Nationale gespecialiseerde rechtbanken

Slowakije

Op deze pagina vindt u informatie over de organisatie van de gespecialiseerde rechtbanken in Slowakije.

Inhoud aangereikt door
Slowakije

Administratieve rechtbanken

Bestuursrechtelijke zaken vallen onder de bevoegdheid van regionale rechtbanken (krajský súd) en het Hooggerechtshof van de Slowaakse Republiek (Najvyšší súd Slovenskej republiky).

Slowakije heeft geen afzonderlijke rechtbanken voor bestuursrechtspraak. Wel hebben de rechtbanken aparte kamers bestaande uit rechters in bestuurszaken.

Gespecialiseerde rechtbanken

Het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof van de Slowaakse Republiek (Ústavný súd Slovenskej republiky) is een onafhankelijk rechterlijk orgaan dat oordeelt over de grondwettigheid van wetgeving.

Het Grondwettelijk Hof is gevestigd te Košice, Hlavná 110, Košice 042 65, en heeft nog een vestiging te Bratislava, Župné námestie 12.

Bevoegdheden

Overeenkomstig de Slowaakse grondwet spreekt het Grondwettelijk Hof zich uit over de vraag of:

  • wetten in overeenstemming zijn met de grondwet en het constitutioneel recht en met internationale verdragen die door het Slowaakse parlement, de Nationale Raad van de Slowaakse Republiek, zijn goedgekeurd en op de wettelijk voorgeschreven wijze zijn geratificeerd en afgekondigd;
  • verordeningen van de regering en algemeen bindende voorschriften van ministeries en andere organen van de centrale overheid in overeenstemming zijn met de grondwet en het constitutioneel recht en met internationale verdragen die door het Slowaakse parlement zijn goedgekeurd en op de wettelijk voorgeschreven wijze zijn geratificeerd en afgekondigd, en met wetten;
  • algemeen bindende voorschriften in overeenstemming zijn met de grondwet (artikel 68) en het constitutioneel recht en met internationale verdragen die door het Slowaakse parlement zijn goedgekeurd en op de wettelijk voorgeschreven wijze zijn geratificeerd en afgekondigd, en met wetten, tenzij een andere rechter daarvoor bevoegd is;
  • algemeen bindende voorschriften van lokale overheidsinstanties en algemeen bindende voorschriften van autonome lokale instanties (krachtens artikel 71, lid 2) in overeenstemming zijn met de grondwet en het constitutioneel recht en met internationale verdragen die op de wettelijk voorgeschreven wijze zijn afgekondigd, en met wetten, verordeningen van de regering en algemeen bindende voorschriften van ministeries en andere organen van de centrale overheid, tenzij een andere rechter daarvoor bevoegd is.

Het Grondwettelijk Hof beslist verder over:

  • de verenigbaarheid met de grondwet en het constitutioneel recht van via onderhandeling tot stand gekomen internationale verdragen waarvoor de goedkeuring van het Slowaakse parlement is vereist;
  • de verenigbaarheid met de grondwet en het constitutioneel recht van het onderwerp van een referendum dat is uitgevaardigd naar aanleiding van een verzoekschrift van burgers of een resolutie van het Slowaakse parlement (overeenkomstig artikel 95, lid 1);
  • bevoegdheidsgeschillen tussen centrale overheidsorganen, tenzij de wet bepaalt dat een ander staatsorgaan voor dergelijke geschillen bevoegd is;
  • klachten van natuurlijke of rechtspersonen betreffende inbreuken op hun mensenrechten en fundamentele vrijheden in het kader van een internationaal verdrag dat door Slowakije is geratificeerd en op de wettelijk voorgeschreven wijze is afgekondigd, tenzij een andere rechtbank daarvoor bevoegd is;
  • klachten van autonome lokale overheden betreffende de ongrondwettigheid of onrechtmatigheid van verordeningen of handelingen van de autonome bestuursorganen die een schending betekenen van hun autonomie, tenzij een andere rechtbank daarvoor bevoegd is;
  • geschillen over de interpretatie van de grondwet of het constitutioneel recht;
  • klachten tegen een besluit betreffende het onderzoek ter bevestiging of ter afwijzing van het mandaat van een parlementslid;
  • de grondwettigheid of rechtmatigheid van verkiezingen (voor het Slowaakse presidentschap, het Slowaakse parlement, lokale autonome bestuursorganen en het Europees Parlement);
  • klachten tegen de uitkomsten van referenda, waaronder referenda over het aftreden van de Slowaakse president;
  • de (grond)wettigheid van een verbod op een politieke partij of beweging of het tijdelijk verbieden van activiteiten door een partij of beweging;
  • een afzettingsprocedure tegen de Slowaakse president, ingesteld door het parlement, wegens opzettelijke overtreding van de grondwet of hoogverraad;
  • de verenigbaarheid met de grondwet en het constitutionele recht van een besluit waarbij de noodtoestand is afgekondigd en/of van andere besluiten in verband hiermee.

Samenstelling van het Hof

Het Grondwettelijk Hof bestaat uit 13 rechters.

Deze rechters worden voor een periode van twaalf jaar benoemd door de president van Slowakije, op voordracht van het Slowaakse parlement. Het parlement moet twee keer zoveel kandidaten voordragen als door de president worden benoemd.

Andere relevante informatie

Het Grondwettelijk Hof doet uitspraak in colleges van drie rechters of in plenaire zitting.

De uitspraken van het hof zijn definitief; dat wil zeggen: er is geen beroep mogelijk.

Het Hof kan een procedure instellen op verzoek van:

  • ten minste één vijfde van alle leden van het Slowaakse parlement;
  • de president van Slowakije;
  • de Slowaakse regering;
  • een rechtbank;
  • de procureur-generaal (generálny prokurátor);
  • iedereen die voldoet aan het bepaalde in artikel 127 (klachten van natuurlijke en rechtspersonen) en artikel 127a (klachten van autonome lokale overheidsorganen);
  • de Hoge Rekenkamer van Slowakije (Najvyšší kontrolnýúrad Slovenskej republiky) in zaken zoals bedoeld in artikel 126, lid 2 (ongeacht of de Hoge Rekenkamer al dan niet bevoegd is);
  • de voorzitter van de Slowaakse Justitiële Raad in zaken met betrekking tot de grondwettigheid van wetgeving krachtens artikel 125, lid 1, inzake de rechtsbedeling;
  • de Ombudsman in zaken met betrekking tot de grondwettigheid van wetgeving krachtens artikel 125, lid 1, waar de verdere toepassing van die wetgeving de fundamentele vrijheden van de mens en fundamentele rechten kan schenden die worden ontleend aan een internationaal verdrag dat door Slowakije is geratificeerd en op de wettelijk voorgeschreven wijze is afgekondigd;
  • iedereen die de auditwerkzaamheden van de Hoge Rekenkamer aanvecht in het in artikel 126, lid 2, vastgelegde geval.

Juridische gegevensbanken

De website van het Grondwettelijk Hof van de Slowaakse Republiek verschaft kosteloze toegang tot:

  • uitspraken van het hof;
  • verslagen van conclusies en uitspraken;
  • persberichten;
  • internationale activiteiten;
  • informatie over het hof.

De Speciale Strafrechtbank

De Speciale Strafrechtbank (Špecializovaný trestný súd) is in 2009 opgericht als opvolger van de Speciale Rechtbank. De Strafrechtbank behandelt strafzaken en andere zaken die in gerechtelijke procedures worden beslist, zoals bepaald in de wetgeving (Wetboek van strafvordering). Het is een gerecht van eerste aanleg met dezelfde status als een regionale rechtbank. De bevoegdheden en taken van deze rechtbank worden geregeld in artikel 14 van Wet nr. 301/2005.

Contactgegevens van de Speciale Strafrechtbank van de Slowaakse Republiek:

Adres: Suvorovova č. 5/A, P.O. BOX 117, 902 01 Pezinok
Tel.: +421 33 69 031 14
Fax: +421 33 69 032 72

Bevoegdheden

De Speciale Strafrechtbank is bevoegd om zaken in verband met de volgende strafbare feiten te behandelen:

  • moord met voorbedachten rade;
  • manipulatie van overheidsaanbestedingen en openbare veilingen (artikel 266, lid 3, Strafwetboek);
  • bedrog en valsemunterij (munten en effecten) in de zin van artikel 270, lid 4, van het Strafwetboek;
  • machtsmisbruik bij uitoefening van overheidsgezag (artikel 326, leden 3 en 4, Strafwetboek in samenhang met de delicten onder b), c), e), f), g), h), i), l) of m));
  • aannemen van steekpenningen (artikelen 328 tot en met 330 Strafwetboek);
  • omkoping (artikelen 332 tot en met 334 Strafwetboek);
  • indirecte corruptie (artikel 336 Strafwetboek);
  • electoraal bedrog (artikel 336a Strafwetboek);
  • sportcorruptie (artikel 336b Strafwetboek);
  • opzetten, organiseren of bevorderen van een criminele organisatie; bijzonder zware misdrijven gepleegd door criminele organisaties;
  • terrorisme;
  • misdrijven overeenkomstig het speciaal deel van het Strafwetboek in titel IV (vermogensmisdrijven) of titel V (economische misdrijven), wanneer er sprake is van schade of onrechtmatig behaald voordeel ter hoogte van minstens 25 000 keer het bedrag dat in het Strafwetboek als geringe schade wordt gekwalificeerd;
  • schade aan de financiële belangen van de Europese Unie;
  • misdrijven die zijn gerelateerd aan de bij de punten a) tot en met l) of punt m) vermelde misdrijven en waarbij wordt voldaan aan de voorwaarden voor de voeging van zaken;
  • extremisme (artikel 140a Strafwetboek).
Laatste update: 27/02/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.