Overslaan en naar de inhoud gaan

Wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken

Kroatië
Kroatië
Flag of Croatia

BEVOEGDE GERECHTEN/AUTORITEITEN ZOEKEN

Met onderstaande zoekfunctie kunt u rechtbanken/autoriteiten vinden die voor een bepaald Europees rechtsinstrument bevoegd zijn. Hoewel we er alles aan hebben gedaan om de resultaten betrouwbaar te maken, kunnen we onvolkomenheden niet uitsluiten.

BEVOEGDE GERECHTEN/AUTORITEITEN ZOEKEN

Met onderstaande zoekfunctie kunt u rechtbanken/autoriteiten vinden die voor een bepaald Europees rechtsinstrument bevoegd zijn. Hoewel we er alles aan hebben gedaan om de resultaten betrouwbaar te maken, kunnen we onvolkomenheden niet uitsluiten.

Croatia
Europese grensoverschrijdende procedures — Europese beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken
* verplichte invoer

Artikel 17 - Informatie die ter beschikking van het publiek wordt gesteld

Op grond van de wet met betrekking tot bescherming tegen huiselijk geweld (Zakon o zaštiti od nasilja u obitelji) kan de pleger van huiselijk geweld worden veroordeeld tot een geldboete en tot gevangenisstraf; naast de beschermende maatregelen die zijn vastgesteld in de wet inzake strafbare feiten (Prekršajni zakon), kunnen bovendien de volgende beschermingsmaatregelen worden getroffen:

1. verplichte psychosociale behandeling;

2. verbod op het (be)naderen, lastigvallen of volgen van de slachtoffers van huiselijk geweld;

3. uitzetting uit de echtelijke woning;

4. verplichte behandeling van een eventuele verslaving.

De rechtbank kan ambtshalve of op verzoek van een bevoegde aanvrager, het slachtoffer of het Kroatische instituut voor maatschappelijk werk (Hrvatski zavod za socijalni rad) beschermende maatregelen opleggen. Als er onmiddellijk gevaar bestaat voor de veiligheid van het slachtoffer, familieleden van het slachtoffer of leden van het huishouden, kunnen beschermingsmaatregelen, zoals verbod op het (be)naderen, het lastigvallen of volgen van de slachtoffers van huiselijk geweld en uitzetting uit de echtelijke woning, door de rechtbank worden opgelegd vóór het inleiden van een op sanctionering van het betreffende strafbare feit gerichte procedure op verzoek van het slachtoffer of een andere daartoe gemachtigde verzoeker.

Volgens artikel 65 van het wetboek van strafrecht (Kazneni zakon) kan de rechtbank beveiligingsmaatregelen opleggen aan de pleger van het strafbare feit: verplichte psychiatrische behandeling, verplichte behandeling van een eventuele verslaving, verplichte psychosociale behandeling, verbod op het uitoefenen van bepaalde functies of activiteiten, verbod op het besturen van een motorvoertuig, verbod op het (be)naderen, lastigvallen en volgen, uitzetting uit de echtelijke woning, toegangsverbod voor het internet, toezicht na afloop van de gevangenisstraf en verbod op het houden of in huis halen van dieren.

Als er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat een persoon een strafbaar feit heeft gepleegd, kunnen de rechter en de openbare aanklager (državni odvjetnik) overeenkomstig artikel 98 van het wetboek van strafvordering (Zakon o kaznenom postupku) ook in afwachting van het proces surveillancemaatregelen opleggen, zoals: verbod op het (be)naderen van een bepaalde persoon, verbod op het leggen of onderhouden van contact met een bepaalde persoon, verbod op het volgen of lastigvallen van het slachtoffer of een andere persoon en/of uitzetting uit de woning van het slachtoffer.

In het geval van een strafbaar feit op het gebied van geweld tegen vrouwen of huiselijk geweld of geweld tegen een persoon in de entourage van de pleger, horen de rechtbank en de openbaar aanklager het slachtoffer, voordat zij beslissen over surveillancemaatregelen in afwachting van het proces, om vast te stellen of er een risico bestaat voor zijn persoonlijke veiligheid of voor die van een persoon in zijn omgeving, en heeft het slachtoffer het recht beroep in te stellen tegen de beslissing over die maatregelen.

Volgens artikel 130, lid 6, van de wet inzake strafbare feiten kunnen politieagenten, als het waarschijnlijk is dat een strafbaar feit op het gebied van huiselijk geweld is gepleegd, op de plaats van het strafbare feit de persoon die redelijkerwijs wordt verdacht van het plegen van het strafbare feit, gelasten zich naar een bepaalde plaats of een bepaald gebied te begeven, of een bepaalde persoon te benaderen of contact met een bepaalde persoon te leggen of onderhouden. Deze maatregel kan worden opgelegd voor een periode van maximaal acht dagen, waarin de politie de rechter kan verzoeken de maatregel te verlengen.

Regels inzake de uitvoering van beschermende maatregelen die de pleger van het strafbare feit verbieden het slachtoffer van huiselijk geweld te (be)naderen, lastig te vallen en te volgen, en uitzettingen uit de gezamenlijke woning (Pravilnik o načinu provedbe zaštitnih mjera zabrane približavanja, uznemiravanja ili uhode enja žrtve nasilja u obitelji te mjere udaljenja iz zajedničkog kućanstva) (Narodne Novine (NN; Staatsblad van de Republiek Kroatië) nr. 28/19)

Artikel 18, onder a)(i) - de instanties die bevoegd zijn beschermingsmaatregelen te gelasten en het certificaat af te geven overeenkomstig artikel 5

De beschermingsmaatregelen worden opgelegd overeenkomstig de bepalingen van de wet inzake strafbare feiten en de wet inzake bescherming tegen huiselijk geweld.

De inzake strafbare feiten bevoegde districtsrechtbank (Općinski sud) kan beschermingsmaatregelen ambtshalve opleggen dan wel op verzoek van het slachtoffer van het huiselijk geweld of de politie.

Artikel 18, onder a)(ii) - de instanties waarvoor men zich kan beroepen op een in een andere lidstaat gelaste beschermingsmaatregel en/of die bevoegd zijn om een beschermingsmaatregel ten uitvoer te leggen

De instanties waarvoor men zich in Kroatië kan beroepen op een in een andere lidstaat gelaste beschermingsmaatregel, zijn:

de politiediensten die bevoegd zijn voor de vaste of tijdelijke verblijfplaats van de beschermde persoon op het grondgebied van de Republiek Kroatië.

De instanties die in Kroatië bevoegd zijn om een dergelijke maatregel ten uitvoer te leggen:

de politiediensten die bevoegd zijn voor de vaste of tijdelijke verblijfplaats van de beschermde persoon op het grondgebied van de Republiek Kroatië, overeenkomstig artikel 3 van de wet tot tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 606/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken.

Artikel 18, onder a)(iii) - de instanties die bevoegd zijn voor het aanpassen van een beschermingsmaatregel overeenkomstig artikel 11, lid 1

De inzake strafbare feiten bevoegde districtsrechtbanken zijn bevoegd voor het aanpassen van beschermingsmaatregelen naargelang van de vaste of tijdelijke verblijfplaats van de beschermde persoon op het grondgebied van de Republiek Kroatië, overeenkomstig artikel 4 van de wet tot tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 606/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken.

Artikel 18, onder a)(iv) - de rechterlijke instanties bij wie overeenkomstig artikel 13 het verzoek tot weigering van erkenning en, in voorkomend geval, van tenuitvoerlegging wordt ingediend

De rechterlijke instanties bij wie het verzoek tot weigering van erkenning wordt ingediend, zijn de districtsrechtbanken die inzake strafbare feiten bevoegd zijn naargelang van de vaste of tijdelijke verblijfplaats van de beschermde persoon op het grondgebied van de Republiek Kroatië, overeenkomstig artikel 5 van de wet tot tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 606/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken.

De rechterlijke instanties bij wie het verzoek tot weigering van tenuitvoerlegging wordt ingediend:

Niet van toepassing in de Republiek Kroatië, aangezien de persoon die een gevaar inhoudt gelijktijdig een verzoek tot weigering van erkenning én van tenuitvoerlegging van de beschermingsmaatregel kan indienen bij de inzake strafbare feiten bevoegde districtsrechtbank. Een verzoek tot weigering van tenuitvoerlegging van de beschermingsmaatregel kan niet worden ingediend in de vorm van een opzichzelfstaand beroep.

Artikel 18, onder b) - de taal die wordt/de talen die worden aanvaard voor de in artikel 16, lid 1, bedoelde vertalingen

Het Kroatisch, overeenkomstig artikel 6 van de wet tot tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 606/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken.

Een technisch/inhoudelijk probleem melden of feedback geven op deze pagina