1. Procedures voor rectificatie en intrekking (Art. 10(2))
Voor de in artikel 10, lid 2, bedoelde rectificatie van een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel wordt de in de Italiaanse wetgeving vastgestelde procedure voor de rectificatie van een materiële fout toegepast. De relevante bepalingen zijn de artikelen 287 en volgende van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (CPC).
Voor de in artikel 10, lid 2, bedoelde intrekking van een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel wordt de in de Italiaanse wetgeving vastgestelde procedure betreffende intrekking door een gerechtelijke kamer toegepast. De relevante bepalingen zijn de artikelen 737 en volgende van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. De procedure wordt ingeleid met een verzoek tot nietigverklaring en wordt afgesloten met een met redenen omklede beschikking van een college van rechters. Er kan een terechtzitting worden gehouden.
2. Procedures voor heroverweging (Art.19 (1))
Conform de Italiaanse wetgeving omvat de in artikel 19, lid 1, bedoelde procedure voor heroverweging de gewone rechtsmiddelen (de artikelen 323 en volgende CPC: beroep en cassatieberoep (ricorso per cassazione)) en de buitengewone rechtsmiddelen (artikel 395 CPC).
3. Aanvaarde talen (Art. 20(2)(c))
De overeenkomstig artikel 20, lid 2, onder c), aanvaarde taal is het Italiaans.
4. Autoriteiten aangeduid voor het waarmerken van authentieke akten (Art. 25)
De voor de toepassing van artikel 25 aangewezen instantie is het gerecht [Tribunale].