Artikel 78, onder a) - de naam en de contactgegevens van de gerechten of autoriteiten die bevoegd zijn voor het behandelen van het verzoek om een verklaring van uitvoerbaarheid overeenkomstig artikel 45, lid 1, en voor het rechtsmiddel tegen een beslissing over dit verzoek overeenkomstig artikel 50, lid 2
Voor de procedure met betrekking tot de verklaring van uitvoerbaarheid van een rechterlijke beslissing waarin in Verordening (EU) nr. 650/2012 wordt voorzien, gelden de bepalingen van hoofdstuk 77 van de wet op de burgerlijke rechtsvordering (Civilprocesa likums) inzake de erkenning van beslissingen van buitenlandse gerechten, voor zover de bepalingen van de verordening dit toestaan. De gerechten die bevoegd zijn voor het behandelen van verzoeken om een verklaring van uitvoerbaarheid overeenkomstig artikel 45, lid 1, zijn derhalve de districtsrechtbanken en de gemeentelijke rechtbanken (rajona (pilsētas) tiesa) van de plaats waar de beslissing moet worden uitgevoerd of van de opgegeven woonplaats van de verweerder, of, bij gebreke van een dergelijke woonplaats, de werkelijke verblijfplaats of de maatschappelijke zetel van de verweerder (artikel 638, lid 1, van de wet op de burgerlijke rechtsvordering).
Een verklaring van een rechtbank van eerste aanleg over de erkenning/uitvoerbaarheid van een beslissing van een buitenlands gerecht kan worden aangevochten door een aanvullende klacht in te dienen bij de regionale rechtbank (apgabaltiesa), en de beslissing van de regionale rechtbank kan worden aangevochten door een aanvullende klacht in te dienen bij het Hooggerechtshof (artikel 641, lid 1, van de wet op de burgerlijke rechtsvordering).
Een lijst van districtsrechtbanken of gemeentelijke rechtbanken vindt u hier: https://tiesas.lv/tiesas/saraksts
Artikel 78, onder b) - de procedures als bedoeld in artikel 51 om beslissingen gegeven in hoger beroep aan te vechten
Een verklaring van een rechtbank van eerste aanleg over de erkenning/uitvoerbaarheid van een beslissing van een buitenlands gerecht kan worden aangevochten door een aanvullende klacht in te dienen bij de regionale rechtbank (apgabaltiesa), en de beslissing van de regionale rechtbank kan worden aangevochten door een aanvullende klacht in te dienen bij het Hooggerechtshof (artikel 641, lid 1, van de wet op de burgerlijke rechtsvordering).
Een partij in de zaak die haar opgegeven woonplaats of, bij gebreke daarvan, haar werkelijke woonplaats of maatschappelijke zetel in Letland heeft, kan een aanvullende klacht indienen binnen dertig dagen na ontvangst van een kopie van de beslissing; een partij in de zaak die haar opgegeven woonplaats of haar werkelijke woonplaats of maatschappelijke zetel niet in Letland heeft, kan een aanvullende klacht indienen binnen zestig dagen na ontvangst van een kopie van de beslissing (artikel 641, lid 2, van de wet op de burgerlijke rechtsvordering).
Andere kwesties met betrekking tot de indiening en behandeling van een aanvullende klacht zijn vastgelegd in hoofdstuk 55 van de wet op de burgerlijke rechtsvordering.
Een lijst van Letse gerechten vindt u hier: Portal nationale rechtbanken
Artikel 78, onder c) - de informatie betreffende de in artikel 64 bedoelde autoriteiten die bevoegd zijn om de erfrechtverklaring af te geven
Wanneer Letland op grond van de artikelen 4, 7, 10 en 11 van Verordening (EU) nr. 650/2012 bevoegd is voor een grensoverschrijdende erfopvolging, mag elke beëdigde notaris een Europese erfrechtverklaring afgeven (zvērināts notārs).
Een lijst van notarissen vindt u hier: Startpagina van Letse beëdigde notarissen
Artikel 78, onder d) - de in artikel 72 bedoelde rechtsmiddelen
Op verzoek van een belanghebbende partij kan de beëdigde notaris die de Europese erfrechtverklaring heeft opgesteld, deze overeenkomstig artikel 71 van Verordening (EU) nr. 650/2012 corrigeren, wijzigen of intrekken, en kan hij overeenkomstig artikel 73 van de verordening ook de rechtsgevolgen van de erfrechtverklaring schorsen.
Daartoe dient de notaris een notariële akte (notariāls akts) op te stellen houdende correctie, wijziging of intrekking van de erfrechtverklaring, en dient hij onverwijld alle personen aan wie gewaarmerkte afschriften van de erfrechtverklaring of uittreksels van de erfrechtverklaring zijn afgegeven, daarvan in kennis te stellen.
Artikel 79 - Vaststelling en wijziging van de lijst met in artikel 3, lid 2, bedoelde informatie
Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring en artikel 324.1 van de notariswet (Notariāta likums), past een notaris die een zaak van grensoverschrijdende erfopvolging behandelt, de bepalingen van de notariswet toe voor zover het recht van de Europese Unie dat rechtstreeks toepasselijk is in Letland, dit toestaat.
Een verzoek inzake erfopvolging (mantošanas iesniegums) moet worden ingediend bij een beëdigde notaris zoals bedoeld in artikel 252 van de notariswet, maar als de laatst opgegeven verblijfplaats van de overledene of de plaats waar de nalatenschap, of het grootste deel daarvan, zich bevindt echter niet bekend is, kan het verzoek worden ingediend bij om het even welke beëdigde notaris.
De procedure met betrekking tot de verklaring van uitvoerbaarheid van een rechterlijke beslissing is de verantwoordelijkheid van de districtsrechtbank of de gemeentelijke rechtbank.
Een lijst van beëdigde notarissen vindt u hier: Startpagina van de Letse Raad van beëdigde notarissen.