Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoe kan ik de naleving van een uitspraak afdwingen?

Flag of Italy
Italië
Inhoud aangereikt door
European Judicial Network
(in civil and commercial matters)

1 Wat betekent tenuitvoerlegging in burgerlijke en handelszaken?

Onder tenuitvoerlegging wordt verstaan de tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen en andere executoriale titels (schuldbewijzen, authentieke akten (atti pubblici) en gewaarmerkte onderhandse akten voor bepaalde diensten). Deze fase (die in ieder geval rechterlijk van aard is) behelst de interventie van de politie als de schuldenaar zijn verplichting niet uit eigen beweging nakomt.

2 Welke instantie of instanties zijn bevoegd voor tenuitvoerlegging?

De verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging ligt bij de gewone rechtbanken. Bij deze gerechten moet een verzoek tot weigering van de tenuitvoerlegging als bedoeld in artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1215/2012 [verordening Brussel I (herschikking)] worden ingediend.

Om uitvoering te geven aan een beslissing van een gewone rechtbank wanneer de schuldenaar een overheidsinstantie is, kan de schuldeiser een bijzondere vordering instellen bij een regionale administratieve rechtbank (een giudizio di ottemperanza (conformiteitsprocedure) — artikelen 112 e.v. van het wetboek bestuursprocesrecht). Deze procedure is niet verplicht; zij vormt veeleer een alternatief voor rechtstreekse tenuitvoerlegging door een gewone rechtbank en vereist, anders dan dat van een gewone rechtbank, dat de ten uitvoer te leggen beslissing onherroepelijk is geworden. De volgende informatie heeft betrekking op de gewone tenuitvoerleggingsprocedure.

3 Onder welke voorwaarden mag een executoriale titel of beslissing worden uitgevaardigd?

Het bezit van een executoriale titel is een noodzakelijke en toereikende voorwaarde voor het instellen van een tenuitvoerleggingsprocedure. De mogelijke executoriale titels staan normaliter vermeld in artikel 474 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen twee soorten titels: gerechtelijke titels en buitengerechtelijke titels. Gerechtelijke titels zijn onder andere gewezen uitspraken en akten en maatregelen die gedurende of na afloop van een gerechtelijke procedure zijn genomen door een gerechtelijke instantie. Buitengerechtelijke titels zijn onder andere schuldbewijzen, authentieke akten en gewaarmerkte onderhandse akten die de partijen zonder tussenkomst van een rechtbank kunnen opstellen.

3.1 De procedure

Alvorens tot tenuitvoerlegging over te gaan, moet de schuldeiser de schuldenaar in kennis stellen van de executoriale titel en hem of haar een dwangbevel (precetto) betekenen, dat wil zeggen een bevel aan de schuldenaar om binnen een termijn van ten minste tien dagen aan het bevel te voldoen, en een waarschuwing dat verzuim zal leiden tot tenuitvoerlegging overeenkomstig artikel 480 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

Met de tenuitvoerlegging mag niet vóór die termijn worden begonnen, tenzij de president van de rechtbank met spoed de onmiddellijke tenuitvoerlegging toestaat (artikel 482 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

Artikel 480 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering regelt de inhoud van dergelijke dwangbevelen, waarin de schuldeiser een adres moet opgeven binnen de gemeente waar zich de voor de tenuitvoerlegging bevoegde rechtbank bevindt. Als een dergelijk adres niet wordt opgegeven, kunnen rechtsmiddelen tegen het dwangbevel worden ingesteld bij het gerecht van de plaats waar de akte is betekend en worden betekeningen aan de schuldeiser ingediend bij de griffie van het genoemde gerecht.

Zodra deze formaliteiten zijn vervuld, kan de tenuitvoerleggingsprocedure beginnen. Er zijn drie soorten tenuitvoerleggingsprocedures in Italië.

1) executoriaal beslag, wat inhoudt de inbeslagneming en de verkoop of toewijzing van de goederen van de schuldenaar of van de uitstaande vorderingen om het geld voor de betaling van de schuldeiser te verkrijgen. De inbeslagneming geschiedt door de gerechtsdeurwaarder op vertoon van de betekende executoriale titel en het dwangbevel, en moet plaatsvinden binnen negentig dagen na de betekening van het dwangbevel, maar niet binnen de daarin gestelde termijn; gebeurt dat niet, dan wordt het dwangbevel nietig (artikel 481). Tijdens deze fase van de procedure is de bijstand van een advocaat vereist.

Een conservatoir beslag voorkomt dat de schuldenaar de in beslag genomen goederen en vorderingen beschermt tegen het verkrijgen van de kredietgarantie. Als er binnen 45 dagen na afgifte geen verzoek tot toekenning of verkoop is ingediend bij de rechtbank die bevoegd is tot tenuitvoerlegging, wordt deze procedure nietig;

2) de verplichting tot overdracht van bepaalde goederen (esecuzione per consegna e rilascio), waarbij de gerechtsdeurwaarder de schuldeiser het bepaalde roerende goed in bezit geeft waarop hij of zij recht heeft, dan wel de schuldenaar van het onroerend goed verwijdert;

3) de uitvoering van een positieve of negatieve verplichting (esecuzione degli obblighi di fare e di non fare) vereist dat beroep wordt ingesteld bij de uitvoerende rechtbank, die bepaalt hoe de verplichting moet worden nagekomen en die een gerechtsdeurwaarder en de personen die verantwoordelijk zijn voor de nakoming van de verbintenis (bv. een bouwbedrijf) aanwijst, op kosten van de schuldenaar.

De tenuitvoerlegging heeft tot doel ervoor te zorgen dat, met de hulp van de politie, niet nagekomen verplichtingen worden nagekomen. Deze procedure kan zowel worden aangewend voor geldvorderingen als voor verplichtingen betreffende de levering van roerende zaken of de levering van onroerende zaken, en voor verplichtingen om iets te doen of na te laten.

Bovendien biedt artikel 614 bis van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering de rechtbank die een niet-geldelijke beslissing uitvaardigt, de mogelijkheid om de schuldeiser een vergoeding in rekening te brengen voor elke overtreding, niet-naleving of vertraging bij de tenuitvoerlegging van het bevel. Deze maatregel kan ook worden toegepast door de rechtbank die verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging na de betekening van het dwangbevel.

3.2 De grondvoorwaarden

De noodzakelijke en toereikende voorwaarde voor het instellen van een tenuitvoerleggingsprocedure is in het bezit zijn van een executoriale titel die een “zeker, liquide en invorderbaar” (certo, liquido ed esigibile) recht toekent (artikel 474). De mate van “zekerheid” varieert afhankelijk van de executoriale titel: beslissingen hoeven niet onherroepelijk te zijn om ten uitvoer te worden gelegd, aangezien een beslissing in eerste aanleg uitvoerbaar is bij voorraad totdat zij door de rechter in tweede aanleg is vernietigd. “Een vast bedrag” betekent dat het bedrag is (of kan worden) berekend in plaats van discretionair te zijn. “Invorderbaar” betekent dat het bedrag achterstallig is en niet onder opschortende voorwaarden valt.

4 Het doel en de aard van tenuitvoerleggingsmaatregelen

In de loop van de procedure vaardigt de uitvoerende rechtbank verschillende soorten maatregelen uit — gewoonlijk bevelen (ordinanze). Deze variëren van maatregelen die vereist zijn voor het goede verloop van de procedure, tot maatregelen die een gebruiksrecht toekennen, zoals de beschikking (decreto) om het in beslag genomen goed toe te kennen aan de persoon die deze op de veiling heeft verkregen of die de hoogste bieder was.

4.1 Welke soorten activa kunnen voorwerp van tenuitvoerlegging zijn?

Gedwongen tenuitvoerlegging kan worden toegepast op: a) roerende zaken; b) onroerende zaken; c) de vorderingen en de roerende zaken van de schuldenaar die bij derden berusten; d) aandelen.

Gedwongen tenuitvoerlegging kan ook worden toegepast op verplichtingen inzake de levering van roerende zaken en onroerende zaken en op verplichtingen om iets te doen of na te laten.

4.2 Wat zijn de gevolgen van tenuitvoerleggingsmaatregelen?

De tenuitvoerlegging van geldvorderingen begint met een bevel tot inbeslagneming, wat betekent dat de in beslag genomen goederen niet beschikbaar zijn voor de schuldenaar jegens wie tot tenuitvoerlegging wordt overgegaan. Alle beschikkingshandelingen betreffende die geldvorderingen zijn derhalve nietig en kunnen niet worden ingeroepen om de tenuitvoerlegging te verhinderen.

4.3 Welke geldigheid hebben deze maatregelen?

Het gaat om uitvoerbare maatregelen waarmee recht kan worden gedaan aan de vorderingen en die dientengevolge geen declaratoire werking hebben.

5 Is er een mogelijkheid tot beroep tegen de beslissing om een dergelijke maatregel toe te staan?

De rechtsorde voorziet in rechtsmiddelen die door de schuldenaar (en/of de derde die is onderworpen aan de tenuitvoerlegging) kunnen worden ingesteld tegen de beslissingen en handelingen in verband met de tenuitvoerleggingsprocedure. Er zijn twee typen rechtsmiddelen:

— rechtsmiddelen tegen de tenuitvoerlegging (opposizione all’esecuzione) (de artikelen 615 en 616 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering), als het recht om over te gaan tot gedwongen tenuitvoerlegging (dat wil zeggen het bestaan van het recht van de schuldeiser om over te gaan tot gedwongen tenuitvoerlegging of inbeslagneming van bepaalde goederen) wordt betwist;

— rechtsmiddelen tegen tenuitvoerleggingshandelingen (opposizione agli atti esecutivi) (de artikelen 617 en 618 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering), als de geldigheid van de procedure wordt betwist (oftewel de rechtmatigheid van documenten betrokken bij de tenuitvoerleggingsprocedure).

Een rechtsmiddel dat is ingesteld tegen de tenuitvoerlegging of tenuitvoerleggingshandelingen die vóór het begin van de tenuitvoerlegging wordt ingesteld, wordt gedefinieerd als een rechtsmiddel tegen een dwangbevel (opposizioni a “precetto”), omdat het wordt ingesteld naar aanleiding van het document waarin de tenuitvoerlegging vooraf wordt aangekondigd: het rechtsmiddel is immers gericht tegen het dwangbevel en wordt ingesteld via een dagvaarding bij het gerecht dat krachtens de algemene wettelijke bepalingen materieel (inhoud en bedrag van de betrokken zaak) en territoriaal bevoegd is.

Als de tenuitvoerlegging al loopt of het conservatoir beslag al is betekend, wordt er een rechtsmiddel ingesteld tegen de tenuitvoerlegging of tegen tenuitvoerleggingshandelingen door het instellen van een specifiek rechtsmiddel bij de uitvoerende rechtbank. De rechtbank kan de opschorting van de tenuitvoerlegging gelasten in afwachting van een beslissing op het beroep, hoewel die opschorting niet automatisch is.

Net als bij alle uitspraken in eerste aanleg kan een arrest in hoger beroep worden aangevochten.

Derden die beweren zakelijke rechten te hebben op de in beslag genomen goederen kunnen bij de uitvoerende rechtbank een rechtsmiddel instellen zolang de desbetreffende goederen niet zijn verkocht of toegekend.

Dit alles is geregeld in de artikelen 615, 616, 617, 618 en 619 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering.

6 Zijn er beperkingen aan tenuitvoerlegging, in het bijzonder wat bescherming van de schuldenaar of termijnen betreft?

Naast de voorwerpen die krachtens bijzondere wetgeving en artikel 514 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering niet in beslag kunnen worden genomen, kunnen de volgende goederen niet in beslag worden genomen:

1) heilige zaken of zaken voor de uitoefening van erediensten;

2) trouwringen, kleding, linnengoed, bedden, tafels en stoelen die worden gebruikt om te eten, garderobes, commodes, koelkasten, pannen en gas- of elektrische fornuizen, wasmachines, huishoudelijke benodigdheden en keukengerei en het meubilair om dit in op te bergen, voor zover deze zaken onmisbaar zijn voor de schuldenaar en de gezinsleden met wie hij samenleeft. Uitgesloten zijn echter meubels (met uitzondering van bedden) van grote financiële waarde, met name vanwege hun artistieke waarde of hun ouderdom (antiek);

3) voedingsmiddelen en brandstoffen die de schuldenaar en de andere in het bovenstaande punt vermelde personen nodig hebben om een maand te overleven.

Uitgesloten zijn echter meubels (met uitzondering van bedden) van grote financiële waarde, met name vanwege hun artistieke waarde of hun ouderdom (antiek);

Er kan evenmin beslag worden gelegd op: wapens en voorwerpen die de schuldenaar moet bewaren voor de uitvoering van een openbare dienst, medailles, brieven, registers en in het algemeen familiegeschriften en manuscripten (tenzij deze onderdeel zijn van een verzameling), en dieren voor therapeutisch gebruik of hulpdieren.

Enkele andere zaken die volgens de wet evenmin vatbaar zijn voor beslag, zijn: domaniale zaken van de staat, niet-beschikbare zaken van de staat of andere openbare instellingen, zaken bestemd voor het huwelijksvermogen, zaken die toebehoren aan kerkelijke instellingen en eredienstgebouwen.

Op grond van artikel 671 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan geen beslag worden gelegd op schuldvorderingen van schuldenaren jegens derden:

a) alimentatie, behalve voor onderhoudsdoeleinden, maar uitsluitend met toestemming van de president van de rechtbank of van een door hem of haar gedelegeerde rechter, en uitsluitend voor een bij beschikking vast te stellen aandeel;

b) liefdadigheids- of dagvergoedingen voor als arm aangemerkte personen en uitkeringen voor moederschaps-, ziekte- of begrafeniskosten ten laste van verzekeringsfondsen, socialezekerheidsorganen en liefdadigheidsinstellingen;

c) de bedragen die particulieren verschuldigd zijn uit hoofde van loon, salarissen of andere betalingen in verband met een arbeidsverhouding (met inbegrip van ontslagvergoedingen) kunnen voor de betaling van alimentatie in beslag worden genomen voor zover dit is toegestaan door de president van de rechtbank of door een door hem of haar gedelegeerde rechter; voor andere soorten inkomsten kan maximaal een vijfde van deze bedragen in beslag worden genomen; gelijktijdige inbeslagnemingen die het gevolg zijn van een combinatie van bovengenoemde gronden, mogen niet meer dan de helft van deze bedragen uitmaken;

d) een lijfrente, indien kosteloos samengesteld, wanneer is bepaald dat het bedrag dat nodig is om in de essentiële behoeften van de schuldeiser te voorzien, niet vatbaar is voor beslag;

e) de bedragen die een verzekeraar verschuldigd is aan de houder of begunstigde van een verzekeringspolis, onder voorbehoud — wat de betaalde premies betreft — van de bepalingen inzake de herziening van voor de schuldeisers nadelige handelingen en van de verrekening, de aanrekening en de vermindering van schenkingen;

f) de bedragen die verschuldigd zijn voor pensioenen, uitkeringen die als pensioen dienen of andere ouderdomsuitkeringen, kunnen niet in beslag worden genomen voor een bedrag dat overeenkomt met het dubbele van het maximumbedrag van de maandelijkse sociale uitkering, met een minimum van 1 000 EUR; het aandeel dat dit bedrag overschrijdt, kan in beslag worden genomen binnen de in punt c) bepaalde grenzen;

g) bijzondere sociale en bijstandsfondsen (met inbegrip van niet op premie- of bijdragebetaling berustende fondsen) die door een eigenaar van een onderneming zijn opgericht op basis van betalingen door de schuldeisers van de eigenaar of werknemers van een onderneming.

De bedragen die verschuldigd zijn uit hoofde van loon, salarissen en andere betalingen in verband met arbeid of werk (met inbegrip van ontslag- en pensioenuitkeringen) en uitkeringen die als pensioen of een andere ouderdomsuitkering dienen, kunnen, wanneer zij worden gecrediteerd op een bank- of postgirorekening die op naam van de schuldenaar is geopend, eveneens in beslag worden genomen voor een bedrag dat hoger is dan driemaal de sociale uitkering wanneer de rekening vóór het beslag is gecrediteerd; indien de rekening op of na de datum van inbeslagneming wordt gecrediteerd, kunnen deze bedragen in beslag worden genomen binnen de hierboven omschreven grenzen en binnen de grenzen van de bijzondere wetgeving.

Het is aan de schuldenaar om te stellen dat het goed of de vordering niet vatbaar is voor beslag door middel van een rechtsmiddel tegen de tenuitvoerlegging (artikel 615 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

De tenuitvoerleggingshandeling kan niet tot een goed einde worden gebracht als de verjaringstermijn van de aangevoerde vordering volledig is verstreken. De verjaringstermijn bedraagt doorgaans tien jaar, maar deze kan variëren naargelang van het recht in kwestie (de verjaringstermijn voor de vergoeding van niet-contractuele schade bedraagt bijvoorbeeld vijf jaar). De wet voorziet ook in verschillende verjaringstermijnen, afhankelijk van het soort rechtshandeling tot staving van de schuldvordering waarop de tenuitvoerlegging is gebaseerd. Een vordering die is vastgesteld in een uitspraak die in kracht van gewijsde is gegaan, verjaart bijvoorbeeld na een periode van tien jaar, ondanks het feit dat de wettelijke termijn voor de betrokken vordering doorgaans korter is.

Op verzoek van de schuldeiser kan de president van de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de schuldenaar zijn (fiscale) woonplaats, woning of statutaire zetel heeft, toestemming geven om de in beslag te nemen goederen langs elektronische weg te doorzoeken (artikel 492 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering). Dit betekent dat de gerechtsdeurwaarder de goederen en de vorderingen van de schuldenaar kan doorzoeken via het belastingregister en de databanken van de overheid. Er zijn ook vormen van betaling in termijnen ingevoerd ter dekking van de waarde van een beslag (conversione del pignoramento) in gevallen waarin roerende goederen in beslag zijn genomen.

Link naar het Italiaanse wetboek van rechtsvordering: https://www.normattiva.it/uri-res/N2Ls?urn:nir:stato:regio.decreto:1940-10-28;1443

 

Deze webpagina maakt deel uit van de website Uw Europa.

Al uw feedback over de verstrekte informatie is welkom.

Een technisch/inhoudelijk probleem melden of feedback geven op deze pagina