Let op: de oorspronkelijke versie van deze pagina (Frans) is onlangs gewijzigd. Aan de vertaling in het Nederlands wordt momenteel gewerkt.
Swipe to change

Nationale gespecialiseerde rechtbanken

Frankrijk

Op deze pagina vindt u een overzicht van de constitutionele en administratieve rechtbanken in Frankrijk.

Inhoud aangereikt door
Frankrijk

De grondwettelijke raad (Conseil constitutionnel)

De grondwettelijke raad, ingesteld bij de Grondwet van de Vijfde Republiek op 4 oktober 1958, staat niet aan de top van een hiërarchie van gewone of administratieve rechtbanken. In die zin vormt hij geen hoogste rechtscollege.

De grondwettelijke raad bestaat uit negen leden, waarvan er om de drie jaar drie worden vervangen. De leden worden voor één termijn van negen jaar benoemd door de president van de Republiek en de voorzitter van elk van de kamers van het parlement (senaat (Sénat) en nationale assemblee (Assemblée nationale)). De oud-presidenten van de Republiek maken van rechtswege voor het leven deel uit van de grondwettelijke raad, mits zij geen functie vervullen die onverenigbaar is met hun mandaat als lid van dit college; in het laatste geval kunnen zij geen zitting hebben in dit orgaan.

De voorzitter van de grondwettelijke raad wordt door de president van de Republiek uit de leden benoemd.

Aan het lidmaatschap van de grondwettelijke raad worden geen beroeps- of leeftijdseisen gesteld. Het lidmaatschap van deze raad is evenwel onverenigbaar met het lidmaatschap van de regering of de sociaaleconomische raad (Conseil économique et social) en met enig verkiezingsmandaat. Leden van de raad zijn van dezelfde beroepen uitgesloten als parlementariërs.

De grondwettelijke raad is een permanente instelling, die zitting houdt naargelang er verzoekschriften bij hem worden ingediend. De raad vergadert en oordeelt uitsluitend in plenaire zitting. Om te kunnen beraadslagen geldt een quorum van zeven rechters. Als de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag. Afwijkende standpunten zijn niet mogelijk.

De procedure is schriftelijk en op tegenspraak. In zaken die verband houden met verkiezingsgeschillen kunnen de partijen echter verzoeken te worden gehoord. Voorts worden de partijen of hun vertegenwoordigers bij de behandeling van prioritaire grondwettigheidsvragen gehoord tijdens de hoorzitting.

De bevoegdheden van de grondwettelijke raad kunnen in twee categorieën worden onderverdeeld:

Rechterlijke bevoegdheid die twee soorten geschillen omvat:

Geschillen over wet- en regelgeving

Toetsing aan de Grondwet is een abstract proces. Zij is facultatief voor gewone wetten of internationale overeenkomsten en verplicht voor organieke wetten en verordeningen van de beide kamers van het parlement. Toetsing vindt plaats na stemming in het parlement maar voor de afkondiging van een wet, de ratificatie of goedkeuring van een internationale overeenkomst en de inwerkingtreding van de parlementaire verordeningen. In gevallen waarin toetsing facultatief is, kan het initiatief daartoe worden genomen door een politieke autoriteit (president van de Republiek, premier, voorzitter van de nationale assemblee of van de senaat) of door zestig afgevaardigden of zestig senatoren.

Toetsing aan de Grondwet bij wijze van uitzondering is ingevoerd op 1 maart 2010, met de inwerkingtreding van het begrip prioritaire grondwettigheidsvraag. Vanaf die datum kan iedere rechtzoekende in een bij de rechter aanhangige procedure de verenigbaarheid van een wettelijke bepaling met de door de Grondwet gewaarborgde rechten en vrijheden betwisten. Deze vraag kan aan de grondwettelijke raad worden voorgelegd na verwijzing door de raad van state (Conseil d’État) of het hof van cassatie (Cour de cassation), waarna eerstgenoemde raad binnen drie maanden uitspraak doet.

De grondwettelijke raad fungeert als rechter in de bevoegdheidsverdeling tussen wet en andere regelgeving; in die hoedanigheid kan een zaak ofwel tijdens de wetgevingsprocedure door de voorzitter van de betreffende kamer (nationale assemblee of senaat) of door de regering, ofwel naderhand door de premier aan de grondwettelijke raad worden voorgelegd om de status van ‘wettelijk’ aan een wettelijke bepaling te ontnemen.

Geschillen over verkiezingen en referenda

De grondwettelijke raad onderzoekt of de verkiezing van de president van de Republiek en referenda volgens de regels zijn verlopen en maakt de uitslag daarvan bekend. Tevens oordeelt hij over het verloop van de verkiezingen en de regels voor het passieve kiesrecht en onverenigbare beroepen van parlementariërs.

Het aantal aan de raad voorgelegde verkiezingskwesties, een mogelijkheid waar kiezers in ruime mate gebruik van maken, is aanzienlijk toegenomen als gevolg van het aannemen van de wetgeving houdende organisatie en controle van de financiering van verkiezingsuitgaven, waarvoor de raad als rechter in hoger beroep fungeert betreffende de kandidaten voor de parlements- en presidentsverkiezingen.

Adviserende bevoegdheid

De grondwettelijke raad brengt advies uit, wanneer hij officieel door het staatshoofd wordt geraadpleegd over de tenuitvoerlegging van artikel 16 van de Grondwet (over volmachten in een crisisperiode) en vervolgens over de besluiten die in dit kader zijn genomen.

Daarnaast raadpleegt de regering dit college over teksten in verband met de organisatie van de verkiezing van de president van de Republiek en het referendum.

Alle besluiten van de raad hebben dezelfde opbouw:

  • de aanhalingen van de toepasselijke teksten en de procedureonderdelen;
  • de beweegredenen in de vorm van paragrafen waarbij de aangevoerde rechtsgronden worden geanalyseerd, de geldende beginselen worden vermeld en op het verzoekschrift wordt gereageerd;
  • een dictum onderverdeeld in artikelen waarin de gekozen oplossing is vervat.

De besluiten van de raad zijn bindend voor de overheid en alle bestuurlijke en rechterlijke instanties. Er is geen beroep mogelijk. De rechtskracht heeft niet uitsluitend betrekking op het dictum, maar ook op de beweegredenen van het besluit die het de noodzakelijke basis verschaffen. De grondwettelijke raad laat echter wel beroep toe dat gericht is op het herstel van een materiële fout.

Een in het kader van toetsing vooraf ongrondwettig verklaarde bepaling kan niet worden vastgesteld of ten uitvoer gelegd.

Een bepaling die naar aanleiding van een prioritaire grondwettigheidsvraag ongrondwettig is verklaard, wordt ingetrokken met ingang van de datum van bekendmaking van het besluit van de grondwettelijke raad of een latere datum die bij dat besluit is vastgesteld. De grondwettelijke raad stelt vast onder welke voorwaarden en binnen welke grenzen de door de bepaling gesorteerde effecten ter discussie kunnen worden gesteld.

De gevolgen van besluiten inzake verkiezingsgeschillen variëren van de nietigverklaring van stembiljetten tot die van de verkiezingshandelingen zelf, en kunnen erin bestaan dat een kandidaat niet-verkiesbaar wordt verklaard en/of dat een gekozen vertegenwoordiger ambtshalve van zijn taken wordt ontheven.

De besluiten worden aan de partijen bekendgemaakt en in het staatsblad van de Franse Republiek (Journal Officiel de la République Française) gepubliceerd, samen met de tekst van het parlementaire verzoekschrift en de opmerkingen van de regering.

Ten slotte zijn alle besluiten die de grondwettelijke raad sinds zijn oprichting heeft genomen, te vinden op de website van de raad.

Administratieve rechtbanken

Taken van de administratieve rechtbanken

De overheid staat onder controle van administratieve rechtbanken die onafhankelijk zijn van diezelfde overheid (scheiding van bestuurlijke en justitiële functies) en los staan van de gewone rechtbanken (rechtsdualisme). Controle kan ook worden uitgevoerd door bestuursorganen, maar de besluiten van deze organen moeten dan op hun beurt worden onderworpen aan de controle van een rechtbank.

Het tribunal administratif is de gewone administratieve rechtbank in eerste aanleg. Er zijn talrijke gespecialiseerde administratieve rechtbanken van diverse aard, zoals:

  • financiële rechtbanken (regionale rekenkamers en de nationale rekenkamer (Cour des comptes));
  • het nationaal hof voor asielrecht (Cour nationale du droit d’asile);
  • tuchtrechtbanken (tuchthof op het gebied van begroting en financiën (Cour de discipline budgétaire et financière), hoge raad voor de magistratuur (Conseil supérieur de la magistrature), tuchtcolleges, universiteitsrechtbanken enz.).

In beginsel kan tegen uitspraken van de gewone administratieve rechtbanken in eerste aanleg beroep worden ingesteld bij de administratieve hoven van beroep (cours administratives d’appel), waarvan de arresten vatbaar zijn voor cassatieberoep bij de raad van state. Net als het hof van cassatie onderzoekt de raad van state of in de hem voorgelegde rechterlijke beslissingen de procedure- en rechtsregels correct zijn toegepast. Daarnaast fungeert de raad van state als rechter in eerste en laatste aanleg in bepaalde geschillen, bijvoorbeeld over verordeningen van ministers.

Bevoegdheidsconflicten tussen beide soorten rechtbanken worden behandeld door een speciaal college ter beslechting van geschillen (Tribunal des conflits), dat is samengesteld uit een gelijk aantal leden van het hof van cassatie en de raad van state.

De grondwettelijke raad toetst wetten aan de Grondwet; hij kijkt niet naar besluiten of handelingen van de overheid.

Interne organisatie van de administratieve rechtbanken

De gewone administratieve rechtbanken in eerste aanleg (42 in totaal) en de administratieve hoven van beroep (8, maar binnenkort 9 in totaal) zijn georganiseerd in kamers. Hoeveel kamers er zijn en wat hun specialisatie is, hangt af van de grootte van de rechtbank en de keuzes die het hoofd van de rechtbank voor de interne organisatie heeft gemaakt. De raad van state heeft slechts één afdeling voor rechtspraak, de afdeling geschillen (Section du contentieux) (de andere “administratieve” afdelingen voorzien in de raadgevende functie van de raad van state).

De afdeling geschillen bestaat uit tien kamers, die zijn in bepaalde soorten geschillen zijn gespecialiseerd. Voor de algemene administratieve rechtspraak worden twee van deze onderafdelingen samengevoegd (9 leden); als de zaak moeilijker of gevoeliger is, kan zij in de afdeling geschillen worden behandeld (de voorzitters van de onderafdelingen, de voorzitter van de afdeling en de vicevoorzitters; 17 leden) of in de assemblee voor geschillen (Assemblée du contentieux, voorzitters van de afdeling onder leiding van de vicepresident van de raad van state; 13 leden).

Status van de leden van administratieve rechtbanken

De leden van de administratieve rechtbanken waren vanouds geen “rechters” in de zin van de Franse grondwet, een benaming die gereserveerd is voor leden van gewone rechtbanken. Zij vallen onder het algemene ambtenarenstatuut. Om die reden bevatten de teksten die van toepassing zijn op de leden van de administratieve rechtbanken, lange tijd geen oorspronkelijke regels ten opzichte van die welke van toepassing zijn op andere ambtenaren. In de jaren tachtig van de vorige eeuw is daarin echter verandering gekomen, waardoor de leden van administratieve rechtbanken een meer zelfstandige status in de regelgeving kregen.

Bij besluit van 22 juli 1980 heeft de grondwettelijke raad het bestaan en de onafhankelijkheid van de administratieve rechtbank bekrachtigd, een van de fundamentele beginselen die in de wetten van de Republiek zijn erkend. Administratieve rechters genieten aldus een bijzondere status die hun onafhankelijkheid garandeert, met name door te waarborgen dat zij niet uit hun functie kunnen worden ontheven.

Sinds de inwerkingtreding van Wet nr. 2016-483 van 20 april 2016 betreffende de beroepsethiek en de rechten en verplichtingen van ambtenaren zijn de leden van de gewone administratieve rechtbanken in eerste aanleg en de administratieve hoven van beroep erkend als “volwaardig rechter” (artikel L. 231-1 van het wetboek administratieve rechtspraak (Code de justice administrative)).

Terwijl de rechters van de gewone rechtbanken één groep vormen, behoren de administratieve rechters tot twee verschillende groepen: enerzijds de leden van de raad van state en anderzijds de leden van de administratieve rechtbanken.

Lange tijd waren de regels voor deze groepen in verschillende teksten vervat, maar ze zijn nu alle ondergebracht in het wetboek administratieve rechtspraak.

Juridische gegevensbanken op dit gebied

De juridische gegevensbanken in Frankrijk worden gefaciliteerd door de overheidsdienst voor de verspreiding van het recht via internet. De website https://www.legifrance.gouv.fr/ bevat:

  • in de gegevensbank “JADE” de uitspraken van de raad van state en het college ter beslechting van geschillen, de uitspraken van de administratieve hoven van beroep en een selectie van de uitspraken van de gewone administratieve rechtbanken in eerste aanleg;
  • in de gegevensbank “CONSTIT” de besluiten van de grondwettelijke raad.

Is de toegang tot de gegevensbank kosteloos?

Ja, de toegang is kosteloos.

Korte beschrijving van de inhoud

De gegevensbank “JADE” omvat 230 000 uitspraken en elk jaar komen er 12 000 bij; de gegevensbank “CONSTIT” omvat 3 500 uitspraken en daar komen er elk jaar 150 bij.

Links

Rechterlijke bevoegdheid – Frankrijk

Laatste update: 12/05/2023

De verschillende taalversies van deze pagina worden bijgehouden door de betrokken lidstaten. De informatie wordt vertaald door de diensten van de Europese Commissie. Eventuele aanpassingen zijn daarom mogelijk nog niet verwerkt in de vertalingen. De Europese Commissie aanvaardt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid met betrekking tot informatie of gegevens in dit document. Zie de juridische mededeling voor auteursrechtelijke bepalingen van de lidstaat die verantwoordelijk is voor deze pagina.