Samenvatting:Wanneer de erflater een onroerend goed heeft geschonken met vrijstelling van inbreng in natura en de begiftigde erfgenaam bijgevolg het goed in waarde moet inbrengen, kunnen op grond van artikel 856 O Meer weergevenud Burgerlijk Wetboek op het in te brengen bedrag, dat in de plaats komt van de inbreng in natura, vruchten dan wel interest worden toegekend; die vruchten of interest strekken tot vergoeding van hetzij de genotswaarde, hetzij de opbrengstwaarde van het goed voor de periode vanaf het overlijden van de erflater tot de verdeling van diens nalatenschap (1). (1) Zie concl. OM.
Minder weergeven
De rechter die de genotswaarde en de opbrengstwaarde van het goed evalueert, bepaalt de eventuele vergoeding die bijkomend moet worden ingebracht; de omstandigheid dat de inbrengwaarde van het goed ze Meer weergevenlf wordt bepaald dan wel geactualiseerd naar het tijdstip van de verdeling van de nalatenschap, sluit niet uit dat bijkomend een vergoeding moet worden ingebracht van hetzij de genotswaarde, hetzij de opbrengstwaarde van het goed voor de periode vanaf het overlijden van de erflater tot de verdeling van diens nalatenschap (1). (1) Zie concl. OM.
Minder weergeven