Overslaan en naar de inhoud gaan

Is het Handvest op mijn zaak van toepassing?

Als u van oordeel bent dat uw grondrechten zijn geschonden, kunt u met behulp van deze rubriek nagaan of het EU-Handvest u kan beschermen.

Inleiding

Deze checklist kan u helpen bepalen of een specifieke zaak onder het EU-Handvest van de grondrechten valt.

Het Handvest is alleen van toepassing op handelingen van:

  • EU-instanties, of
  • nationale instanties van de EU-landen bij de uitvoering van EU-recht.

De checklist kan u helpen bepalen of met handelingen van nationale instanties EU-recht wordt uitgevoerd.

Meer informatie nodig?

Disclaimer

Deze checklist is uitsluitend als leidraad bedoeld; hij biedt geen juridisch advies voor particulieren en wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid in dat verband.

Zoekt u als particulier advies over het instellen van een gerechtelijke procedure, kunt u beter professioneel juridisch advies inwinnen over uw specifieke situatie.

De leidraad heeft uitsluitend betrekking op de vraag of het Handvest in theorie kan worden toegepast op een individueel geval. Indien het antwoord op deze vraag positief is, betekent dat niet automatisch dat het Handvest is geschonden.

Checklist

Charterclick steps

Stap 1 – Verzoeker

Wie heeft er een klacht ingediend over de schending van een grondrecht?
Betreft de zaak een grondrecht dat aan EU-burgers is toegekend?
Zie de volgende lijst van bepalingen van het Handvest

Consider the following list of the Charter’s provisions

De zaak heeft mogelijk betrekking op een grondrecht dat het Handvest niet aan EU-burgers toekent (met name het recht op asiel krachtens artikel 18 van het Handvest). Of zij heeft misschien betrekking op een recht dat niet als grondrecht wordt toegekend in het Handvest.
Voordat u besluit dat de grondrechten van de EU niet relevant zijn voor de zaak, dient u wel te bedenken dat het Handvest niet de enige bron voor de bescherming van grondrechten in de EU is. Sinds de jaren zeventig, toen er nog geen Europese “Bill of Rights” was, heeft het Europees Hof van Justitie de grondrechten beschermd door deze te verheffen tot algemene beginselen van het EU-recht. Het Verdrag van Lissabon bevestigt dat deze laatste ook als grondrechten van de EU dienen te worden beschouwd. Lees meer in deel I, punt 2.3, van de handleiding.
Is in deze zaak mogelijk sprake van schending van een grondrecht dat is toegekend als een algemeen beginsel van het EU-recht, ga dan naar de volgende vraag. Net als het Handvest zijn de algemene beginselen van de EU bindend voor de EU-instellingen, -organen en -agentschappen, alsmede voor de lidstaten bij de uitvoering van de EU-wetgeving.
Indien daarentegen noch de rechten van het Handvest, noch de algemene beginselen van het EU-recht relevant zijn voor de zaak, is het waarschijnlijk dat deze zaak geen schending van een EU-grondrecht (noch een schending van een grondrecht in het algemeen) betreft.

Betreft de zaak een grondrecht dat het EU-recht aan niet-EU-burgers toekent?

Consider the following list of the Charter’s provisions. Does the case involve one of the following fundamental rights listed?

De zaak heeft mogelijk betrekking op een grondrecht dat het Handvest niet aan niet-EU-burgers toekent (met name het recht om te stemmen en het recht om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen voor het Europees Parlement en bij gemeenteraadsverkiezingen, krachtens de artikelen 39-40 van het Handvest, en het recht op diplomatieke en consulaire bescherming, krachtens artikel 46). Of zij heeft misschien betrekking op een recht dat niet als grondrecht wordt toegekend in het Handvest.
Voordat u besluit dat de grondrechten van de EU niet relevant zijn voor de zaak, dient u wel te bedenken dat het Handvest niet de enige bron voor de bescherming van grondrechten in de EU is. Sinds de jaren zeventig, toen er nog geen Europese “Bill of Rights” was, heeft het Europees Hof van Justitie de grondrechten beschermd door deze te beschouwen als algemene beginselen van het EU-recht. Het Verdrag van Lissabon bevestigt dat deze laatste ook als grondrechten van de EU dienen te worden beschouwd. Lees meer in deel I, punt 2.3, van de handleiding.
Is in deze zaak mogelijk sprake van schending van een grondrecht dat is toegekend als een algemeen beginsel van het EU-recht, ga dan naar de volgende vraag. Net als het Handvest zijn de algemene beginselen van de EU bindend voor de EU-instellingen, -organen en -agentschappen, alsmede voor de lidstaten bij de uitvoering van de EU-wetgeving.
Indien daarentegen noch de rechten van het Handvest, noch de algemene beginselen van het EU-recht relevant zijn voor deze zaak, is het waarschijnlijk dat zij geen schending van een EU-grondrecht (noch een schending van een grondrecht in het algemeen) betreft.

Zie de volgende lijst van bepalingen van het Handvest. Betreft de zaak een van de rechten uit deze lijst?

De zaak heeft betrekking op een grondrecht dat inherent beperkt is tot natuurlijke personen. Er is derhalve geen sprake van schending van een grondrecht dat onder het EU-recht wordt toegekend aan rechtspersonen.

Zie de volgende lijst van bepalingen van het Handvest. Betreft de zaak een van de rechten uit deze lijst?

De zaak heeft betrekking op een grondrecht dat wordt beschermd door het Handvest, maar het is de vraag of deze bescherming onder het EU-recht zich ook uitstrekt tot rechtspersonen.
U kunt doorgaan naar de volgende vraag, maar ook als u vaststelt dat de zaak binnen de werkingssfeer van het EU-recht valt, dient u te beseffen dat dit op zichzelf niet betekent dat de betrokken rechtspersoon zich kan beroepen op het desbetreffende grondrecht. Ga naar de volgende vraag.

De zaak heeft geen betrekking op een grondrecht dat door het Handvest wordt beschermd.
Voordat u besluit dat de grondrechten van de EU niet relevant zijn voor de zaak, dient u wel te bedenken dat het Handvest niet de enige bron voor de bescherming van grondrechten in de EU is. Sinds de jaren zeventig, toen er nog geen Europese “Bill of Rights” was, heeft het Europees Hof van Justitie de grondrechten beschermd door deze te verheffen tot algemene beginselen van het EU-recht. Het Verdrag van Lissabon bevestigt dat deze laatste ook als grondrechten van de EU dienen te worden beschouwd. Lees meer in deel I, punt 2.3, van de handleiding.
Is in deze zaak mogelijk sprake van schending van een grondrecht dat is erkend als een algemeen beginsel van het EU-recht, ga dan naar de volgende vraag. Net als het Handvest zijn de algemene beginselen van het EU-recht bindend voor de EU-instellingen, -organen en -agentschappen, alsmede voor de lidstaten, uitsluitend bij de uitvoering van de EU-wetgeving.
Indien daarentegen noch de rechten van het Handvest, noch de algemene beginselen van het EU-recht relevant zijn voor de zaak, is het waarschijnlijk dat deze zaak geen schending van een EU-grondrecht betreft.

Stap 2 – Oorzaak schending

Wie zou deze rechten geschonden hebben?
We raden u aan om het hieronder aangegeven onderdeel van de handleiding te lezen voordat u een antwoord kiest:
The alleged violation stemmed from:
In het licht van de uiteenzetting in deel II, punt 2.1, van de handleiding bestaat de vermeende schending van een grond recht uit:

Stap 3 – Datum schending

Wanneer vonden de feiten plaats die een schending zouden vormen van het Handvest?

Het Handvest was niet wettelijk bindend toen de schending zich heeft voorgedaan. In die tijd waren de grondrechten evenwel beschermd als algemene beginselen van het EU-recht. Het kan nuttig zijn om na te gaan of het Hof van Justitie een dergelijke status heeft toegekend aan de grondrechten waar het in deze zaak om gaat (zie deel I, punt 2.3, van de handleiding). Zo ja, ga dan naar de volgende vraag. Zo niet, is het onwaarschijnlijk dat een schending van een grondrecht heeft plaatsgevonden.

Het Handvest is van toepassing. Ga naar de volgende vraag om na te gaan welke middelen beschikbaar zijn met het oog op rechterlijke bescherming.

De materiële gedragingen die in strijd zouden zijn met het Handvest vonden plaats:

Het Handvest was niet wettelijk bindend toen de schending zich heeft voorgedaan. In die tijd waren de grondrechten evenwel beschermd als algemene beginselen van het EU-recht. Het kan nuttig zijn om na te gaan of het Hof van Justitie een dergelijke status heeft toegekend aan de grondrechten waar het in deze zaak om gaat (zie deel I, punt 2.3, van de handleiding). Is dit het geval, ga dan verder naar de volgende vraag. Zo niet, is het onwaarschijnlijk dat een schending van een grondrecht heeft plaatsgevonden.

Het Handvest is van toepassing. Ga naar de volgende vraag om na te gaan welke middelen beschikbaar zijn met het oog op rechterlijke bescherming.

Wanneer deed de vermeende schending zich voor?
The EU Charter has been legally binding since 1st December 2009, the date when the Lisbon Treaty entered into force. The alleged violation occurred:
Meer in het bijzonder vond de schending plaats:

Het Handvest was niet wettelijk bindend toen de feiten zich hebben voorgedaan. De grondrechten waren evenwel beschermd als algemene beginselen van het EU-recht. Het kan nuttig zijn om na te gaan of het Hof van Justitie een dergelijke status heeft toegekend aan de grondrechten waar het in deze zaak om gaat (zie deel I, punt 2.3, van de handleiding). Zo niet, is het onwaarschijnlijk dat een schending van EU-grondrechten heeft plaatsgevonden.
Zo ja, ga door naar de volgende vraag om vast te stellen of de zaak binnen de werkingssfeer van het EU-recht valt: Net als het Handvest zijn de algemene beginselen van het EU-recht alleen van toepassing op nationale handelingen ter uitvoering van het EU-recht.

Valt de zaak binnen de werkingssfeer van het EU-recht?
According to Article 51(1), the Charter states that the provisions thereof are binding on the Member States “only when they are implementing EU law”. The national provision at issue:

Om te kunnen vertrouwen op de bescherming door het Handvest, volstaat het niet dat de zaak betrekking heeft op de schending van een grondrecht dat is toegekend in het Handvest.
Er moet worden vastgesteld of een andere regel van primair of afgeleid EU-recht dan de bepaling(en) van het Handvest die zou(den) zijn geschonden, van toepassing is in deze zaak (met andere woorden, of de feiten van de zaak onder de personele, materiële en temporele werkingssfeer van deze regel vallen). De toepassing ervan geeft ook aanleiding tot toepassing van het Handvest.
Deel III, punt 2, van de handleiding geeft een overzicht van de meest voorkomende situaties die volgens de bestaande jurisprudentie van het Hof van Justitie onder het EU-recht vallen.
De volgende vragen moeten u helpen om vast te stellen of de zaak binnen de werkingssfeer van het EU-recht valt.
Indien de zaak niet binnen de werkingssfeer van het EU-recht valt, betekent dit dat de betrokkenen recht hebben op bescherming van de grondrechten die zouden zijn geschonden. Die bescherming moet echter worden gezocht in het kader van binnenlandse rechtsbronnen of het EVRM, in plaats van op grond van het Handvest.

Heeft de zaak betrekking op een recht dat het EU-recht aan individuele personen verleent?

Het is volgens de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie “bij gebreke van een communautaire regelgeving ter zake een aangelegenheid van de interne rechtsorde van elke lidstaat om de bevoegde rechterlijke instanties aan te wijzen en de procedureregels vast te stellen voor vorderingen die worden ingesteld ter bescherming van rechten die de justitiabelen aan de rechtstreekse werking van het gemeenschapsrecht ontlenen” (zie bijvoorbeeld zaak C-276/01 Steffensen, punt 60).
Het Handvest (met name artikel 47 betreffende effectieve rechterlijke bescherming) is van toepassing op nationale bepalingen die, ongeacht of zij zijn aangenomen met dit specifieke doel, de uitoefening voor de nationale rechter van de door het EU-recht aan individuen verleende rechten betreffen.
Zie het voorbeeld in deel III, punt 2, onder 3). van de handleiding.
U dient dus na te gaan of de zaak betrekking heeft op een recht (een ander dan het al geschonden grondrecht) dat is toegekend aan individuele personen door een juridisch bindende EU-handeling, of door een bepaling van het primaire recht van de EU (d.w.z. een bepaling van de Verdragen, zoals de bepalingen betreffende het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal, werknemers en EU-burgers).

Heeft de zaak betrekking op het niet-naleven van een verplichting op grond van het EU-recht?

Steeds vaker verplicht EU-wetgeving lidstaten om te zorgen voor doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties voor het niet naleven van bepaalde verplichtingen die bij deze wetgeving, of de uitvoeringsbepalingen daarvoor, zijn vastgesteld.
De lidstaten kunnen deze plicht vervullen door specifieke sancties vast te stellen, die voldoen aan de vereisten voor de bescherming van de grondrechten, neergelegd in het Handvest. De lidstaten kunnen evenwel ook besluiten om gebruik te maken van sancties die al gelden voor (vergelijkbare) nationale strafbare feiten. In dit geval kan het Handvest alleen worden ingeroepen wanneer deze sancties van toepassing zijn op het niet nakomen van een verplichting die voortvloeit uit het EU-recht. Zie het voorbeeld in deel III, punt 2, onder 4). van de handleiding.
U dient dus na te gaan of de zaak betrekking heeft op het niet nakomen van een verplichting die voortvloeit uit een juridisch bindende EU-handeling, of uit een bepaling van het primaire recht van de EU.

See the explanation of this situation in Section 2 Part III of the Tutorial, no. 7.
Is er een juridisch bindende EU-rechtshandeling die relevant is voor de zaak?
Mr X is a third country national who has legally resided in the Member State Y since 2005. In 2016, his application for a housing benefit was rejected, on the ground that the funds for third-country nationals were exhausted. The national law concerning the housing benefit at issue foresees different criteria as regards the granting of the benefit, depending on the personal status of the applicant; in particular, the criteria applied to third-country nationals are less favorable than those applied to EU citizens. Whilst no EU measure concerning specifically the granting of housing benefits, Article 11(1) of on the status of third-country nationals who are long-term residents stipulates: “‘Long-term residents shall enjoy equal treatment with nationals as regards: (d) social security, social assistance and social protection as defined by national law”. If Mr X enjoys the status of long-term resident under Directive 2003/109/EC, this Directive is relevant to the case and may trigger the application of the Charter. This example draws on Case C-571/10 Kamberaj
Hoe verhouden de EU-regeling en de betrokken nationale regeling zich tot elkaar?
See the explanation of this situation in Section 2 Part III of the Tutorial, no. 1.
See the explanation of this situation in Section 2 Part III of the Tutorial, no. 2.
See the explanation of this situation in Section 2 Part III of the Tutorial, no. 8.
De betrokken nationale bepaling definieert een concept of categorie dat/die in de EU-maatregel wordt vermeld, maar waarvan de EU-wetgeving de definitie aan de lidstaten heeft overgelaten.
Deze situatie wordt toegelicht in deel III, punt 2, onder 6), van de handleiding.

Stap 4 – Conclusie

CONCLUSIE
Het Handvest is van toepassing.
Dit betekent echter niet noodzakelijk dat in deze zaak het Handvest ook inderdaad geschonden is. De meeste grondrechten die door het Handvest worden verleend, zijn immers niet absoluut. Dit betekent dat zij, in overeenstemming met de vereisten van het Handvest, aan beperkingen onderhevig zijn. Deel III, punten 4 tot 6, van de handleiding bevat nuttige informatie om na te gaan of een schending van het Handvest daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie is evenwel het enige orgaan dat kan oordelen of een EU-rechtshandeling of een bepaling daarvan onverenigbaar is met het Handvest. Deze controle kan worden geactiveerd via een beroep tot nietigverklaring of een verzoek om een prejudiciële beslissing inzake geldigheid. Meer informatie over deze gerechtelijke controlemiddelen vindt u in deel I, punt 4, van de handleiding.
Als u van mening bent dat een EU-rechtshandeling of een bepaling daarvan, onverenigbaar is met het Handvest, moet u de datum van bekendmaking of kennisgeving van de handeling controleren. Kent u die niet, ga dan na wanneer de persoon die klaagt over een schending van een grondrecht, kennis heeft gekregen van de handeling.
Indien er sinds de schending meer dan twee maanden verstreken zijn, is een beroep tot nietigverklaring tegen de handeling niet meer mogelijk. De geldigheid van de handeling kan nog wel worden betwist via een prejudiciële verwijzing naar het Hof van Justitie.
Meer informatie over de verschillende beschikbare manieren van gerechtelijke en niet-gerechtelijke bescherming tegen vermeende schendingen is te vinden in deel I, punt 4, en 5, van de handleiding.
Indien de datum van de schending minder dan twee maanden geleden is, is de termijn voor het instellen van een beroep tot nietigverklaring van de handeling (artikel 263, VWEU) nog niet verstreken.
Controleer of de andere voorwaarden vervuld zijn (met name de regels over de procesbevoegdheid). Zie deel I, punt 4, voor meer informatie.
Zo niet, kan de geldigheid van de handeling nog wel worden betwist via een prejudiciële verwijzing naar het Hof van Justitie. Zie opnieuw deel I, punt 4, voor meer informatie.

CONCLUSIE
De beweerde schending heeft plaatsgevonden toen het EU-recht niet van toepassing was op de betrokken lidstaat. Bijgevolg kunnen noch het Handvest, noch de bescherming van grondrechten als algemene beginselen van het EU-recht van toepassing zijn. Bescherming moet worden gezocht in het kader van binnenlandse bronnen van bescherming van de grondrechten of het EVRM.

CONCLUSIE
Het Handvest is waarschijnlijk van toepassing.
Denk eraan dat het in deze checklist gaat om de vraag of het Handvest van toepassing is op een specifiek geval. Het feit dat het Handvest van toepassing is betekent echter niet noodzakelijk dat een schending van het Handvest heeft plaatsgevonden. Informatie over hoe kan worden bepaald of een schending heeft plaatsgevonden, is te vinden in deel III, punten 4 tot 6, van de handleiding.
Nationale rechtbanken zijn bevoegd om bescherming te bieden in het geval van een schending van het Handvest ten gevolge van een nationale bepaling. Wat voor vormen van bescherming een nationale rechtbank kan bieden, is te vinden in deel III, punt 7, van de handleiding.

CONCLUSIE
Het Handvest is waarschijnlijk niet van toepassing op de zaak.
We wijzen u er wel op dat deze checklist uitsluitend ter informatie dient. Het gaat dus niet om een bindend advies. Bovendien is de rechtspraak van het Hof van Justitie over de werkingssfeer van het Handvest dynamisch.

CONCLUSIE
Volgens artikel 288 VWEU kunnen de EU-instellingen de volgende juridisch bindende handelingen vaststellen: verordeningen, richtlijnen en besluiten.
Een andere categorie van wettelijk bindende handelingen zijn kaderbesluiten. Vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon (1 december 2009) werden dergelijke handelingen gebruikt voor wetgeving op het gebied van de justitiële en politiële samenwerking in strafzaken.
Met het Verdrag van Lissabon is deze categorie verdwenen, maar sommige kaderbesluiten zijn nog steeds van kracht. Voorbeelden hiervan zijn het Kaderbesluit 2002/584/JHA van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, en Kaderbesluit 2008/913/JHA van de Raad van 28 november 2008 betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht.
Kaderbesluiten zijn vergelijkbaar met richtlijnen, in die zin dat zij de lidstaten verplichten een resultaat te behalen zonder dat daarbij de middelen daarvoor worden aangegeven. De bepalingen van kaderbesluiten hebben evenwel geen rechtstreekse werking (u kunt zich er niet op beroepen indien bepaalde nationale bepalingen ermee in strijd zijn).

CONCLUSIE
“Relevant voor de zaak” betekent dat een EU-maatregel betrekking heeft op het onderwerp van de zaak. Er moet aandacht worden besteed aan alle omstandigheden: lees dit voorbeeld voordat u een antwoord kiest.
De heer X is een niet-EU-burger die sinds 2002 wettig in EU-lidstaat Y verblijft. In 2016 werd zijn aanvraag voor huursubsidie afgewezen met als argument dat de middelen voor niet-EU-burgers uitgeput waren. De desbetreffende nationale wetgeving voorziet in verschillende criteria voor het verlenen van huursubsidie, afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager. Zo zijn de criteria die van toepassing zijn op niet-EU-burgers, strenger dan die voor EU-burgers.
Hoewel geen EU-maatregel specifiek betrekking heeft op de toekenning van huursubsidies, bepaalt artikel 11, lid 1, van Richtlijn 2003/109/EG betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen: “Langdurig ingezetenen genieten op de volgende gebieden dezelfde behandeling als de eigen onderdanen: d) sociale zekerheid, sociale bijstand en sociale bescherming zoals gedefinieerd in de nationale wetgeving”.
Als de heer X de status van langdurig ingezetene krachtens Richtlijn 2003/109/EG heeft, is deze richtlijn relevant voor de zaak en kan deze leiden tot de toepassing van het Handvest.

CONCLUSIE
Als u niet weet of er juridisch bindende EU-regels op uw zaak van toepassing zijn, kunt u Eur-Lex, de officiële databank van het EU-recht, raadplegen.
Aanbevolen wordt bij uw zoekopdracht te filteren op “Onderwerp” onder “Uitgebreid zoeken”. U krijgt zo een lijst van onderwerpen die onder de EU-wetgeving vallen. Het voorgestelde traject voor deze zoekopdracht is:
EUR-Lex → EU-recht → Rechtshandelingen → Zoeken in rechtshandelingen.
Scroll naar beneden naar “Onderwerp”. Klik op de + bij “Onderwerp" en u krijgt een lijst van onderwerpen. Kies een of meerdere onderwerpen en klik op “Zoeken”.
Vergeet niet om alleen juridisch bindende EU-teksten (verordeningen, richtlijnen en besluiten) te kiezen en controleer altijd of de gekozen wetgeving van kracht is (een groen of rood licht onder de titel geeft aan of dat het geval is op het moment van de zoekopdracht; de datum van inwerkingtreding is altijd een van de slotbepalingen). In geval van een richtlijn, dient u tevens na te gaan of de uiterste termijn voor de omzetting in nationaal recht is verstreken (u vindt deze datum in een van de slotbepalingen van de richtlijn).

CONCLUSIE
1. Zoek eerst het betrokken grondrecht op in de tekst van het Handvest.
Bekijk de lijst van EU-rechtshandelingen waarvoor de betrokken bepaling bijzonder relevant is: is een ervan van toepassing op de zaak?
Hou rekening met de relevante rechtspraak: is er een zaak over een situatie die erg gelijkt op de uwe?
2. Daarna breidt u uw zoekopdracht uit tot Curia, de officiële databank van het Europees Hof van Justitie. Volg dit pad: Curia -> Zoeken ->; Kies vervolgens in het zoekformulier:
- Onder “Staat van de zaken”: Afgesloten zaken
- Onder “Rechterlijke instantie”: Hof van Justitie
- Onder “Aangehaalde rechtspraak of wetgeving”/”categorie”: “Verdrag”, daarna “Handvest van de grondrechten” en het artikel dat u zoekt.
Hou rekening met de relevante rechtspraak: is er een zaak over een situatie die erg gelijkt op de uwe?
3. Ten slotte breidt u uw zoekopdracht uit tot Eur-Lex, de officiële databank van het EU-recht, via dit pad: EUR-Lex -> EU-wetgeving en -documenten -> Wetgeving -> Zoeken in wetgeving -> Onderwerp -> Onderwerp.

CONCLUSIE
De zaak moet worden behandeld op nationaal niveau.

Een technisch/inhoudelijk probleem melden of feedback geven op deze pagina