1 Tegen wie kan een insolventieprocedure worden ingesteld?
Er kunnen insolventieprocedures worden ingesteld jegens alle ondernemers (natuurlijke of rechtspersonen) met:
a) activa met een waarde van 300 000 EUR of meer, gedurende de drie jaren voorafgaand aan het verzoek om gedwongen insolventie of om een akkoord met schuldeisers;
b) jaarlijkse bruto-inkomsten van 200 000 EUR of meer, gedurende elk van de drie jaren voorafgaand aan het verzoek om gedwongen insolventie of om een akkoord met schuldeisers;
c) 500 000 EUR of meer aan totale schulden, op de datum van het verzoek om gedwongen insolventie of om een akkoord met schuldeisers (ongeacht op welke datum deze zijn ontstaan).
2 Wat zijn de voorwaarden om een insolventieprocedure te openen?
a) Gedwongen insolventie is alleen mogelijk wanneer de ondernemer insolvent is. Dit kan worden aangevraagd door:
- een schuldenaar (of administratieve instanties of autoriteiten met een toezichthoudende en controlerende functie ten aanzien van de onderneming);
- een schuldeiser;
- de openbaar aanklager.
b) Een akkoord met schuldeisers (concordato preventivo) vereist dat de onderneming in moeilijkheden verkeert (dat wil zeggen dat zij financiële problemen heeft die niet ernstig genoeg zijn voor insolventie) of insolvent is; dit akkoord kan alleen worden aangevraagd door de schuldenaar.
3 Welke goederen behoren tot de insolvente boedel? Hoe worden de goederen behandeld die zijn verworven door of toevallen aan de schuldenaar na de opening van de insolventieprocedure?
De procedure omvat alle zaken, met uitzondering van:
- strikt persoonlijke zaken en rechten;
- uitkeringen voor levensonderhoud, lonen, pensioenen, salarissen en inkomsten uit de activiteit van de schuldenaar, binnen de grenzen die de rechter noodzakelijk acht om in zijn behoeften en die van zijn gezin te voorzien;
- inkomsten uit het wettelijke vruchtgebruik van de zaken van de kinderen van de schuldenaar, de zaken die het familiespaargeld vormen (fondo patrimoniale) en de opbrengst hiervan, onverminderd het bepaalde in artikel 170 van het burgerlijk wetboek;
- zaken die krachtens de wet niet voor beslag vatbaar zijn.
De zaken die deel uitmaken van de procedure omvatten alle zaken die de schuldenaar na de inleiding van de procedure verwerft, maar niet de schulden betreffende de aankoop en het behoud van die zaken.
4 Wat zijn de bevoegdheden van respectievelijk de schuldenaar en de insolventiefunctionaris?
De bewindvoerder (curator) is bevoegd en verplicht om de zaken te beheren en te verkopen en om de opbrengst hiervan te verdelen onder de schuldeisers.
De schuldenaar kan voor informatie contact opnemen met de curator en door de curator en de rechter-commissaris genomen maatregelen aanvechten, mits deze in strijd zijn met de wet (en dus niet alleen uit praktische overwegingen).
5 Onder welke voorwaarden kan een verrekening worden tegengeworpen?
De schuld en tegenvordering (controcredito) van dezelfde persoon kunnen in mindering worden gebracht, mits deze voorafgaand aan de inleiding van de procedure zijn ontstaan.
6 Wat zijn de gevolgen van de insolventieprocedure voor lopende overeenkomsten waarbij de schuldenaar partij is?
Over het algemeen worden overeenkomsten opgeschort bij inleiding van een procedure inzake gedwongen insolventie. De curator kan ervoor kiezen de overeenkomst over te nemen of te beëindigen.
Voor bepaalde soorten overeenkomsten gelden speciale regelingen waarbij de overeenkomst, afhankelijk van het specifieke geval, automatisch wordt beëindigd als gevolg van de inleiding van de procedure inzake gedwongen insolventie, of wordt voortgezet zonder te worden opgeschort.
Als algemene regel voor een akkoord met een schuldeiser geldt dat de overeenkomst wordt voortgezet, tenzij de schuldenaar de rechter verzoekt de overeenkomst op te schorten of te beëindigen.
7 Wat zijn de gevolgen van de insolventieprocedure voor individuele vervolgingen door schuldeisers (met uitzondering van lopende rechtsvorderingen)?
Over het algemeen kan een schuldeiser met betrekking tot bij de procedure betrokken zaken geen tenuitvoerleggingsprocedure of procedure in kort geding inleiden of voortzetten nadat de insolventieprocedure van start is gegaan, tenzij de curator besluit deze procedures over te nemen.
Na de inleiding van de insolventieprocedure hebben schuldeisers uitsluitend het recht om een rechtsvordering in te stellen als de curator dit niet doet (opzettelijk of puur uit nalatigheid).
8 Wat zijn de gevolgen van de insolventieprocedure voor de voortzetting van lopende rechtsvorderingen op het tijdstip van de inleiding van de insolventieprocedure?
De inleiding van een procedure inzake gedwongen insolventie brengt de opschorting van lopende procedures met zich mee, die vervolgens weer kunnen worden hervat.
Een gerechtelijke procedure tegen een persoon die vervolgens op grond van een rechterlijke beslissing insolvent wordt verklaard, kan alleen door de curator worden voortgezet, waarbij de uit die procedure volgende rangorde van vorderingen wordt aangehouden.
De schuldenaar kan zich slechts in uitzonderlijke omstandigheden in deze gelegenheid mengen.
9 Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de deelname van de schuldeisers aan de insolventieprocedure?
Het tijdens de procedure inzake gedwongen insolventie actieve comité van schuldeisers bestaat uit drie of vijf schuldeisers met aanzienlijke bevoegdheden. Het comité is met name bevoegd om:
- transacties, schuldverminderingen, speciale overeenkomsten en buitengerechtelijke schikkingen goed te keuren, en de rechten van derden, de opheffing van hypotheken, de teruggave van pandrechten, de vrijgave van zekerheden, de aanvaarding van nalatenschappen of schenkingen en alle andere handelingen van buitengewoon beheer te erkennen;
- de handelingen van de curator te monitoren en zijn afzetting door de rechtbank te verzoeken;
- het liquidatieplan goed te keuren;
- de curator te machtigen een lopende overeenkomst over te nemen of te beëindigen op de datum van inleiding van de procedure inzake gedwongen insolventie;
- de inventarisatie van de activa van de schuldenaar bij te wonen;
- alle stukken met betrekking tot de procedure te raadplegen;
- de curator toe te staan om een of meerdere zaken niet op te nemen in de activa of om af te zien van de liquidatie ervan, als de liquidatie duidelijk nadelig is;
- de rechter-commissaris te verzoeken om de verkoop van activa op te schorten.
Naast de bevoegdheden inzake actief beheer geeft het comité van schuldeisers advies over de maatregelen die onder de bevoegdheid van de rechter-commissaris of de rechtbank vallen, te weten:
- toestemming voor de pandhoudende schuldeiser om de verpande zaak te verkopen;
- toestemming voor de rechter-commissaris om de activiteiten van de onderneming tijdelijk voort te zetten (deze voortzetting moet worden goedgekeurd door het comité van schuldeisers);
- toestemming voor de rechter-commissaris om de onderneming te verhuren (deze verhuur moet worden goedgekeurd door het comité van schuldeisers).
Het comité van schuldeisers wordt benoemd na bekrachtiging van een rechterlijke uitspraak als onderdeel van de liquidatieregelingen met de schuldeisers, en oefent in voorkomend geval dezelfde bevoegdheden uit.
10 Op welke wijze kan de insolventiefunctionaris de goederen van de boedel gebruiken of te gelde maken?
De curator kan (met voorafgaande toestemming):
- de activiteiten van de onderneming of van specifieke onderdelen daarvan voortzetten;
- de onderneming of specifieke onderdelen daarvan verhuren;
- alle activa verkopen om de opbrengst hiervan te verdelen onder de schuldeisers;
- besluiten activa van geringe waarde niet te verkopen of te kopen.
11 Welke vorderingen moeten worden verhaald op de insolvente boedel van de schuldenaar en hoe moeten vorderingen die zijn ontstaan na de opening van de insolventieprocedure worden behandeld?
Iedere schuldeiser, ongeacht zijn positie en de hoogte van zijn vordering, kan de rechtbank verzoeken om een procedure inzake gedwongen insolventie tegen de schuldenaar in te leiden. De schuldeiser hoeft geen executoriale titel te hebben; het is vooral belangrijk dat de vordering wordt gestaafd met bewijsstukken.
Alle schuldeisers (met inbegrip van degenen die met succes om inleiding van de procedure hebben verzocht) dienen na deze inleiding te verzoeken om de erkenning van hun vorderingen.
12 Wat zijn de regels betreffende indiening, verificatie en toelating van de vorderingen?
Schuldeisers kunnen hun vorderingen rechtstreeks indienen zonder vertegenwoordiging door een advocaat.
Deze indieningen moeten bewijsstukken betreffende de vordering bevatten en digitaal plaatsvinden (door een gecertificeerde e-mail te sturen naar de curator).
13 Wat zijn de regels betreffende de verdeling van de opbrengst? Hoe worden de vorderingen en de rechten van schuldeisers gerangschikt?
De opbrengst van de verkochte activa wordt onder alle schuldeisers verdeeld, naargelang de rangorde van de vorderingen.
De bedragen worden over het algemeen op basis van de volgende rangorde uitbetaald:
- vooraf in mindering gebrachte vorderingen,
- preferente vorderingen (in de wet is voor sommige of alle activa voorrang gegeven aan hypotheken, pandrechten, algemene of bijzondere voorrechten),
- ongedekte vorderingen,
- uitgestelde vorderingen.
Als de opbrengst van de verkoop niet toereikend is om alle vorderingen te voldoen (wat bijna altijd het geval is), wordt deze opbrengst niet verdeeld naar verhouding van de hoogte van de vorderingen, maar op basis van de vooraf vastgestelde rangorde. Vervolgens wordt per categorie vorderingen het beginsel van gelijke behandeling toegepast, wat inhoudt dat de toewijzingen worden gebaseerd op de hoogte van de vordering.
14 Wat zijn de voorwaarden voor en de gevolgen van de beëindiging van de insolventieprocedure (met name door een akkoord)?
De beëindiging van de procedure inzake gedwongen insolventie wordt uitgesproken indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- er zijn geen vorderingen ingediend;
- alle vorderingen zijn voldaan;
- de opbrengst van de verkochte activa is volledig verdeeld;
- er is vastgesteld dat er geen te verkopen activa of andere nog te innen bedragen zijn.
Er gelden specifieke maatregelen voor deze beëindiging wanneer activa in beslag worden genomen of verbeurd worden verklaard in het kader van de antimaffiawetgeving.
Na beëindiging van de procedure inzake gedwongen insolventie is de schuldenaar weer bevoegd om een vordering in rechte in te stellen en hierop te reageren, en om activa te verkrijgen zonder dat deze in beslag worden genomen door de curator.
Akkoorden met schuldeisers en regelingen betreffende gedwongen insolventie eindigen wanneer de overeenkomst tussen de schuldenaar en de schuldeisers is goedgekeurd. Wanneer de overeenkomst echter liquidatie van activa (concordato liquidatorio) behelst, wordt de procedure voor de verkoop voortgezet en eindigt deze pas als alle activa zijn verkocht en de opbrengst hiervan is verdeeld onder de schuldeisers.
Bij beëindiging van het akkoord met de schuldeisers en de regelingen betreffende gedwongen insolventie, is de schuldenaar van zijn verplichtingen ontslagen.
15 Wat zijn de rechten van de schuldeisers nadat de insolventieprocedure beëindigd is?
Na beëindiging van de procedure inzake gedwongen insolventie kunnen de schuldeisers een rechtsvordering instellen jegens de schuldenaar om een eventuele restschuld te innen (dat wil zeggen het deel van de vordering dat niet is voldaan door de curator), tenzij de schulden zijn kwijtgescholden, in welk geval de schuldeisers geen vorderingen hebben op de schuldenaar.
Zodra het akkoord met de schuldeisers is gesloten, kunnen de schuldeisers niets meer vorderen van de schuldenaar. Als de schuldenaar zijn verplichtingen echter niet nakomt, kunnen de schuldeisers een verzoek indienen tot ontbinding van de regeling. Dit verzoek moet worden ingediend binnen een jaar van de in de regeling vastgestelde termijn voor het voldoen van de laatste verplichting. Ontbinding is niet toegestaan indien de niet-nakoming van geringe betekenis is.
16 Voor wiens rekening zijn de kosten en uitgaven in het kader van de insolventieprocedure?
De kosten van de insolventieprocedure worden betaald uit de opbrengst van de verkoop van de activa.
Als de schuldenaar geen activa heeft, worden de vergoeding voor de curator en de onkosten die deze heeft gemaakt door de staat betaald.
17 Wat zijn de regels betreffende nietigheid, vernietigbaarheid of niet-tegenwerpbaarheid van de voor de gezamenlijke schuldeisers nadelige rechtshandelingen?
Rechtshandelingen waaraan geen kosten zijn verbonden en betalingen die door de schuldenaar zijn verricht na indiening van een aanvraag voor een procedure inzake gedwongen insolventie of in de twee daaraan voorafgaande jaren, hebben geen rechtskracht ten aanzien van de schuldeisers.
Rechtshandelingen die de schuldenaar heeft verricht na indiening van de aanvraag voor gedwongen insolventie, of in het voorgaande jaar of in de daarop volgende zes maanden, kunnen afhankelijk van het geval worden herroepen.
Rechtshandelingen die de schuldenaar heeft verricht na de inleiding van de procedure zijn nietig.
Rechtshandelingen betreffende buitengewoon beheer die tijdens het bestaan van regelingen met schuldeisers en zonder goedkeuring van de rechtbank worden verricht, zijn nietig.