Naarmate er meer internationale handel plaatsvindt en er meer internationaal wordt gereisd, neemt ook het risico toe dat een onderneming of persoon betrokken raakt bij een geschil met een internationaal element. Het internationale element kan erin bestaan dat de partijen een andere nationaliteit hebben of in verschillende landen wonen, of dat zij een overeenkomst hebben gesloten over een buitenlandse transactie.
In geval van een geschil volstaat het niet te bepalen welk gerecht internationaal bevoegd is om kennis te nemen van de zaak; ook moet worden vastgesteld welk recht van toepassing is om de zaak ten gronde te kunnen behandelen.
Ten slotte moet, indien buitenlands recht van toepassing is op een zaak, de inhoud van dat buitenlandse recht met zoveel mogelijk rechtszekerheid worden vastgesteld. Om de rechtbank, de partijen en hun advocaten te helpen, is bij een internationale overeenkomst een samenwerking tot stand gebracht tussen de betrokken partijen (alle EU-landen, behalve Ierland, hebben deze overeenkomst geratificeerd): de Europese Overeenkomst van 7 juni 1968 nopens het verstrekken van inlichtingen over buitenlands recht. Zie de webpagina van de Raad van Europa over de Europese Overeenkomst nopens het verstrekken van inlichtingen over buitenlands recht en het aanvullend protocol daarbij.
Het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken (EJN-civiel) kan de rechtbanken en justitiële autoriteiten ook bijstaan bij het vinden van de inhoud van buitenlands recht, door middel van de informatie over het nationale recht die wordt verstrekt op de factsheets van het netwerk of de bijstand van de contactpunten van het netwerk.
Tot slot kan de factsheet over nationale wetgeving worden geraadpleegd voor een overzicht van de verschillende rechtsbronnen in de verschillende lidstaten.
Klik op de vlag van het betrokken land voor gedetailleerde informatie.