1. Procedures voor rectificatie en intrekking (Art. 10(2))
- Rectificatieprocedure: rectificatie in de zin van artikel 350, juncto artikel 361, van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.
"Artikel 350 § 1. Het gerecht kan onjuistheden, materiële of berekeningsfouten, of andere kennelijke fouten in de beslissing ambtshalve rectificeren.
§ 2. Het gerecht kan achter gesloten deuren een rectificatiebeslissing geven; op de oorspronkelijke beslissing wordt vermeld dat deze is gerectificeerd. Op verzoek van de partijen kan ook op de aan hen verstrekte uittreksels een dergelijke vermelding worden aangebracht. Bij de opstelling van latere afschriften en uittreksels moet rekening worden gehouden met de rectificatiebeslissing.
§ 3. Indien de zaak in hoger beroep wordt behandeld, kan de beroepsrechter de in eerste aanleg gegeven beslissing ambtshalve rectificeren."
"Artikel 361. De bepalingen inzake beslissingen zijn mutatis mutandis van toepassing, tenzij in het wetboek anders is bepaald."
"Artikel 13 § 2. De bepalingen inzake procedures zijn mutatis mutandis van toepassing op andere soorten procedures die onder dit wetboek vallen, tenzij in specifieke bepalingen anders is bepaald.
Het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel wordt verstrekt in de vorm van een rechterlijke beslissing, overeenkomstig de procedure van artikel 7951 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering."
- De intrekkingsprocedure op grond van artikel 7954 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.
"Artikel 7954 § 1. Indien er op basis van specifieke bepalingen gronden zijn voor de intrekking van het bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel, zal het gerecht dat het bewijs van waarmerking heeft verstrekt het op verzoek van de schuldenaar intrekken.
§ 2. Dit verzoek moet worden ingediend binnen een maand te rekenen vanaf de dag waarop de beslissing om het bewijs te verstrekken, werd betekend of ter kennis gebracht aan de schuldenaar.
§ 3. Indien het verzoek niet is opgesteld met behulp van het in de specifieke bepalingen bedoelde formulier, moet het voldoen aan de voorschriften voor memories en moeten de gronden voor het verzoek worden uiteengezet.
§ 4. Het gerecht moet de schuldeiser horen vooraleer het de beslissing intrekt.
§ 5. Er kan een rechtsmiddel worden ingesteld tegen een beslissing tot intrekking van een bewijs van waarmerking als Europese executoriale titel."
Voor verzoeken tot intrekking van een Europese executoriale titel moet een vergoeding van 50 PLN worden betaald.
2. Procedures voor heroverweging (Art.19 (1))
Evaluatieprocedure: verlenging van de beroepstermijn overeenkomstig de artikelen 168 tot en met 172 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.
Artikel 168 § 1. Indien de partij de termijn voor het verrichten van een procedurele handeling buiten haar schuld heeft overschreden, herstelt het gerecht de termijn op haar verzoek. Deze beslissing kan achter gesloten deuren worden genomen.
§ 2. Herstel van de termijn is echter niet toegestaan indien de niet-inachtneming van de termijn geen nadelige procedurele gevolgen heeft voor de partij.
Artikel 169 § 1. Een memorie met een verzoek om van de termijn moet uiterlijk één week na het verstrijken van de termijn worden ingediend bij het gerecht waarbij de handeling moest worden verricht.
Artikel 169 § 2. De omstandigheden die het verzoek rechtvaardigen, moeten in de memorie worden gemotiveerd.
Artikel 169 § 3. De partij moet de procedurele handeling gelijktijdig met de indiening van het verzoek verrichten.
Artikel 169 § 4. Na één jaar na het verstrijken van de termijn kan deze alleen in uitzonderlijke gevallen opnieuw worden ingevoerd.
Artikel 172. Het indienen van een verzoek om herstel van een termijn leidt niet tot schorsing van de procedure of van de tenuitvoerlegging van een beslissing. Het gerecht kan echter, afhankelijk van de omstandigheden, de behandeling van de zaak schorsen of de tenuitvoerlegging van de beslissing schorsen. Indien het verzoek wordt toegewezen, kan het gerecht de zaak onmiddellijk behandelen.”
3. Aanvaarde talen (Art. 20(2)(c))
Aanvaarde talen in de zin van artikel 20, lid 2, onder c), van de verordening: het Pools.
4. Autoriteiten aangeduid voor het waarmerken van authentieke akten (Art. 25)
De in artikel 25 van de verordening bedoelde instanties: de districtsrechtbanken; het bevoegde gerecht is de districtsrechtbank in het rechtsgebied waarvan de authentieke akte is verleden.