Verordening (EU) 2020/1783 (herschikking), die betrekking heeft op de samenwerking tussen de gerechten in de verschillende EU-landen op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken, voorziet in een algemeen rechtskader voor de bewijsverkrijging in een ander land dan het land van het betrokken gerecht. Deze verordening vervangt Verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad en wordt op 1 juli 2022 van toepassing. In de nieuwe verordening wordt verduidelijkt hoe bewijsverkrijging via videoconferentie of andere technologie voor communicatie op afstand mogelijk is en in bijlage I is formulier N vastgesteld voor de uitwisseling van relevante technische informatie. Formulier N wordt gebruikt voor een verzoek om bewijsverkrijging via videoconferentie en voor de inwilliging van een dergelijk verzoek. Elk EU-land heeft echter zijn eigen procesrecht op dit gebied, zodat de nadere regels betreffende de procedure verschillen naargelang het recht van het land dat een verzoek om samenwerking ontvangt.
Om het voor de rechterlijke autoriteiten in de verschillende EU-landen gemakkelijker te maken om samen te werken en ten volle gebruik te maken van videoconferenties voor de bewijsverkrijging in andere EU-landen, zijn er in het kader van het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken (EJN-civiel) een reeks informatiebladen opgesteld. Deze informatiebladen bevatten praktische informatie over regels, procedures en technische voorzieningen in de verschillende EU-landen.
Klik op de vlag van het betrokken land voor gedetailleerde informatie.
Link