Artikel 10 —informatie over bevoegde rechterlijke en andere instanties
De instanties die bevoegd zijn om verzoeken als bedoeld in artikel 6, leden 1 en 2, van de richtlijn in ontvangst te nemen zijn de districtsrechtbanken.
Overeenkomstig artikel 18 van de Wet inzake bemiddeling/mediation heeft een schikking in een juridisch geschil die via bemiddeling/mediation tot stand is gekomen, de kracht van een gerechtelijke schikking en moet deze door de districtsrechtbanken worden goedgekeurd. De rechtbank keurt de schikking goed nadat deze door de partijen is bevestigd, mits de schikking niet in strijd is met de bovengenoemde wet of met de algemeen aanvaarde beginselen van moraliteit.