Overslaan en naar de inhoud gaan

Digitaliseringsverordening — Kennisgevingen van de lidstaten

Nederland

Deze pagina bevat informatie over de kennisgevingen die de lidstaten op grond van Verordening (EU) 2023/2844 hebben gedaan.

Inhoud aangereikt door
Nederland
Flag of Netherlands

1. Nationale IT-portalen voor de communicatie met rechtbanken of andere autoriteiten

De informatie beslaat nationale IT-portalen voor civiele en handelsrechtelijke zaken die door of in opdracht van de overheid zijn ontwikkeld met als doel deelname aan juridische procedures via elektronische weg tussen natuurlijke en juridische personen, en de respectievelijke bevoegde autoriteiten.

Organisatie Naam IT-portaal Kunnen niet-Nederlanders en niet-ingezetenen gebruik maken van het portaal? Waarvoor kan het portaal gebruikt worden? Gelden er speciale vereisten voor het gebruik van het portaal? Hoe worden gebruikers geïdentificeerd?
Koninklijke Notariële Beroeps-organisatie (KNB) Notarisnet Ja en nee: er is Engelstalige informatie beschikbaar in algemene zin. Voor een specifieke applicatie (digitaal oprichten BV en Digitale cliënt identificatie) is uitgebreidere informatie beschikbaar.

Notaris.nl is een uitgebreid consumenteportaal met informatievoorziening over de dienstverlening van het notariaat in Nederland gesplitst naar de diverse rechtsgebieden ter aanvulling en veralgemenisering van de specifieke websites van de 850 notariskantoren. Tevens staan hier voorzieningen zoals een adressengids van alle kantoren en diverse contactmogelijkheden.

Op korte termijn zal deze site uitgebreid worden met een mijn omgeving waar consumenten achter een gesloten omgeving notariële diensten kunnen gebruiken en stukken kunnen inzien.

Indien stukken digitaal getekend moeten worden is een gekwalificeerde digitale handtekening benodigd.

Indien er voor consumentendiensten geïdentificeerd dient te worden moet dat middels een fysiek geldig identiteitsbewijs, een eID middel en/of middels een extra digitale verificatiestap waarbij de NFC chip van een fysiek identiteitsbewijs wordt uitgelezen.
Rechtspraak Mijn Rechtspraak Ja, mits in het bezit is van een Europees erkent inlogmiddel

Het portaal kan gebruikt worden voor de volgende onderwerpen (meer informatie beschikbaar in Mijn Rechtspraak):

Burgers

  • gezag en voogdij kinderen
  • curatele, bewind en mentorschap
  • Belastingen – (hoger) beroep
  • Uitkeringen SVB – (hoger) beroep
  • In (hoger) beroep tegen een beslissing van de overheid
  • Eigen aangifte faillissement

Organisaties

  • Bestuursrecht
  • Eigen aangifte faillissement

Professionals (advocaat/jurist)

  • (rol)journalen
  • Digitaal procederen
  • Insolentierecht
  • Curatele, bewind en mentorschap
  • Strafrecht
  • Handelsrecht
  • Familie- en jeugdrecht
  • Bestuursrecht

Burgers

  • DigiD
  • eIDAS

Organisaties

  • eHerkenning
  • eIDAS

Professional (advocaat/jurist)

  • Advocatenpas
  • eHerkenning
Rechtspraak Mijn CBM (curatele, bewind en mentorschap) Nee buitenlandse partijen hebben in beginsel geen DigiD en kunnen niet inloggen in het webportaal

Verslagen en verzoeken aanmaken en indienen, waaronder:

  • boedelbeschrijving;
  • jaarlijkse rekening en verantwoording;
  • tussentijdse evaluatie;
  • eindrekening en verantwoording;
  • machtigingsverzoeken;
  • wijzigingsverzoeken,
  • communiceren met de rechtbank

Een professionele curator, bewindvoerder of mentor kan geen toegang krijgen tot Mijn CBM.

  • DigiD
Raad van State Loket Raad van State  

Burgers kunnen digitaal procederen tegen een beslissing van een bestuursorgaan of tegen een uitspraak van een rechtbank.

De formulieren in dit loket zijn uitsluitend bedoeld voor burgers. Advocaten, bedrijven, organisaties en bestuursorganen kunnen (hoger)beroepschriften en processtukken digitaal indienen via de Veilig Mailen-methode.

  • DigiD
Raad van State Mijn Zaak Nee, alleen advocaten met een advocatenpas hebben toegang tot Mijn Zaak.

Mijn Zaak wordt momenteel uitsluitend gebruikt voor advocaten in asiel- en bewaringszaken

U dient geen geheime stukken in te dienen via Mijn Zaak, als bedoeld in artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht. In het procesreglement kunt u vinden hoe u geheime stukken kunt aanbieden.

  • Advocatenpas
Hoge Raad Mijn Zaak Hoge Raad Nee, buitenlandse partijen hebben in beginsel geen DigiD, eHerkenningsmiddel, advocatenpas of gemachtigdenpas en kunnen niet inloggen in het webportaal.

Het portaal kan gebruikt worden voor de volgende onderwerpen (meer informatie beschikbaar in Mijn Rechtspraak):

Strafzaken

  • digitaal procederen
  • bijstand aanmelden strafzaak
  • stukken ontvangen en verzenden
  • Schriftelijke opmerkingen indienen in een prejudiciële procedure bij de strafkamer

Belastingzaken en bestuursrechtelijke zaken

  • Beroepschrift indienen
  • In lopende zaak aanmelden
  • Stukken ontvangen en verzenden
  • DigiD
  • eHerkenning
  • Advocatenpas
  • Gemachtigdenpas
Centraal Justitieel Incassobureau

Digitaal Loket CJIB

Digitaal Loket Verkeer (OM)

Ja, mits in het bezit van een Europees erkent inlogmiddel
  • Boetes betalen
  • (foto van) overtredingen bekijken
  • Betalingsregelingen treffen
  • DigiD
  • eIDAS
Centraal Justitieel Incassobureau CJIB Businessportaal Nee, buitenlandse partijen hebben in beginsel geen eHerkenningsmiddel en kunnen niet inloggen in het webportaal.

Schuldhulpverlener of bewindvoerder

  • overzichten openstaande zaken

Bedrijf met veel voertuigen

  • verkeersboetes digitaal ontvangen

Raadsman/raadsvrouw

  • omzetting taakstraf en openstaande zaken bekijken

Overheidsorganisaties

  • boetes namens uw organisatie incasseren
  • eHerkenning

2. Nationaal recht inzake videoconferenties in burgerlijke en handelszaken

Deze sectie geeft informatie over nationale wetgeving en procedures over deelname aan zittingen via videoconferentie voor civiele en handelsrechtelijke zaken.

a. Informatie over de toepasselijke nationale wetgeving en procedures, met inbegrip van toepasselijke procedurele rechten en waarborgen, voor hoorzittingen met videoconferentie of andere technieken voor communicatie op afstand

In het civiele en handelsrecht bestaat nog geen (specifieke) regeling voor de toepassing van videoconferentie tijdens zittingen bij de rechter. Het civiele en handelsrecht vormt geen belemmering om nu al gebruik te maken van videoconferentie. Dit kan een geheel online zitting zijn met instemming van alle betrokken partijen. Het kan ook gaan om deelname aan de zitting langs digitale weg door een rechtzoekende, belanghebbende of professionele partij. De rechter beslist met inachtneming van de belangen van partijen en de gelijkheid van partijen over de deelname langs digitale weg, aan een overigens fysieke zitting, door slechts één van de partijen.

In april 2022 heeft de Minister voor Rechtsbescherming aan de Tweede Kamer gemeld dat hij voornemens is om tot een structurele wettelijke regeling te komen voor het gebruik van videoconferentie tijdens zittingen bij de burgerlijke rechter en bestuursrechter. Bedoeling is dat in de wettelijke regeling – kort samengevat – wordt vastgelegd in welke omstandigheden gebruik kan worden gemaakt van videoconferentie tijdens de zitting bij de rechter en welke procedurele en technische waarborgen daarbij gelden. Verder heeft de wettelijke regeling een faciliterend karakter. Dat houdt in dat het aan de rechtbank of het gerechtshof is om deze faciliteit aan te bieden. Vervolgens beslist de rechter of videoconferentie in een specifieke zaak kan worden ingezet, waarbij geldt dat in het bestuursrecht en bepaalde zaakscategorieën in het civiele recht videoconferentie alleen kan worden ingezet als daartoe de wens bij één partij of meerdere partijen bestaat

b. Informatie of alleen rechtbanken videoconferenties mogen houden op grond van artikel 5 van de digitaliseringsverordening of dat deze mogelijkheid ook bestaat voor andere autoriteiten. Indien ook andere autoriteiten artikel 5 als rechtsgrondslag kunnen gebruiken om videoconferenties te organiseren, gelieve aan te geven welke deze autoriteiten zijn en voor welke procedures

Voor civiele en handelsrechtelijke zaken zijn alleen rechtbanken bevoegd om gebruik te maken van videoconferentie voor het organiseren van (gedeeltelijk) online hoorzittingen.

c. Staat het nationale recht toe dat de rechtbank of de bevoegde autoriteit ambtshalve een hoorzitting organiseert?

In het civiel en handelsrecht bestaat nog geen (specifieke regeling voor de toepassing van videoconferentie tijdens zittingen bij de rechter. Op dit moment beslist de rechter of videoconferentie wordt ingezet voor een specifieke zaak mits de wens bij één of meerdere partijen bestaat.

d. Zijn er videoconferentie technologieën beschikbaar in Nederland en wat is het meest gebruikte platform?

Rechtbanken en gerechtshoven beschikken over drie platformen voor het organiseren van digitale zittingen en voor digitale deelname van één van de partijen, te weten: Microsoft Teams, Cisco Meeting Service (CMS) en de Multipoint Control Unit (MCU) van de rechtspraak. Zittingen vanuit raadskamers of rechtszalen in de penitentiaire inrichten worden altijd via Teams gefaciliteerd. Voor alle andere zaken beslist de rechter over welke platformen gebruikt worden.

Voor Teams en CMS zijn er handleidingen beschikbaar op de website van de Raad voor de Rechtspraak. Voor MCU deelt de rechtbank of het gerechtshof gebruikersinformatie met de deelnemers voorafgaand aan de zitting.

e. Informatie over de procedurele vereisten voor partijen om hun mening te geven over de inzet van videoconferentie of andere technologie om via afstand deel te nemen aan een zitting

Deelnemers aan de zitting kunnen de rechtbank of het gerechtshof verzoeken om deelname aan een zitting via digitale middelen dan wel een volledig digitale zitting. De rechter beslist of digitale deelname of een volledig digitale zitting mogelijk is.

f. Hoe is de toegang tot videoconferentie voor partijen en hun vertegenwoordigers, inclusief personen met een handicap, gewaarborgd?

Partijen hebben op hun verzoek de mogelijkheid actief deel te nemen aan een digitale hoorzitting middels MCU (Multipoint Control Unit). MCU zorgt voor een directe en beveiligde videoverbinding tussen deelnemers en de fysiek aanwezigen in de zittingszaal. Ook maakt MCU directe communicatie tussen digitaal en fysiek aanwezigen mogelijk.

Bij zittingen in zaken waarin partijen hebben aangegeven dat actieve digitale deelname niet gewenst is, kan worden voorzien in een vergadering via Teams, waarbij voor de digitaal aanwezigen beperkingen worden ingesteld in de vergadering. Via Teams kan dan enkel beeld en geluid uit de zittingszaal kan worden ontvangen.

Indien gewenst wordt voor partijen en hun procesvertegenwoordigers voorzien in een test van de MCU-ruimte ruim voor de zitting om op het moment van de zitting eventuele problemen met het programma en de verbinding te voorkomen. Er is ook een schriftelijke instructie beschikbaar. Tevens zijn er bij het opstarten van de zitting altijd IT-medewerkers aanwezig in de zittingszaal voor de ondersteuning en een soepel verloop van een digitale hoorzitting.

Op dit moment heeft de Rechtspraak geen specifieke geïntegreerde voorzieningen voor deelnemers met een beperking. In een lopende aanbesteding voor een nieuwe oplossing voor online zittingen is toegankelijkheid onderdeel van het eisenpakket.

g. Staat nationale wetgeving toe om opnames van zittingen te maken?

Nederland kent geen (specifieke) wetgeving voor het gebruik van videoconferentie in civiele en handelszaken. Daarmee bestaat er ook geen wetgeving over opnames van online zittingen, dan wel bepalingen over de opslag en verspreiding van opnames.

Zonder toestemming van de rechter is het maken van opnames (beeld en/of geluid) niet toegestaan. Tevens is het niet toegestaan om in het gerechtsgebouw beeld- en/of geluidsopnames te maken. Dit geldt zowel voor de ontvangstgebieden, zittingszalen als de wachtruimtes.

h. Hoe waarborgt nationale wetgeving dat opnames, indien die gemaakt worden, op een veilige en niet-publiekelijk toegankelijke manier gemaakt en opgeslagen worden?

Nederland kent geen (specifieke) wetgeving voor het gebruik van videoconferentie in civiele en handelszaken. Daarmee bestaat er ook geen wetgeving over opnames van online zittingen, dan wel bepalingen over de opslag en verspreiding van opnames.

i. Informatie over hoe advocaat - cliënt voor en tijdens een online zitting vertrouweiljk met elkaar kunnen communiceren

Een voorwaarde voor het gebruik van videoconferentie voor online zittingen is het waarborgen van vertrouwelijk overleg tussen advocaat en cliënt, zonder dat andere personen kunnen meeluisteren. Op dit moment ondersteunen de technische mogelijkheden geen afzonderlijk, beveiligd kanaal voor vertrouwelijk overleg binnen de online zitting. Deze mogelijkheid wordt wel ontwikkeld. Tot de technische voorziening beschikbaar is om in dezelfde videoverbinding een beveiligd kanaal op te zetten, kan gebruik worden gemaakt van telefonisch overleg of overleg in een aparte kamer.

j. Hoe worden partijen geïdentificeerd en geauthenticeerd?

Over het algemeen wordt voorafgaand aan de zitting door de griffier bij de procesvertegenwoordigers opgevraagd wie er digitaal aanwezig zal zijn via de Multipoint Control Unit (MCU). De MCU is een digitale voorziening voor het organiseren van videoconferentie. De griffier stuurt de aangemelde personen een toegangslink voor de online zitting en verzoekt de ontvangers deze niet door te sturen. Bij aanvang van de zitting worden alle personen in de online zitting gevraagd om zich kenbaar te maken en wordt gekeken of dit de opgegeven personen zijn. Onbevoegden worden uit de online zitting verwijderd.

Aanwezigen via Teams worden niet actief gemonitord, omdat aanwezigen niet de mogelijkheid hebben om beeld en geluid te delen.

k. Hoe kunnen partijen vragen stellen en zinvol deelnemen?

De Multipoint Control Unit (MCU) maakt een directe verbinding mogelijk tussen digitaal aanwezigen en de fysiek aanwezigen in de zittingszaal. Via in de zittingszaal geplaatste camera’s en beeldschermen kunnen rechters en advocaten met de digitaal aanwezigen direct communiceren. Bij een Teams-verbinding wordt alleen voorzien in de mogelijkheid om beeld en geluid uit de zittingszaal te ontvangen. Actieve deelname via Teams is niet mogelijk.

l. Hoe profiteren partijen van het recht op vertolking?

Er zijn twee mogelijke situaties voor vertalingen tijdens online zittingen:

  1. Tolken zijn enkel digitaal aanwezig;
  2. Tolken zijn fysiek aanwezig in de zittingszaal.

In beide gevallen wordt aan partijen het advies gegeven om een aparte vergadering op te zetten voor de vertolking waarbij zowel fysiek aanwezigen als tolken deelnemen. De rechtbank is niet verantwoordelijk voor de door partijen op te zetten digitale vergadering ten behoeve van de vertaling. In de door de rechtbank opgezette verbinding dempen de digitaal aanwezigen hun geluid wanneer er middels een aparte vergadering vertaald wordt.

m. Hoe is het bekijken en presenteren van fysiek bewijs gewaarborgd tijdens een online zitting?

Partijen hebben de mogelijkheid om in de beveiligde Multipoint Control Unit (MCU) digitaal bewijsmateriaal te tonen aan digitaal aanwezigen via zowel beeld als geluid.

n. Hoe wordt ongeautoriseerde toegang tot gevoelige data en data flows naar onbekende entiteiten voorkomen?

Partijen krijgen de instructie om de toegangslink naar de Multipoint Control Unit-verbinding (MCU) niet door te sturen omdat dat niet is toegestaan. Het maken en delen van opnames is niet toegestaan. Ook worden onbevoegden uit de MCU-verbinding verwijderd. Het is echter niet te controleren en dus ook niet te voorkomen dat opnames worden gemaakt van de beelden van een MCU en Teams-verbinding.

Handelszaken zijn in beginsel openbaar.

o. Informatie over praktische zaken voor het organiseren en afsluiten van een online hoorzitting, inclusief inforamtie over of speech-to-text technologie wordt ingezet

Indien een rechter besluit tot een zitting via digitale voorzieningen, met instemming van één of meerdere partijen, dan wordt voorafgaand aan de zitting praktische informatie gedeeld met de digitaal aan te sluiten partij(en). De onder onderdeel D vermeldde handleiding helpt partijen met het opzetten van een verbinding via Teams en CMS, en licht de digitale voorzieningen toe voor tijdens de zitting.

In civiele en handelsrechtelijke zittingen via digitale weg worden geen speech-to-tekst technieken toegepast.

3. Nationaal recht inzake videoconferenties in strafzaken

Deze sectie geeft informatie voor verdachten, beklaagden, veroordeelden of betrokkenen in de zin van art. 2, punt 10, van Verordening (EU) 2018/1805, die aan een videoconferentie zal deelnemen over procedurele vereisten van het nationale recht die op hun deelname aan de hoorzitting op afstand van toepassing zijn en die niet onder de e-Justice verordening vallen ((EU)2023/2844).

a. Informatie over nationale wetgeving en procedures die van toepassing zijn, inclusief procedurele rechten en waarborgen om een zitting of verhoor via videoconferentie of andere technologie te organiseren

De regels over de toepassing van videoconferentie bij het behandelen van strafzaken via digitale weg en digitaal (ver)horen van verdachten of getuigen zijn vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Besluit videoconferentie (wetten.overheid.nl/BWBR0019836/2022-11-25/0). Het Besluit videoconferentie bepaalt de omstandigheden en waarborgen die voorwaardelijk zijn aan de inzet van videoconferentie in strafzaken of in een beroepsprocedure tegen een vrijheidsontnemende maatregel als bedoeld in de artikelen 94 en 96 van de Vreemdelingenwet 2000. Zo wordt videoconferentie niet toegepast als een te horen persoon een zodanige auditieve of visuele beperking heeft dat die afbreuk doet aan zijn inbreng of positie in het strafproces. Daarnaast stelt het Besluit videoconferentie technische eisen aan het systeem waarmee een zitting of verhoor via digitale weg wordt georganiseerd.

Het gebruik van videoconferentiesoftware voor het horen, verhoren of ondervragen van personen is toegestaan. De voorzitter van het college, de rechter, de rechter-commissaris of ambtenaar die met de leiding over het horen is belast, beslist of van videoconferentie gebruik gemaakt wordt.

Momenteel wordt gewerkt aan een nieuw Wetboek van Strafvordering, dat naar verwachting op 1 april 2029 in werking treedt. De regeling inzake videoconferentie wordt op enkele onderdelen verruimd. Aan de regeling is toegevoegd dat naast het horen, verhoren of ondervragen van een persoon ook het bijwonen van een verhoor of zitting plaats kan vinden per videoconferentie. Hierdoor wordt een persoon in staat gesteld als toehoorder een verhoor of zitting bij te wonen, ook als deze persoon niet wordt ondervraagd of verhoord. Daarnaast is bij het vereiste van instemming van de verdachte opgenomen dat deze niet alleen geldt voor berechting door de meervoudige kamer, maar voor iedere vorm van berechting, dus ook indien de zaak enkelvoudig wordt behandeld. Tot slot is de groep procesdeelnemers die door de rechter om hun mening wordt gevraagd over de toepassing van videoconferentie, uitgebreid.

b. Informatie over procedurele vereisten voor het geven van toestemming over de inzet van videoconferentie of andere technologie voor deelname via digitale weg

Het uitgangspunt is – en blijft - dat het eindoordeel over het toepassen van videoconferentie bij de verhorende ambtenaar of de rechter ligt en dat videoconferentie in beginsel mogelijk is in alle situaties waarin in het strafproces sprake is van horen, verhoren of ondervragen. In twee situaties kan slechts tot toepassing van videoconferentie worden overgegaan indien de verdachte daarin toestemt. Daarvan is ten eerste sprake indien de verdachte aan de rechter-commissaris wordt voorgeleid in het kader van de behandeling van de vordering tot bewaring en ten tweede bij de meervoudige, inhoudelijke behandeling van de zaak ter terechtzitting. Desalniettemin kan videoconferentie worden toegepast wanneer de rechter dat noodzakelijk acht in gevallen waarin het bijzondere belang van de beveiliging van de zitting of van het vervoer naar en van de zitting dringend vergt dat de verdachte aan de voorgeleiding of terechtzitting deelneemt via videoconferentie.

c. Hoe is de toegang tot noodzakelijke videoconferentie infrastructuur gewaarborgd voor verdachte, beklaagde, veroordeelde of betrokkene, inclusief personen met een handicap?

Om de toegang tot videoconferentie infrastructuur te waarborgen zijn bijna alle rechtbanken in Nederland uitgerust met faciliteiten om online zittingen mogelijk te maken en zijn ook een aantal raadkamers en rechtszalen in penitentiaire inrichtingen uitgerust met faciliteiten om via digitale weg deel te nemen aan zittingen en/of (ver)horen mogelijk te maken.

Een online zitting of (ver)hoor kan worden georganiseerd via Microsoft Teams en Cisco Meeting Server (CMS). De rechtbank bepaalt van welke videoconferentiesoftware gebruikt wordt gemaakt en biedt handleidingen aan voor het gebruik van Teams en CMS op de website voor de Raad voor de Rechtspraak.

Op dit moment heeft de Rechtspraak geen specifieke geïntegreerde voorzieningen voor deelnemers met een beperking. In een lopende aanbesteding voor een nieuwe oplossing voor online zittingen is toegankelijkheid onderdeel van het eisenpakket.

d. Hoe is de vertrouwelijkheid tussen een verdachte, beklaagde, veroordeelde of betrokkene en hun advocaat voor en tijdens het horen gewaarborgd?

Een voorwaarde om te telehoren is dat procespartijen en de advocaat of gemachtigde de mogelijkheid hebben om tijdens de zitting vertrouwelijk met elkaar te communiceren. Momenteel wordt een videoconferentieplatform ontwikkeld waarbij advocaat en de te horen persoon in een aparte, digitale ruimte in vertrouwelijkheid kunnen overleggen. Tot de komst van de nieuwe software worden praktische maatregelen genomen, zoals overleg in een afzonderlijke ruimte en/of telefonisch.

e. Wat zijn de beschikbare rechtsmiddelen onder nationale wetgeving die een verdachte, beklaagde, veroordeelde of betrokkene in een geval van schending van de eisen of garanties conform artikel 6 van verordening (EU) 2023/2844?

De e-Justice verordening ziet wat betreft het gebruik van videoconferentie op een zestal Europese regelingen, die in verschillende wetten zijn geïmplementeerd en verschillende procedures kennen. In voorkomend geval kan het niet-naleven van de waarborgen van artikel 6 van de e-Justice verordening bij de rechter worden aangekaart indien de rechter ook een rol heeft in de procedure. Indien niet voorzien is in rechterlijke betrokkenheid of een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang staat in Nederland ook altijd de gang naar de civiele rechter (al dan niet in de vorm van een kort geding) open, die kan toetsen of sprake is van een onrechtmatigheid als gevolg van het niet-naleven van artikel 6.

f. Hoe worden wettelijke vertegenwoordigers geïnformeerd over een online zitting of verhoor van een minderjarige? Hoe worden de belangen van het kind meegenomen?

Ten aanzien van jeugdige personen kent het Wetboek van Strafvordering aanvullende regelgeving, zie artikel 486 e.v.

g. Staat nationale wetgeving opnames van een online zitting overhoor toe?

In het nieuwe Wetboek van Strafvordering en de Innovatiewet Strafvordering zijn regels opgenomen over het opnemen van zittingen. Onlangs zijn pilots afgerond waarin is geëxperimenteerd met de bepalingen, waarbij zittingen werden opgenomen en een verkort proces-verbaal werd opgesteld. In de praktijk levert dat geen verbeteringen van de strafvordering op, waardoor wordt voorgesteld die mogelijkheid niet te continueren in de Innovatiewet Strafvordering. Wel blijft het mogelijk de zitting op te nemen, in combinatie met een regulier proces-verbaal.

h. Wat zijn de praktische zaken voor een online zitting of verhoor? Met welke autoriteit kan contact opgenomen worden? Zijn er special vereisten?

De rechtbank bepaalt of van telehoren of deelname aan een zitting via digitale weg gebruik wordt gemaakt, maar in bepaalde gevallen dient de verdachte of diens advocaat toestemming daarvoor te geven (zie onder b). De uitzonderingen op dat instemmingsrecht zijn beperkt tot de gevallen waarin dat dringend noodzakelijk is, in het bijzondere belang van de beveiliging van het verhoor of de zitting of van het vervoer naar of van de zitting. In de schriftelijke oproep aan de te horen persoon wordt aangegeven of gebruik wordt gemaakt van videoconferentie. In deze oproep staat vermeldt op welke wijze en binnen welke termijn de te horen persoon kan aangeven dat de te horen persoon niet instemt met het gebruik van videoconferentie. In voorkomende gevallen kan ook de officier van justitie gevraagd worden of de officier instemt met het gebruik van videoconferentie.

Uiterlijk 24 uur voorafgaand aan het telehoren of deelname aan een zitting via digitale weg wordt een beslissing genomen en medegedeeld met de te horen persoon of diens advocaat.

4. Vergoedingen voor procedures in burgerlijke en handelszaken

Er zijn kosten verbonden aan het voeren van rechtszaken in Nederland, zoals het behandelen van de zaak door een rechter: de griffierechten. Een advocaat, gemachtigde of andere juridische professional kan ook kosten in rekening brengen. De kosten voor juridische professionals en beroepen verschillen per professional. Naar de kosten voor juridische professionals en beroepen kunt u het beste informeren bij de desbetreffende organisatie. De vergoedingen op deze pagina betreffen griffierechten en kosten bij gerechtsdeurwaarders.

Kosten gerechtsdeurwaarders

Bij civiele zaken kan de procesinleiding via een verzoekschrift plaatsvinden, maar veelal via een dagvaarding. De kosten hiervan zijn €112.37 voor een niet btw-plichtige schuldeiser en €135,97 voor natuurlijke personen als schuldeiser. Hiervoor kan ook een toevoeging verleend worden. Dit geldt voor echtscheidingszaken, betekeningskosten en beslag. Andere tarieven voor ambtshandelingen voor gerechtsdeurwaarders vindt u in het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders.

Kosten griffierecht

De geldende tarieven vindt u in onderstaande tabel. De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd en vastgelegd in de bijlage behorende bij de Wet griffierechten burgerlijke zaken.

Aard c.q. hoogte van de vordering of het verzoek Griffierecht voor niet-natuurlijke personen Griffierecht voor natuurlijke personen Griffierecht voor onvermogenden
Griffierechten voor kantonzaken bij de rechtbank

Zaken met betrekking tot een verordening, dan wel een verzoek:

  • van onbepaalde waarde of
  • met een beloop van niet meer dan €500
€130 €87 €87
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan €500 en niet meer dan €1.500 €328 €218 €87
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan €1.500 en niet meer dan €2.500 €372 €248 €87
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan €2.500 en niet meer dan €5.000 €496 €248 €87
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan €5.000 en niet meer dan €12.500 €524 €248 €87
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan €12.500 €1.409 €706 €87
Griffierechten voor andere zaken dan kantonzaken bij de rechtbank
Zaken als bedoeld in artikel 32a, eerste lid, eerste volzin, Rv €18.287 €18.287 n.v.t.

Zaken als bedoeld in artikel 32a, derde lid

Rv:

€9.143 €9.143 n.v.t.
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek van onbepaalde waarde €688 €320 €87
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van niet meer dan €100.000 €2.889 €1.325 €87
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan €100.000 en niet meer dan €1.000.000 €6.617 €2.626 €87
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel en verzoek met een beloop van meer dan €1.000.000 €9.825 €2.626 €87
Griffierechten bij de Gerechtshoven
Zaken als bedoeld in artikel 32a, eerste lid, eerste volzin, Rv en artikel 1064a, eerste lid, tweede volzin, Rv: €24.382 €24.382 n.v.t.

Zaken als bedoelde in artikel 32a, derde lid

Rv:

€12.191 €12.191 n.v.t.

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

  • van onbepaalde waarde of
  • met een beloop van niet meer dan €12.500
€798 €349 €349
Zaken met betrekki9ng tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan €12.500 en niet meer dan €100.000 €2.175 €798 €349
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan €100.000 en niet meer dan €1.000.000 €6.561 €2.053 €349
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan €1.000.000 €13.124 €2.053 €349
Griffierechten bij de Hoge Raad

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

  • van onbepaalde waarde of
  • met een beloop van niet meer dan €12.500
€873 €361 €361
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan €12.500 en niet meer dan €100.000 €2.897 €873 €361
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan €100.000 en niet meer dan €1.000.000 €8.206 €2.463 €361
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan €1.000.000 €16.410 €2.463 €361

Toepassingsbereik griffierecht

De kosten voor griffierechten zijn voor alle civiele procedures gelijk en zijn daarmee ook van toepassing op de civiele rechtsinstrumenten welke onderdeel uitmaken van de e-Justice verordening, te weten:

Procedures in:
Europees betalingsbevel (EG) 1896/2006
Geringe vorderingen (EG) 861/2007
Europees bevel conservatoir beslag (EU) 655/2014
Executoriale titel niet-betwiste schuldvorderingen (EG) 805/2004
Procedures tot erkenning, uitvoerbaarverklaring, weigering van erkenning:
Europese erfrechtverordening (EU) 650/2012
Brussel I (EU) 1215/2012
Beschermingsmaatregelen burgerlijke zaken (EU) 606/2013
Onderhoudsverplichtingen (EG) 4/2009
Huwelijksvermogensstelsels (EU) 2016/1103
Vermogensrechtelijke gevolgen geregistreerde partnerschappen (EU) 2016/1104
Kinderontvoering (EU) 2019/1111
Procedures afgifte, rectificatie en intrekking van:
Onderhoudsverplichtingen (EG) 4/2009 Uittreksels
Europese erfrechtverordening (EU) 650/2012 Europese erfrechtverklaring en attesten
Brussel I (EU) 1215/2012 Certificaten
Beschermingsmaatregelen burgerlijke zaken (EU) 606/2013 Certificaten
Huwelijksvermogensstelsels (EU) 2016/1103 Attesten
Vermogensrechtelijke gevolgen geregistreerde partnerschappen (EU) 2016/1104 Attesten
Kinderontvoering (EU) 2019/1111 Certificaten
indiening vordering buitenlandse schuldeiser insolventieprocedure art. 53
Insolventieprocedures (EU) 2015/848
Communicatie tussen natuurlijke of rechtspersonen of vertegenwoordigers en centrale autoriteiten:
Onderhoudsverplichtingen (EG) 4/2009
Kinderontvoering (EU) 2019/1111
gemeenschappelijke minimumvoorschriften rechtsbijstand Richtlijn 2002/8/EG

5. Elektronische betalingsmethoden

In onderstaande tabel zijn voor alle civielrechtelijke beroepsgroepen die een rol spelen hebben in één van de rechtsinstrumenten die onderdeel uitmaken van e-Justice alleen de elektronische betalingsmethoden weergeven die beschikbaar zijn. Staat een elektronische betaalmethode er niet bij, dan is het ook niet mogelijk om op deze manier te betalen. Bij verschillende organisaties is het ook mogelijk om chartaal te betalen. Voor meer informatie over niet-elektronische betaalmethoden of vragen over elektronische betaalmethoden kunt u het beste contact opnemen met de organisatie.

Organisatie Elektronische betaalmethode
Notariaat Elektronische betaalmethodes kunnen per notaris verschillen. Neemt u contact op met uw notaris om te informeren naar elektronische betaalmethoden
Gerechtsdeurwaarders Elektronische betaalmethodes kunnen per gerechtsdeurwaarder verschillen. Neemt u contact op met uw notaris om te informeren naar elektronische betaalmethoden
Rechtspraak
  • Via online overboeken of storting op andere wijze (hierbij is het van belang altijd het notanummer te vermelden)
  • Debet betaalpas (pinnen)
  • Contant of met debet betaalpas bij GWK Travelex
Raad van State In de ontvangstbevestiging van uw beroep staan de mogelijkheden genoemd om te betalen.
Hoge Raad Online overboeken, waarbij in de facturen van de Hoge Raad altijd een rekeningnummer vermeldt staat. Het notanummer dient hierbij te worden vermeldt. De nota’s worden altijd per post verzonden
Centraal Justitieel Incassobureau
  • Online overboeken, waarbij altijd de BIC code vermeldt moet worden, te weten: INGBNL2A. In de correspondentie van het CJIB staat altijd een rekeningnummer vermeldt.
  • Directe betaling middels QR code, gefaciliteerd door een PSP
  • Bij enkele gevallen met credit card
Raad voor Rechtsbijstand
  • Online overboeken, waarbij in de facturen van de Raad altijd een rekeningnummer vermeldt staat
Advocatuur Elektronische betaalmethodes kunnen per advocaat verschillen. Neemt u contact op met uw advocaat om te informeren naar elektronische betaalmethoden
Bewind, curatele en mentorschap Elektronische betaalmethodes kunnen per bewindvoerder, curator of mentor verschillen. Neemt u contact op met uw bewindvoerder, curator of mentor om te informeren naar elektronische betaalmethoden

6. Kennisgeving over het vroegtijdige gebruik van het gedecentraliseerde IT-systeem

De in de e-Justice verordening vastgelegde data ((EU 2023/2844, art 10.3 en art. 26.3) voor ingebruikname van het gedecentraliseerde IT-systeem voor de respectievelijke batches zijn:

  1. Ingebruikname van batch 1 uiterlijk per 17 januari 2028;
  2. Ingebruikname van batch 2 uiterlijk per 17 januari 2029;
  3. Ingebruikname van batch 3 uiterlijk per 17 januari 2030;
  4. Ingebruikname van batch 4 uiterlijk per 17 januari 2031.

Voor alle vier batches uit de e-Justice verordening ((EU) 2023/2844, art. 10.3) geldt dat het gedecentraliseerde IT-systeem niet eerder in gebruik genomen wordt dan de data zoals vastgelegd in de e-Justice verordening art. 26.3. Indien vroegtijdige ingebruikname toch mogelijk blijkt te zijn, wordt per rechtsinstrument en organisatie aangegeven wanneer vroegtijdige ingebruikname mogelijk is.

7. Kennisgeving over het vroegtijdige gebruik van videoconferenties in burgerlijke en handelszaken

Het is momenteel niet mogelijk om videoconferentie in civiele en handelszaken voor 1 mei 2025 in gebruik te nemen voor rechtsinstrumenten die onderdeel uitmaken van de e-Justiceverordening conform art. 5 ((EU)2023/2844).

8. Kennisgeving over het vroegtijdige gebruik van videoconferenties in strafzaken

Het is momenteel niet mogelijk om videoconferentie in strafzaken voor 1 mei 2025 in gebruik te nemen voor rechtsinstrumenten die onderdeel uitmaken van de e-Justiceverordening conform art. 6 ((EU)2023/2844).

Een technisch/inhoudelijk probleem melden of feedback geven op deze pagina