Informatie zoeken per regio
Bedrijfsactiviteiten zijn de motor van de economie, aangezien zij bijdragen tot economische en sociale ontwikkeling door het scheppen van banen en het leveren van goederen en diensten. Tegelijkertijd kunnen zij echter negatieve gevolgen hebben voor de mensenrechten, met inbegrip van het milieu, de werkgelegenheid en maatschappelijke aspecten.
Met name kunnen bedrijven (via hun activiteiten of nalatigheden en die van hun toeleveringsketens) een negatieve impact hebben op het gehele spectrum van internationaal erkende mensenrechten, zoals:
- burgerlijke en politieke rechten
- economische en culturele rechten
- gelijkheid en non-discriminatie
- rechten van het kind
- vrijheid van meningsuiting
- gegevensbescherming
- het recht op een eerlijk proces
- milieurechten en duurzaamheid
- arbeidsrechten
- gezondheidsrechten
- rechten ter bescherming van de consument
Om de positieve bijdrage van het bedrijfsleven te waarborgen en de negatieve gevolgen ervan te voorkomen, hebben de Verenigde Naties (VN), de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) de globale verwachtingen voor verantwoord ondernemen gedefinieerd.
Het gaat met name over:
de leidende beginselen inzake bedrijfsleven en mensenrechten van de VN, die de eerste wereldwijd overeengekomen normen vormen voor het voorkomen en aanpakken van risico’s voor de mensenrechten in verband met bedrijfsactiviteiten.
de richtsnoeren van de OESO, die in 1976 zijn aangenomen en in 2011 zijn geactualiseerd, en een hoofdstuk bevatten over mensenrechten, dat in overeenstemming is met de leidende beginselen van de VN.
de tripartiete verklaring van de IAO inzake de beginselen voor multinationale ondernemingen en sociaal beleid, die in 2017 werd geactualiseerd met nieuwe arbeidsnormen, verwijzingen naar de leidende beginselen van de VN en naar de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.
Daarnaast heeft de Raad van Europa in 2016 een aanbeveling over het bedrijfsleven en mensenrechten aangenomen, die is toegespitst op het bieden van toegang tot rechtsmiddelen, met bijzondere nadruk op de extra beschermingsbehoeften van werknemers, kinderen, inheemse volkeren en mensenrechtenverdedigers.
Met het oog op de toegang tot rechtsmiddelen wordt in de leidende beginselen van de VN bepaald dat van de landen wordt verwacht dat zij de nodige maatregelen nemen om de toegang tot doeltreffende rechtsmiddelen te waarborgen voor personen die zijn getroffen door met bedrijfsactiviteiten verband houdend misbruik. Dit kan worden bereikt door middel van gerechtelijke, administratieve, wetgevende en andere passende middelen. De leidende beginselen van de VN bepalen dat bedrijven die door hun activiteiten negatieve gevolgen hebben veroorzaakt of in de hand hebben gewerkt, deze moeten aanpakken door middel van corrigerende maatregelen.
Reactie van de EU
Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie omvat verschillende relevante regels, zoals die betreffende:
- het verbod van slavernij en dwangarbeid (artikel 5)
- de vrijheid van ondernemerschap (artikel 16)
- non-discriminatie (artikel 21)
- de rechten van het kind (artikel 24)
- rechtvaardige en billijke arbeidsomstandigheden en -voorwaarden (artikel 31)
- het verbod van kinderarbeid (artikel 32)
- de gezondheidszorg (artikel 35)
- milieubescherming (artikel 37)
- consumentenbescherming (artikel 38)
- het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht (artikel 47)
De EU heeft op de negatieve gevolgen van bedrijfsactiviteiten voor de mensenrechten gereageerd door:
- 2011 – de EU-strategie waarin werd benadrukt dat het van belang is de leidende beginselen inzake bedrijfsleven en mensenrechten van de VN ten uitvoer te leggen
- 2015 – de beoordeling door de Commissie van de vooruitgang op het gebied van de leidende beginsel van de VN
- 2017 – de aanbeveling in het verslag van het Bureau voor de grondrechten om in duidelijke taal een overzicht van alle rechtsmiddelen op te stellen voor het grote publiek
- 2019 – het overzicht van de vorderingen van de Commissie over maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen, verantwoord ondernemerschap en bedrijfsleven en mensenrechten (SWD (2019)143
- 2019 – het focusverslag van het Bureau voor de grondrechten over in de EU gemelde bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen en de beschikbare rechtsmiddelen
Deze pagina wordt beheerd door de Europese Commissie. De informatie op deze pagina geeft niet noodzakelijk het officiële standpunt van de Europese Commissie weer. De Commissie aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens waarnaar in dit document wordt verwezen. Gelieve de juridische mededeling te raadplegen voor de auteursrechtelijke regeling voor Europese pagina's.