Overslaan en naar de inhoud gaan

Rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures

Duitsland
Inhoud aangereikt door
Duitsland
Flag of Germany

In Duitsland gelden specifieke regels en procedures voor rechtszaken waarbij minderjarigen voor de rechtbank verschijnen. Het doel ervan is de rechten en belangen van de betrokken jongeren te beschermen. Minderjarigen zijn kinderen en jongeren onder 18 jaar.

1. Handelingsbekwaamheid van minderjarigen

In beginsel kunnen kinderen vanaf hun geboorte betrokken zijn bij civiele procedures, als eiser of als verweerder. Civiele procedures zijn procedures die zijn ingesteld bij een rechtbank om particuliere rechten, zoals rechten die voortvloeien uit een huurovereenkomst, te handhaven.

In het algemeen wordt de bekwaamheid om te handelen voor een rechtbank pas vanaf de leeftijd van 18 jaar verworven. Dit betekent dat het pas vanaf die leeftijd mogelijk is om in procedures onafhankelijk op te treden, bijvoorbeeld om zaken aanhangig te maken of vorderingen in te dienen. Voordat minderjarigen 18 jaar worden, moeten hun wettelijke vertegenwoordigers, doorgaans hun ouders, deze procedurehandelingen namens hen verrichten.

Er gelden echter bepaalde uitzonderingen:

  • Bij geschillen met betrekking tot de arbeidsverhouding van minderjarigen kan een minderjarige geacht worden handelingsbekwaam te zijn voor de rechtbank vanaf de leeftijd van zeven jaar.
  • Bij procedures voor de familierechtbank, bijvoorbeeld inzake alimentatievorderingen of omgangsrecht, worden minderjarigen geacht handelingsbekwaam te zijn voor de rechter vanaf de leeftijd van 14 jaar. Dit betekent dat zij vanaf hun 14e verjaardag hun procedurele rechten zelf mogen uitoefenen. Zij kunnen dan bijvoorbeeld zelf verzoeken om de inleiding van procedures en schriftelijke opmerkingen ontvangen die voor de procedures relevant zijn, en zij hebben zelf recht op inzage in de documenten.

2. Aangepaste procedureregels voor procedures met minderjarigen

2.1. Civiele procedures

Indien een kind als eiser of verweerder betrokken is bij een civiele procedure, wordt een wettelijke vertegenwoordiger, gewoonlijk de ouders, verhoord in plaats van het kind. Indien een minderjarige eiser of verweerder echter de leeftijd van 16 jaar al heeft bereikt, mag de rechtbank naar eigen goeddunken beslissen om ook de minderjarige zelf te verhoren.

2.2. Procedures voor de familierechtbank

Bij procedures voor de familierechtbank, met name bij zaken die bijvoorbeeld verband houden met ouderlijk gezag en omgangsregeling, gelden bijzondere regels, die zijn opgesteld met deelname of betrokkenheid van minderjarigen. In de eerste plaats is de rechtbank verplicht om het kind zelf te horen, ongeacht zijn leeftijd, om zelf een indruk van het kind te krijgen. Dit onderhoud wordt doorgaans gehouden zonder dat de wettelijke vertegenwoordigers van het kind hierbij aanwezig zijn. Daarnaast moet de rechtbank vaak het Bureau Jeugdzorg (Jugendamt), en ook de ouders, persoonlijk horen. Indien dit in het belang is van het kind, moet de rechtbank een passende voogd ad litem aanstellen voor het kind. Deze persoon wordt informeel ook wel de “advocaat van het kind” genoemd (Anwalt des Kindes) en hij verdedigt de belangen van het kind tijdens de procedure.

2.3. Strafrechtelijke procedures

2.3.1. Jonge verweerders

Minderjarigen kunnen alleen optreden als verweerder in een strafrechtelijke procedure als zij ten minste 14 jaar waren op het moment dat het strafbaar feit werd gepleegd. Er geldt specifiek jeugdstrafrecht (Jugendstrafrecht) voor verweerders die op het moment van het strafbaar feit ouder waren dan 14 jaar, maar die de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt. Bij adolescenten die op het moment van het strafbaar feit ouder waren dan 18 jaar, maar nog geen 21 jaar waren, is mogelijk het jeugdstrafrecht van toepassing, afhankelijk van het persoonlijk ontwikkelingsniveau van de persoon of de aard van het strafbaar feit. Jeugdstrafrecht biedt niet alleen een bredere waaier aan maatregelen en mogelijke sancties dan het strafrecht voor volwassenen, maar bevat ook specifieke bepalingen over het verloop van het proces. In de bepalingen van het jeugdstrafrecht wordt het ontwikkelingsniveau van jonge verweerders in aanmerking genomen. Speciale jeugdrechtbanken (Jugendgerichte) zijn bevoegd om strafrechtelijke procedures tegen minderjarigen te behandelen. In beginsel is het bureau voor rechtsbijstand aan jongeren (Jugendgerichtshilfe), een sociale dienst van het gemeentelijke bureau voor kind- en jeugdzorg (Kinder- und Jugendhilfe), ook betrokken bij de gerechtelijke procedures. Processen bij de jeugdrechtbank zijn niet voor het publiek toegankelijk. Meer informatie over de rechten van minderjarige verweerders is hier beschikbaar.

2.3.2. Minderjarigen als slachtoffers en getuigen

Bij strafrechtelijke procedures gelden er bijzondere regels voor de bescherming van kinderen en jongeren onder 18 jaar die getuige of slachtoffer waren van een misdrijf. Deze regels zijn erop gericht verdere traumatisering van de persoon te voorkomen. Hoorzittingen, interviews en andere onderzoeksmaatregelen waarbij een minderjarig slachtoffer betrokken is, moeten bijvoorbeeld snel verlopen. Tijdens een hoorzitting mogen getuigen die jonger zijn dan 18 jaar alleen door de rechter worden verhoord. Alle andere bij de procedure betrokken partijen die het recht hebben vragen te stellen, moeten hun vragen via de rechter stellen. Om te voorkomen dat getuigen die jonger zijn dan 18 jaar meermaals worden ondervraagd, moet gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om video- of audio-opnamen te maken. In veel gevallen kunnen de video-opnamen van een verklaring die door een minderjarig slachtoffer voor een onderzoeksrechter werd afgelegd, de getuigenverklaring tijdens de hoorzitting vervangen. Personen jonger dan 18 jaar die slachtoffer zijn geworden van seksuele misdrijven of bepaalde geweldmisdrijven hebben het recht om psychosociale bijstand te vragen voor het proces. Deze intensieve ondersteuning omvat bekwame begeleiding en informatieverstrekking, evenals ondersteuning tijdens de procedure, en is voor de betrokken persoon kosteloos. Als er zorgen zijn dat de aanwezigheid van de beklaagde een uiterst schadelijk effect kan hebben op het welzijn van een minderjarige getuige, kan de rechtbank gelasten dat de beklaagde de rechtszaal moet verlaten op het moment dat de getuige wordt gehoord. In het geval van minderjarige getuigen moet publiek worden geweerd als de betrokken persoon daarom verzoekt. In bepaalde gevallen kunnen minderjarige slachtoffers zich als mede-eiser bij de zaak aansluiten; in dat geval krijgen zij kosteloos een advocaat toegewezen.

2.3.3. Op kinderen afgestemde informatie over gerechtelijke procedures

Het federale ministerie van Justitie (Bundesministerium der Justiz) biedt tal van brochures aan met informatie die is afgestemd op kinderen, zoals “Du bist nicht allein (Jij bent niet alleen)”, voor kinderen in de voorschoolse en basisschoolleeftijd, en “Ich habe Rechte (Ik heb rechten)”, voor jongeren. In deze publicaties wordt informatie over gerechtelijke procedures verstrekt. Meer informatie over gerechtelijke procedures is beschikbaar op de website van het federale ministerie van Justitie en op http://www.hilfe-info.de/. Bijkomende informatie over de rechten van minderjarige slachtoffers is hier beschikbaar.

3. Maatregelen om de procedures met minderjarigen te versnellen

3.1. Procedures voor de familierechtbank

Procedures met betrekking tot de verblijfplaats van een kind, of de omgang met of de overdracht van een kind, evenals procedures wegens een risico voor het welzijn van het kind, krijgen prioriteit en worden versneld gevoerd. Binnen een maand moet een hoorzitting worden gehouden waarin de rechtbank de kwestie met de betrokken personen bespreekt. De rechtbank moet naar overeenstemming tussen de ouders streven. Daartoe kan zij de ouders ook opdragen deel te nemen aan de begeleiding die wordt aangeboden door de begeleidingsdiensten van het jeugdwelzijnsbureau of aan een voorlichtingsbijeenkomst, bijvoorbeeld over bemiddeling. Bij procedures met betrekking tot de omgangsregeling moet de rechtbank voorzien in tijdelijke regelingen om deze periode te overbruggen.

3.2. Strafrechtelijke procedures

In Duitsland gelden bijzondere regelingen voor de uitvoering van sancties tegen jongeren. Het hoofddoel van het jeugdstrafrecht, namelijk rehabilitatie, is ook doorslaggevend bij de uitvoering van de opgelegde sancties. Daartoe moeten de bijzondere behoeften en het ontwikkelingsniveau van jeugdige delinquenten in aanmerking worden genomen. Op grond van het jeugdstrafrecht zijn er voor jeugdrechtbanken verschillende mogelijke sancties voorhanden, waaronder waarschuwingen, instructies over de manier waarop de delinquent zijn leven moet leiden of instructies om deel te nemen aan sociale opleidingscursussen, bevelen voor het uitvoeren van werk of het verrichten van betalingen om schade te vergoeden, (kortstondige) detentie en (in laatste instantie bij ernstige zaken) vrijheidsontneming van de jongere. Vrijheidsontneming van jongeren wordt uitgevoerd in speciale instellingen voor jonge delinquenten die op de leeftijd afgestemde ondersteuning en onderwijs bieden.

4. Multidisciplinaire benadering

4.1. Gevolgen voor minderjarige verweerders

Om het hoofddoel van het jeugdstrafrecht te bereiken, namelijk voorkomen dat de verweerder recidive pleegt, is het van bijzonder belang dat de verschillende professionele instanties in strafrechtelijke procedures met jongeren op gecoördineerde wijze samenwerken. Dankzij deze gecoördineerde aanpak kunnen de maatregelen van jeugdzorg en de reacties van de rechtbank gericht worden afgestemd op de individuele situatie van de verweerder. Zo verstrekt het bureau voor rechtsbijstand aan jongeren tijdens het onderzoek van de openbare aanklager al een verslag over de persoonlijkheid en de levenssituatie van de verweerder. Op basis van deze informatie wordt in een vroeg stadium bekeken hoe het best op het strafbaar feit kan worden gereageerd. In de praktijk zijn verschillende modellen ontwikkeld voor samenwerking tussen de bureaus van jeugdzorg, de politie en het openbaar ministerie, en deze kunnen helpen om de voorgeschreven procedures te optimaliseren en te versnellen.

4.2. Childhood-huizen van de World Childhood Foundation

De “Childhood-huizen” van de World Childhood Foundation zijn specifiek afgestemd op de behoeften van kinderen en jongeren die slachtoffer zijn geworden van fysiek of seksueel geweld. Het gaat hierbij om kindvriendelijke, multidisciplinaire contactpunten voor minderjarige slachtoffers van fysiek en seksueel geweld. Het doel is te voorkomen dat minderjarige slachtoffers herhaaldelijk worden verhoord of onderzocht. Daarom werken artsen, psychologen, kind- en jeugdzorg, de politie en justitie nauw samen onder één dak. Het eerste Childhood-huis in Duitsland werd in 2018 geopend in Leipzig, en nadien werden deze huizen ook gevestigd in Berlijn, Düsseldorf, Heidelberg, Ortenau, München, Flensburg, Schwerin en Hamburg.

5. Opleiding van professionals

5,1. Advocaten

Duitsland biedt een brede waaier aan opleidingscursussen voor advocaten aan, waarin ook de rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures aan bod komen. Informatie over deze rechten wordt met name verspreid via gespecialiseerde verplichte cursussen voor advocaten die op het gebied van familierecht, strafrecht en verkeersrecht actief zijn.

5.2. Rechters en openbare aanklagers

De Duitse gerechtelijke academie (Deutsche Richterakademie) biedt tal van opleidingscursussen aan over de rechten van minderjarigen in gerechtelijke procedures. Deze cursussen zijn zowel bestemd voor jonge nieuwkomers als voor ervaren professionals. De deelnemers verwerven gespecialiseerde kennis en worden opgeleid in psychosociale vaardigheden.

In de cursussen komen thema’s aan bod zoals het horen en verhoren van kinderen en jongeren, kindermisbruik en jeugdstrafrecht. Het is de bedoeling bij rechters meer bewustwording te creëren over de situatie en behoeften van kinderen en jongeren, en hen toe rusten met praktische vaardigheden zodat zij met hen kunnen omgaan en communiceren. Deelname aan deze opleidingscursussen is vrijwillig.

Familiezaken worden behandeld in familierechtbanken. Bij dergelijke procedures dragen de rechters van familierechtbanken een bijzondere verantwoordelijkheid. In de wet worden specifieke eisen aan hun kwalificaties gesteld. Naast relevante juridische kennis moeten deze rechters ook over aantoonbare kennis beschikken van psychologie, met name ontwikkelingspsychologie met betrekking tot kinderen of communicatie met kinderen, of moeten zij die vaardigheden op korte termijn verwerven.

Rechters en openbare aanklagers die werken bij jeugdrechtbanken op het gebied van strafrecht, moeten over onderwijsvaardigheden en specifieke kwalificaties beschikken.

6. Belangen van het kind

In procedures waarbij ouders en kinderen zijn betrokken (bijvoorbeeld met betrekking tot ouderlijk gezag en omgangsregelingen), wordt het onderzoek in beginsel ambtshalve gevoerd (Amtsermittlungsgrundsatz). Deze procedures zijn erop gericht de belangen van het kind te beschermen. Het beginsel van het belang van het kind is als leidend beginsel vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek (Bürgerliches Gesetzbuch), en moet in aanmerking worden genomen bij beslissingen in zaken waarbij ouders en kinderen betrokken zijn. Het is een belangrijk beginsel voor alle bepalingen inzake ouderlijke verantwoordelijkheid.

Voor bepaalde beslissingen bestaan er afzonderlijke verordeningen die meer gedetailleerde bepalingen bevatten over de manier waarop het belang van het kind het best in aanmerking kan worden genomen. Dit kan betekenen dat een beslissing:

  • in overeenstemming moet zijn met het belang van het kind (bv. indien het eenhoofdig ouderlijk gezag wordt overgedragen),
  • het belang van het kind moet dienen (bv. in geval van contact met een andere hechtingspersoon dan de ouders),
  • niet in strijd mag zijn met het belang van het kind (bv. indien gezamenlijk ouderlijk gezag wordt ingesteld) of het belang van het kind niet in gevaar mag brengen (bv. indien het ouderlijk gezag wordt ingetrokken).

Het beginsel van onderzoek ambtshalve houdt in dat de rechtbank verplicht is alle feiten die belangrijk zijn voor de beslissing op eigen initiatief vast te stellen. De rechtbank heeft derhalve een actieve verplichting om ervoor te zorgen dat er in de procedure naar alle relevante feiten en omstandigheden wordt gekeken, zodat de best mogelijke beslissing kan worden genomen in het belang van het kind. De belangrijkste taak van de familierechtbanken bij dergelijke procedures is bij elke afzonderlijke zaak een beslissing te nemen op grond waarvan het belang van het kind optimaal in aanmerking kan worden genomen.

7. Tenuitvoerlegging van beslissingen met betrekking tot minderjarigen

7.1. Tenuitvoerleggingen van beslissingen in civiele zaken

In beginsel kan een beslissing ten aanzien van een minderjarige ten uitvoer worden gelegd. Indien de minderjarige bijvoorbeeld over vermogen beschikt, bijvoorbeeld als gevolg van een erfenis, die kunnen worden gebruikt om schulden af te lossen, kan dat vermogen aan de tenuitvoerlegging worden onderworpen. Wanneer dergelijke maatregelen worden genomen, zal de gerechtsdeurwaarder niet rechtstreeks contact opnemen met de minderjarige, die niet handelingsbekwaam is voor de rechtbank, maar met diens wettelijke vertegenwoordiger.

7.2. Strafrechtelijke procedures

In Duitsland gelden bijzondere regelingen voor de uitvoering van straffen ten aanzien van jongeren. In het jeugdstrafrecht staat het doel van rehabilitatie voorop, en worden de specifieke behoeften en het ontwikkelingsniveau van jonge delinquenten in aanmerking genomen. Jonge delinquenten worden in speciale instellingen voor jonge delinquenten geplaatst die erop gericht zijn op de leeftijd afgestemde ondersteuning en onderwijs te bieden. De straffen zijn doorgaans milder dan de straffen die aan volwassenen worden opgelegd, en moeten erop gericht zijn jonge delinquenten integreren in de samenleving te re-integreren. Op grond van het jeugdstrafrecht zijn er verschillende mogelijke straffen voorhanden, waaronder waarschuwingen, instructies, een taakstraf, (kortstondige) detentie en vrijheidsontneming van de jongere.

8. Aanvechten van rechterlijke beslissingen

8.1. Procedures voor de familierechtbank

Bij familiezaken hebben minderjarigen die niet handelingsbekwaam zijn voor de rechtbank toegang tot de relevante rechtsmiddelen via hun wettelijke vertegenwoordiger. Met deze rechtsmiddelen kan de betrokken persoon een rechterlijke beslissing aanvechten. Kinderen vanaf 14 jaar hebben ook het recht om een beroep in te stellen in alle zaken die op hen betrekking hebben. Indien het kind een voogd ad litem heeft toegewezen gekregen, is het diens taak de rechterlijke beslissing met het kind te bespreken en te bekijken of een beroep moet worden ingesteld in het belang van het kind.

8.2. Strafrechtelijke procedures

Minderjarige verweerders hebben uitgebreide rechten om te allen tijde in het jeugdstrafproces om een herziening van de genomen maatregelen en beslissingen te verzoeken, indien zij van mening zijn dat hun rechten zijn geschonden. Zo kunnen zij een bijzonder beroep tegen rechterlijke beslissingen instellen. Dergelijke beroepen mogen ook worden ingesteld door de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarige. Meer informatie over de rechten van minderjarige verweerders is hier beschikbaar.

9. Adoptie

Beslissingen met betrekking tot adopties worden door de rechtbank genomen. Indien een kind geadopteerd is, wordt het bureau voor kind- en jeugdzorg bij het proces betrokken. In het algemeen vindt bij adoptie een plaatsingsprocedure plaats vóór de procedure voor de familierechtbank. De plaatsing wordt bij adoptie alleen uitgevoerd door bureaus voor jeugdzorg, bureaus voor jeugdzorg van de deelstaten en bevoegde adoptiebureaus.

Alle internationale adoptieprocedures die na 1 april 2021 zijn opgestart, moeten door een internationaal plaatsingsbureau worden geregeld. Internationale plaatsingsbureaus zijn onder meer de centrale adoptiebureaus van de bureaus voor jeugdzorg van de deelstaten, en door de overheid erkende internationale plaatsingsbureaus. Indien de adoptie plaatsvindt zonder een plaatsingsprocedure, kan de buitenlandse adoptiebeslissing in Duitsland alleen in uitzonderlijke gevallen en onder strikte voorwaarden worden erkend. Die erkenning moet door een rechtbank worden uitgesproken.

Krachtens het Duitse recht moeten kinderen vanaf 14 jaar met de adoptie instemmen. Ook moet de toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger worden verkregen. Bij kinderen jonger dan 14 jaar kan alleen toestemming worden verleend door de wettelijke vertegenwoordiger. De wensen van het kind zijn in dat geval ook belangrijk.

Vanaf 16 jaar hebben geadopteerden het recht om hun documenten te bekijken zodat zij informatie over hun familieachtergrond en biografie kunnen verkrijgen. Zij hebben ook het wettelijk recht op ondersteuning van het adoptiebureau als zij meer te weten willen komen over hun familieachtergrond.

Een technisch/inhoudelijk probleem melden of feedback geven op deze pagina