Inleiding
De gerechtskosten voor de Europese procedure voor geringe vorderingen zijn vastgesteld in de Sloveense wet op de gerechtskosten (Zakon o sodnih taksah – ZST) (Uradni list RS (Staatsblad van de Republiek Slovenië) nr. 37/08, 97/10, 63/13, 58/14 (beslissing van het Grondwettelijk Hof), 19/15 (beslissing van het Grondwettelijk Hof), 30/16 en 10/17–ZPP-E (Wet tot wijziging van de wet op de burgerlijke rechtsvordering); hierna de “ZST-1” genoemd; dit is de algemene wet op de gerechtskosten.
De ZST-1 (artikel 6) biedt een rechtsgrondslag voor de betaling van gerechtskosten met contant geld, elektronisch geld en andere geldige betaalmiddelen, die ook geldt voor de betaling van kosten in het kader van de Europese procedure voor geringe vorderingen. In de praktijk kunnen de gerechtskosten elektronisch worden betaald via de onlinebetaaldiensten van afzonderlijke banken. De situaties waarin gerechtskosten moeten worden betaald in procedures voor geringe vorderingen, en de gevolgen wanneer deze niet worden betaald, zijn uiteengezet in de wet op de burgerlijke rechtsvordering (Zakon o pravdnem postopku – ZPP).
Wat zijn de geldende tarieven?
In het kader van de Europese procedure voor geringe vorderingen moeten gerechtskosten worden betaald voor het instellen van een beroep, verweerschriften, verzoeken om een herziening, verzoeken met een beroepschrift en beroepen (eerste lid van artikel 105a, ZPP). Deze gerechtskosten komen voor rekening van de partij die het verzoek indient (artikel 105a, ZPP; artikel 6, lid 1, ZST-1).
Overeenkomstig de jurisprudentie van het Hooggerechtshof (Vrhovno sodišče) van Slovenië zijn herzieningen van geringe vorderingen niet toegestaan, en kunnen deze evenmin door het Hooggerechtshof worden aanvaard. Indien een partij toch een verzoek om instelling van een dergelijk rechtsmiddel indient, zal zij de gerechtskosten voor dat rechtsmiddel moeten betalen.
Hoeveel moet ik betalen?
De hoogte van de gerechtskosten die de eiser in het kader van de Europese procedure voor geringe vorderingen moet betalen, wanneer hij of zij bij de rechtbank een verzoek tot instelling van een procedure indient, hangt af van de waarde van de vordering:
- als de waarde van de vordering lager is dan 300 EUR, bedragen de kosten 54 EUR,
- als de waarde van de vordering tussen 301 EUR en 600 EUR ligt, bedragen de kosten 78 EUR,
- als de waarde van de vordering tussen 601 EUR en 900 EUR ligt, bedragen de kosten 102 EUR,
- als de waarde van de vordering tussen 901 EUR en 1 200 EUR ligt, bedragen de kosten 126 EUR,
- als de waarde van de vordering tussen 1 201 EUR en 1 500 EUR ligt, bedragen de kosten 150 EUR,
- als de waarde van de vordering tussen 1 501 EUR en 2 000 EUR ligt, bedragen de kosten 165 EUR,
- als de waarde van de vordering tussen 2 001 EUR en 2 500 EUR ligt, bedragen de kosten 180 EUR,
- als de waarde van de vordering tussen 2 501 EUR en 3 000 EUR ligt, bedragen de kosten 195 EUR,
- als de waarde van de vordering tussen 3 001 EUR en 3 500 EUR ligt, bedragen de kosten 210 EUR,
- als de waarde van de vordering tussen 3 501 EUR en 4 000 EUR ligt, bedragen de kosten 225 EUR,
- als de waarde van de vordering tussen 4 001 EUR en 4 500 EUR ligt, bedragen de kosten 240 EUR,
- als de waarde van de vordering tussen 4 501 EUR en 5 000 EUR ligt, bedragen de kosten 255 EUR.
In de ZST-1 wordt ook het bedrag van de gerechtskosten voor vorderingen met een hogere waarde vastgesteld, tot 500 000 EUR of meer op grond van de huidige versie van de bijlage bij de wet, en er moet rekening worden gehouden met de tarieven van de kosten, waarbij een quotiënt wordt verstrekt voor het berekenen van de kosten voor de verschillende soorten procedures.
Wat gebeurt er als ik de gerechtskosten niet op tijd betaal?
De gerechtskosten mogen niet later worden betaald dan de uiterste termijn die het gerecht in het bevel voor de betaling van de gerechtskosten heeft vastgesteld. In het bevel deelt het gerecht de partij mee wat de gevolgen van niet-betaling van de gerechtskosten zijn op grond van de derde alinea van artikel 105a (tweede alinea van artikel 105a ZPP).
Indien de gerechtskosten niet tijdig zijn betaald en niet aan de voorwaarden voor vrijstelling, uitstel of betaling in termijnen van de gerechtskosten is voldaan, wordt het verzoek (bv. om instelling van een beroep) geacht te zijn ingetrokken (derde alinea van artikel 105a ZPP).
Hoe kan ik de gerechtskosten betalen?
De ZST-1 (artikel 6) biedt een rechtsgrondslag voor de betaling van gerechtskosten met contant geld, elektronisch geld en andere geldige betaalmiddelen, die ook geldt voor de betaling van kosten in het kader van de Europese procedure voor geringe vorderingen.
In de praktijk kunnen de gerechtskosten elektronisch worden betaald via de onlinebetaaldiensten van afzonderlijke banken, of rechtstreeks via een aanbieder van betaaldiensten of aan de kassa van de rechtbank (contant of via een POS-terminal).
Elke bank heeft een eigen onlinebetaaldienst voor elektronische betalingen.
Degene die de gerechtskosten moet betalen, kan dit vooraf doen, d.w.z. op het moment dat hij of zij het verzoek om inleiding van de procedure indient bij de rechtbank, maar kan er ook voor kiezen het verzoek bij de rechtbank in te dienen en vervolgens te wachten totdat de rechtbank hem of haar een betalingsbevel stuurt met daarin het betreffende bedrag en alle andere gegevens die nodig zijn om de betaling te voldoen.
Wat moet ik na de betaling doen?
Als de gerechtskosten worden betaald onder vermelding van het betreffende referentienummer (dat door de rechtbank op het betalingsbevel wordt meegedeeld aan degene die de kosten moet betalen), hoeft degene die de kosten moet betalen, geen betalingsbewijs aan de rechtbank te verstrekken. In dergelijke gevallen wordt de rechtbank via een speciaal elektronisch banksysteem (UJPnet) in kennis gesteld van de betaling, waarbij het juiste referentienummer cruciaal is voor de identificatie van afzonderlijke betalingen.
Worden de gerechtskosten echter betaald zonder het betreffende referentienummer te vermelden, dan moet degene die de kosten moet betalen, de rechtbank een betalingsbewijs verstrekken. Er zijn geen speciale formele voorwaarden betreffende de geldigheid van dat bewijs. Op basis van dit bewijs controleert de rechtbank zo nodig de betaling van de gerechtskosten op het UJPnet-platform (met name wanneer de gerechtskosten niet aan de kassa van de rechtbank zijn betaald).