Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoe het werkt

Deze pagina bevat informatie over specifieke aspecten van gezinsgerelateerde grensoverschrijdende bemiddeling.

Tijdkaders

Hoewel in principe op elk gewenst moment met bemiddeling kan worden begonnen, wordt aangeraden om het zo spoedig mogelijk te doen en bij voorkeur voordat een gerechtelijke procedure wordt ingesteld.

Gezien de effectiviteit van bemiddeling als preventie-instrument voor het oplossen van problemen die ontstaan als een kind naar een ander land verhuist, wordt bemiddeling sterk aangeraden in alle grensoverschrijdende familiegeschillen en met name bij geschillen over de internationale verhuizing van een kind. Als het gaat om kinderontvoering, is bemiddeling zeker niet in alle gevallen een geschikte methode voor het oplossen van problemen. Daarom zou het een goede praktijk zijn om in de bemiddelingsprocedure een screening-interview op te nemen. Dit zou ook helpen om eventuele zorgen van de ouders weg te nemen en hun begrip van bemiddeling te vergroten.

Bemiddeling mag door een partij niet worden misbruikt om de beslechting van een geschil te vertragen. Dat is met name van belang in gevallen van kinderontvoering, waarbij timing van cruciaal belang is.

De bemiddelaar moet de partijen hier tijdens de voorlichtingsfase of aan het begin van de bemiddeling uitdrukkelijk van in kennis stellen.

Nadat een ontvoerd kind weer terug is in het land van zijn gewone verblijfplaats, kan het verstandig zijn om bemiddeling te gebruiken teneinde verdere rechtszaken te voorkomen.

Nauwe samenwerking met bestuurlijke/rechterlijke autoriteiten

In gevallen van kinderontvoering waarbij een verzoek aanhangig is gemaakt bij een centrale en/of rechterlijke autoriteit, moet de bemiddelaar de partijen uitleggen welke gevolgen de bemiddeling voor de lopende procedure zal hebben.

In sommige landen beschikt de centrale autoriteit over opgeleide interne bemiddelaars.

Op deze pagina vindt u een lijst van de centrale autoriteiten.

Uitvoerbaarheid van de overeenkomst in alle betrokken jurisdicties (toegang tot relevante juridische informatie)

Een via bemiddeling bereikte overeenkomst is alleen effectief als ze in alle betrokken jurisdicties rechtsgevolgen heeft en uitvoerbaar is.

Voor informatie over de toepasselijke procedures in de betrokken jurisdicties kunt u zich het beste wenden tot de centrale autoriteit of het centrale contactpunt voor internationale gezinsbemiddeling in de betreffende lidstaat.

Aanvullende informatie over de uitvoerbaarheid is te vinden op de pagina Bemiddeling in EU-landen.

Taalobstakels en moderne communicatiemiddelen

Over het algemeen is het belangrijk dat de partijen tijdens de bemiddeling fysiek aanwezig zijn. Daarom is het belangrijk dat het land waar de bemiddeling plaatsvindt, passende maatregelen neemt om het verkrijgen van de noodzakelijke reisdocumenten, zoals een visum, te vergemakkelijken.

Voor zover noodzakelijk en mogelijk moet gebruik worden gemaakt van binationale en co-bemiddeling.

Het is een belangrijk pluspunt als de bemiddelaar de taal van beide partijen spreekt of tenminste een taal die beide partijen spreken. Bij biculturele co-bemiddeling kan het voldoende zijn als de bemiddelaar de taal van een van de partijen spreekt en de taal van de andere verstaat, maar alleen als geen andere oplossing kan worden gevonden. De partijen moeten alle juridische termen begrijpen. De reden waarom het beste een bemiddelaar kan worden gekozen die de taal van beide partijen spreekt, is niet alleen dat er dan geen geld besteed hoeft te worden aan een tolk. Behalve dat de partijen natuurlijk moeten begrijpen wat ze overeenkomen, heeft het ook psychologische voordelen.

De bemiddelaar moet oog hebben voor de culturele achtergrond van de partijen en zich bewust zijn van eventuele culturele verschillen.

Het gebruik van moderne communicatiemiddelen (telefoon, videovergaderen, webcams, enz.) helpt de kosten te verlagen en de bemiddeling te organiseren als de partijen niet fysiek bij de bemiddeling aanwezig kunnen zijn. Dergelijke technische hulpmiddelen zouden in elke lidstaat beschikbaar moeten zijn en er zou onderzoek moeten worden gedaan naar de mogelijkheid van bemiddeling op afstand.

Er zou veilige interactieve software voor bemiddeling moeten worden geïmplementeerd.

Ongeacht de gebruikte taal is het verder belangrijk dat alle betrokkenen de bemiddelaar kunnen verstaan en de door hem gebezigde terminologie begrijpen.

Relatie tussen mediation en kindgerelateerde procedure

Verscheidene internationale instrumenten bevorderen een minnelijke schikking:

Verordening Brussel II bis: artikel 46 (instrumenten waarmee een via bemiddeling bereikte overeenkomst uitvoerbaar wordt gemaakt)

- Verordening Brussel II ter: artikel 25 (de gerechten moeten in zaken van kinderontvoering de partijen uitnodigen om bemiddeling of andere alternatieve middelen van geschillenbeslechting te overwegen, tenzij dit in strijd is met het belang van het kind, dit in het specifieke geval niet passend is of dit de procedure onnodig zou vertragen), artikel 79, punt g), (de centrale autoriteiten moeten door bemiddeling of andere wijzen van alternatieve geschillenbeslechting overeenstemming bevorderen tussen de personen die de ouderlijke verantwoordelijkheid dragen en daartoe grensoverschrijdende samenwerking bevorderen), overweging 43 (bemiddeling is niet altijd geschikt, vooral niet in gevallen van huiselijk geweld).

- Verdrag van Den Haag van 1980: artikel 7, punt c), (passende maatregelen van de centrale autoriteiten om te verzekeren dat het kind vrijwillig wordt teruggeven of een schikking in der minne wordt bereikt), artikel 10 (passende maatregelen om de vrijwillige terugkeer van het kind te verzekeren), artikel 16 (geen beslissing ten gronde over het gezagsrecht in de aangezochte staat).

- Verdrag van Den Haag van 1996: artikel 31 (passende maatregelen van de centrale autoriteiten om door bemiddeling een minnelijke schikking te bevorderen), artikelen 23 en 26 (erkenning en tenuitvoerlegging), artikel 16 (het toepasselijke recht is het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind), artikel 7 (de autoriteiten van de staat waarin het kind onmiddellijk voor de ontvoering zijn gewone verblijfplaats had, blijven bevoegd voor het nemen van maatregelen ter bescherming van het kind), artikel 24 (voorafgaande erkenning).

- onderhoudsverordening: artikel 51, lid 2, punt d) (de centrale autoriteit streeft, indien passend, door de gebruikmaking van bemiddeling, verzoening of soortgelijke methoden naar een minnelijke schikking met het oog op de vrijwillige betaling van levensonderhoud). Zie ook het niet-verplichte standaardformulier voor minnelijke schikkingen dat voor de toepassing van dit artikel is ontwikkeld.

- Verdrag van Den Haag van 2007: artikelen 19 tot en met 31 (onder de term 'beslissing' moet ook een schikking of overeenkomst worden verstaan)

Gevolgen van strafrechtelijke procedures

Er moet rekening worden gehouden met strafrechtelijke procedures. Rechterlijke en bestuurlijke instanties, zoals de centrale autoriteiten, moeten de partijen de noodzakelijke algemene informatie kunnen verstrekken over de toepasselijke wetten waarin het instellen en beëindigen van strafrechtelijke procedures is geregeld.

Informatie over de centrale autoriteit/het centrale contactpunt voor internationale gezinsbemiddeling.

Een technisch/inhoudelijk probleem melden of feedback geven op deze pagina