1 Wat zijn de voorwaarden voor een echtscheiding?
Om een beslissing over echtscheiding van de rechtbank te verkrijgen, moet(en) de daartoe gerechtigde perso(o)n(en) (locus standi) een passende gerechtelijke procedure voor echtscheiding (civielrechtelijk of niet-contentieus) inleiden, overeenkomstig de artikelen 50, 369 en 453 van de Familiewet (Obiteljski zakon) (Narodne Novine (NN; Staatsblad van de Republiek Kroatië) nrs. 103/15, 98/19, 47/20, 49/23 en 156/2023). Als de echtgenoten samen een minderjarig kind hebben, moet het verzoek om echtscheiding met wederzijdse instemming vergezeld gaan van de juiste bijlagen (verslag van de verplichte counseling en gezamenlijk plan voor de ouderlijke zorg — artikel 55 juncto artikel 456 van de Familiewet). Soortgelijke regelingen zijn van toepassing als de echtgenoten samen een minderjarig kind hebben en alleen één van de echtgenoten een echtscheidingsverzoek indient (verslag van de verplichte counseling — artikel 57 juncto artikel 379 van de Familiewet).
Daarom moeten echtgenoten die samen een minderjarig kind hebben voorafgaand aan het indienen van een gezamenlijk verzoek om echtscheiding met wederzijdse instemming, of voorafgaand aan het indienen van een verzoek om echtscheiding door een van de echtgenoten, de verplichte counseling aanvragen bij het regionale kantoor van het Kroatische instituut voor maatschappelijk werk (Hrvatski zavod za socijalni rad) dat territoriaal bevoegd is voor de vaste of tijdelijke woonplaats van het kind of voor de laatste gezamenlijke vaste of tijdelijke woonplaats van de echtgenoten (artikelen 321, 322 en 323 van de Familiewet).
2 Welke echtscheidingsgronden bestaan er?
De voorwaarden voor echtscheiding zijn vastgesteld in artikel 51 van de Familiewet. Op grond van bovengenoemde wettelijke bepalingen zal de rechtbank een huwelijk ontbinden indien:
- beide echtgenoten verzoeken om echtscheiding met wederzijdse instemming;
- de rechtbank van oordeel is dat er sprake is van een ernstige en onherstelbare ontwrichting van de huwelijksbetrekkingen; of
- er een is jaar verstreken sinds de beëindiging van de echtelijke banden.
3 Wat zijn de juridische gevolgen van een echtscheiding als het gaat om:
3.1 de persoonlijke relatie tussen de echtgenoten (bijvoorbeeld de achternaam)?
Een van de rechtsgevolgen van de ontbinding van het huwelijk is de beëindiging van de individuele rechten en plichten van de echtgenoten (artikelen 30 tot en met 33 van de Familiewet). In de Familiewet wordt uitdrukkelijk bepaald dat in geval van ontbinding van het huwelijk (door nietigverklaring of echtscheiding) elk van de voormalige echtgenoten de naam mag behouden die hij of zij ten tijde van de ontbinding van het huwelijk had (artikel 48 van de Familiewet).
3.2 de verdeling van het vermogen van de echtgenoten?
Vóór de ontbinding van het huwelijksvermogen (met wederzijdse instemming of door gerechtelijke beëindiging — in een niet-contentieuze procedure) is het meest voorkomende probleem dat de rechten en zaken die deel uitmaken van het huwelijksvermogen moeten worden gescheiden van de rechten en zaken die individuele vermogensbestanddelen van de ene of de andere echtgenoot zijn (waarbij drie soorten vermogensbestanddelen worden onderscheiden). Indien de echtgenoten geen overeenstemming kunnen bereiken over de onderlinge vermogensverhoudingen (huwelijkscontract — artikelen 40 tot en met 42 van de Familiewet), kunnen de problemen worden opgelost in een civiele procedure op basis van de toepasselijke bepalingen van de Familiewet (artikelen 34 tot en met 39 en 43 tot en met 46), met de subsidiaire toepassing van de Wet op de eigendomsrechten en andere zakelijke rechten (Zakon o vlasništvu i drugim stvarnim pravima), de Wet op de burgerrechtelijke verplichtingen (Zakon o obveznim odnosima), de Wet op de kadastrale registratie (Zakon o zemljišnim knjigama), de Vennootschapswet (Zakon o trgovačkim društvima), de Wet handhaving (Ovršni zakon) en de Wet op de burgerlijke rechtsvordering (Zakon o parničnom postupku) (artikelen 38, 45 en 346 van de Familiewet).
3.3 de minderjarige kinderen uit het huwelijk?
De rechtsgevolgen van de ontbinding van een huwelijk voor minderjarige kinderen hebben betrekking op een aantal belangrijke kwesties: bij welke ouder het kind na de ontbinding van het huwelijk gaat wonen; het onderhouden van een persoonlijke relatie met de ouder bij wie het kind niet zal wonen; kinderalimentatie; en de wijze waarop de overige domeinen van de ouderlijke zorg zullen worden georganiseerd (zoals de vertegenwoordiging van het kind, de afwikkeling van juridische zaken, het beheer en de beschikking over het vermogen van het kind, en de opvoeding en gezondheid van het kind). De echtgenoten kunnen overeenstemming bereiken over deze rechtsgevolgen van de echtscheiding (gezamenlijk plan voor de ouderlijke zorg) en daarmee kiezen voor een eenvoudigere en snellere buitengerechtelijke echtscheidingsprocedure (de artikelen 52, 54, 55, 106 en 453 tot en met 460 van de Familiewet). Als de echtgenoten geen gezamenlijk plan voor de ouderlijke zorg opstellen dat een overeenkomst over bovengenoemde rechtsgevolgen van de echtscheiding bevat, wordt over deze zaken automatisch beslist door de rechtbank in een civiele echtscheidingsprocedure die wordt ingeleid door het instellen van een vordering (artikelen 53, 54, 56, 57 en 413 van de Familiewet). Dat neemt niet weg dat de ouders tijdens de civiele echtscheidingsprocedure alsnog overeenstemming kunnen bereiken over de rechtsgevolgen van de echtscheiding. In dat geval zal de rechter, indien hij van mening is dat die overeenstemming in het belang van het kind is, uitspraak doen op basis van de afspraken tussen de ouders (artikel 104, lid 3, juncto artikel 420 van de Familiewet).
3.4 de verplichting om alimentatie te betalen aan de andere echtgenoot?
De Familiewet voorziet in de mogelijkheid dat een echtgenoot om alimentatie verzoekt voordat de echtscheidingsprocedure wordt afgesloten. Indien tijdens de echtscheidingsprocedure geen alimentatieverzoek is ingediend, kan een voormalige echtgenoot binnen zes maanden na de ontbinding van het huwelijk een alimentatieverzoek indienen als aan het einde van de hoofdzitting in de echtscheidingsprocedure, en tot het einde van de hoofdzitting in de alimentatieprocedure, op elk moment aan deze voorwaarden is voldaan (artikelen 295 tot en met 301 en 423 tot en met 432 van de Familiewet). De wettelijke voorwaarden voor alimentatie zijn dat de echtgenoot die het verzoek indient, niet over voldoende middelen beschikt om in zijn of haar eigen onderhoud te voorzien of niet in staat is om die middelen uit zijn of haar vermogen te genereren en ook niet in staat is om te werken of werk te vinden, mits de andere echtgenoot over voldoende middelen en capaciteiten beschikt om een alimentatieverplichting na te komen (artikel 295 van de Familiewet). De alimentatie wordt vastgesteld voor een welbepaalde periode. Artikel 298 van de Familiewet bepaalt dat de onderhoudsplicht van de echtgenoot maximaal een jaar kan duren, afhankelijk van de duur van het huwelijk en van de mogelijkheid voor de verzoeker om in de voorzienbare toekomst op een andere manier in zijn of haar levensonderhoud te voorzien. De Familiewet regelt ook de wijze waarop aan de onderhoudsplicht moet worden voldaan Artikel 296 van de Familiewet bepaalt dat de alimentatie voor echtgenoten wordt vastgesteld als een vast, maandelijks vooruit te betalen bedrag. Het is echter mogelijk dat de rechter op verzoek van een of beide echtgenoten gelast om de alimentatie als een eenmalig bedrag te betalen, afhankelijk van de omstandigheden van de zaak. Overeenkomstig artikel 302 van de Familiewet kunnen echtgenoten in geval van echtscheiding een alimentatieovereenkomst sluiten (artikelen 302 en 470 tot en met 473 van de Familiewet).
4 Wat betekent "scheiding van tafel en bed” in de praktijk?
Het Kroatische familierecht kent geen wettelijke term voor “scheiding van tafel en bed” (zakonska rastava). Een analoge term voor “scheiding van tafel en bed” in de huidige wetgeving is “beëindiging van de echtelijke banden” (prestanak bračne zajednice). Van “beëindiging van de echtelijke banden” is sprake als de echtgenoten een einde maken aan alle onderlinge betrekkingen die anders kenmerkend zouden zijn voor het huwelijksleven, d.w.z. als zij niet langer als echtgenoten door het leven willen gaan en hun echtelijke banden niet langer willen behouden. De “beëindiging van de echtelijke banden” heeft een specifieke betekenis binnen het huwelijksrecht, aangezien volgens artikel 51 van de Familiewet een van de wettelijke redenen voor ontbinding van het huwelijk is dat er meer dan een jaar is verstreken sinds de “beëindiging van de echtelijke banden”. Het begrip “beëindiging van de echtelijke banden” heeft ook een specifieke betekenis in het kader van de vermogensrechtelijke regeling tussen de echtgenoten, aangezien volgens artikel 36 van de Familiewet goederen die de echtgenoten tijdens de duur van de echtelijke banden (en dus niet het huwelijk) door middel van arbeid hebben verworven of die uit die goederen zijn verkregen, worden beschouwd als huwelijksvermogen.
5 Wat zijn de gronden voor een “scheiding van tafel en bed”?
Het Kroatische familierecht kent geen wettelijke term voor “scheiding van tafel en bed” (zakonska rastava). Een analoge term voor “scheiding van tafel en bed” in de huidige wetgeving is “beëindiging van de echtelijke banden” (prestanak bračne zajednice). De Familiewet voorziet niet in voorwaarden voor de “beëindiging van de echtelijke banden”, aangezien “echtelijke banden” een juridische norm is die de inhoud van het huwelijksleven vertegenwoordigt. De beëindiging van de echtelijke banden vindt plaats als de echtgenoten een einde maken aan alle onderlinge betrekkingen waaruit het huwelijksleven normaliter bestaat, d.w.z. als zij niet langer als echtgenoten door het leven willen gaan en hun banden niet langer wensen te handhaven. De beëindiging van de echtelijke banden vindt in de praktijk meestal plaats doordat een van de echtgenoten de gemeenschappelijke woning en de andere echtgenoot verlaat.
6 Wat zijn de juridische gevolgen van een “scheiding van tafel en bed”?
Het Kroatische familierecht kent geen wettelijke term voor “scheiding van tafel en bed” (zakonska rastava). Een analoge term voor “scheiding van tafel en bed” in de huidige wetgeving is “beëindiging van de echtelijke banden” (prestanak bračne zajednice). De “beëindiging van de echtelijke banden” heeft een specifieke betekenis binnen het huwelijksrecht, aangezien volgens artikel 51 van de Familiewet een van de wettelijke redenen voor ontbinding van het huwelijk is dat er meer dan een jaar is verstreken sinds de “beëindiging van de echtelijke banden”. Het begrip “beëindiging van de echtelijke banden” heeft ook een specifieke betekenis in het kader van de vermogensrechtelijke regeling tussen de echtgenoten, aangezien volgens artikel 36 van de Familiewet goederen die de echtgenoten tijdens de duur van de echtelijke banden (en dus niet het huwelijk) door middel van arbeid hebben verworven of die uit die goederen zijn verkregen, worden beschouwd als huwelijksvermogen. De logica die aan deze wetgeving ten grondslag ligt, is dat de duur van de echtelijke banden niet hoeft samen te vallen met de duur van het huwelijk, met name als het huwelijk eindigt in een echtscheiding. In de regel vindt de beëindiging van de echtelijke banden plaats voordat de echtscheidingsprocedure wordt gestart. De echtscheidingsprocedure kan dus doorlopen tot na de “beëindiging van de echtelijke banden”, wat meestal ook het geval is (vooral als in de procedure rechtsmiddelen worden aangewend).
7 Wat betekent “nietigverklaring van het huwelijk" in het huwelijk in de praktijk?
In het Kroatische familierecht wordt de term poništaj braka gebruikt voor een “nietigverklaring van het huwelijk”, en niet poništenje braka. “Nietigverklaring van het huwelijk” is een van de redenen voor ontbinding van het huwelijk (artikel 47 van de Familiewet) en is een van de drie echtelijke geschillen die in het Kroatische rechtsstelsel worden geregeld (artikel 369 van de Familiewet). “Nietigverklaring van het huwelijk” is een familierechtelijke sanctie wanneer een huwelijk is gesloten in strijd met de wettelijke bepalingen inzake de geldigheid van het huwelijk (artikelen 25-29 van de Familiewet). Deze sanctie wordt toegepast in civiele procedures die worden ingeleid door het instellen van een vordering (artikel 369 van de Familiewet). De bepalingen inzake “nietigverklaring van het huwelijk” zijn van toepassing als een huwelijk niet geldig is (artikelen 29, 49 en 369-378 van de Familiewet).
8 Wat zijn de gronden voor nietigverklaring van het huwelijk?
In het Kroatische familierecht wordt de term poništaj braka gebruikt voor een “nietigverklaring van het huwelijk”, en niet poništenje braka. Een huwelijk is ongeldig als het is gesloten in strijd met de bepalingen van de artikelen 25 tot en met 28 van de Familiewet, d.w.z. als het is gesloten door minderjarige personen, personen die niet begaafd met rede zijn, personen die niet beschikken over de rechtsbekwaamheid om verklaringen af te leggen over hun persoonlijke situatie of personen die bloedverwanten zijn of een adoptierelatie hebben, of als de bruid of bruidegom reeds gehuwd is of een levenspartnerschap heeft. Op een dergelijk huwelijk zullen de bepalingen inzake “nietigverklaring van het huwelijk” van toepassing zijn (artikel 29 van de Familiewet).
9 Wat zijn de juridische gevolgen van de nietigverklaring van het huwelijk?
In het Kroatische familierecht wordt de term poništaj braka gebruikt voor een “nietigverklaring van het huwelijk”, en niet poništenje braka. De rechtsgevolgen van de “nietigverklaring van het huwelijk” worden op dezelfde wijze geregeld als die van de ontbinding van het huwelijk door echtscheiding (zie het antwoord op vraag 3).
10 Bestaan er alternatieve mogelijkheden om problemen die samenhangen met een echtscheiding op te lossen, zonder dat de rechter wordt ingeschakeld?
In het Kroatische rechtsstelsel is echtscheiding geregeld als gerechtelijke procedure en is er geen mogelijkheid tot een buitengerechtelijke echtscheidingsprocedure. Niettemin is een grondbeginsel van het familierecht dat familiale problemen in onderling overleg moeten worden opgelost, wat een taak is van alle organen die professionele hulp verlenen aan gezinnen of die beslissen over gezinsrelaties (artikel 9 van de Familiewet). Het familierecht voorziet derhalve in twee soorten buitengerechtelijke procedures die onder meer de consensuele oplossing van echtscheidingsgerelateerde zaken tot doel hebben: verplichte counseling (artikelen 321 tot en met 330 van de Familiewet) en gezinsmediation (artikelen 331 tot en met 344 van de Familiewet). De verplichte counseling wordt verzorgd door een team van deskundigen van het regionale kantoor van het Kroatische Instituut voor Maatschappelijk Werk (Hrvatski zavod za socijalni rad) en is een vorm van ondersteuning voor gezinsleden (bv. echtgenoten die van plan zijn een echtscheidingsprocedure te starten en samen een minderjarig kind hebben) om tot consensuele beslissingen te komen over gezinsrelaties, met bijzondere aandacht voor de bescherming van de gezinsrelaties waarbij het kind betrokken is. Dit omvat het opstellen van een gezamenlijk plan voor de ouderlijke zorg, dat een overeenkomst over de rechtsgevolgen van echtscheiding is waarin gedetailleerd het volgende moet worden vastgelegd: de verblijfplaats en het adres van het kind; hoeveel tijd het kind met elk van de ouders zal doorbrengen; hoe informatie over de toestemming voor beslissingen die gevolgen hebben voor het kind zal worden uitgewisseld; hoe belangrijke informatie over het kind moet worden uitgewisseld; het bedrag van de alimentatie als verplichting van de ouder bij wie het kind niet woont; en hoe toekomstige problemen moeten worden opgelost. De consensuele beslissingen moeten ook betrekking hebben op de rechtsgevolgen van het uitblijven van een overeenkomst en het starten van een gerechtelijke procedure met het oog op een beslissing over de persoonlijke rechten van het kind. Gezinsmediation is een proces waarbij partijen proberen om gezinsconflicten op consensuele wijze op te lossen met behulp van een of meer gezinsmediators. Het belangrijkste doel van het proces is het opstellen van een gezamenlijk plan voor de ouderlijke zorg en andere afspraken die verband houden met het kind en over alle andere zaken van materiële en immateriële aard.
11 Waar moet het verzoek tot echtscheiding/scheiding van tafel en bed/nietigverklaring van het huwelijk worden ingediend? Aan welke formaliteiten moet worden voldaan en welke documenten moeten bij het verzoek worden gevoegd?
Echtgenoten zonder minderjarige kinderen kunnen een gerechtelijke procedure aanhangig maken door het instellen van een vordering tot echtscheiding door een van beiden of door het indienen van een gezamenlijk verzoek tot echtscheiding met wederzijdse instemming (artikel 50 van de Familiewet). In beide gevallen vindt geen buitengerechtelijke procedure van verplichte counseling plaats, een vorm van professionele hulp aan gezinsleden die is gericht op het bereiken van consensuele beslissingen over gezinsrelaties, uitgevoerd door een team van deskundigen van het regionale kantoor van het Kroatische instituut voor maatschappelijk werk (Hrvatski zavod za socijalni rad)) (artikelen 321 en 322 van de Familiewet), en starten de echtgenoten onmiddellijk een (civiele of niet-contentieuze) echtscheidingsprocedure, die relatief eenvoudig en snel is. Het bovenstaande geldt ook voor gerechtelijke procedures tot nietigverklaring van het huwelijk van echtgenoten die geen gemeenschappelijk minderjarig kind hebben.
Echtgenoten zonder minderjarig kind kunnen een gerechtelijke procedure aanhangig maken door het instellen van een vordering tot echtscheiding door een van beiden of door het indienen gezamenlijk een verzoek tot echtscheiding met wederzijdse instemming (artikel 50 van de Familiewet). Wanneer er sprake is van een gemeenschappelijk minderjarig kind, moeten de echtgenoten echter, alvorens de echtscheidingsprocedure aanhangig te maken (door het instellen van een vordering tot echtscheiding of door het indienen van een verzoek tot echtscheiding met wederzijdse instemming), deelnemen aan de verplichte buitengerechtelijke counseling. Dat is een vorm van professionele hulp aan gezinsleden die is gericht op het bereiken van consensuele beslissingen over gezinsrelaties, uitgevoerd door een team van deskundigen van het regionale kantoor van het Kroatische instituut voor maatschappelijk werk (Hrvatski zavod za socijalni rad), dat territoriaal bevoegd is voor de vaste of tijdelijke woonplaats van het kind of voor de laatste gezamenlijke vaste of tijdelijke woonplaats van de echtgenoten (artikelen 321 en 322 van de Familiewet). Het doel van dergelijke procedures is om echtgenoten professionele hulp te bieden die onder meer bestaat uit het opstellen van een gezamenlijk plan voor de ouderlijke zorg — een overeenkomst over de rechtsgevolgen van echtscheiding, waarin in detail het volgende wordt vastgelegd: de verblijfplaats en het adres van het kind; hoeveel tijd het kind met elk van de ouders zal doorbrengen; hoe informatie over de toestemming voor beslissingen die gevolgen hebben voor het kind zal worden uitgewisseld; hoe belangrijke informatie over het kind moet worden uitgewisseld; het bedrag van de alimentatie als verplichting van de ouder bij wie het kind niet woont; en hoe toekomstige problemen moeten worden opgelost. Ouders kunnen een gezamenlijk plan voor de ouderlijke zorg opstellen in het kader van de verplichte counseling, of dit zelf doen, of dit doen tijdens gezinsmediation (een buitengerechtelijke procedure waarbij de echtgenoten proberen uit familierelaties voortvloeiende geschillen op te lossen met hulp van een of meer gezinsmediators — artikel 331 van de Familiewet). Door een gezamenlijk plan voor de ouderlijke zorg op te stellen, kunnen de echtgenoten kiezen voor een eenvoudigere en snellere, niet-contentieuze echtscheidingsprocedure, die wordt ingeleid door het indienen van een verzoekschrift (artikelen 52, 54, 55, 106 en 453 tot en met 460 van de Familiewet). Echtgenoten met een gemeenschappelijk minderjarig kind moeten het verslag over de verplichte counseling als bedoeld in artikel 324 van de Familiewet en het gezamenlijke plan voor de ouderlijke zorg als bedoeld in artikel 106 van de Familiewet bij hun verzoek om echtscheiding met wederzijdse instemming voegen (artikel 456 van de Familiewet).
Als de echtgenoten geen gezamenlijk plan voor de ouderlijke zorg opstellen dat een overeenkomst over bovengenoemde rechtsgevolgen van de echtscheiding bevat, wordt over deze zaken automatisch beslist door de rechtbank in een civiele echtscheidingsprocedure die wordt ingeleid door het instellen van een vordering (artikelen 53, 54, 56, 57 en 413 van de Familiewet). Indien de echtgenoten een gemeenschappelijk minderjarig kind hebben, moeten zij het verslag van de verplichte counseling als bedoeld in artikel 324 van de Familiewet bij hun vordering tot echtscheiding voegen.
12 Kan ik in aanmerking komen voor rechtsbijstand om de kosten van de procedure te dekken?
In het Kroatische rechtsstelsel zijn de rechtsbijstand en de mogelijkheid van vrijstelling van de betaling van proces- en gerechtskosten geregeld in de Rechtsbijstandswet (Zakon o besplatnoj pravnoj pomoći) (NN; Staatsblad van de Republiek Kroatië) nrs. 143/2013 en 98/2019). Een partij kan in alle procedures in aanmerking komen voor primaire rechtsbijstand, met inbegrip van procedures inzake echtelijke geschillen en andere familierechtelijke procedures, mits zij voldoet aan de wettelijke vereisten (artikelen 9 tot en met 11 van de Rechtsbijstandswet). Een partij kan in aanmerking komen voor secundaire rechtsbijstand in familierechtelijke procedures en in andere in de wet vastgestelde procedures, mits zij voldoet aan de wettelijke vereisten (artikelen 12 tot en met 25 van de Rechtsbijstandswet). Het verkrijgen van een vrijstelling van de betaling van de kosten voor specifieke gerechtelijke procedures, met inbegrip van familierechtelijke procedures, is geregeld in artikel 13, lid 3, van de Rechtsbijstandswet. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de bepalingen die:
- de verlening van secundaire rechtsbijstand regelen zonder dat de financiële situatie van de betrokkene wordt vastgesteld (artikel 15 van de Rechtsbijstandswet);
- de procedure voor het verkrijgen van secundaire rechtsbijstand regelen (artikelen 16 tot en met 18 van de Rechtsbijstandswet);
- de reikwijdte van de verlening van secundaire rechtsbijstand regelen (artikel 19 van de Rechtsbijstandswet), en
- procedurele aangelegenheden en andere aangelegenheden die relevant zijn voor het verkrijgen van rechtsbijstand regelen (artikelen 20 tot en met 25 van de Rechtsbijstandswet).
Tegelijkertijd moet de aandacht worden gevestigd op artikelen 10 en 11 van de Wet op de gerechtskosten (Zakon o sudskim pristojbama) (Narodne Novine (NN; Staatsblad van de Republiek Kroatië) nrs. 74/95, 57/96, 137/02, (26/03), 125/11, 112/12, 157/13, 110/15, 118/18 en 51/23), die betrekking hebben op partijen die altijd van de betaling van gerechtskosten zijn vrijgesteld.
13 Kan beroep worden ingesteld tegen een beslissing over de echtscheiding/scheiding van tafel en bed/nietigverklaring van het huwelijk?
Tegen een vonnis inzake echtscheiding of nietigverklaring van het huwelijk kan beroep worden ingesteld. Beide partijen hebben dit recht tijdens de procedure. De Familiewet regelt niet expliciet het instellen van beroep in huwelijksgeschillen. De bepalingen van artikel 346 voorzien veeleer in de alternatieve toepassing van de bepalingen van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Zakon o parničnom postupku) (NN nrs. 53/91, 91/92, 58/93, 112/99, 88/01, 117/03, 88/05, 02/07, 84/08, 123/08, 57/11, 148/11, 25/13, 89/14, 70/19, 80/22, 114/22 en 155/23).
Het beroep tegen een vonnis wordt geregeld in artikel 348 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, en het beroep tegen een beslissing wordt geregeld in artikel 378 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Wat de rechtsmiddelen betreft, is rechterlijke toetsing van in tweede aanleg gewezen vonnissen betreffende een huwelijksgeschil niet toegestaan (artikel 373 van de Familiewet).
14 Wat moet ik doen om een door een rechtbank in een andere lidstaat gewezen beslissing over echtscheiding/scheiding van tafel en bed/nietigverklaring van het huwelijk in deze lidstaat te laten erkennen?
Overeenkomstig artikel 30 van Richtlijn (EU) 2019/1111 wordt een dergelijk vonnis in Kroatië erkend zonder dat daarvoor een bijzondere procedure hoeft te worden uitgevoerd.
Bovendien is er geen specifieke procedure vereist om de gegevens van de burgerlijke stand van een lidstaat bij te werken op basis van een in een andere lidstaat gewezen vonnis in verband met een echtscheiding, scheiding van tafel en bed of nietigverklaring van het huwelijk dat volgens het recht van die lidstaat niet meer vatbaar is voor beroep.
15 Tot welk gerecht moet ik mij wenden om bezwaar te maken tegen de erkenning van een door een rechtbank in een andere lidstaat gewezen beslissing over echtscheiding/scheiding van tafel en bed/nietigverklaring van het huwelijk? Welke procedure is in dit geval van toepassing?
Verzoeken om erkenning of niet-erkenning van een beslissing (artikel 21, lid 3, van de verordening Brussel II bis) moeten worden ingediend bij het gemeentelijke gerecht (općinski sud) met lokale rechtsbevoegdheid. In dat geval is de procedure van afdeling 2, hoofdstuk III, van verordening Brussel II bis van toepassing.
Het rechtsmiddel, d.w.z. een beroepsprocedure op grond van artikel 33 van verordening Brussel II bis, wordt via de rechtbank van eerste aanleg (het gemeentelijke gerecht uit de bovenbedoelde lijst) voorgelegd aan het bevoegde gerecht in tweede aanleg (de arrondissementsrechtbank (županijski sud)).
16 Wat is het toepasselijk recht in een echtscheidingsproces tussen echtgenoten die niet in deze lidstaat wonen of een verschillende nationaliteit hebben?
Als de echtgenoten het toepasselijke recht hebben gekozen voor de echtscheidingsprocedure, is een van de volgende rechtsstelsels van toepassing: het recht van het land waar beide echtgenoten hun gewone verblijfplaats hebben op het moment dat het toepasselijke recht wordt gekozen; het recht van het land waar zij hun laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats hadden, indien een van hen nog steeds zijn of haar gewone verblijfplaats in dat land heeft; het recht van het land waarvan ten minste één van hen de nationaliteit bezit op het tijdstip van de keuze van het toepasselijke recht; het Kroatische recht (artikel 36 van de wet op het internationaal privaatrecht (Zakon o međunarodnom privatnom pravu), NN nrs. 101/17 en 67/23). Indien de echtgenoten het toepasselijke recht niet hebben gekozen overeenkomstig artikel 36 van de Wet inzake internationaal privaatrecht, is een van de volgende rechtsstelsels van toepassing op de echtscheiding:
- het recht van het land waar beide echtgenoten hun gewone verblijfplaats hebben op het moment dat de echtscheidingsprocedure wordt ingeleid;
- het recht van het land waar zij hun laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats hadden, indien een van hen nog steeds zijn of haar gewone verblijfplaats in dat land heeft;
- het recht van het land waarvan zij de nationaliteit bezitten op het tijdstip waarop de echtscheidingsprocedure wordt ingeleid;
- het Kroatische recht.
Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.
Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.