verwijderen van plaatsen waar hun gezondheid en veiligheid dreigt te worden aangetast of om hen te verbieden zich te verplaatsen; een epidemische of pandemische noodsituatie met een potentieel levensbedreigend effect voor de hele bevolking, zoals de corona¬pandemie, dient te worden beschouwd als een ramp of noodlottige situatie in de zin van de Wet Civiele Veiligheid, die in voorkomend geval kan leiden tot een voor personen bedreigende situatie waardoor het uitvaardigen van de in artikel 182, eerste lid, Wet Civiele Veiligheid bedoelde maatregelen gewettigd kan zijn (1). (1) Zie concl. OM. Minder weergeven
       
      Het verbod tot samenscholingen en het verbod om zich onnodig op de openbare weg en in openbare plaatsen te bevinden, zoals omschreven in de artikelen 5 en 8 MB 23 maart 2020, beogen de verdere verspre Meer weergeven
      iding van het coronavirus COVID-19 te verhinderen door het contact tussen de personen tot een minimum te beperken teneinde aldus het besmettingsrisico te herleiden; die maatregelen strekken er dan ook toe te vermijden dat onnodig gebruik zou worden gemaakt van de openbare ruimte waardoor deze een bedreiging zou vormen zoals bedoeld in artikel 182 Wet Civiele Veiligheid zodat deze bepaling een rechtsgrond biedt voor het in de artikelen 5 en 8 MB 23 maart 2020 bepaalde samenscholings- en verplaatsingsverbod (1). (1) Zie concl. OM. Minder weergeven
       
    • Beschrijving:WETTEN. DECRETEN. ORDONNANTIES. BESLUITEN - ALGEMEEN
      WETTEN. DECRETEN. ORDONNANTIES. BESLUITEN - WETTIGHEID VAN BESLUITEN EN VERORDENINGEN
    • Authentieke talen:NL
    • Aangemaakt door:Hof van Cassatie van België
    • Bereik:België
    • Soort toegang:Openbare (gerechtelijke uitspraken die tot het publieke domein behoren)
    • Referentie:
      • Wet 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid - 15-05-2007 - Art. 3, eerste lid - 61
      • ELI http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/wet/2007/05/15/2007000663/justel
      • Wet 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid - 15-05-2007 - Artt. 181, § 1, 182 en 187, eerste lid - 61
      • Wet 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid - 15-05-2007 - Artt. 11, § 1, en 182, eerste lid - 61
      • MB 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken - 23-03-2020 - Artt. 5 en 8 - 01
      • ELI http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/besluit/2020/03/23/2020030347/justel
      • Rolnummer P.21.1129.N
      • ECLI (Gevolgd door) ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20210928.2N.16
/eclisearch 1.7.5 build-48884887127f79fca02ac272f9d5c168186d6dbc